Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Wat is er nu weer van de sport?

Radio en Televisie Posted on di, maart 17, 2015 17:59:31

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz gooide een
stevige knuppel in het hoenderhok: er is te veel entertainment en sport op de
VRT, vindt hij. Daarmee zet hij de toon bij de start van de onderhandelingen voor
een nieuwe beheersovereenkomst. Maar heeft hij een punt? Ach, laten we het
hooguit een puntje noemen, maar de onophoudelijke kritiek op de sportuitzendingen
op de openbare omroep mag nu wel eens ophouden.

Hij maakte zijn entree in de Vlaamse regering weliswaar
vanaf het reservebankje bij de Vlaamse liberalen, maar als Vlaams minister van
Cultuur, Jeugd, Media en Brussel heeft Sven Gatz zich toch al flink in de
kijker gewerkt. Zo wil hij bijvoorbeeld af van de verplichting dat elke
gemeente een openbare bibliotheek heeft. Het kwam hem op tonnen kritiek uit de
culturele sector te staan.

Zondagmiddag was hij ook de eerste praatgast
in De Zevende Dag. Het ging uiteraard over die bibliotheken, maar daarna werd
het onderwerp verlegd naar de VRT. Altijd kies wanneer een journalist een
minister moet interviewen over zijn eigen werkgever. Vergis ik me of klonk er
voor één keer iets meer emotie door in de immer gemoedelijke stem van Tim
Pauwels? ‘De VRT moet geen sport- en entertainmentzender zijn’, orakelde Gatz.
Het was een welgemikte voorzet nu de onderhandelingen over de nieuwe
beheersovereenkomst eraan komen. Weten de onderhandelaars van de openbare
omroep meteen waar ze aan toe zijn.

De
slinger is de andere kant opgeslagen

Nieuw is het niet, een minister die zijn
mening over de omroep waarvan hij de voogd is met het grote publiek deelt. Niet
zelden worden zulke oorlogjes uitgevochten in de media. Herinner u de bitse
strijd tussen Tony Mary en Geert Bourgeois van een jaar of tien geleden, toen
die eerste CEO van de VRT en die tweede Vlaams minister van Cultuur was.

Evenmin nieuw is dat het te hoge gehalte aan
entertainment de VRT wordt aangewreven. Toen in de jaren tachtig heel lang
vruchteloos werd gepoogd om het monopolie van – toen nog – de BRT te
doorbreken, was het vooral de bedoeling van christen-democraten en liberalen om
de vrije markt kansen te gunnen. Dat, en het aan banden proberen leggen van de
in hun ogen al té kritische nieuwsdiensten.

Na de blijde intrede van VTM, op 1 februari
1989, kreeg de inmiddels tot BRTN herdoopte omroep klappen. Zeven jaar lang was
het Huis van Vertrouwen een kneusje, een muffe staatszender, zielig
achterlopertje in de strijd om de kijkcijfers en marktaandelen. Tot het oude
management door Eric Van Rompuy, voorganger van Gatz, met het groot huisvuil
werd buitengezet en de buitenstaander Bert De Graeve tot gedelegeerd bestuurder
benoemd werd.

Negentien jaar na datum is van die stoffige
openbare omroep geen sprake meer. Eén haalt al vele jaren hogere kijkcijfers
dan VTM. De journaals die de redactie aan de Reyerslaan produceert, houden die
van de Medialaan op respectabele afstand. En ja, het commerciële, marktgerichte
denken heeft ook op de VRT toegeslagen. Marketeers kwamen in de plaats van
vastgeroeste ambtenaren, het buikgevoel ruimde baan voor cijferanalyses en dure
studies. Dat steekt.

Bij de concurrentie, want lagere marktaandelen
vertalen zich doorgaans in lagere inkomsten uit reclame, al is de VRT op dat
vlak met zijn door de beheersovereenkomst begrensde reclame-inkomsten niet echt
een zware tegenspeler. Bij de politiek, want een sterke en performante openbare
omroep mag dan wel een eis zijn van de politiek, maar té sterk wordt als
ongezond ervaren en er is nog altijd dat eeuwige spanningsveld tussen de
Vlaamse politiek en onafhankelijke verslaggeving.

Als de huidige VRT-bonzen diep in eigen boezem
kijken zullen ze toegeven dat de slinger wellicht te veel de andere kant is
opgeslagen. Iets te veel fun en hits, te weinig cultuur, want daar scoor
je zelden mee in het cultuurarme Vlaanderen. Dat de VRT qua programmering
commercieel denkt is dus onmiskenbaar zo. Maar dat komt mede doordat er in
vorige beheersovereenkomsten telkens weer de nadruk op gelegd werd dat de
openbare omroep voldoende kijkers, luisteraars en online lezers moest bereiken.
Tja, ofwel leg je die cijfermatige minimumnormen niet op, ofwel verplicht je de
VRT om haar programmering op de grootste gemene deler af te stemmen en niet op
een niche-publiek.

Alles
achter de decoder?

Sport is entertainment. In de ogen van Gatz is
er te veel sport op tv en terzelfdertijd te weinig. Hij bedoelt: te veel
populaire sporten (voetbal en wielrennen), te weinig kleinere (al de andere).
In het verleden werd er vaak op gehamerd dat de openbare omroep te veel uitgaf
aan ontiegelijk dure sportrechten. ‘Er wordt met geld van de belastingbetaler
gesmeten’, was de onderliggende teneur. Ik heb zelf het voorrecht gehad om
bijna vier jaar lang de tv-sportredactie te mogen leiden en ik kan u
verzekeren: elke centiem en later elke eurocent werd verschillende keren
omgedraaid alvorens ie werd uitgegeven.

Bovendien zijn de écht dure rechten –
Champions League en Jupiler Pro League – ondertussen verhuisd naar de Medialaan
1. De Europa League, die Europese beker waar Belgische teams ook na de
winterstop nog even mogen opdraven, kost veel minder. Als de VRT die rechten
niet had verworven, zouden al die wedstrijden nu achter een decoder zitten,
onbereikbaar voor Jan Modaal. Is het dat wat de critici willen? Betaalzenders
zullen het voorzichtig toejuichen, maar ook hun budgetten zijn niet onbeperkt.

Dat de VRT vooral voetbal en wielrennen
uitzendt is een feit. Daar zijn drie heel eenvoudige redenen voor. Eén: voetbal
blijft de populairste sport. Twee: begin deze eeuw verwierf de VRT de rechten
op alle Vlaamse wielerwedstrijden die er ook maar een beetje toe deden. Dat
ging niet over veel geld, want de meeste organisatoren zijn gewoon heel blij
dat hun wedstrijd live op tv komt en de openbare omroep is de enige die
voldoende geoutilleerd is om op regelmatige basis wielerwedstrijden te
capteren. Drie: Vlaanderen heeft geen sportcultuur. Sjotten en koers, dat is het zo’n beetje, waarbij die ‘koers’ zich
zowel op de weg als in het veld kan afspelen.

