Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Wat is er toch mis met de waarheid?

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, november 16, 2024 12:34:51

Sta me toe om al meteen mijn eigen vraagstelling in de titel te counteren: ernstige filosofen en Maarten Boudry zullen aanvoeren dat er niet zoiets bestaat als De Waarheid. ‘Waarheid’ is een uitgelezen filosofisch onderwerp. Subjectief. Onoplosbare kwestie. Eeuwige voer voor discussie, aan de universiteit, op straat, aan de toog, in de huiskamer. Wat is de waarheid? We noemen een groene tafel ‘groene tafel’ omdat we ooit een taalkundige conventie zijn overeengekomen die bepaalt welke kleurvarianten tot het groene spectrum behoren en welk object we een tafel noemen (en welk ander een stoel, een kast, een huis, enzovoort). Je zou dit waarheden kunnen noemen – we zijn immers overeengekomen dat het zo is, en niet anders –, maar voor ernstige filosofen en Maarten Boudry blijft het een favoriet speelterrein. Wetenschappers houden niet van absolute waarheden, twijfel is hun kenmerk (tenminste van ernstige filosofen, niet van Maarten Boudry, daarvoor is die al een hele poos te vol en te zeker van zichzelf.).

In de journalistiek wordt ‘waarheid’ vaak gelinkt aan ‘objectiviteit’, een heikel domein. Want… strikte objectiviteit bestaat niet. Je kunt/moet ernaar streven, als journalist, eind- of hoofredacteur en nieuwsdienst, maar je zult het nooit honderd procent bereiken. Gewoon al de plek waar de cameraman zijn camera neerzet, verkleurt de realiteit minstens gedeeltelijk. Of de bronnen die een reporter consulteert (of niet consulteert). Eerlijke berichtgeving is een nobel streefdoel, zo onderscheid je goede journalisten van charlatans, maar het is geen absoluut gegeven. In de zinssnede ‘zo objectief mogelijk’ of ‘zo waarheidsgetrouw mogelijk’ is elk woord relevant, die ‘mogelijk’ niet in het minst.

Fakenews domineert al een tijdje de dagelijkse onophoudelijke stroom van berichten. Omdat er nu eenmaal lieden zijn die het tot hun taak gemaakt hebben om de mensen voor te liegen, en dat zijn heus niet alleen politici. Zo worden alternatieve ‘waarheden’ de wereld ingestuurd. ‘Het had waar kunnen zijn’, om Vlaams Blokker Filip Dewinter te citeren, nadat die zijn zoveelste racistische kwakkel de wijde (Vlaamse) wereld heeft ingestuurd. Op den duur wordt die ‘het had waar kunnen zijn’ voor een grote groep mensen gewoon ‘waar’. Hoe meer ze in een fuik van complottheorieën en gestuurde informatie verzeild raken, hoe minder ze nog bekommerd zijn om wat er écht aan de hand is. Ernstige filosofen zullen daar geen hinder van ondervinden (Maarten Boudry wel).

***

Neem nu de voetbalrellen van vorige week in Amsterdam, voor en na de Europese wedstrijd tussen het plaatselijke Ajax en Maccabi Tel Aviv. De ene groep zegt: ‘dit is een pogrom, een antisemitische actie tegen Joodse voetbalfans’. De andere groep zegt: ‘de reactie werd geprovoceerd door Israëlische fans die Palestijnse symbolen verwijderden en aanstootgevende liederen zongen’. Het is zwart of wit. Binair. De grijze zone is samen met De Nuance afgeschaft. Het was bijna not done om te stellen dat beide groepen gedeeltelijk (on)gelijk hadden. Zowel die (moslim)jongeren die Israëlische fans opjaagden en molesteerden, als die schandalige liedjes over lege-Palestijnse-scholen-omdat-er-geen-kinderen-meer-zijn gingen zeer zwaar over de schreef. Je moet geen Israëliër zijn om de fysieke bedreigingen volkomen fout te vinden. Je moet ook geen familie in Gaza hebben wonen om dat treiterig gedrag van die hooligans – laten we vooral de juiste benaming hanteren – compleet misplaatst te vinden. En toch verdween alle redelijkheid. De burgemeester van Amsterdam, de GroenLinkse Femke Halsema, sprak onmiddellijk van een ‘gitzwarte dag’ en ze bedoelde: dit antisemitisme hoort hier niet thuis. Pas achteraf werd in de officiële communicatie ook die andere kant belicht: de provocaties van de Maccabi-‘supporters’. Uiteraard struikelden leden van het (extreem)rechtse Nederlandse kabinet over elkaar heen om hun eenzijdige verontwaardiging te uiten, aangevoerd en -gevuurd door hun Limburgse Führer Geert Wilders. Retoriek die hier in rechtse kringen gretig werd overgenomen. Bijster origineel zijn ze daar nooit geweest.

Nochtans was er al snel beeldmateriaal beschikbaar van beide wandaden: de provocerende hooligans en de agressieve jongeren. Toch bleef elke groep in zijn conclusies hangen. Antisemitisme! Joodse provocatie! Dat eerste klonk luider dan het tweede, zoals de steun voor de Israëlische militaire bezetting van Gaza wereldwijd luider klinkt dan de mensen die aanvoeren dat er sprake is van genocidair gedrag vanwege de regering-Netanyahu.

De term ‘antisemitisme’ zal nog heel vaak opduiken. Dagelijks, met name, bij elk vleugje kritiek op Israël. Dat het begrip zo helemaal uitgehold zal worden en niets meer waard zal zijn, ach, wat kan het de aanhangers van de zionistische propaganda (inclusief Maarten Boudry) schelen: zo lang de critici van de Israëlische regering maar verdacht worden gemaakt. Door van alle Joden ter wereld permanente slachtoffers te maken, de Holocaust voor eeuwig indachtig (wat historisch gezien vanzelfsprekend terecht is!), ontneem je joodse mensen het recht op emancipatie en het ontwikkelen van een eigen mening, een eigen levensvisie, ja, zelfs een eigen leven. Niets is antisemitischer dan vermeende lot- en volksgenoten onder een stolp te steken, alsof ze op zich niets voorstellen. Wees een slachtoffer en zwijg!

Wanneer dan binnenkort ook nog die oranje roeptoeter opnieuw de westelijke vleugel van het Witte Huis inpalmt, zal die tweedeling alleen maar sterker worden. Het nieuws zal nog gekleurder worden, De Waarheid komt meer dan ooit in het gedrang. Dat is zeer betreurenswaardig, vooral omdat er nog nooit zoveel betrouwbare informatie beschikbaar was. Helaas: er was ook nog nooit zoveel onbetrouwbare informatie voorhanden. Nog meer helaas: er is oneindig véél méér onbetrouwbare informatie aanwezig op en buiten het internet dan betrouwbare. Dat is ook logisch: er is maar één waarheid (met al zijn nuances), er zijn ontelbare halve waarheden en hele leugens.

‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel,’ zegt een oud spreekwoord. Wat waren we naïef vroeger! Wat vonden we die naïviteit heerlijk! Dankzij puissant rijke, ziekelijk machtige en volstrekt immorele lieden als Elon Musk – die dankzij Trump nóg rijker, machtiger en immoreler zullen worden –, zou je die tekst beter omkeren op tegeltjes: de trage waarheid wordt sowieso voorafgegaan en gevolgd door leugens die door heuse leugenfabrieken (X, Fox News, ’t Scheldt, etcetera) worden verspreid. Benieuwd hoe ernstige filosofen (en Maarten Boudry dus liefst niet) dit inschatten en wat we eraan kunnen doen. Want systematisch en massaal herhaalde leugens zijn ideale lonten om oorlogen mee te beginnen. En tijdens een oorlog speelt De Waarheid helemaal een derdeplansrol.

***

Morgenavond spelen de Rode Duivels in Boedapest (!) hun laatste wedstrijd in de groepsfase van de Nations League, tegen Israël. Als één van de naar schatting honderdzestig aanwezige Belgische supporters het aandurft om ‘Leve Palestina’, ‘Bevrijd Gaza’ of ‘Stop de genocide’ te roepen, zal een groot deel van de wereld verontwaardigd ‘Antisemitisme!’ roepen. Als er vijf de hele wedstrijd onheuse dingen roepen naar de Israëlische fans, zal er gesproken worden van een ‘pogrom’. Dat is pissen op het graf van de historische slachtoffers van ‘pogroms’. Dat valt niet meer ernstig te nemen. Je mag dat gedrag gerust antizionistisch noemen – weet dat het zionisme in december 1975 door een meerderheid binnen de algemene vergadering van de Verenigde Naties (volkomen terecht) werd veroordeeld als ‘een vorm van racisme en rassendiscriminatie’ –, maar antisemitisch is het niet. Laten we die term voorbehouden voor ernstige feiten. En laten we de waarheid ondertussen eer betonen.



