Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Delhaize

Economie Posted on vr, juni 13, 2014 13:27:40

Net voor ik met vakantie vertrok liet ondernemer Wouter
Torfs op Twitter een stevig ballonnetje op om federaal een centrumrechtse
regering te vormen. Meer dan vijfhonderd retweets later kopte VOKA-man Jo
Libeer de voorzet graag binnen in de studio van Terzake. Ondernemers in dit land dromen van een regering met N-VA,
N-VA en N-VA. Omdat er echter maar één N-VA is, zelfs alleen maar aan Vlaamse zijde, mag dat ook CD&V en Open
VLD zijn, aangevuld met MR en CdH, maar vooral niet sp.a en nog veel minder PS. En dus roerden ze zich
quasi unisono in een debat dat er voordien geen was.

Nog los van de bedenking dat het nog niet zo zeker is dat
een rechtse of centrumrechtse regering garant staat voor slimmere en op lange
termijn meer renderende beslissingen op economisch vlak, laat staan op sociaal-economisch niveau, is het opmerkelijk
dat de anders zo stille ondernemers zich nu in de discussie mengden om
informateur Bart De Wever te steunen. Dat deden ze trouwens ook al, zij het
toch iets discreter, tijdens de verkiezingscampagne.

Ik vroeg me toen af waar die ondernemers in 2008 waren, toen
een stel gewetenloze speculanten de financiële sector onderuit schoffelden.
Welke ondernemers hoorde je de winstzucht van de gretig grabbelende bankiers
aanklagen? Ik kreeg prompt een vracht aan tweets over me heen. Genre: wat denk
jij wel dat je mag schrijven over Vlaamse ondernemers, stukje journalist?

Vandaag stel ik opnieuw een in mijn ogen pertinente vraag: waar blijft de stem van
de ondernemers om de knoeiboel bij Delhaize aan te klagen?

***

Eén op zes werknemers zal daar binnenkort te horen krijgen
dat ze moeten opstappen. In het beste geval gaan ze met (vervroegd) pensioen en
worden ze niet vervangen, in het slechtste geval volgt er een naakt ontslag.
‘Naakt’ is een goede woordkeuze, want als ontslagen werknemer sta je in je
blootje. Onbeschut tegen de gigantische hagelbol die net op je hoofd is beland.

Delhaize is een typisch voorbeeld van een bedrijf dat te
groot leek om onderuit te gaan, zoals dat ook werd gezegd van de grote banken
in het najaar van 2008. Mastodonten van bedrijven die arrogantie aan
machtswellust koppelen, die zich wentelen in ongeneeslijke zelfgenoegzaamheid
en die verblind door een schitterend verleden niet wakker liggen van een
onzekere toekomst. “Wie kan er ons wat maken?” Dat toontje.

In de loop van de voorbije jaren werd het zakenmodel van
Delhaize getorpedeerd, waarop het bedrijf zich begon te gedragen als een
angstige cowboy die in een donkere stal wordt aangevallen door een kudde
balorige runderen. Ze begonnen in het wilde weg te schieten in alle richtingen,
af en toe raak treffend, meestal het doel missend. Het ooit zo geroemde model
van Delhaize – topkwaliteit aan scherpe, maar zeker niet goedkope prijzen – werd verlaten. In de plaats
kwam een marktstrategie om alles tegelijk te willen doen op alle denkbare
plekken. Een angstige cowboy, inderdaad.

Delhaize had beter een voorbeeld genomen aan Colruyt. Al
sinds mensenheugenis werkt dat Halse bedrijf van de gelijknamige familie met
dezelfde slogan: “Goedkoopste prijzen in voeding”. Niet meer, niet
minder. Als je in een straal van tien kilometer rond een Colruytvestiging een
product vindt dat goedkoper is en je meldt dat spontaan aan Colruyt – als de
geranten dat zelf al niet ontdekt hebben! -, wordt de prijs aangepast. 9,99
euro bij de concurrent? 9,95 bij Colruyt! Saaie winkels, naakte betonnen vloeren en
plafonds, spuuglelijke metalen rekken, dat is het beeld dat je van Colruyt
hebt, maar de consument ligt daar niet wakker van. Hij gaat naar Colruyt omdat
hij weet dat je er het goedkoopst merk- en andere producten kunt kopen.