Je kan dat betreuren, maar het is nu eenmaal
zo. Alleen als er heel uitzonderlijk een paar tennismeisjes of enkele goed
presterende atleten opduiken, krijg je een lichte verschuiving van de aandacht
naar andere sporten, maar dat is tijdelijk en beperkt. Er zullen altijd meer
mensen kijken naar Kuurne-Brussel-Kuurne dan naar de bekerfinale in het
basketbal.

Weggegooid
belastinggeld

De beheersovereenkomst dwingt de VRT dus aan
de ene kant om voldoende kijkers te halen, maar aan de andere kant klinkt er
die onophoudelijke kritiek dat de omroep te populistisch bezig is. Ja, wat is
het nu? Stel dat de sportredactie binnenkort gedwongen wordt om de stekker uit
een aantal Vlaamse wielerwedstrijden te trekken, dan zal niemand die rol
overnemen en zullen heel wat organisatoren na een tijdje noodgedwongen moeten
stoppen bij gebrek aan sponsoring. Zonder koers op tv, geen koers, zo eenvoudig
is dat.

Als de VRT meer niche-sporten moet gaan
uitzenden – en dat zijn dus alle sporten behalve voetbal en wielrennen in dit
vrolijke landsgedeelte – dan zal zich dat gaan vertalen in lagere kijkcijfers
en marktaandelen – concurrentie gelukkig, politiek gelukkig – maar dat zal die
andere sporten niet populairder maken. Ook dat weet ik als ervaringsdeskundige.
Toen de sportredactie dertien jaar geleden begon met het rechtstreeks uitzenden
van basketbalmatchen, vertaalde zich dat in kijkcijfers die beneden de statistische
foutenmarge zaten. Dat is – met alle respect voor al wie begaan is met het
Belgische basketbal – compleet zinloos. Weggegooid (belasting)geld, frustratie
voor de basketbalclubs erbovenop. Een verslag van een topper in Sportweekend
haalt makkelijk een miljoen kijkers, daar ben je veel meer mee qua positieve
media-aandacht.

Sven Gatz heeft dus hooguit een puntje: er is
te veel entertainment en in verhouding veel te weinig cultuur op de VRT. Maar
op het vlak van live sport is er in 2015 een veel beter evenwicht dan pakweg
een decennium geleden. De concurrentie met VTM verloopt nu veel eerlijker, de
markt is evenwichtig en netjes verdeeld. Als Gatz de sowieso al beperkte
Vlaamse sportcultuur nog wat meer wil ringeloren, dan moet hij vooral blijven eisen
dat er minder sport op de VRT wordt uitgezonden of dat er meer aandacht moet
gaan naar niche-sporten. Dan zal zijn collega van Sport straks de pijnlijke
gevolgen mogen constateren.



No-lifer

Radio en Televisie Posted on wo, december 17, 2014 12:02:25

Ik ben een no-lifer,
beste lezer. Bijna zesenvijftig jaar lang heb ik vruchteloos gezocht naar een
etiket dat ik op mezelf kon kleven, maar nu weet ik het, met dank aan een
onnozele uitsmijter van flapuit Rani De Coninck in een speciale Blokken­-aflevering voor Music For Life.
‘Een twitteraar is een no-lifer’, zei mevrouw de presentatrice, na een vraag waarop het antwoord ‘Twitter’ was. ‘Ik denk altijd
maar: lees nen boek’, repliceerde Ben
Crabbé.

Ja, u leest dat goed, de presentatrice van
hoogstaande intellectuele programma’s als De
Parenclub
en De Waarzeggers, die
naar eigen zeggen niet actief is op de sociale media, vindt al dat getwitter en gefacebook tijdverlies. De presentator van de tv-versie van Tetris,
wiens gezicht ook op de cover staat van het filosofisch traktaat 10.000 vragen uit 20 jaar Blokken,
propageert het lezen van boeken. Dat laatste vind ik overigens een gezond
alternatief voor het kijken naar domme tv-programma’s, vooral tussen zes en zeven
en zolang het licht niet uitgaat in die ons lang geleden beloofde black-out.
(Toffe tiep, overigens, die Crabbé, begenadigde reportagemaker ook, wat we dezer
weken elke maandagavond op Canvas mogen bewonderen in Karakters.)

Mogelijk ligt het aan het feit dat ik acht
kilo vermagerd ben en mijn riem onvoldoende aanspant, maar mijn broek zakte
weer eens af. Gelukkig overkomt me dat meestal in huiselijke kring en worden er
geen selfies of andere foto’s van verspreid op no-lifers-media. Ik verzeker u, ’t is
geen zicht.

Waar bemoeien mensen zich mee? Waarom flappen
BV’s er eender wat uit en wordt dat vervolgens op respectabele nieuwssites als
interessant weetje verpakt, waarna een lullige uitspraak een eigen kutleven
gaat leiden? Waarom schenken we überhaupt aandacht aan meninkjes van no-brainers? (Ik weet het: dat is ook
een verschrikkelijk vooroordeel, want ik weet dat namelijk niet, dat mevrouw De
Coninck geen hersenen zou hebben.)

Klinkt hard? Bedenk dan maar dat no-lifers
altijd in 140 tekens en sloganeske taal denken. Ik kijk niet naar de
programma’s van De Coninck, ik kijk bijna nooit naar Blokken, geeft dat mij het recht om die kijkers randdebielen te
noemen?

Zit ik te vaak op Twitter? Zou best kunnen, ik
maak me zelf soms die bedenking. Elke dag eigenlijk. Ben ik daarom een
no-lifer? Neen, want ik lees nog altijd veel boeken en luister naar muziek en schrijf
teksten voor mezelf en anderen en ga naar concerten, theatervoorstellingen en
tentoonstellingen en vermoed dat ik dat vaker doe dan Rani en Ben tezamen, en
zelfs als dat laatste niet zo is, so what?!

***

John Cale zat in Reyers Laat. John Cale is een van mijn muzikale helden. Over
tweeënhalve maand wordt de Welshman 73. Werkte mee aan de eerste twee platen
van de Velvet Underground, een groep die we nu legendarisch en invloedrijk
noemen, maar die in haar tijd de platen niet eens aan de New Yorkse straatstenen kwijt
raakte.

Als we ’s mans leven overschouwen zat hij niet
eens zeven procent van zijn bijna 73 jaren bij de Velvet. Als we zijn œuvre
overlopen beslaat de Velvet-periode amper 8 procent van zijn productie. En toch
ging het de helft van de tijd over Andy Warhol, de Velvet Underground en Lou
Reed, de poëet van het alledaagse en allenachtse
New York, waarmee Cale een haat/liefde-verhouding had. Hij bewonderde de
dichter in Reed en vocht tegelijkertijd menige ruzie uit omwille van muzikale
meningsverschillen. Of om een lief dat ze van elkaar afpakten.