Iederéén expert!

Journalistiek, Politiek Posted on za, november 09, 2024 07:51:01

Al weken vóór de Amerikaanse presidentsverkiezingen werden radio- en tv-studio’s te lande bevolkt met experten in het domein amerikanisme. Werkelijk álles kenden ze ervan: de geschiedenis, het heden, de toekomst. Uw Lotto-formulier zou in veilige handen zijn bij hen. De dag en de avond van de verkiezingen en de daaropvolgende etmalen bleven ze hun visie op de lokale mensheid loslaten, aangevuld met nog wat andere deskundigen. Lieden van de eerste categorie die zich bij hun prognose van de finale uitkomst hadden vergist, wrongen zich in bochten om van hun oorspronkelijke zwart alsnog wit te maken. Lieden van de tweede categorie vertrouwden ons toe dat ze dit resultaat in beperkte kring uiteraard al lang geleden hadden voorspeld.

Al die experten en al die analyses waren en zijn bij momenten boeiend, maar veelal bijzonder vermoeiend. Het is te groot, dat legertje zelfverklaarde deskundigen. Ze zijn met te veel, en niet alleen wat de internationale politiek betreft. Te veel voetbalanalisten, te veel wieleranalisten, te veel politieke analisten, te veel klimaatanalisten, te veel…

Die vermenigvuldiging van de analisten is nog een pak straffer dan die Bijbelse vermenigvuldiging van de broden. Er is een simpele reden voor: er zijn te veel media. Drie decennia geleden had je de kranten – toen al dalend in aantal –, een handvol weekbladen die in meer geïnteresseerd waren dan BV-uitspattingen en andere menselijke horror, een paar nationale tv-stations. Met de vermenigvuldiging van de media is het dus begonnen, want natuurlijk wilden die allemaal hun eigen specialisten aan het woord laten. ‘Úw specialist mag niet de onze zijn’, die teneur. Wie in Terzake opdraaft, is niet welkom in De afspraak, en vice versa. Daardoor werden ook mindere goden opeens belangrijk, want: aanwezig in de pers. Nationale televisie, regionale televisie, nationale radio, lokale radio, kranten, weekbladen, nieuwe media. Iederéén expert. Zoals er elf miljoen bondscoaches rondlopen in dit land, zijn er stilaan ook evenveel experten in van-alles-en-nog-wat. Lees X of Facebook en je merkt het onmiddellijk. Je wordt er werkelijk bedolven onder de expertise. Konden die lui nu ook maar dat lek in de kelder herstellen, dan zouden ze pas écht nuttig zijn.

(Terloops opgemerkt: zo is het ook gegaan in de politiek. Onstuitbare kwantificatie. In 1970, het jaar van de eerste fase van de staatshervorming, telde de Kamer van Volksvertegenwoordigers 212 leden. Als je vandaag de federale en regionale volksvertegenwoordigers in de verschillende parlementen (min de Senaat) optelt, kom je aan 393. Daar zitten een aantal dubbele mandaten tussen, maar globaal genomen zijn er nu dus veel meer postjes, minstens anderhalve keer zoveel. Wordt die kwantitatieve uitbreiding ook gestut door een verbeterde kwaliteit bij het politieke personeel? Groot vraagteken. Héél groot vraagteken. Te veel politici. Gelukkig wil nog niet iedereen politicus worden.)

Veel van die experten krijgen na een tijd een air over zich: ik ben expert, wie kan mij wat maken? Expertise leidt tot zelfverblinding. Ze voelen zich zó slim, dat ze niets meer hoeven aan te nemen van anderen, laat staan van andere experten, o gruwel, toch niet van die amateurs, zeker? 

Op zich is dat niet erg: zelfoverschatting is menselijk en hoe meer een mens zichzelf overschat, hoe meer anderen daarmee kunnen spotten. Wat wel erg is: als die persoon voortdurend in een radio- of tv-studio wordt uitgenodigd om zijn overschatte mening te verkondigen. Namen noemen? Theo Francken. Die was al zelfbenoemd expert inzake asiel en migratie, onderwijs, defensie, de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, en is dat nu ook wat Amerikaanse politiek betreft. Meer decibels dan inhoudelijke argumenten, maar dat hebben de media graag. Zo worden toekomstige presidenten over de grote plas gelanceerd en ex-presidenten geherlanceerd. Klinkt het niet dan botst het. En als het botst, stijgen de kijk-, luister- en verkoopcijfers. Andere naam? Rik Torfs. Kerkjurist en meningenspuier die een vaste loge heeft bij verschillende media. Mia Doornaert, nog zo iemand. Specialiste internationale diplomatie, maar daar houdt ze het, helaas, niet bij. En dat volkje schuift maar aan en roept maar wat. Dan heb ik het nog niet over de politicologen gehad: clichémannetjes. ‘Als ze niet met elkaar praten, zal het stil blijven,’ ik verzin het waar u bij staat. Die politicologen helaas ook.

Je zou hopen dat de media op een dag tot bezinning zouden komen: tot hier en niet verder. Er komt geen analist of expert meer bij. ‘Duw een beetje, er kan nog eentje bij’ van Jimmy Frey gaat hier niet meer op. Helaas doen de media dat niet en zullen ze dat ook na de Amerikaanse presidentsverkiezingen niet doen. Er moet nu eenmaal flink veel ruimte of zendtijd gevuld worden, er moet over gediscussieerd worden op de sociale media en aan virtuele en echte cafétogen, er moeten zich nieuwe experten-in-alles aandienen die op hun beurt hun fifteen minutes of analytical fame opeisen. Ad infinitum.

(Overigens had ik de zege van Trump hier vorige week al voorspeld. Huur mij in voor expertise op het vlak van Amerikaanse politiek. En voetbal, wielrennen, binnenlandse politiek en tig andere domeinen. Helaas weet ik niet hoe ik een lek in de kelder moet aanpakken.)



De gemakkelijkste keuze ooit

Politiek Posted on vr, november 01, 2024 14:53:59

Acht jaar geleden kon je rond deze tijd van het jaar misschien – héél misschien – nog een klein beetje twijfelen. Hillary Clinton of Donald Trump, voor mij lag die keuze toen al voor de hand, maar misschien – héél misschien – was er nog iets aantrekkelijks aan dat apolitieke personage dat onverwacht de republikeinse voorverkiezingen had gewonnen: die oranje roeptoeter wierp zich op als een anti-establishmentfiguur. (Dat je nauwelijks iets of iemand kon vinden die méér establishment was dan hij, ach, de mensen kunnen niet alles doorhebben, natuurlijk.)

Ik ging toen slapen met de geruststelling dat ik de volgende ochtend zou wakker worden met de nieuwsflash dat mevrouw Bill de 45ste president van de US of A zou worden. Was dat even schrikken! Maar goed, waarnemers lieten al snel weten dat er voldoende checks and balances in de Amerikaanse democratie waren ingebouwd, opdat die democratie een racistische, misogyne narcist-zonder-gêne wel zou overleven. Hij zal wel worden teruggefloten door zijn entourage. Kon ik de volgende nacht toch weer rustig naar bed gaan.

Vandaag is die geruststelling er niet meer. Als Trump wint, zal dat (wellicht) op democratische wijze zijn gebeurd, maar komt die democratie vervolgens zelf in gevaar. Vergeet die checks and balances: een would-be dictator, autocraat van de ergste soort, veegt daar zijn vuile voeten aan. Kon je toen nog, in november 2016, dingen zeggen als ‘de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend’, dan zijn dergelijke spreekwoordelijke opmerkingen nu ronduit kortzichtig. Wordt Donald Trump straks de 47ste president van de Verenigde Staten, dan begint hij waar hij geëindigd is: met het proberen kortwieken van democratische geplogenheden, het ontkennen van de werkelijkheid, het bedreigen van verkozenen des volks, zowel democraten als onwillige republikeinen, die niet zomaar buigen voor dit luidruchtige en schaamteloze heerschap. Unfinished business, wraakzucht, het wegwerken van al wie hem stokken in de wielen probeert te steken, echt of vermeend, dat zal er aan de orde zijn. Pardon, er zal géén orde meer zijn, zoals die dag in en om het Capitool. En die entourage? Trump wordt meer dan ooit omringd door jaknikkers.

