Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Apennootjes

Journalistiek Posted on do, januari 30, 2014 12:45:29

Is that all there is? is
een compositie van het illustere duo Leiber & Stoller, dat in 1969 op een
heerlijk ironische wijze geïnterpreteerd werd door de verrukkelijke chanteuse
Peggy Lee, maar dat ik pas voor het eerst ontdekte in de onderschatte Scorsesefilm
After Hours uit 1985. Is that all
there is / If that’s all there is my friends, then let’s keep dancing / Let’s
break out the booze and have a ball / If that’s all there is.

Is that all there is? schoot
me spontaan door het hoofd bij het bekijken van de vooral door de makers zelf overdreven
gehypete nieuwssite NewsMonkey. Een week of drie zijn ze nu bezig, de jongens
en meisjes die ons een ‘rebelse, onafhankelijke actuasite voor de jonge Change
Generation’ beloven. ‘Het is de plaats waar je naartoe surft om nieuwe
gezichten, nieuwe ideeën en trends te leren kennen en die je ook bezoekt voor
leuke, hapklare artikels over jouw leefwereld. Get a little smarter, a little
sooner!’ Ach ja, marketing…

‘We bouwen een redactie voor de 21ste eeuw,’ klonk het drie
maanden geleden nog, toen de nieuwsaap plots uit de mouw kwam en heel wat
media-aandacht genereerde. ‘Bij ons ga je een nieuws-shot krijgen,’ orakelde
initiatiefnemer Wouter Verschelden. De pretentie droop eraf en er was nog geen letter geschreven. Ik deed toen wat ik wel vaker doe als ik me
aan iets erger: ik kroop in de pen. En schreef: ‘Een ‘nieuws-shot’, met een
redactie van acht jongelingen met, per definitie, weinig ervaring? Zo’n stel
jonge honden naast een aantal door de wol geverfde kritische journalisten, dat
zou nog kunnen werken, als ze met drie keer zoveel zouden zijn. Maar alleen
maar met jonge journalisten, hoeveel talent ze ook hebben en hoe goed ze ook de
wereldproblematiek in drie volzinnen kunnen samenballen?’

Waar ik me toen in vergiste: de crowdfunding was een veel groter succes dan werd verwacht, ook door
de optimisten van NewsMonkey zelf. Waar ik me niet in vergiste: NewsMonkey is
inhoudelijk bijzonder leeg. De iets te opvallende gelijkenis met Buzzfeed werd
al herhaaldelijk door andere criticasters opgeworpen. Het overnemen of soms
zelfs ronduit jatten-zonder-bronvermelding van stukken werd al gesignaleerd
door mensen die thuis zijn op al die hippe sites. U moet maar eens de tweets
van @aaiBoek lezen of de blog van Bram Vandeputte (bramvdputte.wordpress.com).

Ik kan er alleen maar zeven redenen aan toevoegen waarom
NewsMonkey niet deugt als actuasite:

1) Er staat nauwelijks nieuws op en het nieuws dat er op
staat is geplukt van andere sites. NewsMonkey zonder ‘news’ is dus gewoon…
Inderdaad, ja.

2) De eigen bijdragen zijn van een ondraaglijke lichtheid.
Zal wellicht wel vallen onder de definitie van ‘hapklaar’, maar ik vind het een
smakeloze espuma van gebakken lucht op een bedje van in de aanpalende tuin geplukt gras.

3) Zelfs ‘ondraaglijke lichtheid’ kan nog mooi verwoord
zijn. Dat is hier niet het geval. Ik lees vooral opstelletjes niveau secundair
onderwijs.

4) Als er al eens interessante stukken op staan, zoals de
politieke analyses van Wouter Verschelden of een recensie van het ophefmakende
boek van la Hemmerechts, dan zijn die doorgaans te lang en passen ze als een
tang op een varken op de rest van de site. Hapklaar wordt dan flinke brok.

5) Het zal allemaal wel hip en modern zijn (en ik een oude
zak) maar de buttons bovenaan (van ‘LOL’ over ‘CUTE’ tot ‘FAIL’) dragen ertoe
bij dat ik de site niet ernstig wens te nemen, terwijl ik als nieuwsconsument
toch ook wel een beetje tot het doelpubliek zou moeten behoren. Waarom moet
alles altijd en overal opgeleukt worden?

6) Er staan te veel lijstjes à la ‘De 10 beste dit’, ‘De 7
irritantste dat’, ‘De 5 opvallendste zus’ en de ‘De 11 grappigste zo’ op.
Overgenomen van andere sites dan nog. Lijstjesmanie.

7) Er is geen zevende bedenking, maar blijkbaar is dat wel
het favoriete getal van de redactie, want de meeste van die lijstjes bestaan
uit zeven items. (Hoofdzonden? Wereldwonderen? Dagen van de week?)

Nee, die ‘nieuws-shot’ krijg ik allesbehalve op NewsMonkey.
De keuze om er een lichte en luchtige site van te maken speelt daar een
cruciale rol in, maar ongetwijfeld ook de onervarenheid van de redacteuren (ik
noem ze even bewust geen journalisten). Geen verwijt voor die jonge mensen
zelf, hopelijk wacht hen een fijne carrière in die boeiende wereld die de
journalistiek ondanks alles blijft, maar het typeert wel de letterlijke en
figuurlijk ‘goedkope’ aanpak.

If you pay peanuts,
you get NewsMonkey.

Al zou het intellectueel oneerlijk zijn om het initiatief
met een geparafraseerd spreekwoord af te branden. Of beter: om alléén deze site te hekelen. Alle andere nieuwssites zijn
namelijk in hetzelfde bedje ziek. Medewerkers ervan zijn hoofdzakelijk
jonkies die vers van de schoolbanken werden geplukt, met een broek vol
journalistieke goesting, maar die de stiel nog moeten leren (en die vooral
goedkope werkkrachten zijn!), aangevuld met uitbollende ouderen die de dagen
naar hun pensioen aftellen en waarvoor elders op de redactie geen plek meer is.
De redenering daarachter zal wellicht zijn: nieuwssites zijn moderne media, dus
nemen we piepjonge journalisten in dienst. Fout: nieuws is niet modern. Nieuws
is niet leeftijdgebonden. Om nieuws te brengen moet je zelf niet nieuw zijn,
bij voorkeur niet zelfs.

Als ik mezelf even als voorbeeld mag nemen. Toen ik
afstudeerde was ik een combattief en weinig genuanceerd kereltje, die perfect doorhad
hoe de wereld in mekaar zat en die dat ook vertaalde in in bijtend zuur
gedoopte artikels, die nu het lezen niet meer waard zijn. Die pretentie! Maar ik deed dat wel
in een weekblad, De Nieuwe, waar de
meeste medewerkers al een respectabele leeftijd hadden én journalistieke
geloofwaardigheid hadden opgebouwd en die mix van oud & jong zorgde voor een gezond evenwicht.