‘Lou was niet de baas’, prevelde Cale
verveeld, na een onderonsje tussen Lieven Van Gils en andere gast Joost
Zwagerman, een kenner van Americana en Andy Warhol. Wie die eerste platen van
de Velvet intensief beluistert weet dat: de duistere, hoekige, tegenspartelende viola
van John Cale is even dominant aanwezig als de gitaar en de basstem van Lou
Reed. Ere wie ere toekomt. Velvet Underground was een Groep, geen
eenmansproject.

Er valt zoveel meer over Cale te vertellen dan
over die handvol jaren in de New Yorkse ondergrondse muziekscène. Dat hij tijdens
de woelige en door drank en drugs bezoedelde jaren zeventig levende kippen de
strot afbeet op het podium, bijvoorbeeld. Dat hij samenwerkte met grote namen
als Phil Manzanera, Robert Wyatt en Mike Oldfield. Of dat hij de debuutplaten
van Patti Smith, The Stooges en Jonathan Richman and his Modern Lovers
produceerde. Dat hij Heartbreak Hotel van
Elvis Presley binnenstebuiten keerde en er een hartverscheurende versie van
maakte. Dat hij aan de universiteit van Antwerpen een eredoctoraat ontving voor
zijn ‘invloedrijk en grensverleggend werk in de eigentijdse muziek’.

Cale staat bekend als een nukkige man,
moeilijk te interviewen, gesloten, allesbehalve praatziek. Ik kan me
voorstellen dat je zo wordt als je zesenveertig jaar na het afsluiten van het
hoofdstuk Velvet Underground nog altijd vragen krijgt voorgeschoteld over die
periode en verondersteld wordt om domweg ja te knikken op de vraag of Lou Reed een
genie was.

Er zijn nog tickets voor een uniek concert dat
Cale zaterdag 20 december geeft in een vredestent in Mesen, waar hij een
persoonlijke evocatie van de waanzin van de Eerste Wereldoorlog geeft en een
nieuwe interpretatie van zijn meesterwerk Paris
1919
uit 1973, zo kwamen we nog te weten. Doe er uw voordeel mee. Of
luister naar een van de talrijke parels uit zijn solocarrière. Of lees een goed
boek.

***

No-lifers: get a life!



Gelul

Radio en Televisie Posted on di, november 18, 2014 11:43:59

Veel
Geluk
, zo heet de nieuwste worp van Leo Bormans op de
boekenmarkt. De marktkramer van de wereldwijde happiness, de Pharrell Williams onder de pseudopsychologen, heeft
nu, samen met enkele gediplomeerde psychologen van de KULeuven, een Groot
Geluksonderzoek uitgevoerd (alles heet ‘Groot’ mét hoofdletter tegenwoordig) en
dat zullen we geweten hebben. Het mediacircus draait op volle toeren, Bormans
is een graag geziene gast in allerhande praatshows, met zijn gelul over geluk.

‘Geluk’ en ‘gelul’, er zit maar één letter
verschil op: gewoon even doorschuiven in het alfabet en je bent er. Tien
seconden naar het oeverloze gezwam van Bormans luisteren helpt ook om de ‘k’
vliegensvlug door een ‘l’ te vervangen. “Geluksgoeroes zijn de homeopaten
onder de zielenknijpers”, zo titelde ik op 26 februari 2013 een bijdrage
op deze blog over een vorig mediaoptreden van de man. Ik blijf bij die stelling. Net als homeopaten zorgen de Leo
Bormansen van deze wereld voor verdunnende nepoplossingen. Als het niet werkt,
is het natuurlijk uw eigen schuld, u staat er niet open voor.

Niet dat ik dat onderzoek tijdverlies vindt.
Met ruim zevenduizend respondenten is de enquête zelfs uiterst zinvol en
representatief voor de bevolking. Wat mij mateloos stoort is dus niet dát
onderzocht werd wat ons gelukkig en ongelukkig maakt, wel dat er allerlei tips
aan worden verbonden om ons leven prettiger te laten verlopen. Hier, neem een
pilletje, en u zult zo genezen zijn. Lees ons boek, het zal de best
gespendeerde twintig euro van het decennium zijn. Volg zorgvuldig onze
instructies, u raakt zo uit het alledaagse doolhof.

Stierendrek!

Geluk is… voor iedereen anders. Er bestaan
geen universele oplossingen voor persoonlijke verzuchtingen, wensen of problemen en als er al aanzetten
tot genezing van kwalen van onze geest zouden bestaan, dan moeten we die gaan
zoeken bij beëdigde psychologen en psychiaters, niet bij charlatans à la Bormans.
Dat rijmt, wat niet van ’s mans ideeën kan gezegd worden. Zoek uw geluk zelf,
bepaal zelf waardoor uw dag er rooskleuriger gaat uitzien, laat u niet in de luren
leggen door amateuristische praatjesmakers.

Geluk is… voor mij elke ochtend kort na
elkaar drie stevige espresso’s, die ik koppel aan mijn drie papieren kranten.
Maar de dag nadien kan dat net zo goed zijn dat ik heel vroeg uit de veren moet
voor een gesprek met een interessante mens in een godvergeten gat. En de dag
daarna slaap ik zonder schuldgevoel lang uit, waarom niet? Ik kijk ernaar uit
om zo dadelijk twee langere interviews uit te tikken voor een boek dat ik
schrijf, dat is mijn kleine geluk van deze dinsdag 18 november 2014.

Ik ben gelukkig getrouwd, heb gelukkig geen
kinderen (lees dit met de nodige zin voor ironie, alstublieft) zodat die
discussie over kindergeld voor tweeverdieners mij niet persoonlijk raakt, heb
geen ongeneeslijke ziekte, mijn ouders leven nog en zijn gezond, ik heb zelfs nog een
grootmoeder van 101, doe mijn werk met plezier (het mag altijd meer zijn, dat
wel), maar voor hetzelfde geld voel ik me morgen ongelukkig om precies dezelfde
redenen. Hé, that’s life! Er bestaan
geen doktersvoorschriften, pilletjes of muurtegels die mij medisch verantwoord
of goedbedoeld op weg helpen naar meer geluk in dit aardse bestaan.

Stierendrek!

Anderhalf jaar geleden pakte genoemde Bormans,
Leo uit met het experiment om twee minuten lang te zwijgen tijdens een
praatprogramma. Ongezien! Ongehoord! (Onnozel!) Gisteravond stelde hij in Reyers Laat voor om even te denken aan
iemand die ons gelukkig maakt, want daar zouden we dan zelf weer gelukkiger van
worden. Kassa kassa, weer 20 euro voor een boek. Als marktkramer is hij
geboren.