Ik lees tegenwoordig steeds vaker dat de kiezers van Trump geen dommeriken zijn. Ik proef die woorden en probeer te begrijpen – ik vind mezelf geen dommerik –, maar slaag daar niet in. Geen dommeriken? Wat dan wel?

Je hoeft geen racist te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt het racistische beleid mee goed. Je zegt in een land dat op de in reservaten samengepropte oorspronkelijke bewoners na bijna uitsluitend uit migranten bestaat, dat migratie niet deugt. Niet dom?

Je hoeft geen vrouwenhater te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt een versterking van het patriarchaal systeem impliciet goed. Grab ‘em by the pussy, nietwaar?

Je hoeft geen oorlogsstoker te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt het toekomstige wegvallen van de steun aan Oekraïne en de expliciete validatie van de genocide in Gaza mee goed.

Je hoeft niet moreel corrupt te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt immoreel gedrag op alle vlakken goed.

Miljardairs à la Elon Musk, ja, die worden financieel beter van een tweede ambtstermijn van Trump, maar ook die lieden zouden beter verder kijken dan hun microscopisch piemeltje lang is. It’s not only your personal economy, stupid!

Alle grenzen van fatsoen zijn weggevallen bij Trump deze campagne. Hij klinkt luider, is hardvochtiger, compromislozer, transparanter (in de zin van: geen geheime agenda, alles wordt open en bloot geroepen) dan acht jaar geleden. Met hem als president wordt het ‘his way or the highway’. Geen tussenweg mogelijk. Trump wordt geen president voor álle Amerikanen, maar alleen die van zijn kiezers (en dan zal een groot deel daarvan ook nog eens bedrogen uitkomen). Of hij een fascist is, zoals Kamala Harris, andere tegenstanders en sommige columnisten dezer dagen zeggen en schrijven, laat ik in het midden. Hij gedraagt zich onmiskenbaar fascistoïde, maar in mijn ogen is een fascist iemand die zeer gezagsgetrouw, georganiseerd en rechtlijnig is. Trump is pure chaos. Gisteren zei hij wit, vandaag zwart en de toehoorders knikken gedwee. Fascisten zijn door hun rechtlijnigheid voorspelbaar, Trump is dat niet. Dat maakt hem zowaar nog veel gevaarlijker.

De Amerikanen kiezen traditioneel tussen een democraat en een republikein, geregeld duikt er een ongeleid projectiel op dat als onafhankelijke kandidaat een procentje meepikt. De marge tussen die twee partijen is veel kleiner dan we hier plachten te denken. De republikeinen manoeuvreren zich tussen Vlaams Belang, N-VA en de CD&V van Hendrik Bogaert en Pieter De Crem in. De democraten vallen te situeren bij Open VLD of de centrumpolitici van CD&V en Vooruit. Veel linkser wordt het niet, een occasionele Bernie Sanders of Alexandria Ocasio-Cortez niet te na gesproken. Dat is een kleine bandbreedte, die valt samen te vatten tot: rechtsliberaal of centrumliberaal, maar hoe dan ook liberaal. Sinds de intrede van Trump is de republikeinse partij nog veel rechtser geworden, of noem het: opportunistischer, omdat het macht en postjes kan opleveren om het populisme van Trump achterna te hinkelen. Opportunisme is van alle tijden. Jeff Bezos, grote pief van Amazon en eigenaar van The Washington Post, toonde dit deze week nog, door ‘zijn’ redactie op te leggen om voor het eerst sinds 1980 geen stemadvies te geven. Van twee dingen één: ik vind het op zich vreemd dat je als journalistiek medium de kiezer wil leiden, maar als je dat traditioneel dan tóch doet, zou het nu meer dan ooit moeten gebeuren. Hoe laf toch van die hoofdredactie en redactie dat ze zich bij die oekaze neerleggen. Katharine Graham en Ben Bradlee draaien zich om in hun graf.

We hoeven overigens niet verbaasd te zijn dat de kandidatuur van Trump in Vlaanderen luid toegejuicht wordt door Vlaams Belang, door Theo Francken en andere N-VA’ers die eigenlijk bij de verkeerde partij zitten, en door opiniemakers à la Rik Torfs, een steeds ranziger wordend figuur die zijn in bon mots verpakte reactionaire prietpraat elke dag in veelvoud op het klootjesvolk laat nederdalen. Op X, uiteraard, dat door Musk naar de kloten geholpen forum, waar wie zich elke dag beroept op vrijheid van meningsuiting straks de eerste zal zijn om te juichen dat de mening van andersdenkenden gefnuikt wordt.

Kortom, de kiezers van Donald Trump geen dommeriken? I beg to differ. Een greintje moraliteit, fatsoen en gezond verstand volstaan om die keuze maatschappelijk onverantwoord te noemen. Al de rest is bullshit. Om een keuze voor Trump te verantwoorden, moet je je in zodanig veel bochten wringen dat je nooit nog uit die knoop kunt geraken. In die zin moet u de titel boven dit stuk begrijpen: voor wie vijf seconden nadenkt, is het de makkelijkste keuze ooit. Kamala Harris, uiteraard, zelfs als je haar geen topkandidate vindt. Zelfs al ben je van nature republikeins. Zelfs al wil je je miljarden vrijwaren. Zelfs al vind je dat ze te veel aanleunt bij het beleid van Joe Biden. Maar hoeveel kiezers denken dinsdag vijf seconden na?

Acht jaar geleden dacht ik: uiteindelijk zal het gezond verstand zegevieren. Nu denk ik: met zoveel racistische vrouwenhaters onder het stemmend volk ligt een vrouw van kleur als toekomstige president mogelijk nog minder voor de hand dan een witte vrouw, de toenmalige ex-first lady. Ik hoop vurig dat ik ongelijk heb, maar ik zal de nacht van dinsdag op woensdag toch net iets meer woelen dan andere nachten.



Ik was 11 in 1970 (Inleiding ‘De jaren 70’)

Geschiedenis, Literatuur, Memories & mijmeringen Posted on za, oktober 26, 2024 12:38:11

(Vandaag ligt ‘De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium’ in de handel. De inleiding van dat boek kunt u hieronder gratis en voor niets lezen, bij wijze van opwarmertje. Het boek zelf ligt in de meeste boekhandels en is ook online verkrijgbaar, plus ook als e-book en audio-book.)

***

‘De werkelijkheid van de jaren zeventig overtreft toch wel alle verbeelding,’ schrijft Knack-hoofdredacteur Frans Verleyen in zijn hoofdartikel van 26 januari 1977.[i] Zo, een betere motivatie om een boek te schrijven over dat decennium bestaat er niet.

            In de jaren 60 is de ‘verbeelding aan de macht’, in de jaren 70 gebeuren heel wat dingen die die verbeelding tarten. De sixties zijn de jaren van ‘the sky is the limit’, en zelfs dat klopt niet meer na die eerste maanlanding in juli 1969: er lijken geen grenzen meer te bestáán. In de seventies worden de limieten weer veel duidelijker gemarkeerd. Koude Oorlog. Echte oorlog. Terrorisme. Energiecrisis. Klimaatzorgen. Na een decennium van hardop dromen volgt een periode waarin die dromen grotendeels bedrog blijken te zijn. ‘I’d like to teach the world to sing in perfect harmony’ zingen The Hillside Singers in de Coca-Colareclamespot die vóór elke bioscoopfilm de illusie moet wekken van een harmonieuze wereld met alleen maar vrolijke jongens en meisjes. Niets is minder waar. Het is meer zoals in die andere bioscoopreclame voor William Lawson’s whisky: no rules! De jaren 60 worden in tal van boeken, artikels, radio- en tv-uitzendingen als mythisch omschreven, maar de jaren 70 waren minstens even belangrijk. En toch ook wel prettig (en prettig gestoord).

***

In 1970 ben ik 11. Eind 1980 bijna 22. Het zijn mijn tienerjaren, de jaren waarin ik als mens gevormd wordt. De meesten van ons lopen dan op schoenen met plateauzolen rond met broeken met ‘olifantenpijpen’ en kleurrijke hemden. Meisjes én jongens. We noemen elkaar op de speelplaats liefkozend ‘spast’, ‘boeroe’ of ‘nageboorte’, en een klasgenoot (m/v) die iets te veel in de gunst van de leraar probeert te staan, spreken we de hele tijd aan als ‘febbekak’. We kijken naar de Nederlandse televisie, daar valt meer te beleven dan op de Vlaamse. We juichen mee met Belgische voetbalclubs die (bijna) top zijn in Europa. We willen dat de oorlog in Vietnam stopt, en die in het Midden-Oosten ook. In Amerika treedt een president af. In België wordt de staat hervormd. We staan op de eerste, nou ja, de tweede rij, of neen, heel eerlijk, we hebben dankzij de ontluikende massamedia enkel het gevoel dat we er altijd en overal bij zijn.