Ik heb ooit voor een dochterbedrijf van Colruyt gewerkt,
Dolmen Computer Applications. Ik ging er na bijna zes jaar weg omdat ik de bedrijfscultuur, als
jonge dertiger, te weinig creatief vond. Een beetje verstikkend zelfs. Later is
mijn respect voor de groep Colruyt en hun hardnekkig vasthouden aan de
bedrijfsfilosofie alleen maar gegroeid. Succes betekent vaak: de beste worden
en blijven in jouw niche en niet per se op alle terreinen willen domineren.

Ook Aldi, Lidl en Albert Heijn hebben een even simpel als
doeltreffend zakenmodel. GB had dat ooit ook, als toenmalig marktleider, maar
werd voorbijgestoken door alertere directeurs van concurrerende bedrijven.
Carrefour kwam in de plaats en ondervindt eveneens hinder van dat onduidelijke
imago.

Delhaize had wél een goed omlijnd imago: groter, comfortabeler, gezelliger, meer
keuze, topmerken, iets duurder. Moet kunnen. Waarom moet je per se de
goedkoopste zijn als er al één Colruyt is die dat consequent toepast? Wees
anders, val op, spring eruit. Om het met een andere sector te vergelijken:
Apple viel halfweg de jaren tachtig op met de introductie van de Macintosh, een
computer die anders was, gebruiksvriendelijker, toegespitst op de gebruiker
(terwijl de personal computers er tot dan toe vooral leken te zijn voor en door
techneuten). Maar ook: een pak duurder. Steve Jobs werd de laan uitgestuurd en
de nieuwe directie, geleid door een CEO die afkomstig was van Pepsi Cola, wilde
plots goedkopere, lelijkere computers slijten. ‘Dozen verkopen’, zoals dat soms
smalend wordt genoemd. Gevolg: dalend marktaandeel, diepe crisis in het
bedrijf. Tot Jobs terugkeerde en van Apple opnieuw een topmerk maakte. Met
dure, mooiere, gebruiksvriendelijkere producten.

Moraal van het verhaal: verloochen jezelf niet. Stuur bij
waar nodig, pas je aan de nieuwe marktsituatie aan, maar behoud je identiteit,
anders besta ja niet meer.

***

Negentien miljoen euro werd er vorig jaar door Delhaize uitgekeerd
aan vertrokken managers, lees ik. 19 miljoen. Diezelfde managers – waarvan er
dan blijkbaar nog veel te veel soortgenoten rondlopen in het bedrijf – zitten
ondertussen elders, waar ze hun mislukte recepten zullen toepassen op nieuwe
slachtoffers. Het gelach is voor hen, het gelag wordt betaald door de werknemers
en ook wel door de directeurs die na hen komen en verplicht worden om
draconische maatregelen te nemen omdat hun voorgangers dat jarenlang hebben
nagelaten.

Ik pleit ervoor om bonussen pas uit te keren op een moment
dat duidelijk wordt dat managers het waard zijn. Niet onmiddellijk na hun
vertrek, maar bijvoorbeeld één of twee jaar later, wanneer hun erfenis helder
is. Hebben ze het verdiend? Met andere woorden: is het bedrijf beter, rijker,
sterker geworden dank zij hun doortocht? Keer dan die rijkelijke bonus gerust uit,
desnoods met een toetje erbovenop. Blijkt het bedrijf er een pak slechter aan
toe dan voor hun komst of kan worden aangetoond dat ze de boel in het honderd
hebben laten lopen? Geen bonus of een symbolisch bedragje, met nadruk op het verkleinwoord.

Ja, toch? Waarom zouden we onbekwame figuren belonen? Het
spijt me voor de vergelijking, maar nu lijkt het wel alsof je dieven beloont
omdat ze net je zaak geplunderd hebben. Dit is de omgekeerde wereld.