Ik heb zelf een voorstel voor een experiment
in de media: hou Leo Bormans vijf jaar lang uit álle kranten, weekbladen,
gespecialiseerde en niet-gespecialiseerde tijdschriften, radio- en
tv-programma’s. Ik weet niet of het Bruto Nationaal Geluk erdoor zal stijgen,
maar het zal ons alleszins besparen van een overdosis gelul.

Kunnen we dat afspreken, beste media? Veel
geluk!



Schampen

Radio en Televisie Posted on di, november 04, 2014 12:44:27

‘Schampen’, zo vind ik in verschillende
woordenboeken terug, is ‘afstuiten’, ‘afglijden’, ‘zijdelings even raken’.
“De bal schampte de paal”, staat er als voorbeeld bij. ‘Schampen’, zo
leerde ik in mijn door Antwerps dialect aangeklede jeugd, is tevens een
kruising tussen zeuren en beledigen. “Hij heeft op mij geschampt”,
betekent dat iemand in niet al te vriendelijke bewoordingen zijn beklag over
mij heeft gemaakt. In deze week waarin de taal in het centrum van de
belangstelling staat – tenminste toch bij iedereen die beroepsmatig met taal
bezig is – is het niet slecht om zo’n in onbruik geraakt dialectwoord weer even
op te rakelen.

Zou de Oost-Vlaming Wim Schamp, die zondag op
zestigjarige leeftijd overleed aan de gevolgen van pancreaskanker, het
Antwerpse begrip ‘schampen’ gekend hebben? Als man van de wereld moet dat haast
wel. Het werkwoord zou hem op het lijf geschreven geweest zijn, als ik de
diverse overlijdensberichten lees. Daarin wordt hij door vriend en concurrent
omschreven als ‘spraakmakend’, ‘controversieel’, ‘dwarsligger’ en ‘grote mond’.
Van de doden niets dan goeds, weet u wel, dus houden vroegere gezworen vijanden
zich nog in en hanteren ze omfloerste termen.

Ik heb Schamp nooit persoonlijk gekend, heb
hem slechts één keer ontmoet, voldoende om te weten dat hij flamboyant,
welbespraakt en luidruchtig was, als ik het zo even mag samenvatten. Hij
schopte de Vlaamse reclamewereld geen Booniaans geweten, maar zette de keet wel
in vuur en vlam. ‘Annemie brusselt’ (met de dertig jaar jongere versie van
Annemie Neyts die zorgvuldig mascara aanbrengt) en ‘Frankie goes to Brussel’ (voor
de prille politicus Frank Vandenbroucke) waren halfweg de jaren tachtig campagnes die zowel de dertiger
Schamp als de kandidaten op de politieke kaart zetten.

Latere slogans werden me te ‘woordspelerig’:
‘Frans gaat Vlaams’ (voor CD&V-kandidaat Frans Peeters op een, u raadt het
al, lijst voor de Vlaamse verkiezingen), ‘Brave Hendrik? Straffe Hendrik?’
(voor de nogal duffe CD&V’er Hendrik Bogaert) of ‘Geen woorden maar
waarden’ (voor Mia De Schamphelaere, ook al CD&V) zouden na een nacht ongeïnspireerd
wallebakken op een bierviltje bedacht kunnen zijn. In het boek 100 campagnes, 1 miljoen kiezers, dat
hij eerder dit jaar publiceerde, blijft Wim Schamp er vierkant achter staan.

Ik moest spontaan aan Schamp denken toen ik
gisteren live naar de eerste aflevering van het negende seizoen van 24 keek. Meestal volg ik tv-series niet
op het moment van hun lineaire uitzending, zodat ik de reclame snel kan
doorspoelen, maar dat kon nu niet. Zoals altijd ergerde ik me aan het totale
gebrek aan inspiratie, humor en wervende kracht.

Kijk naar de STER-reclame op de Nederlandse
televisie en vergelijk met de spots die je hier bij onze commerciële zenders te
zien krijgt, en je ziet dat dit twee verschillende werelden zijn, ook al zijn
het dan buurlanden. Niet zozeer omwille van de uiteenlopende interpretaties over
de Nederlandse taal – laten we dat modderwoordengevecht even over aan de Joël
De Ceulaers en Benno Barnards van deze wereld – maar wel om de manier waarop de
filmpjes gedraaid zijn. In Nederland: spitsvondig, grappig, weldoordacht, vaak
ook gedurfd, niet zelden dubbelzinnig, maar je blijft er wel naar kijken. Goede
televisie. In Vlaanderen: saai, to-taal on-grap-pig, alsof ze op een paar
minuten tijd vlak voor de opnamen ter plekke bedacht zijn, sec, je wil zo snel mogelijk
zappen ware het niet dat je dan een stukje van het feuilleton dreigt te missen.
Ouderwetse Sovjettelevisie.

Nederlanders staan erom bekend dat ze
zakelijker en droger zijn dan Vlamingen. Rechttoe rechtaan, zonder al te veel
franjes. Broodje karnemelk voor lunch op kantoor, dat soort dingen, waar wij,
bourgondiërs, vrolijk de draak mee steken. Neen, dan liever een rijkelijk met
exquise wijnen overgoten zakenlunch, zodat de aanwezigen de volledige namiddag
nodig hebben om te ontnuchteren. En toch… Als wij, levensgenieters volgens
het boekje, moeten beslissen over de inhoud van onze reclameboodschappen,
worden we brave Hendriken, die alle controverse schuwen en vooral niemand tegen
het hoofd willen stoten. De bedrijfswereld speelt op veilig, de reclamejongens
doen aan zelfcensuur, met als resultaat gedrochten die niet om aan te zien
zijn. De reclamewereld zal de grootsprakerigheid en branie van Wim Schamp
missen.

U mag het gerust weten, ik heb gisteravond
geschampt op de gebrekkige kwaliteit van onze reclame.



Studio De Stad

Radio en Televisie Posted on wo, oktober 29, 2014 12:01:26

Op twintig december van vorig jaar werd de
radiomicrofoon voor de neus van Ruth Joos weggegrist, omdat overijverige marketeers
aan de hand van grafiekjes wilden bewijzen dat Radio 1 moest verjongen of
populairder worden of verbreden of meer out-of-the-box radio moest gaan maken
of welke term daar verder toen ook op gekleefd werd om indruk te maken op de
directie van de openbare omroep.

Weg met Joos
was ook lange tijd weg met Ruth. Ze ging voor Canvas werken, zo klonk het in
een persbericht, en daar moesten we het een hele poos mee stellen. Meer dan
tien maanden om precies te zijn, want sinds maandag is Ruth Joos tijdelijk
terug als presentatrice van Studio De
Stad
, een concept dat werd uitgedokterd voor deze ‘Week van de Stad’.