            De eerste single die ik koop in het Platenpaleis op de Bredabaan in Merksem is Borriquito van Peret, nummer 1 in de BRT Top 30 in de zomer van 1971, vrolijk gezongen in een taal waarvan ik weinig begrijp: Spaans. En nu ik toch bezig ben met gênante bekentenissen: kort daarna versterk ik mijn prille platencollectie met Schwabadaba ding ding van Joe Harris. De muzikale genezing volgt anderhalf jaar later, wanneer ik op de speelplaats kuier en er uit de turnzaal een stevige rockbeat klinkt. De laatstejaars – in de ogen van een snotneus als ik: bijna-mannen met halflang haar en bakkebaarden, bijna-vrouwen in hotpants en kleurrijk geschminkt – mogen er exceptioneel een fuif organiseren. Wat ik hoor is The Jean Genie van David Bowie. Hé, er bestaat ook andere muziek. Tijd om die te ontdekken!

Wat ik op dat moment al een poos ontdekt heb, is de liefde voor het voetbal. In het moederlijke deel van de familie stroomt namelijk paars bloed. Mijn grootvader heeft de zeven titels van Beerschot tussen de twee wereldoorlogen van op de tribune beleefd, verhalen over de bravourestukjes en fratsen van Rik Coppens kleuren de tafelgesprekken – ook al houdt bomma niet van voetbal – natuurlijk wil ik zodra dat mag mee naar dat magisch klinkende Olympisch Stadion op het Kiel. Ik ben niet eens acht. Boos ben ik, wanneer ik niet naar de bekerfinale mag in 1967. Verheugd ben ik, wanneer dat in 1971 wel mag, nota bene de dag na mijn plechtige communie. Ik zie mijn club in de jaren 70 twee bekers van België winnen en voor de rest heel wisselvallig presteren, maar ik sta wel op de eerste rij om balkunstenaar Juan Lozano te zien doorbreken.

***

Wacht even. 1970-1980, schrijf ik. Moet dat niet 1970-1979 zijn? Of 1971-1980?

            Siri, wat is een decennium? Een periode van tien jaar, ja, maar wanneer begint en eindigt het? Onze tijdlijn, die een nulpunt kent kort na de geboorte van Christus, begint in het jaar 1. Een jaar 0 bestaat niet. Aangezien we tellen van 1 tot 10, begint elk decennium logischerwijs bij 1 om te eindigen bij 10 (0). De jaren 70 beginnen dus op 1 januari 1971 en eindigen op 31 december 1980. Gevoelsmatig zien we dat echter anders: een decennium begint op het punt 0, of in dit geval op 1 januari 1970, om te eindigen op 31 december 1979, waarna de jaren 80 een aanvang nemen.

            Na een lange brainstorm met mezelf heb ik een andere methode gekozen, waarbij ik uitga van twee concrete gebeurtenissen om de periode af te bakenen. Dat doe ik with a little help from my friends, The Beatles, vier halflangharige twintigers die het geluid van de jaren 60 hebben bepaald en die ik zelf pas in de jaren 70 echt leer kennen. Mijn beginpunt is 10 april 1970, de dag dat Paul McCartney aankondigt dat de Beatles ophouden te bestaan. Mijn eindpunt is 8 december 1980, de dag dat John Lennon wordt vermoord. Een decennium van tien jaar en acht maanden, dus.

***

Voor wie de jaren 70 bewust heeft meegemaakt, zal dit boek een reminder zijn, misschien wel een nostalgische terugblik, vol ‘Och, ja, dat was toen!’-momenten. Voor alle andere lezers is het een kennismaking met een bewogen tijdperk.

            Dit is geen academische uiteenzetting of historisch traktaat, maar een boek dat lééft, alsof het terug 1970 is. Vulgariserend, maar niet vulgair. Ik heb geen boeken over de jaren 70 gelezen – natuurlijk heb ik dat wel gedaan, maar niet om dít boek te kunnen schrijven –, maar heb een reconstructie gemaakt aan de hand van bijdragen uit de schrijvende pers van toen, met name de kranten De Standaard, Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws en Volksgazet (plus nog een vleugje De Morgen), en de weekbladen Humo en Knack.

            Voor de levendigheid heb ik de tegenwoordige tijd gebruikt – voltooid én onvoltooid – om de indruk te wekken dat u er middenin zit en dat uw dienaar nog niet weet wat er zal volgen (spannend!). Slechts hier en daar maak ik een verduidelijkende tijdsprong, die passages staan tussen haakjes. En uiteraard heb ik cijfermatige gegevens – slachtoffers van rampen en aanslagen, bijvoorbeeld – gecheckt op basis van de informatie die pas achteraf bekend geraakte. Achteraan vindt u geen klassieke bibliografie, wel een reeks noten die verwijzen naar citaten in de tekst. Ik besef dat elke paragraaf een apart boek waard is. Meer nog: het is waarschijnlijk al geschreven.

            Af en toe permitteer ik me een stijlbreuk: een meninkje, een kwinkslag, een stilistisch loopje. Het is allemaal al ernstig genoeg, vind ik. U zult het me hopelijk wel vergeven. Anders stuurt u uw grieven maar naar de uitgeverij op een gele briefkaart – zoek dat maar even op, jongere lezers!

            In die tijd hanteren de meeste media de zogeheten ‘progressieve spelling’. Als ik citeer uit de pers van toen, zet ik dat voor de leesbaarheid om in onze huidige voorkeurspelling. ‘Konsekwent’ wordt dus consequent met c en qu geschreven. Ook namen heb ik ‘vertaald’ naar hedendaagse normen, Mao Tse Toeng is bijgevolg Mao Zedong.

            De geldwaarde heb ik wel behouden. Het zou te ingewikkeld worden om per jaar de inflatie apart te berekenen, maar grosso modo mag u ervan uitgaan dat u alles maal drie moet vermenigvuldigen – in werkelijkheid is het zelfs nog net iets meer; 100 Belgische frank toen zou nu dus zowat 300 Belgische frank zijn. Om de waarde in euro te berekenen, moet u dat bedrag dan weer delen door 40,3399. Dus: 100 Belgische frank van toen komt ongeveer overeen met 7,5 euro nu (100 x 3 / 40,3399). Eén dollar is in juli 1975 35,5 frank waard, omgerekend naar 2024 (mét inflatie) is dat goed voor 2,64 euro. Eén gulden staat dan gelijk aan 14,3 frank, vandaag zou dat iets meer dan 1 euro zijn. En het pond? 78,4 frank toen, 5,83 euro nu. Hou de rekenmachine voor alle zekerheid bij de hand, al zal ik u heus niet overdonderen met cijfers.

***

O ja, nog iets over de inhoud. Ik heb gekozen voor een combinatie van een thematische en chronologische aanpak. Voor elk specifiek jaar is er een hoofdstuk waarin één bijzonder nieuwsfeit wordt uitgelicht en u voor de rest een opsomming krijgt van ‘faits divers’ (uiteenlopende nieuwsfeiten), ‘winnaars’ (cultuur en sport) en ‘afscheid’ (beroemde overledenen). De thematische hoofdstukken zijn: oorlog & vrede, muziek, terrorisme, sport, energie & economie, film, vrouwen & mannen (feminisme, abortus, seks, homoseksualiteit), internationale politiek, media, klimaat & milieu, kunst & cultuur (waarmee ik uiteraard niet wil insinueren dat muziek, film en radio- en tv-programma’s géén kunst of cultuur zijn, alleen krijgen die een apart hoofdstuk), Belgische politiek, verkeer. In ‘De jaren 70 en u’ wordt opgelijst wat er allemaal verandert in het dagelijkse leven van de mensen, in ‘De jaren 70 en nu’ leg ik de link tussen toen en vandaag.

            U bent nu ingeleid. Hopelijk heb ik u ook verleid om de teletijdmachine van professor Barabas te nemen naar een tijd die ik alvast heel boeiend vond én vindt. Nu u nog.

            Prettige tijdreis!