Zo lang mediabedrijven hun eigen nieuwssites niet ernstig
nemen, zal ik dat ook niet doen. Jammer, want ik vind het een gemiste kans om
van nieuwe media volwaardige nieuwsbronnen te maken, in plaats van de aap uit
te hangen.



Bor

Journalistiek Posted on di, januari 21, 2014 11:02:30

Ik
moet toegeven dat ik nooit eerder van de stad Bor gehoord had. Wel van Bor de
Wolf, die ik als oudere jongere véle jaren geleden leerde appreciëren als
vreedzaam, beetje schaapachtig personage in De Fabeltjeskrant, of van
Leo Bor-mans, de emoticongoeroe die u voor drie stuivers geluk of liefde in een
doosje verkoopt en als dat niet helpt dikke krokodillentranen plengt tijdens de
dagelijkse controle van zijn bankrekening.

Neen,
Bor in Zuid-Soedan was voor mij tot een paar dagen geleden onbekend terrein.
Tot een VRT-ploeg onder aanvoering van Rudi Vranckx er neerstreek om
beklijvende reportages te maken. Sinds zondag schuif ik bij het begin van Het
Journaal
ongemakkelijk heen en weer op de bank. De beelden die Vranckx en
zijn cameraploeg op ons loslaten zijn dan ook niet bedoeld om het de kijker
comfortabel te maken en je kan er donder op zeggen dat ons de meest
onmenselijke taferelen nog bespaard blijven. Stammentwisten, het lijkt een
woord dat uit de zoveelste Suske en Wiske werd geplukt (De Krachtige
Krijgers
, of zo), maar in het niet eens drie jaar onafhankelijke
Zuid-Soedan bittere ernst aangeeft. De Witte Nijl kleurt rood.

Hulporganisaties
staan voor een onmogelijke taak. Dweilen met de bloedkraan open. In die
oorlogsomstandigheden, waarbij de penetrante lijkengeur haast tot in de
huiskamer doordringt, onderscheiden mannen zich van jongens. Ik heb het dan
over journalisten, niet over lokale geweldenaren. Rudi Vranckx is zo’n
man. Uit één stuk nog wel: altijd op zoek naar de diepere waarheid, altijd de
kijker het grotere verhaal schetsend, altijd weg dribbelend van de officiële
prietpraat. Een uitzonderlijk figuur, in een tijd dat embedded journalism
en correspondent-zijn-in-de-bar-van-het-plaatselijke-Hilton veel meer voor de
hand lijken te liggen. Ware het niet een al te voor de hand liggende
woordspeling, je zou hem een vranckx & vrije nieuwsman kunnen noemen. Zo,
heb ik ze toch gemaakt.

Mocht
de VRT geen Rudi Vranckx hebben, ze zouden hem moeten uitvinden. Een
onaandachtige kijker zal hem misschien een waaghals vinden, een roekeloze
reporter die voortdurend op zoek gaat naar het gevaar in één of andere uithoek
van dit tranendal. In werkelijkheid is Vranckx een unicum, iemand die nog
feiten wil duiden, die de kijkers tussen al die bomen, met hun talloze
vertakkingen, het bos wil tonen. Hulde. Ik weet niet of de nieuwe
hoofdredacteur van Het Journaal, Björn Soenens, er voor iets tussen zit,
of dat we het te danken hebben aan een eigenzinnige eindredacteur op zondag en
maandag, maar ook hulde aan de redactie die dit vreselijke drama, bijna niet om
aan te zien, prominent vooraan in Het Journaal plaatste. Goed ook dat de anker de namen van de cameraman en klankman vermeldde. There’s no I in team. Helaas zit er wel al te vaak een dikke vette ‘I’ in journalism.

Iemand
gebruikte het adjectief ‘moedig’ om Het Journaal te feliciteren met de
aandacht die dit conflict krijgt. Zo ver zijn we dus gekomen: dat we een
logische, inhoudelijk verantwoorde beslissing niet meer als ‘normaal’, maar als
‘moedig’ bestempelen. Wat Het Journaal de jongste dagen heeft gedaan, is
wat de journalistiek altijd en overal zou moeten nastreven: relevante
berichtgeving, in een verstaanbare taal, onpartijdig, kritisch, desnoods
confronterend, slechts in beperkte mate rekening houdend met het gemak van de
kijker (door de allergruwelijkste beelden te laten sneuvelen tijdens de
montage, bijvoorbeeld).

Journalistiek
draait de jongste decennia te veel rond wat de media denken dat de
kijker/luisteraar/lezer graag zou zien/horen/lezen en nauwelijks nog rond wat
de kerntaak van een journalist is: relevant nieuws op een toegankelijke manier
brengen. Niet de mediaconsument zou moeten bepalen welk nieuws groot gebracht
wordt en wat minder aandacht krijgt of helemaal niet aan bod komt. ‘Give the
people what they want’ is een holle slogan die journalisten en hun bazen aan de
politiek mogen overlaten, of aan de marketingjongens en -meisjes, die er wel
weg mee weten, met nietszeggende boodschappen. Journalistiek zou veel dichter
bij ‘Give the people what they really need’ moeten liggen, al hoed ik mij
ervoor om de ene weinig zeggende slogan te vervangen door de andere.

Ik
vind het dus niet moedig dat Bor al een paar dagen na elkaar Het Journaal
domineert en ons wijst op bestialiteiten ver weg van de bitcoins, ijsberen die
het koude januariwater trotseren of nieuwjaarsrecepties van politieke partijen
waar de ‘Give the people what they want’-retoriek en de goedkope cava je op de
duur de strot uitkomen. Ik vind het wel een verademing. En ik hoop dat het een
bewuste keuze is.

Best
mogelijk dat Het Journaal er zelfs wat kijkers door verliest; mensen die
op zoek zijn naar ‘nieuws’ over gezinsdrama’s, weekendongevallen en een
boreling in de zoo van Planckendael. Het zij zo. Pas als de VRT-redactie in dat
geval nog deze, hopelijk, nieuwe trend doorzet, zal ik het adjectief ‘moedig’
gebruiken.



En toen kwam de NewsMonkey uit de mouw

Journalistiek Posted on wo, november 20, 2013 07:39:22

‘We bouwen een redactie voor de 21ste
eeuw,’ lees ik onder de hoofding ‘Onze journalistieke basis’ op de kersverse
site newsmonkey.be. Versta: al die andere redacties leven nog in het verleden,
met hun achterhaalde ideeën over journalistiek en moderne, sociale media. Oude
gabbers zijn het, die nog maar nauwelijks de vooroorlogse spelling hebben
afgeschud, begrijp ik als onderliggende boodschap.