Lang is er over dat concept niet nagedacht,
trouwens: zet de interviewster aan de kop van de tafel, zet vier gasten die
iets zinnigs kunnen zeggen over steden, urbanisatie, ruimtelijke ordening en dat
soort dingen twee aan twee aan de zijkanten, programmeer een lange documentaire
en praat achteraf maar breeduit. Studio
De Stad
is iets te veel praten naar mijn zin, als was het een ouderwetse
tv-uitzending uit de zwart/wit-dagen. Dan hang je af van de sterkte van de
onderwerpen (dat zit wel goed), het stellen van de juiste vragen (prima) en de
verbale kracht van de aanwezige gasten (mmm, dat kon beter).

Los van politieke voorkeuren: als je een
bevlogen burgemeester als Daniel Termont bezig hoort en je krijgt de dag nadien
het nietszeggende gewauwel van onze nieuwe minister-president-notaris, dan is
dat contrast wel bijzonder groot. Er hadden ook wat meer zelf gedraaide filmpjes
in mogen zitten en niet alleen reportages uit het archief, waarop nog altijd
dat label ‘rijkgevuld’ rust. Nu lijkt deze programmareeks net iets te veel low budget om hip te zijn. Studio De Stad werd vast niet bedacht
door één of andere marketeer die Canvas per se wil verjongen of populairder
maken of verbreden of meer out-of-the-box laten programmeren of zoiets, dacht
ik na de tweede uitzending.

Al waren de twee documentaires tot nog toe
zeer relevant: over de gedaanteverwisseling die de Colombiaanse hoofdstad
Bogotá onderging onder twee eigenzinnige en visionaire burgemeesters, en over
de verschrikking van suburbia in het
voorstadje Evergreen, ergens in Canada, maar het had net zo goed in de
Verenigde Staten kunnen zijn.

Ik wil die langere studiogesprekken ook niet
meteen afschieten: soms is het een verademing om een bevlogen en vlot pratende
deskundige een lange uitleg te horen geven over een bepaald onderwerp. Dat mis
ik tegenwoordig vaak in Terzake en Reyers Laat, waar gasten nauwelijks nog
de tijd krijgen om hun zegje te doen en waar alles ondergeschikt is aan het
Heilige Format.

***

Mocht u zich vooraf hebben afgevraagd of de
warme stem van Ruth Joos in een dragende rol op televisie stand zou houden: het
antwoord is volmondig ‘Ja’. Ze doet dat goed. De volzinnen komen er even vlot
uit voor de camera als in de veiligere omgeving van de
radiostudio. In die zinnen maken sommige woorden nog altijd een elegante
koprol alvorens ze net voor het punt of het vraagteken netjes weer met beide
voeten op de grond belanden. Die taalrijkdom, die haar middagprogramma op de
radio nog net iets beluisterbaarder maakte, etaleert ze ook op tv. Dat is een verademing in tijden van oprukkend verkavelingsvlaams.

Als kijker kan je alleen maar hopen dat dit
slechts een begin is en dat het nieuwe netmanagement van Canvas Joos vanaf nu
volwaardig zal inschakelen als anker van fijne praatprogramma’s, waarin het
eindelijk nog eens over iets mag gaan.



Euthanasiesong

Radio en Televisie Posted on di, oktober 28, 2014 11:58:28

Ik had graag de beleidsnota van Sven Gatz
grondig doorgenomen alvorens er een standpunt over in te nemen, maar helaas
vindt een kat haar jongen niet terug op de site van de Vlaamse regering en heb
ik de bewuste nota dus niet kunnen ontdekken. Ik zal het dus moeten doen met
wat er vandaag in de pers over verschenen is.

Ik verslikte me in mijn koffie toen ik las
welke toekomst de nieuwe Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
voorbehouden ziet voor de openbare omroep. “De VRT moet de komende vijf
jaar nog meer bijdragen tot culturele vernieuwing en een culturele fierheid in
Vlaanderen”, zegt Gatz onder meer, waarbij hij moet gedacht hebben: laat
me er just for fun ook eens een
gallicisme in verwerken (“fierheid” komt van het Franse
“fierté”, in het Nederlands hoort dit “trots” te worden).
Terwijl de huidige beheersovereenkomst nog twee jaar en twee maanden doorloopt,
maar wel vrolijk met voeten getreden wordt door het beleid, is Gatz van oordeel
dat entertainment en sport niet meer tot de kerntaken van de VRT behoort.
Alleen cultuur en informatie zouden volgens hem nog mogen overblijven als core business.

Geen ontspanningsprogramma’s meer op de VRT?
Toch wel, maar alleen als ze een maatschappelijke meerwaarde hebben,
“bijvoorbeeld door moeilijke en soms controversiële thema’s toegankelijk
en bespreekbaar te maken voor het grote publiek”. Hoe ziet de heer
minister dat dan vertaald in programma’s? Vlaanderen
Racismeland
? Ook getest op
allochtonen
? FC De Seksisten?
Euthanasiesong
? Ik probeer het me voor te stellen, maar dat gaat moeizaam.
Het lijkt wel een nieuwe zoektocht naar de heilige televisiegraal, na de
jarenlange poging om een toegankelijk, vlot en door de kijkers massaal gesmaakt
boekenprogramma te maken. (Wat niet gelukt is en nooit zal lukken!)

Niet dat ik Gatz niet begrijp. De oude BRT,
met zijn paternalistische “Wij weten alles beter”-attitude, moest
halfweg de jaren negentig plaats ruimen voor een totaal andere visie, in eerste
instantie opgelegd door de overheid, in casu toenmalig mediaminister Eric Van
Rompuy (CVP), waarbij de BRT de Vlaamse
Radio en Televisie-omroep moest worden en het bereiken van voldoende kijkers
relevant werd. De slinger ging helemaal de andere kant op: van een clubje
betweterige, gezagsgetrouwe ivoren toren-denkers werd de openbare omroep een
vereniging van professionele cijferfetisjisten en marketeers. Cultuur werd
verwaarloosd, entertainment opgewaardeerd, de portefeuille van sportrechten
flink uitgebreid. Ja, er werd flink overdreven in die populairiteitsoefening.

De minister heeft dus een punt: de VRT moet
meer lef tonen, durven innoveren, moeilijke programma’s voor een kleiner
publiek maken, zonder daarom te vervallen in Container-achtige toestanden, waarbij de makers elke week een
vreugdesprongetje maakten omdat er weer enkele duizenden kijkers hadden afgehaakt
na het uurtje geestelijke masturbatie. Alleen vergeet de minister even dat de
kijkcijfers ook voor een stuk opgedrongen werden door zijn voorgangers. Ze staan prominent vermeld in de beheersovereenkomst (dat vodje papier, weet u wel).