***

Frank Van Laeken, De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium, Pelckmans, 416 pagina’s, 27 euro. Bestellen kan ook hier: www.pelckmansuitgevers.be/de-jaren-70.html


[i] Knack, 26 januari 1977, p. 9



‘De jaren 70’: de geschrapte passages (4/4, slot)

Geschiedenis, Journalistiek, Literatuur Posted on za, oktober 19, 2024 09:11:30

(Over een week ligt ‘De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium’ in de handel. Zoals de meeste auteurs meemaken, is een boek schrijven niet alleen schrijven maar ook schrappen. Dagelijks post ik dezer dagen en weken op Facebook en X een geschrapte passage. Op deze blog doe ik dat met iets langere teksten. Vandaag gaat het over terrorisme en kapingen. Heel veel terrorisme. Ont-zet-tend veel terrorisme. Elke week was er wel ergens een zware aanslag waarbij mensenlevens te betreuren vielen, de verantwoordelijkheid van Zwarte September, Rote Armee Fraktion, Brigate Rosse, Zuid-Molukkers, IRA, ETA en tutti quanti. Ik had net het hele zware ‘Oorlog & Vrede’-hoofdstuk beëindigd en dacht: dit kan ik de lezer niet aandoen, nog eens zo’n lang hoofdstuk over verschrikkelijke dingen. In het boek worden veel terroristische aanslagen dus niet vermeld. Hieronder die geschrapte passages. Waarschuwing: het zijn er behoorlijk wat. En bedenk dat de ergste gevallen in het boek staan…)

***

• 3-1-1970: eerste vliegtuigkaping van dat jaar. Een Braziliaans lijnvliegtuig met 33 mensen aan boord wordt gekaapt onderweg van Montevideo naar Rio de Janeiro. Eerst wordt er een tussenstop gemaakt in Lima, dan kennen de kapers pech (er is een nieuwe generator nodig), dan vliegen ze naar Panama-Stad en hebben ze opnieuw pech (weer een nieuwe generator nodig, de motoren slaan niet aan), uiteindelijk landen ze in Havana. Gazet van Antwerpen van 5 januari heeft het over ‘de onfortuinlijke kapers’.

• 21-2-1970: een bom ontploft aan boord van een vliegtuig van Swissair dat van Zürich naar Tel Aviv vliegt. Het stort neer nabij het dorpje Würmelingen in Zwitserland. Balans: 38 doden, onder wie 13 Israëli’s, 1 Belg en 9 bemanningsleden. Zelfde weekend: een ander vliegtuig, op weg van Frankfurt naar Tel Aviv, moet een noodlanding maken na een ontploffing in de laadruimte. Er vallen geen slachtoffers.

• 6-4-1970: in Guatemala wordt de West-Duitse ambassadeur graaf Carl von Spreti met twee kogels in het hoofd teruggevonden in een verlaten wijk van de hoofdstad. De betrekkingen met Guatemala worden bevroren, West-Duitsland roept zijn ambassadepersoneel terug.

• 4-6-1970: de Amerikaan Arthur Barkley uit Phoenix kaapt een Boeing-727 met 51 passagiers aan boord dat van Phoenix naar Washington vliegt. Hij eist een losprijs van 100 miljoen dollar. Bij de landing op Dulles wordt hem 100.750 dollar overhandigd. Hij laat het toestel opnieuw opstijgen, maar twee en een half uur keert het terug in Washington. Daar dreigt hij met het opblazen van het toestel. Er worden hem postzakken vol papier overhandigd, terwijl de passagiers één voor één uit het toestel werden geloodst. Uiteindelijk geeft de man zich over. Hij had het toestel gekaapt omdat hij een achterstallige inkomstenbelasting van 23.550 Belgische frank (inclusief interesten) heeft.

• 10-8-1970: Tupamaros vermoorden de Amerikaanse politie-adviseur in Montevideo. Het Uruguayaans parlement kent voor twintig dagen alle machten toe aan president Areco. Rebellen dreigen ermee twee gijzelaars (de Braziliaanse consul en een Amerikaanse landbouwdeskundige) om te brengen. Een woordvoerder van de VN noemt de Tupamaros ‘gemene moordenaars’.

• 19-8-1970: drie vliegtuigkapingen op één dag. Een Japanner die een spectaculair einde aan zijn leven wil maken, een Amerikaan die dringend naar Cuba wenst te reizen en vijf jonge Polen die een binnenlandse vlucht dwingen naar Denemarken te vliegen, waar ze politiek asiel aanvragen.

• 1-11-1970: een anticommunistische Pakistani rijdt in Karachi in op een delegatie van Poolse politici. President Spichalski ontsnapt ternauwernood aan de dood, vier andere Polen (onder wie de staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken) komen om.

• 26-11-70: een Boliviaanse man van vijfendertig wil de paus met een mes te lijf gaan in Manila. Hij wordt tegengehouden door de privésecretaris van de paus en vervolgens uitgeschakeld door een karateslag van president Marcos. De man verklaart dat hij de paus niet wilde doden. Zijn motief: ‘het volk van de Filipijnen de huichelarij en onwetendheid van het rooms-katholicisme duidelijk willen maken.’

• Half december 1970: de Zwitserse ambassadeur Bucher wordt door guerrillacommando Juarez de Brito ontvoerd in Rio de Janeiro. Een maand later komt hij vrij in ruil voor zeventig Braziliaanse politieke gevangenen.

• 7-3-1972: Een actiegroep die zich ‘De Mao’s’ noemt steekt auto’s in brand in de vestiging van Renault in Vilvoorde, uit protest tegen de dood van een jonge maoïstische arbeider in Frankrijk, die op 25 februari stierf door kogels van de bedrijfswacht. Een dag later ontvoeren de maoïsten het hoofd van de personeelsdienst in de fabriek van Boulogne-Billancourt.

• Half april 1972: de 37-jarige Mexicaan Ricardo Chavez-Ortiz kaapt een lijntoestel om de slechte levensomstandigheden van de ‘chicanos’, Amerikanen van Mexicaanse oorsprong, aan te klagen en laat de piloot landen in Los Angeles. Hij eist dat er een cameraploeg aan boord komt om zijn grieven op te nemen. In ruil laat hij de 41 passagiers uitstappen. De persconferentie wordt op radio en televisie uitgezonden. ‘Miljoenen worden verspild aan reizen naar de maan, de oorlog in Vietnam en kernwapens. Maar wij worden door u verwaarloosd en we hebben hulp nodig. We worden als honden behandeld,’ aldus Ortiz. Achteraf blijkt dat zijn vuurwapen ongeladen is. Chavez-Ortiz verontschuldigt zich voor het ongemak dat hij heeft veroorzaakt.

• 24-5-1972: twee kapers met een Ethiopisch paspoort kapen een Boeing 727 van de Zuid-Afrikaanse luchtvaartmaatschappij SAL op weg van Salisbury naar Johannesburg. Ze willen dat het toestel naar Malagasië (Madagaskar) vliegt. Maar omdat er niet voldoende brandstof aan boord is, vliegt het dan maar onverrichterzake terug naar Salisbury.

• 8-6-1972: twee Tsjecho-Slowaakse mannen schieten de piloot van een klein vliegtuigje met elf personen aan boord dood, wanneer die weigert om hen naar West-Duitsland te vliegen. De kapers worden op het vliegveld Latsch in Noord-Beieren gearresteerd. Diezelfde dag dreigen piloten uit zestig landen ermee het werk 24 uur stil te leggen tot de Verenigde Naties doeltreffende maatregelen nemen tegen vliegtuigkapingen en geweldplegingen in de burgerluchtvaart. De staking vindt plaats.

• 11-9-1972: in Brussel wordt in Prince’s Tavern een aanslag gepleegd op de Israëlische attaché Ophir Zadok door twee ‘Noord-Afrikanen’.

• 19-9-1972: de Israëlische attaché in Londen, dr. Ami Shachori, wordt gedood door een bompakket in de Israëlische ambassade in Row-Kensington.

• 1-3-1973: Zwarte September gijzelt een groep van vijf diplomaten in Khartoem, daarbij onder anderen de Belgische zaakgelastigde in de Soedanese hoofdstad. Het voorval gebeurt tijdens een receptie op de ambassade van Saudi-Arabië. Ze eisen onder meer de vrijlating van Sirhan B. Sirhan, de moordenaar van presidentskandidaat Robert Kennedy. De eisen worden afgewezen. De gijzelnemers doden drie gijzelaars, onder wie de Belg Guy Eid. De zeven leden van Zwarte September geven zich uiteindelijk over.