De mannen van NewsMonkey hebben de jongste
dagen een aantal pittige oneliners op ons mogen afvuren. Want zo gaat dat: als
je maar luid genoeg roept en wild om je heen trapt, dan krijg je een forum in
de media, ook al gebruik je dat dan om te kakken op diezelfde media. Masochisme
is het journalistenheir niet vreemd,
zeker niet wanneer er steeds meer katernen dienen gevuld. Roept u maar! Zo zegt
Mick Van Loon, hoofredacteur: ‘NewsMonkey
wordt gerund en is eigendom van… journalisten! En dus niet door Big Media De
Staat gemanipuleerd.’ (luid roepend) Ammehoela!

(Even
een terzijde die meer is dan een terloopse opmerking: de initiatiefnemers van
NewsMonkey zijn stuk voor stuk van het mannelijke geslacht. Ik hoor het u al
denken en ik zal het zelf maar zeggen: dat is zó 20ste-eeuws!)

Onafhankelijkheid, hoera, daar houden wij,
journalisten, intens van. Tot je leest dat de lezer ‘centraal’ staat, ‘in
alles’. Dat leunt dan weer heel sterk aan tegen ‘De lezer heeft altijd gelijk’
en leidt in de praktijk al jaren tot kruiperigheid en extreme afhankelijkheid:
niet langer van politieke of sociaal-economische broodheren, maar van meneer en
mevrouw de consument. (pathetisch) Als de lezer daadwerkelijk met zijn of haar clicks zal
bepalen wat er verschijnt op NewsMonkey, dan hou ik dus mijn hart vast.

Daar waar het veelbesproken Nederlandse De
Correspondent uitpakt met een resem bekende namen die veel te lange en veel te
hermetische teksten produceren, zal NewsMonkey het (noodgedwongen?) moeten
stellen met een redactie van jonkies, maar wel ‘scherp’ en ‘digital natives,
die vergroeid zijn met hun computer, ipad of smartphone’. Ja, dan mag je iPad
enigszins anders schrijven dan gebruikelijk, dat zal wel bij die ‘scherp’
horen. Maar is het meer dan een loze kreet? Ik las ook dat NewsMonkey vrij snel
300.000 bezoekers naar de site wil lokken. Vijf procent van Vlaanderen, alle
leeftijdscategorieën inbegrepen, van zuigelingen tot hoogbejaarden? En dat
allemaal gratis, voor niets? (stilte)

Ik hou van mensen die initiatief nemen. Ik
hou van mensen die brutaal inhoudelijk gefundeerde stellingen poneren. Ik hou
van mensen die verder denken dan morgen en overmorgen. Maar ik word opstandig
van pretentie. De uitlatingen van Mick Van Loon en Wouter Verschelden zijn, het
spijt me zeer, bijzonder pretentieus. ‘Bij ons ga je een nieuws-shot krijgen,’
orakelt Verschelden, gewezen hoofdredacteur van De Morgen, in een interview in De
Standaard
, ook al een ex-werkgever van de uitgever van NewsMonkey. Een
‘nieuws-shot’, met een redactie van acht jongelingen met, per definitie, weinig
ervaring? Zo’n stel jonge honden naast een aantal door de wol geverfde
kritische journalisten, dat zou nog kunnen werken, als ze met drie keer zoveel zouden zijn. Maar alleen maar met jonge
journalisten, hoeveel talent ze ook hebben en hoe goed ze ook de
wereldproblematiek in drie volzinnen kunnen samenballen? Ik denk het niet. Hoe
goed zouden de Rode Duivels het doen als Marc Wilmots in een vlaag van
zinsverbijstering zou beslissen om volgend jaar alleen maar beloften mee te
nemen naar Brazilië? (lacht)

Op de site van NewsMonkey staat het
voorlopig vol zelfgenoegzame kretologie. ‘NewsMonkey is rebels en ondernemend’.
Of: ‘Onze redactie leeft op het ritme van het web en sociale media’. En nog:
‘Vernieuwing wint’. De mosterd wordt gehaald bij het Amerikaanse Buzzfeed, een
site die op basis van likes en
gedeelde verhalen op Facebook functioneert. Staat u mij toe om dat niet leuk te vinden? Ik vind namelijk niet dat de lezer altijd gelijk heeft.
Ik vind wel dat je moet rekening houden met je lezerspubliek: een
hoofdredacteur die alleen maar artikels over katten en paarden laat publiceren
in Woef, zal het niet lang uithouden,
en volkomen terecht. Maar je moet niet de hele tijd op je knieën gaan voor die
ene denkbeeldige, samengestelde Lezer (m/v). Je moet als redactie nog durven
zeggen dat je een doorgeefluik van het nieuws en van duiding bent en dat je
zelf de selectie wel zal maken, omdat je daarvoor gestudeerd hebt of er een
bijzondere gave voor hebt ontwikkeld. Als je de lezer àlles laat bepalen, dan
worden niet de gedrukte nieuwsmedia overbodig, maar de journalisten die ervoor
werken. Alleen al daarom word ik geen founding
monkey
, zoals de investeerders die minstens 50 euro in het initiatief
pompen worden genoemd. (verontwaardigd) Ik
laat me niet zomaar voor aap zetten!

De sociale media als motor van
journalistieke vernieuwing, pardonnez-moi,
maar dat klinkt een beetje als een riool verwarren met een Olympisch zwembad.
Er passeren hele leuke, interessante, ja, zelfs onmisbare dingen op Twitter,
Facebook, LinkedIn, etcetera en ik ben heel blij dat ik na lang aarzelen mijn weg
gevonden heb in deze prettig gestoorde jungle. Maar in hoeverre doorstaan al die
berichten die verschijnen de aloude check/double-check-toets?
En zal een hele kleine redactie van acht jonge mensen het kaf (onzin, leugens,
haatzaaierij) van het koren (relevant, interessant en waardevol nieuws) kunnen scheiden? Lijkt me
onbegonnen werk. (met overslaande stem) Alsof
internetjournalistiek opeens de norm der dingen is!

Eerlijk gezegd denk ik ook niet dat een
Christian Van Thillo nu in zijn bureau zit te daveren van angst voor de ‘grote
concurrent’ die op komst is. Ach, u weet hoe dat gaat: iemand roept wat (‘De
wereld staat in brand!’), anderen nemen dit ongecontroleerd over of versterken
het met hun eigen megafoon, maar meestal valt het allemaal nog wel mee. Een
halve eeuw geleden zou de televisie de bioscopen doen verdwijnen (de buurtcinema’s
verdwenen, da’s juist, maar in de plaats kwamen megacomplexen en het aanbod is ongeveer even groot
als vroeger). E-books zouden het einde betekenen van de gedrukte boeken (een
recente studie leerde dat 89% van de Vlamingen een boek nog altijd ter hand wil
nemen). Internetsites zouden kranten en weekbladen overbodig maken, wat zeg ik:
het internet maakt álles overbodig. (fronst) Ook dat wil ik nog wel eens zien! Wat wel
klopt: er is een crisis in de media (waar niet?), de verkoop slabakt, fusies
leiden tot jobverlies en uiteindelijk verschraling van het aanbod, maar dat
heeft met de inertie van de markt en de te late reactie van de mediabonzen te
maken.