Gatz wil dat de VRT ook inzet op
digitalisering en innovatie, “toekomstgerichter wordt”, “zich bij
de tijd houdt”. Ergens las ik zelfs de term ‘visionair’. Mooi, maar ook
intellectueel oneerlijk. Aan de ene kant moet de VRT tegen 2019 39 miljoen euro
besparen; alleen al voor volgend jaar wordt die oefening op 22 miljoen geschat. (Faut le faire, want volgend jaar loopt
de beheersovereenkomst 2012-2016 nog door, dit is dus niet meer of niet minder
dan contractbreuk!). Die besparingen zullen zich zeker ook laten gevoelen op
het domein innovatie, waar de VRT een apart budget voor had voorzien, dat nu
nagenoeg volledig geschrapt zal worden. (Ergens zal er nu wel iemand opspringen
om te zeggen dat je voor creativiteit en innovatie geen geld nodig hebt, alleen
goede ideeën…)

Aan de andere kant hebben de voorgangers van
Gatz, en dan met name ene Geert Bourgeois in de periode dat hij voogdijminister
van de VRT was, net een rem gezet op die innovatie. De plannen van de
‘visionaire’ CEO Tony Mary werden weggelachen en de man moest na een bitsige
strijd met de politiek opstappen, waarna de stoelendans der CEO’s begon. Ingenieur
Dirk Wouters kwam, een man die qua onbekwaamheid zijn gelijke niet kende,
vertellen bronnen aan de Reyerslaan me. Het vleesgeworden Peterprincipe. Tussendoor
werd Piet Van Roe nog een paar keer uit pensioen teruggeroepen. Dan werd Sandra
De Preter aangesteld, over wie de meesten op de VRT zeer enthousiast waren,
maar zij viel helaas door ziekte uit. Daarop werd de vroegere financiële
directeur Willy Wijnants tegen zijn zin kortstondig uit pensioen teruggeroepen.
En nu werd oudgediende Leo Hellemans aangesteld als gedelegeerd bestuurder,
maar die gaat zelf over anderhalf jaar al met pensioen. Continuïteit: zero, met
dank aan de kortzichtige politiek.

Tot slot nog iets over sport, toch een
stokpaardje van me. Ik vind dat populaire sporten wel degelijk op de openbare
omroep thuis horen. Dank zij de VRT heeft de rijke Vlaamse wielertraditie zich
weten handhaven. Je kan dan wel meewarig doen over al die veldritten en
tweederangskoersen op tv, maar zonder die uitzendingen zouden de meeste van die
wedstrijden op sterven na dood zijn, of al verdwenen. Als de VRT niet meer de
rechten zou kopen op EK’s en WK’s Voetbal of op Olympische Spelen, moesten we
met zijn allen tegen betaling achter een decoder op zoek gaan naar die
evenementen, omdat ze voor de bestaande commerciële omroepen een onverantwoorde
investering vormen.

Kortom, Sven Gatz heeft gelijk dat hij
bepaalde accenten wil leggen op méér cultuur en véél informatie, maar hij houdt te weinig rekening met de context.
We hebben allemaal graag een mini-BBC tot het erop aankomt om daarvoor de
middelen ter beschikking te stellen. Alle partijen, behalve misschien Vlaams
Belang, prevelen over “een sterke openbare omroep” en vergeten
vervolgens dat koken geld kost, ook al gaat het dan om dagelijkse kost. Wat me
vooral angst inboezemt, is dat de huidige samenstelling van de regering nefast
kan zijn voor de VRT: er zit heel veel rancune in de politiek en de drie
partijen in de (centrum)rechtse Vlaamse regering hebben vanuit het verleden nog
een appeltje te schillen met wat zij al meer dan veertig jaar beschouwen als een ‘rode burcht’ en de ‘linkse VRT’. Er een
nichezender van maken waarover men over vijf jaar kan zeggen dat hij toch niet
zo populair is en het daarom met nóg minder middelen kan stellen, is in mijn
ogen een reëel gevaar.

Ik wens mijn vrienden en ex-collega’s op de
Reyerslaan veel goede moed. De wintertijd is aangebroken en zou wel eens vijf
volle jaren kunnen duren.



Alles uit de kast

Radio en Televisie Posted on ma, september 29, 2014 12:36:42

Heeft u ooit al van de marathon van Oostende
gehoord? Ik tot gisteren om een uur of twee ook niet. Toen viel een nazomers
uitstapje naar de Belgische/Vlaamse/Wereldkust, en dan meer bepaald de
koningin/presidente der badsteden, in de Noordzee/Mer du Nord omdat er nergens
parkeerplaats te vinden was. Kom je als Antwerpenaar eens op de Parking, blijkt
ook dat laatste een leugentje te zijn, wegens ‘Vol’. Aangegeven in knalrode
letters. Vol is vol.

Het was vervelend voor onze geplande
activiteit, maar goed voor mijn aardrijkskundige kennis. Zo leerde ik dat
Oostende ongeveer halfweg onze kustlijn ligt en dat je een afstand van 31
kilometer niet in een half uur overbrugt. Gelukkig wachtte aan het eind van de
rit de beloning in de vorm van twee bollen roomijs van de Glacier de la Poste
in Knokke. Onderweg kon ik dan totaal onverwacht toch nog het WK wielrennen op de weg en AA
Gent-Lokeren op de radio volgen.

Prima verslaggevers bij Sporza Radio, daar
niet van, maar op de duur kwam de beeldspraak mijn oren uit. Wijlen Jan Wauters
gebruikte ook soms metaforen om situaties te schetsen of om net na een
opwindende spelfase terug te blikken op wat hij net gezien had (en wij niet).
Dat was pure poëzie, zeker als je er ook nog dat unieke timbre en die haast
plechtige voordracht gratis en voor niets bij kreeg.

Tegenwoordig zit de beeldspraak al in het
rechtstreekse commentaar bij pregnante fasen in de wedstrijd. Tussen Oostende
en Knokke, op die ellendig lang lijkende kustweg, waar je voortdurend wordt
geconfronteerd met nieuwe snelheidslimieten, van 50 over 70 tot 90 en terug,
kreeg Sporza mij bijna op de kast. Of toch op het dak van de auto, want die
kast is denkbeeldig.

Doelman X “haalde alles uit de kast”
om een bal te pakken. Ik beeldde me in hoe hij, vlak vóór de wedstrijd,
enigszins nerveus omdat de belangen groot waren en de tribunes vol zaten, nog
een keertje checkte of hij wel al het nodige uit zijn locker had gehaald: een paar keepershandschoenen,
scheenbeenbeschermers, enkelverband, veiligheidstape voor rond zijn vingerkootjes,
een petje tegen de laaghangende septemberzon, voetbalschoenen, het zakje met de
reservehandschoenen en het flesje water. Dat was voor mij ‘alles uit de kast
halen’. Bleek het in werkelijkheid om een uitstekende redding tijdens de
wedstrijd te gaan.