• 9-4-1973: drie Arabieren voeren een aanval uit op de ambtswoning van de Israëlische ambassadeur in het Cypriotische Nicosia. Ze schieten in het wilde weg en plaatsen een bom tegen de voorgevel. Die richt alleen aanzienlijke materiële schade aan. Op hetzelfde ogenblik tracht een andere groep Arabieren een vliegtuig van El Al te overmeesteren op de luchthaven van Nicosia. Dat mislukt en bij een vuurgevecht vallen verscheidene doden aan beide kanten.

 • 21-7-1973: een Boeing 747-Jumbo met aan boord 123 passagiers en 22 bemanningsleden van Amsterdam-Schiphol op weg naar Anchorage, Alaska, wordt gekaapt door vier mannen die beweren lid te zijn van de Palestijnse organisatie Jebel Carmel. Het toestel wordt afgeleid naar de luchthaven van Dubai. Vervolgens wordt er doorgevlogen naar de Libische stad Benghazi, waar het toestel tot ontploffing wordt gebracht, nadat de passagiers eerst konden ontkomen.

• 5-8-1973: Palestijnse aanslag in de luchthavenhal van Athene. Als bij wonder vallen er slechts drie doden en enkele tientallen gewonden.

• 5-9-1973: gijzeling in de ambassade van Saudi-Arabië in Parijs. Vijf Palestijnse mannen gijzelen dertien aanwezigen. Eén gijzelaar wordt uit het raam geworpen (of springt zelf): hij overleeft zijn val. De commando’s eisen een vliegtuig en worden met een Syrische Caravelle naar Caïro gevlogen, met nog zes gijzelaars aan boord. Vervolgens landen ze in Koeweit. Uiteindelijk geven ze zich zonder bloedvergieten over.

• 18-10-1973: vier Arabieren, leden van de Libanese Revolutionaire Socialistische Beweging, werken zich schietend een weg door de Bank of America in het centrum van Beiroet. Ze eisen de vrijlating van alle in Libanon gevangen Palestijnse verzetsstrijders en 380 miljoen frank losgeld ten voordele van de verzetsbeweging. Bij de bestorming van het bankgebouw worden twee terroristen gedood en de 35 gijzelaars bevrijd.

 • 26-11-1973: KLM-Boeing 747 Amsterdam-Tokio wordt gekaapt boven het Syrische luchtruim. De Palestijnse kapers bekomen de vrijlating van twee Egyptische diplomaten en brandstof, de 264 passagiers blijven ongedeerd. De drie kapers geven zich in Dubai over aan de autoriteiten.

• Begin januari 1974: de Londense luchthaven Heathrow kreunt onder de terreurdreiging, die zowel van het Iers Republikeins Leger als van internationale terroristen komt. Zevenhonderd militairen en tweehonderd politieagenten moeten alles onder controle houden. Elders worden de 30.000 toeschouwers van de Boat Show naar huis gestuurd.

• 6-2-1974: een groep van vier Japanse en vijf Palestijnse terroristen bezet de Japanse ambassade in Koeweit. Ze gijzelen de ambassadeur en nog vijftien anderen. Ze eisen een vrijgeleide voor de vier terroristen die drie mensen gegijzeld houden op een veerboot in Singapore. De Japanse regering willigt de eisen in, maar de regering van Koeweit wil het vliegtuig met de vrijgelaten terroristen aan boord niet laten landen. Na druk van Japan volgt er toch toestemming. Alle gijzelaars overleven het.

• 20-3-1974: mislukte aanslag op het pas gehuwde Britse paar prinses Anne en Mark Philips.

• 4-8-1974: bomaanslag op de Italicus-expres van Rome naar Oostenrijk die net door de spoorwegtunnel onder de Appennijnen rijdt halfweg tussen Firenze en Bologna. Er vallen twaalf doden en 39 gewonden.

• 13-9-1974: drie Japanse commando’s gijzelen de Franse ambassadeur en acht personeelsleden in Den Haag. Ze eisen en bekomen de vrijlating van een in Parijs opgesloten Japanse terrorist. De onderhandelingen worden geleid door de Nederlandse premier Den Uyl. Pas na drie dagen worden twee vrouwelijke personeelsleden vrijgelaten. De terroristen vertrekken in een klaarstaande Boeing-707 op Schiphol, waar ze ook 300.000 dollar losgeld ontvangen. Alle gijzelaars worden vrijgelaten. Daarop vliegt de Boeing naar Damascus, waar de drie Japanners zich alsnog overgeven.

• In de nacht van 27 op 28-12-1974 gijzelen acht terroristen twaalf politici en diplomaten – onder anderen de minister van Buitenlandse Zaken – in een villa in de Nicaraguaanse hoofdstad Managua. Ze eisen de vrijlating van politieke gevangenen, hogere salarissen voor staatsambtenaren en een losgeld van vijf miljoen dollar in kleine coupures.

• 28-4-1975: zes Arabische terroristen bezetten het Israëlisch consulaat in Johannesburg.

• 9-5-1975: een kneedbom ontploft in de buurt van de televisiecaptatiewagens op het filmfestival van Cannes. Er vallen geen gewonden.

• 4-8-1975: drie gemaskerde en zwaarbewapende terroristen gijzelen vijftien personeelsleden van het Amerikaanse consulaat in Kuala Lumpur. Ze eisen de vrijlating van zeven terroristen die in Japan gevangen zitten. De Japanse regering geeft toe en laat de leden van het ‘Rode Leger’ vrij. Probleem: niemand wil de terroristen op zijn grondgebied welkom heten. Negen gijzelaars worden vrijgelaten.

• 11-11-1975: gijzeling op de Belgische ambassade in Tunis. Gijzelnemer is de 36-jarige Tunesiër Tijani Herzi, die eist dat zijn Belgische vrouw naar Tunis komt wonen, wat zij eerder geweigerd had. Na zesendertig uur geeft Herzi zich over.

• 7-4-1976: een tweemotorige BAC-111 van Philippine Airlines wordt door drie mannen gekaapt op de luchthaven van Manila. Aan boord: 67 passagiers en de zeskoppige bemanning. De kapers eisen 300.000 dollar. President Marcos toont zich niet bereid op de eisen in te gaan en laat de onderhandelingen verder over aan de militaire autoriteiten. Bij gebrek aan brandstof is het toestel gedwongen te stationeren op de Maleisische luchthaven Kota Kinabaloe; de Maleisische regering laat niet toe dat er getankt worden. Er blijven nog twaalf gijzelaars over. Na een toegeving van de Maleisiërs en een tankbeurt kan het toestel tot Bangkok doorvliegen, waar een defect aan het neuswiel wordt vastgesteld.

• 14-5-1976: de Franse bankdirecteur Jacques Chaine, president-directeur-generaal van Credit Lyonnais, wordt vermoord door de jonge anarchist Jean Bilski.

• 23-5-1976: een kaping van een BAC-111-toestel van de Filipijnse maatschappij PAL met 105 mensen aan boord eindigt dramatisch: tien passagiers en de drie kapers overleven het niet.

• 3-6-1976: in Parijs komen vier mensen, onder wie een kind van twaalf, om het leven door een brand die het gevolg is van een bomexplosie. Het is op dat ogenblik al de 168ste terroristische actie van dat jaar in Frankrijk. De aanslag wordt opgeëist door het Internationaal Revolutionair Front.

• 27-6-1976: kaping van een Frans vliegtuig  met 257 personen aan boord op weg van Tel Aviv naar Parijs boven Griekenland. De kapers zijn Arabieren. Het vliegtuig heeft net een tussenlanding gemaakt in Athene.

• 5-9-1976: drie kapers gijzelen 78 passagiers op een KLM-vliegtuig in Larnaca. Wanneer ze een vrijgeleide krijgen naar Libië, is de kaping voorbij.

• 8-9-1976: Corsicaanse autonomisten blazen een lege Boeing-707 van Air France op op het vliegveld van Campo dell’Oro, nabij Ajaccio.

• 10-9-1976: een Boeing-737 van Indian Airlines wordt door drie mannen gekaapt en gedwongen koers te zetten naar Lahore in Pakistan. Nadat er drie West-Duitsers, drie Indiërs en een Nederlander zijn vrijgelaten, laten de kapers de zeventig inzittenden vrij.

• 17-11-1976: vier Palestijnse terroristen gijzelen een groep gasten in het chique Hotel Intercontinental in de Jordaanse hoofdstad Amman. Negen uur na het begin van hun actie grijpen commando’s van het Jordaanse leger in. Drie van de vier overvallers, twee hotelbedienden en twee militairen worden gedood.