Kranten proberen nog altijd te veel nieuws
te brengen, terwijl dat de dag voordien al op radio, televisie en talloze sites
te horen, zien of lezen was. Verdieping en onderzoeksjournalistiek, daar zou
het om moeten draaien vandaag. Tijdschriften worstelen met een overaanbod en te
weinig eigen smoel (‘Unique Selling Proposition’, om maar eens een protserige
marketingterm te hanteren). Gevolg is dat er nu paniek heerst in de sector. Een
grote schoonmaak is onvermijdelijk. Dat is ontzettend jammer voor diegenen die
hun job zullen verliezen of al verloren hebben, maar het wil nog niet meteen
zeggen dat de klassieke, papieren media gedoemd zijn te verdwijnen. ‘Papier is
een heel dure en achterhaalde technologie,’ laat Wouter Verschelden optekenen.
Ik vind dat laatste een zeer voorbarige conclusie, maar misschien komt dat wel
omdat ik nu voor het best verkochte Vlaamse weekblad werk, dat niet eens
gelinkt is aan een digitaal medium die naam waardig. Een ouderwets boekske, dus. Voor lezers die nog hun
handen willen gebruiken. (knipoogt)

Als straks de naakte cijfers van founding monkeys, lezers en advertentie-inkomsten op tafel
liggen, zou het wel eens kunnen dat ze zich bij NewsMonkey een aap schrikken.
Niet dat ik die jonge ploeg een snelle afgang gun, integendeel, dat wens je
niemand toe, tenzij je een héél slecht karakter hebt. (snel) En dat heb ik niet, voor
alle duidelijkheid. Maar iets minder pretentie van de oprichters zou gerust
mogen. Bescheidenheid, een schone Vlaamse deugd. Op papier, althans. (schatert)



Wapenstilstand

Journalistiek Posted on di, november 12, 2013 07:13:53

(pdw) zou gisteren 55 geworden zijn. Ironie dient zich vaak
in een heel eenvoudige gedaante aan. Bijvoorbeeld in de vorm van een man die
geboren werd op een dag dat wereldwijd Wapenstilstand gevierd wordt, maar die
zelf nooit ofte nimmer zijn wapen, een vlijmscherpe pen, neerlegde. Wat missen
we die dwarse stem, dat soms botte proza vol kritische observaties en
hilarische beledigingen, die harde confronterende meningen. Meningen die je
zelf niet zou durven neerschrijven uit angst om te veel lieden tegelijk tegen
de borst te stuiten, maar waar je je zo mee kon vermaken (làchen!), waar je je
meestal ook kon mee vereenzelvigen (wat vond je jezelf vaak een lafaard wanneer
je zijn stukken gelezen had) en waar je stiekem jaloers op was (en een beetje
boos, omdat het schrijftalent oneerlijk verdeeld is in de wereld).

Niemand kon zijn tegenstanders zo meedogenloos op stang
jagen als (pdw), of het moet Johan Anthierens geweest zijn, zovele jaren
geleden. Weinigen hadden of hebben het talent om die verbale en geschreven
vernielzucht in zulke beeldrijke en sublieme bewoordingen te verpakken. Hij Die
Zijn Leesbril Als Voorhoofdgarnituur Gebruikte wordt node gemist. #muskatnuss.

***

Laat mijn dorpsgenoot Urbanus met rust. Leg hem geen
strobreed in de weg, zijn bakske is al vol.

***

Hebben jullie mij gemist? Ik jullie eigenlijk niet, om heel
eerlijk te zijn. Ach, natuurlijk was het geen volledige ‘digital detox’ van
tien dagen. Tweehonderd veertig uur is best een lange tijd. Dus heb ik af en
toe wel even gespiekt. (Toegegeven, meer uit ijdelheid, dan uit
nieuwsgierigheid over jullie opinies en geestige opmerkingen.) Maar tot mijn
eigen stomme verbazing heb ik mij kunnen inhouden om de mij toegemeten 140
tekens op Twitter of de beschikbare status op Facebook met mijn diepste
zielenroerselen te vullen.

Ik had er eerlijk gezegd ook geen behoefte aan. Even moe van
mijn eigen meninkjes. En die van anderen. Het deed goed om even niet over de
meest uiteenlopende zaken te ‘moeten’ discussiëren. Uiteraard ging dat wel ten
koste van mijn Klout-score. Die daalde van 65 naar 64. U kent dat spreekwoord
vast wel: ‘Spreken is zilver, zwijgen is slecht voor je Klout.’ Maar wel 14
volgers erbij. Niets doen wordt geapprecieerd, in deze semi-virtuele wereld.

***

Club Brugge heeft gelijk: er is iets mis met de
scheidsrechters in dit land.

Club Brugge heeft ongelijk: je verwoordt dat niet op die
manier en zeker niet gericht op één man.

Het probleem is niet Alexandre Boucaut. Het probleem is dat de
scheidsrechters in de Jupiler Pro League zich moeten gedragen als
politieagenten in een zero tolerance-zone.
Dat wordt hen namelijk zo opgedragen door diegenen die hen wedstrijden
toewijzen en wee de snoodaards die van die dictaten proberen af te wijken. Het
aantal regeltjes dat onze referees moeten onthouden overstijgt stilaan het
aanbod in een 3 Suisses-catalogus. En dan heb je nog al die gefrustreerde
trainertjes, managertjes en voorzittertjes die zichzelf o zo geweldig vinden en
die de schuld van hun falen telkens bij anderen zoeken. Voeg daar dan zo’n
blaasgrage en kwistig met gekleurde kaarten strooiende fluitenier aan toe en je
krijgt een licht ontvlambare cocktail.

Heeft er al iemand tegen Club Brugge gezegd dat de toestand
in Syrië veel ernstiger is?

***

Als het werkwoord ‘afbevelen’ zou bestaan, dan zou ik u
Football Manager 2014 warm afbevelen.
Wie niet van computerspelletjes of, nog erger, niet van voetbal houdt, kan
sowieso al niet begrijpen dat jongens, mannen en veteranen FM14, zoals het game
bij die hard-liefhebbers genoegzaam
bekend staat, spelen. In deze nieuwe editie is alles wat rond de club hangt,
nog interessanter en geloofwaardiger geworden. Maar de wedstrijdervaring gaat
er jaar na jaar op achteruit.