Ik weet het, mijn methode zou een aantal zakenadvocaten rijker
maken, maar het zij zo. De graaicultuur moet ergens ophouden. Waarom niet door zo
objectief mogelijk de reële kwaliteit van het geleverde werk te meten, in
plaats van blind de contractueel afgesproken bedragen uit te keren, ook als de
manager in kwestie er een zootje van gemaakt heeft?

***

Ondernemers, laat ook nu jullie stem horen. Klaag de gang
van zaken bij Delhaize aan, want hoe je het ook draait of keert, in de
perceptie is dit voor vele buitenstaanders symptomatisch voor wat er in de
bedrijfswereld gebeurt. Terwijl er zo veel capabele, geïnspireerde, gedreven
ondernemers zijn in dit land, mensen die met bloed, zweet en tranen een kleine
of grotere zaak hebben opgestart en daar alle respect voor verdienen.

Komaan, Wouter Torfs, wees niet bedeesd om de graaicultuur
van management en aandeelhouders bij Delhaize aan te klagen. Allez, Jo Libeer,
kop ook die voorzet makkelijk binnen. Wat is er mooier dan scoren tijdens het WK Voetbal?



“Show me the jobs!”

Economie Posted on di, mei 27, 2014 12:53:34

Het was er met de drukte van de verkiezingsuitzendingen die
ik de voorbije week mocht presenteren op de Oost-Vlaamse regionale zender TV
Oost nog niet van gekomen, maar nu wil ik toch nog even een paar puntjes op i’s
zetten wat het standpunt van de N-VA, de grote winnaar van de verkiezingen,
over werklozen betreft.

Begin vorige week had voorzitter De Wever in dialoog met zes
Het Laatste Nieuws-lezers het vuur
aan de lont gestoken, met zijn stelling dat iedereen met een goed cv makkelijk
werk kan vinden in dit land. Alleen een student durfde hem in dat gesprek tegen
te spreken. Er kwam wel een mediatieke rel van, die door Siegfried Bracke nog
werd aangewakkerd met zijn stelling dat de vakbonden profiteren van het systeem
met de uitkeringen.

Later op de week bleef N-VA hameren op dezelfde nagel. In
een opmerkelijk filmpje, De beestige
Biezeveldmoord
, een krakkemikkig in elkaar geflanst onding met lachwekkende
acteerprestaties van enkele kopstukken van de partij, werden twee vissende
‘doppers’ opgevoerd, die tegen Europees kandidaat Marc Descheemaecker, voor één
keer op tijd op de afspraak, vrolijk deden over hun werkloze status. “Al
achttien jaar, meneer”.

Werklozen zijn lui en niet echt op zoek naar werk, was de
onderliggende teneur. In het Vlaanderen van de N-VA zijn alle échte Vlamingen
blijkbaar succesvolle ondernemers. Nuanceren, ach, het zijn verkiezingen, dan
moet het allemaal wat bondiger en krachtdadiger. Het Laatste Nieuws spoorde zelfs een zestiger op die nooit gewerkt
had: van de wachtuitkering na zijn studies recht in de werkloosheid en daar
meer dan veertig jaar in de hangmat gelegen. Eureka, we hebben hém gevonden, de
profiteur van het systeem! Schaf het systeem af!!!

Nu ben ik er een groot voorstander van om fraudeurs en
profiteurs op alle niveaus (van de in het zwart klussende werkloze tot de sjoemelende
directeur van het internationaal diamantbedrijf) stevig aan te pakken, maar
stellen dat werklozen profiteurs zijn is al even onzinnig als poneren dat
alle zelfstandigen de fiscus oplichten of dat ondernemers alleen maar uit
zijn op persoonlijk gewin. Kort door de bocht gebeuren de zwaarste accidenten.
Niet doen, dus.