Even later werd er medegedeeld dat er veel
‘afval in het spel’ van ploeg A zat. Opnieuw ging mijn fantasie met me aan de
haal. Ik zag een volgepropte vuilniszak voor me, die al een beetje begon te
stinken door de restanten van dat stoofvlees dat al een eind voorbij datum
bleek te zijn, en de vuilkar zou pas vier dagen later passeren. Wat nu gedaan
met dat afval? In sportjargon betekent ‘afval’ dat er niet goed gespeeld wordt,
dat de bal vaak verloren wordt aan de tegenstander, dat de passen en voorzetten
niet aankomen.

Maar goed, ploeg A wist intussen al dat het
‘het geweer van schouder moest veranderen’. Voetbal in een oervlaamse stad in
het jaar 2014 en toch kwam de Eerste Wereldoorlog ook even piepen. In zijn
sjofel uniform verplaatste de soldaat zijn versleten schiettuig van zijn
rechter- naar zijn linkerschouder. Oorlogstaal en Voetbal, dat gaat goed samen,
daar houden we van. ‘Voetbal is oorlog’, jazeker meneer Michels, u haalt alweer
uw gelijk. Ploeg A moest dus eigenlijk tactisch bijsturen en anders gaan
spelen.

Er werden verder ook nog ‘hoge horden’
genomen, er stonden spelers te ‘molenwieken’, enfin er gebeurde van alles
binnen de ‘groene rechthoek’, op één ding na: er werd niet meer simpelweg tegen
een bal getrapt. Een doelman redt niet meer spectaculair, hij haalt alles uit
de kast. De middenvelders geven geen slordige passen meer, neen, ze hebben
afval in hun spel. Een andere tactiek toepassen is zó passé, nu moet je het
geweer van schouder veranderen. Ontevreden je armen in de lucht steken doe je
vandaag ook al niet meer: je molenwiekt.

En dan mogen we nog blij zijn dat Franky
Vercauteren uiteindelijk toch niet is teruggekeerd naar de vaderlandse
competitie of we hadden achteraf nog een uitleg over ’te weinig beschikbaarheid’ gekregen ook. Beeldspraak is slechts een hulpmiddel om een toestand visueel te
verduidelijken, bloemrijker voor te stellen dan hij is of te versterken, maar
onze taal is rijk genoeg om er niet constant een loopje mee te moeten nemen.
Gewoon is vaak al gek genoeg.

Als een commentator voortaan alles uit de kast haalt, hoop ik dat daar een boekje ‘Hou het simpel’ tussen ligt.



VRT en VTM hebben elkaar nodig

Radio en Televisie Posted on wo, augustus 13, 2014 12:09:09

In de uitgelekte besparingsplannen van de
nieuwe Vlaamse regering zit onder meer een luikje openbare omroep. De VRT moet
het de komende vijf jaar, de legislatuur van Bourgeois I, met 27 miljoen euro
minder doen. Ach, roepen de tegenstanders van een sterke openbare omroep, dat
mag wel eens: 300 miljoen euro is ontzettend veel als dotatie. Meestal wordt
daar dan tussen haakjes ’12 miljard oude Belgische franken’ aan toegevoegd om
het nog indrukwekkender te doen klinken. En uiteraard mogen de reclame-inkomsten niet ontbreken in de optelsom.
De posten ‘radioreclame’ en ‘boodschappen van algemeen nut’ zijn samen nog eens
goed voor 70 miljoen.

Driehonderd zeventig miljoen euro, daar kan je wel een zender mee runnen, me dunkt. Vooral op de opiniepagina’s van De Standaard werd de jongste dagen geopinieerd dat het een lieve
lust was, daar dienen die pagina’s tenslotte voor. “Waarom pompen we elk jaar honderden miljoenen euro in publieke
radio en televisie, terwijl we dat niet doen voor andere media of
cultuurdragers?”, bond mijn ex-collega Luc van Doorslaer (omdat hij zo’n
fijne kerel is schrijf ik die ‘van’ op zijn verzoek zonder hoofdletter) de kat
maandag de bel aan.

Professor Marc Hooghe reageerde dinsdag:
“In landen waar de openbare omroep zwak staat, is de politieke kennis van
de bevolking beperkter, is er meer politiek wantrouwen en krijgen populistische
en racistische partijen meer kansen.” Het kwam hem op hoongelach en hevige
kritiek te staan, die je kan samenvatten in één vraag: brengt VTM dan geen
volwaardig nieuws misschien, meneer de professor?

Vandaag is er de onvermijdelijke Cas Goossens
om zijn al even onvermijdelijke adagium “To make good programmes popular
and popular programmes good” nog eens vanonder het stof te halen, wat voor hem de hoofdopdracht van een openbare omroep is. Goossens was
twintig jaar lang redactiesecretaris en rechterhand van toenmalig
administrateur-generaal Paul Vandenbussche, in de tijd dat de VRT nog BRT
heette, de grote baas van dat machtige instituut nog niet CEO werd genoemd en
de man aan de top een partijkaart had, zeer gezagsgetrouw was en danste naar het pijpen van het CVP-partijbureau.
Tussen 1986 en 1996 was Goossens zelf administrateur-generaal, al kennen de
meesten hem vooral als personage in Het
Leugenpaleis
. Hij kent de VRT dus, heeft bij wijze van spreken dat spuuglelijke gebouw aan de Reyerslaan steen per steen gebouwd. Hij mag er een mening over hebben.

Vanuit de top van de VRT zelf werd er vooralsnog niet
gecommuniceerd, alleen voorzitter van de raad van bestuur Luc Van den Brande reageerde op zijn Vandenbrandes: enerzijds, anderzijds, ja, neen, en verwacht vooral geen helder antwoord. Alleen de vakbonden roerden zich: er werd nog net niet gedreigd
met acties. En de ACOD-VRT voerde terecht aan dat de huidige vijfjarige
beheersovereenkomst (2011-2016) nog tweeëneenhalf jaar doorloopt. Nu financieel
ingrijpen zou neerkomen op contractbreuk. Heeft u dat genoteerd, meneer de minister-president en meneer de minister van cultuur en media?

***

Is er op de VRT te veel entertainment te zien?
Werkt de VRT marktverstorend? Zou het Vlaamse audio-visuele medialandschap met
een zwakke of zelfs afwezige VRT de onwetendheid van de bevolking vergroten? Is
de VRT nodig? Moet de VRT inleveren wanneer andere geledingen van de Vlaamse
samenleving dat ook moeten doen?

Zoek niet naar de antwoorden: ’t is vijf keer
volmondig ‘Ja!’.