Realisme is ver zoek zodra jouw elf mannetjes zich stoer
tegenover die elf andere mannetjes positioneren. Dan heb je ’t gevoel dat die
anderen een overdosis creatine hebben geslikt en dat jouw sterspelers de klus
met aan elkaar gebonden voeten en geblinddoekt moeten klaren. Dan speel je niet
alleen tegen die andere ploeg, maar ook tegen de computer en, ach waarom niet?,
tegen jezelf. Dan vraag je je af waarom je niets beters te doen hebt op zulke
momenten.

Als je ‘op balbezit spelen’ aanvinkt, dan kan je er donder
op zeggen dat jouw mannetjes nooit de bal hebben. Als je ‘voetballend
uitverdedigen’ opdraagt aan je spelers, dan weet je eigenlijk al vooraf dat
zowat elke bal blind naar voren zal worden gekeild. Als je ‘elke schietkans
benutten’ verkiest, dan krijg je een hele boel wanhoopspogingen die ergens rond
de hoekschopvlag belanden. Wanneer je met rustige vastheid met de onklopbare
Spurs naar Southampton trekt en het percentage balbezit is na negentig minuten 59-41
en de doelpogingen eindigen op 29-6, dan weet je dat er iets niet klopt. En dan
is de combinatie ⌘Q en ‘bewaar
niet’ de enige die je resteert. Als het spelletje niet eerlijk is, waarom moet
ik het verdorie dan zijn?

Dit spel heeft werkelijk alles… om je in een voortdurende
staat van oncontroleerbare woede te brengen. Het schijfje is, overigens,
uitermate geschikt om je kunde in het discuswerpen te oefenen, dat kan ik
persoonlijk getuigen.

Ik denk dat ik maar weer eens een boek ter hand neem.

***

Ik ben de eierman. Ik ben de eierman. Ik ben de walrus.
Koekoeketsjoe.

***

De dag na Wapenstilstand mag ik eindelijk zelf weer voltijds
aan de slag. Ik ben gewapend. Vóór u het uit-doorgaans-welingelichte-maar-alles-door-een-gekleurde-en-daardoor-de-feiten-ernstig-verdraaiende-bron
verneemt: ik word adjunct-hoofdredacteur van Dag Allemaal. Voeg daar ‘interim’ aan toe. Voeg daar vooral ‘met
volle goesting’ aan toe.

Dat ik mij vandaag professioneel journalist mag noemen, heb
ik voor een groot stuk aan dat blad te danken. Toen ik begin 1994 even zonder
werk zat en mij in de zoektocht naar een opdrachtgever buiten het traditionele
kringetje van bladen-die-ik-zelf-graag-las begaf, kreeg ik meteen het aanbod om
als freelancer voor Dag Allemaal te
beginnen, toen nog onder leiding van Guido Van Liefferinge, een man die de
gewoonte had om elke vergadering te openen met het blaffen van een welgemeend
‘Amateurs’ richting alle aanwezigen. People
management
! Motivatie! Ik ben blij dat ik tot jouw team behoor!

Maar ik heb er wel de stiel geleerd en heb het ook altijd een
onderschat blad gevonden, al kijkt intellectueel Vlaanderen daar graag op neer.
En nu, bijna negentien jaar later, zal mijn wakkere leven zich opnieuw meer aan
de Brandekensweg in Schelle dan thuis afspelen. Net als toen begin ik er
onbevangen aan, in de wetenschap dat al die bladen die zichzelf graag met een
kwaliteitsaureool omringen niet eens de moeite hebben gedaan om mijn vele
mails, ontelbare boodschappen op antwoordapparaten of andere omfloerste vormen
van stalking te beantwoorden, op zoek naar opdrachten en respect, een respect
dat ik nu wel voel, bij een blad dat zij – de kwaliteitsjongens en -meisjes –
verachten.

Ik verdiep mij vanaf nu in het tweede katern van het
bestverkochte algemene weekblad van het land (sorry, Kerk en Leven!). Uw kritische opmerkingen en opbouwende suggesties
zie ik intussen volgaarne tegemoet.



Dopinglamp

Journalistiek Posted on vr, juli 19, 2013 08:07:40

De honderdste Ronde van Frankrijk is in meer dan één opzicht
historisch. Er is om te beginnen dat gegeven van die centième, er is het prettige vooruitzicht op de eerste
(half-)Afrikaanse eindwinnaar én voor het eerst sinds mensenheugenis viel er
geen dopinggeval vlak vóór of tijdens de Tour te noteren. Nou ja,
mensenheugenis, in 1999, 2000, 2001 en 2009 werd er ook niemand betrapt en
uitgesloten, maar we weten allemaal wie er oorspronkelijk drie keer op rij won tussen
’99 en ’01 en de winnaar van de editie ’09, Alberto Contador, heeft ook al geen
vlekkeloos verleden.

Paradoxaal genoeg werd er zelden meer over doping gepraat
dan tijdens deze, voorlopig, dopingvrije Tour. Dat de prestaties van
Christopher Froome vragen oproepen, is goed. Het bewijst dat we niet zomaar meer
accepteren dat een wielrenner het uitzonderlijk goed doet. Maar waar
wielerliefhebbers in het verleden al te vaak een oogje dichtknepen, is de
slinger nu helemaal de andere kant opgeslagen.

De teneur op sociale media en in lezersreacties is: Froome
is schuldig. De teneur in traditionele media is: Froome is verdacht. De
algemene teneur is: Wie gelooft die
renners nog?
, om de titel van een recent boek van sportauteur Hans
Vandeweghe te citeren. Waar we voorheen té tolerant en nonchalant waren, zijn
coureurs de jongste jaren opgejaagd wild geworden. Terwijl er voldoende
indicaties zijn – lees het boek van Vandeweghe, lees de recente interviews met
David Walsh (de man die al heel vroeg Lance Armstrong ontmaskerde), lees de
trainingsanalyses van een specialist als Paul Van den Bosch – om Froome tenminste
het voordeel van de twijfel te gunnen.

Nauwelijks tien jaar geleden werd de Ierse journalist David
Walsh nog uitgespuwd omwille van zijn geruchtmakende werk L.A. Confidential. Niet alleen door Armstrong, diens collega’s en
ploegleiders, maar ook door de andere sportjournalisten. Er was een beruchte
persconferentie waarin Armstrong ongestraft Walsh mocht kleineren. Amper één
Nederlandse reporter stelde een vraag over het D-woord, waarop de gele trui
probleemloos kon wegdribbelen. Het wielerjournaille keek boos toe: het
onderwerp van hun woede was niet Armstrong, maar die ene collega die de sfeer
van dat gezellig personderonsje bedierf en Walsh, die zich prominent op de
eerste rij had gezet, maar door zijn soortgenoten als nestbevuiler werd
bestempeld. U weet hoe het klokkenluiders vergaat.