Laten we er cijfers bij halen. Eind vorig jaar registreerde
Statbel, dat deel uitmaakt van de Federale Overheidsdienst Economie en als
enige officiële statistische cijfers verspreidt, precies 416.352 werklozen:
147.045 in Vlaanderen, 171.481 in Wallonië en 97.827 in het Brussels Gewest.
Momenteel zouden dat er al enkele duizenden meer zijn, maar die cijfers vind ik niet terug bij Statbel. De Nationale Bank
spreekt zelfs van 582.000, maar daar wordt de term
‘werkloos’ ruimer geïnterpreteerd. Onze werkloosheidsgraad bedraagt
8,5%, dat is veel, maar dat valt nog enigszins mee in vergelijking met de 11,8
procent voor Europa.

Vooroordeel 1: er zijn voldoende jobs. Kan makkelijk
tegengesproken worden met die 416.352. Kortom, uitermate domme en kortzichtige
opmerking. Weg ermee!

Vooroordeel 2: er blijven veel vacatures openstaan. Volgens
de VDAB gaat dat in Vlaanderen om 45.000 per jaar, maar uiteindelijk raakt
tachtig procent daarvan toch ingevuld. Met andere woorden: voor 9.000 jobs
wordt geen geschikte kandidaat gevonden. Trek die 9.000 af van de 147.045
Vlaamse werklozen en u beseft dat er nog een flink gat gevuld moet worden. Met
die 9.000 kan je zelfs maar 22% van de Vlaamse jeugdwerkloosheid (41.000
werkzoekenden) opvangen, gesteld dat je een perfecte ‘match’ hebt tussen
vacature en werkloze. Mocht het u interesseren: de knelpuntberoepen zijn
schoonmaker bij mensen thuis, vertegenwoordiger, verpleegkundige, medewerker
van een callcenter en onderhoudsmecanicien. Doe er uw voordeel mee!

Vooroordeel 3: werklozen zoeken geen jobs. Daar bestaat geen
enkel bewijs van. Er zullen inderdaad luieriken tussen zitten, maar over welk
percentage gaat dat dan: 5%? 10%? Hoe dan ook, een minderheid, daar ben ik
zeker van, wat dan door N-VA-aanhangers wordt gecounterd met de boutade
“Iedereen kent wel iemand in zijn omgeving die weigert werk te zoeken”. Alweer
een dooddoener die nergens op slaat, tenzij er morgen iemand met betrouwbaar
statistisch materiaal afkomt dat het tegendeel bewijst. 1,01 procent van de werklozen zou momenteel de kluit belazeren. Anders gezegd: 98,99% kan niets verweten worden (of gaan we nu al zo ver dat het de schuld is van de werkloze dat hij geen werk heeft of vindt?).

Vooroordeel 4: werklozen of leefloners die één of meerdere
huizen bezitten. Zullen we er even om lachen, ja?

N-VA wil de werkloosheidsuitkering in de tijd beperken. Na
drie jaar moet de werkloze gaan aankloppen bij het OCMW. Budgettair is dat een
vestzak/broekzak-operatie, maar voor de werkloze wordt het stigma nóg groter:
van iemand die geen werk vindt wordt hij/zij van de ene op de andere dag een sukkelaar,
iemand die faalt in het leven, een marginaal. Een Mister of Miss Nobody die om
een leefloon moet gaan bedelen bij de overheid. Gezellig, hoor.

In een situatie waarbij er ongeveer even veel beschikbare jobs
als werkbekwame inwoners zijn, zou dat nog begrijpelijk klinken, maar met
416.352 werklozen niet. Het Planbureau verwacht de komende vijf jaar een
heropleving van de economie, goed voor 194.000 extra jobs. Zelfs dan blijven er
222.352 werklozen over. Stel dat het N-VA-plan wérkt en haar meest optimistische
scenario bewaarheid wordt, dan worden er nog eens 90.000 bijkomende banen
gecreëerd. Blijven over: 132.352 werklozen.

N-VA wil ook nog eens de wachtuitkering voor afgestudeerden
afschaffen. Als je jonge mensen zonder werk werkelijk wil marginaliseren, moet
je dat vooral doen. Je neemt hun de mogelijkheid van een onafhankelijk leven
af, tenzij ze direct een job vinden, wat dus niet voor de hand ligt.