• 9-3-1977: honderd personen worden in drie openbare gebouwen in Washington gegijzeld door een commando onder leiding van Hamaas Abdul Khaadis van de Hanafi-groep, een afsplitsing van de Zwarte Moslims. Khaadis voert een ‘jihad’ (heilige oorlog). Een zwarte radioverslaggever wordt doodgeschoten.

• 28-9-1977: kaping van een Japanse DC-8 die pas na vijf dagen eindigt in Algiers met de overgave van de kapers en zes vrijgelaten Japanse terroristen, en de vrijlating van negentien gijzelaars.

• 16-10-1977: twee terroristen kapen een bus in de Japanse stad Nagasaki. Tijdens een bliksemactie wordt één kaper gedood, de passagiers komen er met de schrik van af.

• 29-10-1977: ontvoering van de schatrijke Joods-Nederlandse zakenman Maup Caransa in Amsterdam. De gijzelnemers eisen vier miljoen gulden, de vrijlating van de Duitse terrorist Knut Folkerts (Rote Armee Fraktion) en alle Zuid-Molukse gevangenen, en het aftreden van koningin Juliana. Caransa onderhandelt zelf met zijn ontvoerders en komt vrij na betaling van tien miljoen gulden (op dat ogenblik 150 miljoen frank, nu zo’n 11 à 12 miljoen euro).

• 4-12-1977: een door leden van de Japanse terreurgroep Rode Leger gekaapt Maleisisch vliegtuig ontploft in de lucht op 50 kilometer van Johore Bahroe, in het zuiden van Maleisië. Er vallen 100 doden: 93 passagiers, onder wie de kapers, en 7 bemanningsleden.

• 19-2-1978: Palestijnse terroristen plegen een moord in Nicosia en gijzelen een stel Egyptenaren. Wanneer Egyptische commando’s willen ingrijpen, worden zij beschoten door de Grieks-Cypriotische nationale garde. Daarbij vallen vijftien doden. Alle gijzelaars komen met de schrik vrij.

• Begin juni 1978 dreigt Michael ‘Bommi’ Baumann van de Rote Armee Fraktion ermee dat de organisatie zal overgaan tot het gebruik van kernwapens, na de dood van de RAF-kopstukken in de cel en om het ‘West-Duitse fascisme’ te bestrijden. Om aan kernwapens te geraken, zouden wapendepots worden overvallen.

• 25-6-79: een aanslag op Navo-generaal Haig mislukt. Er vallen twee lichtgewonden.

• 16-4-1979: op paasmaandag wordt gepoogd een aanslag te plegen op de luchthaven van Zaventem. Twee terroristen worden tijdig gegrepen. Bij een schietpartij vallen enkel lichtgewonden. De daders behoren tot de terreurgroep Zwarte Maart.



‘De jaren 70’: de geschrapte passages (3/4)

Film, Journalistiek, Literatuur Posted on za, oktober 12, 2024 12:27:06

(Over precies veertien dagen ligt ‘De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium’ in de handel. Zoals de meeste auteurs meemaken, is een boek schrijven niet alleen schrijven maar ook schrappen. Dagelijks post ik dezer dagen en weken op Facebook en X een geschrapte passage. Op deze blog doe ik dat met iets langere teksten. Vandaag gaat het over film. Eerst even melden dat volgende films van toen wél aan bod komen in mijn boek: Woodstock, A clockwork orange, The godfather 1 + 2, The sting, Jaws, One flew over the cuckoo’s nest, Taxi driver, All the president’s men, Network, Annie Hall, Star Wars, Saturday night fever, Grease, The deer hunter, Apocalypse now, Kramer vs. Kramer en The elephant man. In de inleiding van het hoofdstuk dat de titel ‘An offer you can’t refuse’ heeft meegekregen, vermeld ik verder o.m. La grande  bouffe, Kurosawa, Fellini, Una giornata particolare, Fassbinder, Jeanne Dielman en De Witte van Sichem. Heb ik vanwege de lengte – te lang! – van het boek moeten schrappen en zag u eerder al passeren op Facebook en X: M*A*S*H, Superman en Monty Python’s Life of Brian. Hieronder iets over The shining – ook gesneuveld in het zicht van de eindstreep – en een quote van Robert Redford, steracteur/regisseur/producer uit die periode, over de filmindustrie.)

***

The shining

Aan het eind van het decennium presenteert Stanley Kubrick zijn visie op horror: The shining is gebaseerd op een boek van succesauteur Stephen King. Het gruwelijke zit hem veel meer in wat níet getoond wordt, dan in bloederige griezelscènes. En in de vertolking van Jack Nicholson, natuurlijk, die lustig mag cabotineren in zijn rol als mislukte schrijver. Of in het verschrikte gelaat van Shelley Duvall.

            ‘De wetten van tijd en ruimte worden volledig opgeheven binnen deze labyrintale, feilloos geconstrueerde en onverbiddelijk naar zijn climax voortschrijdende film,’ schrijft Het Laatste Nieuws, en zo is het maar net.[i]

***

De filmwereld is intussen door een crisis gegaan. Tegenover de blockbusters staan veel meer mislukkingen. En de grote productiefirma’s zijn onderdeel van een industrie geworden, waar marketeers evenveel te zeggen hebben als de filmmakers zelf.

            Robert Redford blikt eind 1980 terug op een woelige periode binnen zijn vakgebied. ‘Rond het einde van de jaren zestig gaven de grote filmbonzen hun studio’s uit de hand aan reuzebedrijven zoals General Foods of aan een of ander automobielconcern; die nieuwe eigenaars veronderstelden dat je kunst op dezelfde planmatige computermanier kon beheren als een bedrijf. Maar toen liep een aantal films met grote, reuzegrote budgetten op een sisser af. Er is iets heel natuurlijks aan het filmbedrijf, en daardoor is het onmogelijk alles te gaan berekenen.’[ii]

            ‘Dus toen stapten de managers op en kwam er een nieuwe ploeg – agenten, zeg maar – die de studio’s gingen beheersen. En we hebben gezien tot wat voor corruptie dat leidde. En nu heb ik de indruk dat ze gesnapt hebben dat filmmakers nog de meest aangewezen mensen zijn om films te maken. Probeer hun budget wat in de hand te houden en hun gekke invallen, maar laat ze toch maar zelf hun film maken.’


[i] Het Laatste Nieuws, 30 oktober 1980, p. 15

[ii] Humo, 4 december 1980, p. 168



‘De jaren 70’: de geschrapte passages (2/4)

Journalistiek, Literatuur, Sport Posted on vr, oktober 04, 2024 18:29:16

(Eind oktober ligt ‘De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium’ in de handel. Zoals de meeste auteurs meemaken, is een boek schrijven niet alleen schrijven maar ook schrappen. Dagelijks post ik dezer dagen en weken op Facebook en X een geschrapte passage. Op deze blog doe ik dat met iets langere teksten. Hieronder een stukje over het opzienbarend dopingboek van schrijver Jan Emiel Daele uit de zomer van 1970. Helaas niet in mijn boek, maar toch niet verloren voor de mensheid. In tegenstelling tot Daele zelf, die op valentijnsdag 1978 zijn vrouw doodschoot en dan zelfmoord pleegde.)

In de zomer van 1970 brengt de Vlaamse romanschrijver Jan Emiel Daele Strijd in de wielersport, of: een inleiding tot betere kennis over doping en uitbuiting in de Westeuropese wielersport na de Tweede Wereldoorlog uit, een non-fictieboek dat in afleveringen wordt gepubliceerd in Humo. ‘Deze documentaire is een authentieke verzameling ervaringen en vaststellingen in de wielersport, een stukje mythe uit onze maatschappij,’ schrijft Daele in de lange inleiding. ‘Daarom draag ik deze artikelenreeks op aan de wielersportmassa, die evenzeer wordt uitgebuit en bedrogen als de wielrenners zelf.’[i]

            Wijlen Fausto Coppi wordt geïdentificeerd als ‘de eerste dopingkampioen’. Daele gebruikt doorzichtige pseudoniemen: Skot is Briek Schotte, Stonedbergen is Rik Van Steenbergen, De Pruyme is Fred De Bruyne, Van der Look is Rik Van Looy, Banketil is Jacques Anquetil en Koppi is, nou ja, gewoon Coppi. ‘Ikzelf ben nooit bang geweest voor spuiten,’ zegt een van de tientallen anonieme coureurs die worden geïnterviewd voor het boek. ‘Ik was daar een geschikt type voor, want op drog moet je kunnen rijden.’ ‘Het is goed als je regelmatig je bloed laat vernieuwen, vooral als je zwaar drogeert. Bij Banketil is dat zo,’ zegt een andere. Nog een renner: ‘In de Ronde van Frankrijk werden altijd de laatste snufjes geprobeerd, omdat daar de prestaties steeds meer opgedreven moesten worden. Mijn gestel kon er goed tegen.’ En zo gaat dat weken aan een stuk.