***

De tijden zijn veranderd. Anno 2013 werd de toekomstige
Tourwinnaar op een persconferentie op de tweede rustdag overstelpt met
dopingvragen. Dat heeft met drie dingen te maken. Eén: wielerjournalisten
voelen zich vandaag geroepen om strenger dan streng te zijn, omdat hun
kijkers/luisteraars/lezers hen de medeplichtigheid aan de omertà van jaren
terug nog altijd zwaar aanrekenen. Dus gaan ze overcompenseren. Twéé: de
renners hebben deze kritische aanpak vooral aan zichzelf te danken. Wie
jarenlang vals speelt en dan betrapt wordt, hoeft niet op al te veel clementie
te rekenen. Drié: Chris Froome heeft niet het charisma en het gezag van
Armstrong (die niet voor niets ’the boss’ werd genoemd) en is daardoor een
makkelijker prooi. Eén strenge blik van Armstrong deed journalisten
terugdeinzen. Een blik van Froome zegt niets. Hij kijkt liever naar het asfalt.

Maar net als in het Armstrong-era of in vroegere tijden
geven wielerjournalisten geen overdreven blijk van kennis van zaken. Dat ze
over doping móeten berichten, nemen ze er ongaarne bij, maar studeren op dit
moeilijke onderwerp zit er voorlopig nog niet in. Het gevolg: weinig deskundige
bijdragen die allerlei richtingen uitwaaieren. En, omdat een beetje
menselijkheid hen niet vreemd is, en een klein beetje wraak bij dat beetje
menselijkheid hoort, wordt er nog altijd gretig afgerekend met David Walsh, die
deze Tour meemaakt als ‘embedded
journalist
‘ in Team Sky van… Chris Froome. Jammer, zéér jammer. En weinig
professioneel ook.

Het zou trouwens wel eens kunnen dat het wielrennen
inderdaad properder is geworden. Of, anders gesteld: dat de boswachter de
stropers heeft bijgehaald. Want heiligen zullen die coureurs natuurlijk nooit
worden. Opgejaagd als ze worden door het publiek – die hen dwingt tot citius, altius, fortius -, het grote
geldgewin en die onzichtbare drijfveer die Prestige heet, zal de neiging om de regels
te omzeilen altijd blijven bestaan. Brood en vals spelen, het zit diep in ons
allen. Dus: hou hen toch maar in het oog. Maar ook: hou op met valse
beschuldigingen!

En net wanneer het wielrennen bezoedeld wordt door allerlei
loze beschuldigingen en verdachtmakingen, maar er vooralsnog geen
dopinggevallen zijn, werden er vorig weekend in de atletiekwereld namen van enkele
opvallende dopingzondaars opgetekend. Tyson Gay en Asafa Powell,
respectievelijk de tweede en de vierde snelste man aller tijden, werden
betrapt, net als enkele andere Jamaicanen. Of specifieker: ‘Ze liepen tegen de
dopinglamp’, zoals de meeste kranten en sites titelden, een beeldspraak die mij
onmiddellijk aan een verlichtingswinkel met laag hangende lampen deed denken,
maar dit geheel terzijde. De verboden producten zaten in voedingssupplementen
en worden in de jacht op doping beschouwd als pekelzonden, wellicht goed voor
een minnelijke schikking of een beperkte schorsing.

De meeste atletiekjournalisten reageren al even terughoudend
op de feiten als hun wielercollega’s destijds. Alsof er in het verleden geen
Ben Johnsons of Florence Griffith-Joyners zijn geweest. Toegegeven, de op haar
38ste plots overleden Griffith-Joyner werd nooit betrapt, maar haar
onwezenlijke wereldrecords op de 100 en de 200 meter zijn na een kwarteeuw nog
altijd onbereikbaar (en daardoor alleen al verdacht).

De hallucinantste reactie kwam verrassend genoeg van
Memorial-organisator Wilfried Meert, die nota bene zelf ex-sportjournalist is
en bekend staat als een beredeneerde prater. Hij relativeerde het dopingnieuws
in De Standaard met een misplaatste
oneliner: ‘Hoeveel mensen gaan er niet naar festivals waar bands stijf staan
van de drugs?’ Hoe wereldvreemd kan je zijn? Waar Meert wel gelijk in heeft:
het is fout om de snelste man ter wereld, de ongenaakbare Usain Bolt, meteen
maar bij de andere gedopeerden te klasseren. Misschien is hij écht wel
onwezenlijk snel.

***

Doping. Het D-woord. We hebben nog altijd geen volwassen
manier gevonden om ermee om te gaan. Sporters blijven de dunne scheidslijn
tussen het toelaatbare en het verbodene bewandelen. Sportjournalisten proberen
zich ofwel afzijdig te houden, ofwel springen ze mee op de kar van de
hardroepers die iedereen schuldig verklaren. En ook sportliefhebbers vertonen
twee zeer uiteenlopende gedragspatronen: ze liggen er niet wakker van óf ze
heulen mee met de massa en schreeuwen ‘Ze zitten allemaal aan het spul!’
(waardoor ze er niet meer van wakker hoeven te liggen en gewoon kunnen verder
supporteren). Ook in het debat over het D-woord zou Nuance, met hoofdletter N,
wonderen kunnen doen.



Het S-woord

Journalistiek Posted on do, juni 27, 2013 12:40:49

Er blijven in dit land nog twee grote spelers over op de
dagbladenmarkt: De Persgroep (Het Laatste
Nieuws
, De Morgen, mede-eigenaar De Tijd) en Het Mediahuis (Het Nieuwsblad, De Standaard, Het Belang van
Limburg
en Gazet van Antwerpen).
Dat is het meest concrete directe gevolg van het samenballen van de
krantenactiviteiten van Corelio en Concentra, waarbij Corelio (de vroegere VUM)
net iets minder dan twee derde van de aandelen verwerft.

Wat de andere concrete gevolgen zullen zijn, is momenteel
nog koffiedik kijken. Schaalvergroting, een grotere hap uit de
reclamekoek en daardoor meer expansiemogelijkheden, volgens de enen. Verschraling van het
aanbod, volgens de anderen. Er wordt in dat laatste geval dan verwezen naar het
niet zo verre verleden, zoals de overname van Het Volk, dat eerst een kopblad werd van Het Nieuwsblad (alleen de voorpagina verschilde), vervolgens enkel
nog een ondertitel en dat tenslotte helemaal verdween.

Het verdwijnen van titels lijkt me echter niet het grootste
probleem te zijn, op dit ogenblik. Het
Nieuwsblad
is ‘incontournable’ als op één na populairste dagblad van
Vlaanderen – maar wel met ruime achterstand op koploper Het Laatste Nieuws. Ook De
Standaard
blijft een belangrijke speler in de niche van de
kwaliteitskranten. Dank zij enkele moderniseringsoperaties is De Standaard niet langer de
gelijkhebberige, überkatholieke, muffe en saaie gezagskrant, maar is het een
pluralistische en vlotlezende gazet geworden.