Decennialang wilde de monopolistische
Belgische Radio en Televisie het Vlaamsche volk slimmer maken. Geen geweten
schoppen, dat mocht dan weer niet van de CVP. Maar wel aan volksverheffing
doen. Met als gevolg dat die Vlaming op de duur massaal overliep naar den Ollander, waar hij wel kon kijken naar vluchtig entertainment als Eén van de Acht of De Berend
Boudewijn Quiz
. (Of de Barend Servet
Show
, maar dat was dan voor de geniepigaards). In 1996 kwam er een nieuwe
wind: weg met de BRTN die veel te weinig Vlamingen beroerde, er moesten
toegankelijkere programma’s gemaakt worden en er werden streefcijfers opgelegd.
Onder nieuwe CEO Bert De Graeve en adviseur Aimé Van Hecke ging de BRTN
verbreden en verbreden en verbreden en… De naam werd VRT, VTM werd
cijfermatig geklopt en het accent werd verlegd naar verbreding (of heb ik dat
al gezegd?). Ja, er is vandaag te weinig evenwicht tussen informatie, educatie
en recreatie, de drie pijlers uit de initiële opdracht van de openbare omroep.

Natuurlijk haalt de VRT geld uit de markt, dat
misschien anders naar de anderen zou gaan, de commerciëlen. Al is dat nooit
echt bewezen: een adverteerder die al actief is op VTM en VIER zal daarom niet
meer gaan uitgeven bij die zenders, als de reclame op de VRT helemaal verboden
zou worden. Anderzijds biedt het de VRT wel meer mogelijkheden. Zeventig miljoen euro meer, om precies te zijn. Ja, de VRT
werkt gedeeltelijk marktverstorend.

Ik ben ervan overtuigd dat zonder sterke,
relevante VRT, met een nieuwsdienst die ze ons in het buitenland benijden, de
concurrentie minder inspanningen zou doen om zelf ook kwalitatieve
nieuwsuitzendingen te blijven maken. Zonder VRT zou die concurrentie zich zelfs
tot het uiterste minimum beperken. Nieuws en duiding brengen geen centen in het
laatje: de uitzendingen mogen niet onderbroken worden voor reclame, er is veel
personeel voor nodig om de programma’s te maken, op de uren dat er nu nieuws en
duiding zit kunnen er geen goedkopere en wellicht zelfs populairdere formats
worden geprogrammeerd. Waarom zouden VTM en, in veel mindere mate, VIER nog
investeren in duur nieuws, als de VRT er niet meer zou zijn of een nichezender
zou zijn geworden? Ja, een zwakke VRT zou ook betekenen dat de burger minder
geïnformeerd is en wantrouwiger zou staan tegenover politiek, om maar iets te
noemen.

Als het aan Open VLD’er Bart Tommelein ligt, mag de VRT
flink inkrimpen, en dan mogen we nog blij zijn dat eeuwige VRT-criticus Carl Decaluwé zich een paar jaar geleden heeft teruggetrokken in het West-Vlaamse gouverneurshuis of we zouden ook uit die hoek krimpscenario’s te horen krijgen. Anderen zullen in stilte hopen op een uitdoofscenario. Het
doet me denken aan de jaren vóór de commerciële televisie, toen ik nog bevlogen
(maar absoluut niet meer te lezen!) teksten pleegde tégen de komst van de
commercie op radio en tv, al was het maar om Dirk Verhofstadts Het einde van het BRT monopolie te
counteren. Nu lach ik daar, in het beste geval, even mee, want die verloedering
is er zeer zeker niet gekomen. Een beetje verkleutering, ja, dat wel. Maar
zonder VRT zou het allemaal nog veel banaler en platter worden. Ja, de VRT
blijft nodig.

De dotatie van de Vlaamse openbare omroep is
zeer hoog, zegt men. ‘Men’ zou eens moeten vergelijken met andere openbare
omroepen: niet de absolute getallen, maar de relatieve. Hoeveel krijgt de VRT
per Vlaming om radio, televisie en andere media te maken? Blijkt dat de VRT niet eens in
de Europese Top 10 staat. Zelf pleit ik al sinds begin jaren tachtig voor een
hógere dotatie, geen lagere. En schrap dan gerust die reclame-inkomsten, zodat
de concurrentie niet meer kan zeuren over verstoring van de markt. Alleen: ’t
is crisis. Bourgeois en kornuiten moeten op vijf jaar tijd 8 miljard euro
beknibbelen op de begroting. Ja, dan zal ook de VRT maar moeten inleveren zeker?

***

De openbare en commerciële omroepen hebben
elkaar nodig. Om elkaar beter, scherper, alerter te maken. Om de Vlaamse
beeldindustrie te stimuleren. Om een gevecht te leveren voor de kijker, waar
die kijker zelf beter van wordt. (Niet altijd, jammer genoeg, maar ik ben er zeker
van dat er zonder die concurrentie veel minder goede programma’s zouden worden
gemaakt.)

Zonder de VRT zou met name VTM minder actief
zijn in de actualiteitsbranche. Programma’s zouden goedkoper worden, in beide
opzichten van dat woord. De VTM-nieuwsdienst zou uit een handvol reporters
bestaan, die zich zouden toeleggen op faits
divers
en andere familiedrama’s. Het buitenland zou het verre buitenland
zijn, alleen goed om in oorlogstijden mee bezig te zijn. Goedkope buitenlandse
formats zouden het altijd halen op duurdere voorstellen uit eigen streek.

Zonder de VTM zou de VRT nog altijd hermetisch
bezig zijn, met het verkeerde idee dat volksverheffing gelijk staat aan
moeilijk doen en de kijker/luisteraar zoveel mogelijk negeren. In Het Journaal zouden nog altijd
ellenlange brokken interviews met zelfgenoegzame politici zitten die hun
verhaal klakkeloos mogen afdreunen, alleen af en toe onderbroken door een
zeldzaam kritische journalist (die dan prompt de banbliksems van de
partijbureaus over zich heen zou krijgen, wegens té scherp of net niet scherp
genoeg). De kijkcijfers zouden één keer per maand bekeken worden en dan met
veel dédain in de prullenmand gesmeten.

De VRT en de VTM hebben elkaar nodig, al geven
ze dat liefst niet in het openbaar toe. Er is vaak stevige kritiek op de
uitzendingen op onze radio- en televisiezenders, niet zelden is die ook
volkomen terecht (het kan allemaal nog zoveel beter!), maar zonder de huidige
concurrentie zouden we er veel erger aan toe zijn. We zouden ofwel overstelpt
worden met het allerplatste entertainment, ofwel met zijn allen naar den Ollander kijken.

Laten we die zegeningen koesteren en hopen dat
het straks nog meevalt met die besparingsrage.



« VorigeVolgende »