            In Humo van 30 juli 1970 mocht Daele zowaar Eddy Merckx spreken. Nou ja, gesprek, noem het gerust een confrontatie. Merckx wil weinig of niets kwijt over zijn wedde, wat zijn ploegmaats verdienen en de belastingen die hij betaalt. En dan komt het gesprek op het gespreksonderwerp doping, ruim een jaar nadat Merckx uit de Giro was gezet in Savona.

HUMO: Was die positieve controle op u in Italië een vergissing?

Merckx: Ze is niet volgens de reglementen gebeurd. Het tweede flesje moest geopend worden in mijn aanwezigheid en dat is niet gebeurd.

HUMO: Hebben de dokters een fout begaan?

Merckx: Nee.

HUMO: Dus u was wel positief?

Merckx: (geen antwoord)

HUMO: Dr. Luc Van de Caveye, de ploegdokter van Mars-Flandria, heeft vastgesteld dat 95% van de Ronderenners stimulerende middelen en hormonen gebruiken.

Merckx: Ik ken daar niets van. Maar ik neem geen middelen die verboden zijn.

HUMO: Ook geen hormonen?

Merckx: Dat is verboden. Géén hormonen. (nvdr: hormonen zijn niet verboden)

HUMO: Hebt u geen amfetamines gebruikt voor de dopingcontrole werd ingevoerd?

Merckx: Nooit!

HUMO: In 1957 was u wereldkampioen bij de beroepsrenners te Heerlen?

Merckx: Neen.

Interventie Van Buggenhout (Jean Van Buggenhout, manager van Merckx en wielerorganisator, fvl): In 1957 koerste Eddy nog niet, meneer.

HUMO: In 1967 bedoel ik natuurlijk. U werd toen positief bevonden. Dat bleek uit het wetenschappelijk rapport van de controle. U was vijfmaal positief op cafeïne.

Merckx: Van cafeïne wist ik niets. Ik zal ’s morgens een kop koffie gedronken hebben. Of misschien koffie tijdens de koers. Ja, dat zal wel. Zeker en vast.’

Einde gesprek.

            Een paar weken later mag radioreporter Jan Wauters voor hetzelfde weekblad Lomme Driessens interviewen, sportdirecteur van Merckx. ‘Afbreken is gemakkelijk. De journalisten van vroeger leefden meer voor hun beroep, die leefden ook meer mee met de renners. Nu zie je dat niet meer, ’t is allemaal sensatie. Wat er in de koers gebeurt, dat zien jonge journalisten niet. Zij zien alleen wat er rond gebeurt.’ Over doping: ‘Neen, nooit gezien. Ik kan er niet tegen. Ik ga buiten als ze bezig zijn, met wát dat weet ik niet. Ik wil dat niet zien. (…) Er zijn altijd jonge coureurs die misschien toch pakken. Om ze het af te leren of om te verhinderen dat ze er mee zouden beginnen, is die controle nodig. Voor de kleintjes, dus. Maar voor de groten, die gaan toch allemaal lang mee.’[ii]


[i] Humo, 9 juli 1970, p. 20

[ii] Humo, 13 augustus 1970, p. 6



‘De jaren 70’: de geschrapte passages (1/4)

Geschiedenis, Literatuur Posted on vr, september 27, 2024 18:56:25

(Eind oktober ligt ‘De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium’ in de handel. Zoals de meeste auteurs meemaken, is een boek schrijven niet alleen schrijven maar ook schrappen. Dagelijks post ik dezer dagen en weken op Facebook en X een geschrapte passage. Op deze blog doe ik dat met iets langere teksten. Hieronder enkele paragrafen over de moeilijke relatie tussen de Belgische regering en de artsensyndicaten in die periode, plus ook nog een uitsmijtertje over onderwijs. Straks niet in het boek, nu wel een opwarmertje voor u.)

Al sinds het begin van het decennium wordt er gebakkeleid tussen artsen en ziekenhuizen, artsen en mutualiteiten, artsen en politici. De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS), geleid door de combattieve dokter André Wynen, een gewezen verzetsstrijder, eist hogere erelonen. Opeenvolgende regeringen willen hier niet in meegaan, maar blijven voorzichtig in hun afwijzen: ze herinneren zich maar al te goed de artsenstaking van 1964, waaraan destijds bijna 95 procent van de artsen en tandartsen heeft deelgenomen. Die chaos wil men vermijden.

            Wat volgt is een schimmenspel: dreiging met staking, stiptheidsstakingen, eenzijdige verhoging van de erelonen – eind 1976 kost een raadpleging in het dokterskabinet 224 frank en een huisbezoek 315 frank (om naar vandaag om te rekenen moet u vermenigvuldigen met 3 en dan delen door 40) –, prestatiegeneeskunde (hoe meer patiënten, hoe liever!), discussies over het remgeld, de weigering om een fiscale strook in te voeren, een conflict tussen de overkoepelende Orde van Geneesheren en de regering. Maar in tegenstelling tot 1964 is de eenheid onder de artsen zoek. Een van de hevigste dissidenten is dokter Herman Le Compte, een man die beweert dat hij 1000 jaar oud zal worden. ‘Mijn patiënten zijn trots op mij, en ze vinden het fijn dat ik in een Porsche rijd. Dan kunnen ze met mij gaan stoefen. Ik geloof dat gij van de Copernicaanse revolutie die Le Compte in de geneeskunde wil doorvoeren, om de patiënt in het middelpunt van de geneeskunde te plaatsen in plaats van de “geneesheer”, niet veel begrepen hebt. Uiteindelijk wil ik de patiënt als primum movens, als middelpunt van de gezondheidszorg. C’est tout! (…) Moi, je m’en fous. Maak maar zoveel venijnige opmerkingen als ge wilt, Le Compte trekt zich dat niet aan. Hoe meer ik mezelf in het zonnetje zet, hoe sneller ons doel bereikt zal zijn en de Orde zal worden afgeschaft.’[i]

            De Orde neemt trouwens wel vaker controversiële standpunten in. Over euthanasie, bijvoorbeeld, denkt ze het volgende: ‘Bewust de dood veroorzaken van een zieke, om welke reden ook, is een misdaad. (…) Het uitdrukkelijke verzoek hierom vanwege een zieke, geeft volstrekt geen rechtvaardigingsgrond aan deze daad.’ Professor Etienne Vermeersch, vroege voorstander en voorvechter van het recht op euthanasie, is teleurgesteld. ‘Hier zie je weer hoe een bijzonder ingewikkelde problematiek, waarover de laatste jaren hele bibliotheken zijn volgeschreven, waarover in de hele wereld wordt nagedacht en van gedachten gewisseld, versimpeld wordt tot twee zinnetjes. De problemen van een ongeneeslijk zieke, die geen enkele hoop meer heeft, en die huilend van de pijn om een injectie vraagt, worden hier met één pennetrek van de kaart geveegd. Het is hemeltergend.’[ii]

            Herrie is er ook in het onderwijs wanneer bevoegd minister Herman De Croo voorjaar 1976 een plan heeft om tweejarige peuters toe te laten in de kleuterklassen. Ondanks hevig verzet van kleuterleidsters komt het erdoor. Enkele maanden later willen De Croo en zijn Franstalige ambtgenoot Antoine Humblet een ‘numerus clausus’ invoeren in de normaalscholen en het paramedisch onderwijs. Weer verzet, weer wordt de maatregel (tijdelijk) doorgevoerd. Een derde ideetje van De Croo, de spreiding van de zomervakantie, haalt het niet. ‘Men heeft me verweten dat ik als minister van onderwijs geen pedagoog ben,’ zegt de liberaal over de heisa. ‘Maar dan zou je ook moeten eisen dat de minister van Volksgezondheid geneesheer is, die van Defensie generaal en die van Arbeid en Tewerkstelling werkman.’[iii]


[i] Humo, 1 april 1976, p. 38

[ii] Humo, 4 december 1975, p. 8

[iii] Humo, 20 maart 1975, p. 24



Volgende »