Maar ook de regionale kranten uit de Concentra-groep hoeven
niets te vrezen, vermoed ik. Het is
ondenkbaar dat de provincie Limburg zonder Het
Belang van Limburg
zou vallen. HBVL is een provinciaal fenomeen.
Onaantastbaar in Limburg, zonder belang daarbuiten. Ook van Gazet van Antwerpen is het bijna
ondenkbaar dat die ooit zou verdwijnen uit de grootste stad van Vlaanderen. ‘Bijna’,
schrijf ik, want de oplage van GVA is de jongste jaren flink gedaald. Je mag
zelfs schrijven ‘dramatisch’, als je dertig jaar terug in de tijd gaat. Toen
werd GVA nog op 220.000 exemplaren gedrukt, vandaag is dat ongeveer 95.000. In
tegenstelling tot het ‘verre Limburg’, waar behalve HBVL weinig redacties in
investeren, geldt voor Antwerpen wél dat alle kranten daar uitgebreid over
berichten en er een correspondentennetwerk hebben uitgebouwd. Daardoor is de positie van GVA veel wankeler dan die van HBVL.

Toch zijn het vooral de personeelsleden die nu bang zullen
afwachten wat de eerste stappen van het nieuwe management zullen zijn. CEO van
Het Mediahuis wordt Gert Ysebaert, tot nog toe uitgever bij Corelio, zo’n
beetje de overkoepelende hoofdredacteur van DS en HN. In tegenstelling tot zijn
voorganger, Peter Vandermeersch, de journalist die marketeer werd, is Ysebaert
gepokt en gemazeld in de marketing. Ik ken de man niet persoonlijk, maar van
marketeers is bekend dat die vooral met cijfertjes werken. Statistieken,
groeicurves, prognoses. Ze spreken niet in termen van redacties, kwaliteit of
journalistieke deontologie, maar ze hebben het over EBITDA, win-win-situaties,
rationaliseringsoperaties, synergieën. Synergie, het verdomde S-woord, dat
altijd gepaard gaat met jobverlies. Als de krantenvos de passie preekt, boer journalist let op je job!

Het S-woord zal eerder vroeger dan later opduiken in Het
Mediahuis, zoals het dat ook deed bij andere mediafusies. Kijk maar naar daar De Standaard en De Morgen, waar de sportredacties werden gedecimeerd en er nog de
spreekwoordelijke twee man (zónder paardenkop, mét gratis stagiairs)
overblijven om een eigen draai te geven aan de sportverslaggeving. De rest
wordt klakkeloos overgenomen van respectievelijk Het Nieuwsblad en Het Laatste
Nieuws
, eventueel wat ingekort en van een andere titel voorzien. Waarom zouden GVA en HBVL nog
uitgebreid aan nationale sportverslaggeving blijven doen, als je bij HN een
stevige ploeg hebt klaarstaan? Wat wel zal overblijven: de regionale toets
(clubs uit de stad Antwerpen en de provincie Limburg). Daar is een apart
publiek voor.

Dezelfde opmerking kan je maken over economische en
wetenschappelijke berichtgeving. Cultuur- en lifestyle-medewerkers hoeven niet
direct te vrezen, omdat dagbladen daarmee nog een verschil proberen te maken. Net
zoals met de opiniepagina’s, als die er al zijn. Maar dan hebben we het al over
niches.

Neen, het S-woord voorspelt weinig goeds. Mijn vrees:
mini-bloedbadjes op de verschillende redacties, journalisten die moeten
uitwijken naar alternatieve media-initiatieven, waar ze onderbetaald zullen worden,
of die er gedegouteerd helemaal de brui aan geven en iets helemaal anders gaan doen. Ik hoop voor één keer
ongelijk te hebben.



Laat vader Bontinck gerust (hij is de weg kwijt)

Journalistiek Posted on di, juni 18, 2013 09:19:35

Zondag mocht Dimitri Bontinck, de radeloze vader van de naar
Syrië getrokken islamstrijder Jejoen, het weer komen uitleggen in De Zevende Dag. Bontinck was boos omdat burgemeester De Wever de
Syriëstrijders uit het bevolkingsregister wil laten schrappen, om te vermijden
dat ze nog OCMW-steun zouden trekken, een maatregel die je – als je ze los
bekijkt van de altijd polariserende figuur van de N-VA-voorzitter/burgemeester
– zeer logisch lijkt. Zit onze samenleving te wachten op de terugkeer van jonge,
gefrustreerde kerels die misschien wel betrokken waren bij gruwelijke feiten,
zoals onthoofdingen? Ik dacht het niet.

Ook begrijpelijk is dat vader Bontinck zich grote zorgen
maakt en dat hij – zoals zowat iedere ouder zou doen – zijn zoon met open
armen zou ontvangen, mocht die eerstdaags beslissen om de Syrische burgeroorlog
te laten voor wat die is en terug naar Antwerpen te komen. De liefde van
een ouder is doorgaans onvoorwaardelijk. Zo hoort het ook. Daarom zou het goed zijn dat de media
terughoudendheid tonen en niet om de haverklap de Bontincks van deze wereld uitnodigen in radio- en tv-studio’s of opvoeren in kranten en weekbladen, liefst met
enkele pittige oneliners die als kop boven een artikel kunnen dienen. Dat heet
exploitatie en is onverdedigbaar.

Maar natuurlijk doen de media dat niet, want zo’n Bontinck
is een dankbaar figuur, die het bovendien nog in redelijke volzinnen kan
uitleggen. Wat daarbij al te vlug wordt vergeten is dat Bontinck ook een
‘slachtoffer’ is en een verontruste ouder, en dat die ‘redelijke volzinnen’
vaak vol staan met onredelijke opmerkingen. Ik heb het zelfs niet eens over het
feit dat diezelfde vader Bontinck blijkbaar losse handjes heeft en wordt
vervolgd wegens partnergeweld, want dat is een andere zaak, ook al werpt het
een apart licht op de persoon die hij in werkelijkheid is.

Het doet me terugdenken aan de zaak-Dutroux, die inmiddels
bijna zeventien jaar geleden begon. Na de dramatische dood van de vriendinnen
An en Eefje werden de vaders, Paul Marchal en Jean Lambrecks, opgezocht door
zowat alle media. Marchal toonde zich heel toegankelijk en werd bijna elke dag
opgevoerd. Zijn tranen werden onze tranen. Zijn verdriet werd ons verdriet.
Lambrecks verkoos ervoor op de achtergrond te blijven en zijn verdriet niet breeduit
te etaleren. Je kunt die attitude van Marchal veroordelen en die van Lambrecks
toejuichen, of omgekeerd, maar mij gaat het er vooral om dat je die mensen hun
verdriet moet gunnen, in alle privacy, onder familie en vrienden, met
psychologische opvang door mensen die daarvoor zijn opgeleid. Niet door
journalisten.

Toevallig was er gisteren ook die uitspraak dat Michel
Lelièvre vijf dagen de gevangenis zal mogen verlaten en uiteraard stortte het
hele mediacircus zich weer op de heren Marchal en Lambrecks, waarbij de eerste
voor een keer niet voor de camera’s verscheen (omdat hij niet in de rechtszaal
aanwezig was) en de tweede wel. Terwijl ik op zulk juridisch uitermate
interessant moment geen familie of vox populi wil horen, met alle gebrek aan
nuances die daarbij horen, maar wél deskundigen, die deze uitspraak kunnen duiden. We leven nu eenmaal in een
rechtsstaat. Dat is een te kostbaar gegeven om het over te laten aan de
politiek én aan de modale burger (zoals ik er zelf één ben, voor alle
duidelijkheid).

We weten allemaal hoe het Paul Marchal vergaan is. Op de
duur had hij de media-aandacht nodig om zijn verdriet te verwerken. Hij startte
een politieke partij die al heel snel implodeerde als gevolg van het interne
gekrakeel. De man die de gevestigde politiek aanklaagde, beging precies
dezelfde fouten als diegene die hij de traditionele politici verweet:
machtsmisbruik, achterkamertjespolitiek, dictatoriale neigingen.

Ik weet niet of Dimitri Bontinck plannen heeft in de
richting van politiek (ik mag hopen van niet!), maar hem overkomt in lichtjes
andere omstandigheden (hij heeft voorlopig niet de dood van een kind te
verwerken en hopelijk blijft dat zo) krek hetzelfde als Marchal destijds. Hij
wordt verzwolgen en vermalen door de media, en kan op de duur niet meer zonder
die kick van de aandacht. Dat is niet zijn schuld, maar wel die van de media.
Die zouden Bontinck met rust moeten laten in zijn verwerkingsproces.

Laat deze
verwarde vader in zijn waarde. Hij is even de weg kwijt, dat overkomt ons
allemaal wel eens, zij het gelukkig niet om dezelfde redenen. Maak van hem geen
deskundige in juridische, politieke of militaristische zaken, want dat is hij
niet en zal hij allicht nooit worden. Het zou getuigen van inlevingsvermogen en
psychologisch doorzicht om deze man en zijn familie nu even niet in de
schijnwerpers te zetten. Kan dat even, ja?



Handen af, PVDD!

Journalistiek Posted on do, mei 23, 2013 12:28:23

‘Ik ben ontgoocheld’. Tot ons sprak gisterennamiddag de heer
Pol Van Den Driessche, communicatieadviseur van de N-VA. De heer Van Den
Driessche, laten we hem gemakshalve vanaf nu PVDD noemen, verliet als
verliezende partij de burgerlijke rechtbank van Leuven, waar hij een proces had
aangespannen tegen journalist Jan Antonissen. Die had op 17 april 2012 in Humo een artikel geschreven onder de kop
‘DSK in Vlaanderen, 20 jaar seksuele intimidatie’. In dat pittig stukje lectuur
liet Antonissen 21 getuigen aan het woord – een aantal anoniem, anderen met
naam en toenaam – die vrijuit spraken over het losbandige gedrag van PVDD op de
werkvloer door de jaren heen.

Ik kan me voorstellen dat het niet prettig is, wanneer je
zo’n artikel moet lezen in een, ondanks de afkalvende verkoopcijfers, nog
altijd populair weekblad en in één ruk, excusez
le mot
, geassocieerd te worden met Dominique Strauss-Kahn, de gewezen
topman van het IMF, die een onstilbare seksuele appetijt blijkt te hebben, al
dan niet met de medewerking van zijn tijdelijke lustobjecten.

Het kostte PVDD mogelijk het burgemeesterschap van Brugge,
waar hij in oktober vorig jaar de lijst van de Nieuw-Vlaamse Alliantie had
moeten trekken. Waar PVDD duidelijk minder bij stilstond: zijn slachtoffers –
de vrouwen die hij bepotelde en betastte – vonden het ongetwijfeld evenmin
prettig dat hun hiërarchische overste losse handjes had en misbruik maakte van
zijn macht om hun gevoelige plekken aan te raken. Letterlijk. Daar liggen de PVDD’s
van deze wereld minder wakker van. Ach, ze prevelen dan wel even een nauwelijks
hoorbare verontschuldiging, wentelen zich in zelfbeklag en doen gewoon verder
alsof er niets aan de hand is.

625.000 euro eiste PVDD van Antonissen. Vijfentwintig
miljoen oude Belgische franken! 500.000 voor de misgelopen inkomsten (PVDD
waande zich duidelijk al burgemeester…) en 125.000 euro morele
schadevergoeding. Een waanzinnig bedrag. Maar door enkele recente,
wereldvreemde uitspraken van rechters in persdelicten was het niet denkbeeldig
dat de rechter PVDD zou volgen in die waanzin. Quod non, gelukkig maar.

Deze rechter bleef nuchter, ging niet mee in de heksenjacht
op de media en onderstreepte dat Antonissen zijn journalistieke werk keurig had
gedaan: er waren de vele getuigen (sommigen boden zichzelf nog aan nadat het
artikel al verschenen was) en PVDD had onmiskenbaar een wederwoord gekregen (wat
strikt genomen deontologisch niet eens nodig was, maar wel als een correcte
journalistieke praktijk wordt beschouwd). Kortom, Antonissen viel niets te
verwijten.

‘Handen af!’ Dat is wat de vele vrouwelijke collega’s en
onderdanen na jaren van seksuele intimidatie door PVDD hebben geroepen in dat
artikel in Humo. ‘Handen af!’ is nu
ook de kreet die de journalistiek mag hanteren tegenover een ex-collega die in
een moment van zinsverbijstering dacht dat hij eventjes langs de kassa zou
mogen passeren.

PVDD is ex-journalist en -hoofdredacteur. Die ‘ex’ is vanaf
nu fundamenteel. De journalistiek kan dit soort nestbevuilers missen als
kiespijn, het gaat al moeilijk genoeg in de media! Maar er is meer: PVDD mag nu
ook ‘ex’ zetten voor de adjectieven ‘geloofwaardig’, ‘capabel’ en
‘intelligent’. Als er nog een greintje integriteit was, is dat nu vervlogen.

In tegenstelling tot zijn geliefde voetbalvereniging, Cercle
Brugge, waar hij bestuurder én woordvoerder is (lekker: mannen onder elkaar,
ongestoord seksistische grapjes maken!) en die na vanavond waarschijnlijk haar
plaats in de Jupiler Pro League zal behouden, is hij na dit proces als mens definitief
een tweedeklasser geworden. Exit PVDD. Handen af!



« VorigeVolgende »