Hoe lang kan en mag de N-VA deze harde statistische
werkelijkheid staalhard blijven ontkennen? Wat bezielt werklozen om vandaag op
die partij te stemmen? Een tip voor de volgende politicus die in debat gaat met
een N-VA-kopstuk over economie en werkloosheid: roep “Show me the
jobs!”. Benieuwd wat het antwoord zal zijn.



Basisinkomen

Economie Posted on di, maart 18, 2014 12:58:21

Het zijn economisch florissante tijden voor producenten van
rekenmachines in Vlaanderen. De ene na de andere partij ondersteunt haar
programma met een becijferd plan. Ik herinner me niet dat dit bij vorige
verkiezingscampagnes ook zo intensief en gedetailleerd gebeurde, maar dat kan
aan mijn geheugen liggen.

Hoe dan ook, ik vind dat goed. Het schept duidelijkheid, het
geeft de kiezer een helderder beeld van de concrete plannen na 25 mei, ook al
weet je dat niet alle rekensommen zullen kloppen en dat er bij de
coalitievorming compromissen moeten worden gesloten, waardoor de essentie van
sommige plannen dode letter zal blijven.

Waar ik minder vrolijk van word: de jacht op de werkloze is
nog maar eens geopend. Zowel de N-VA als de Open VLD willen de
werkloosheidsuitkering in de tijd beperken. Bij N-VA moet dat twee jaar worden,
gevolgd door een extra jaar met een ‘activeringsuitkering’. Daarna valt de
werkloze terug op een leefloon. Die eerste twee jaar zou de uitkering wel
aanzienlijk hoger liggen dan in de huidige situatie, dat dient vermeld. Bij
Open VLD staat er drie jaar uitkering, gevolgd door datzelfde leefloon.

Ik vind dat schrikwekkend. Na drie jaar moet de werkloze dus
aankloppen bij het OCMW om zijn/haar leefloon te kunnen bekomen. Dat klinkt
als: je bent niet langer werkloos, je behoort nu tot de bedelstaf. Technisch
klopt dat wellicht niet, maar dat is alleszins het gevoel dat je krijgt wanneer
je – als laatste redmiddel – moet aankloppen bij het Openbaar Centrum voor
Maatschappelijk Welzijn, want dan weet je gewoon dat je voor de rest van je
dagen met een stigma rondloopt. Sukkelaar. Luierik. Is voor niets goed. Alleen
daklozen staan nóg een trapje lager. Lager dan het OCMW-kantoor, dat is het
trottoir of… de goot.

Er zitten ongetwijfeld profiteurs bij de meer dan 400.000
werklozen. Maar zeker geen meerderheid. Er zitten zeer zeker valsspelers bij
die groep. Maar zeker geen meerderheid. Er zitten weinig flexibele, koppige figuren
in die club, die alleen maar werk op hún maat zoeken. Maar zeker geen
meerderheid. Niemand beschikt over exacte cijfers hieromtrent, maar je maakt
mij niet wijs dat er meer dan honderdduizend mensen zijn die ten onrechte een
beroep doen op de solidariteit van de samenleving. Ik denk zelfs nog een flink pak
minder.

***

Het is meestal niet de schuld van de werkloze dat hij/zij
geen werk heeft. De economie draait nog altijd vierkant, de staatsschuld blijft
immens groot, de loonlasten zijn inderdaad niet van die aard dat ondernemingen
zich veel aanwervingen kunnen permitteren, de politieke instabiliteit helpt ook
al niet. Maatregelen zijn dus noodzakelijk, maar waarom moet dat ten koste van
de werkloze gaan?

De werkloze is een slachtoffer, terwijl hij in die
voorstellen van N-VA en Open VLD bijna als dader wordt afgeschilderd. ‘Je vindt
geen werk binnen de door ons vooropgestelde termijn? Ga dan maar lekker naar de
‘openbare onderstand’!’ Of, als het van figuren als senator Rik Daems afhangt: ga maar
wat gratis klussen voor de gemeenschap. Versta: je kost ons geld, loser, doe maar iets terug dan!

Wees streng voor de fraudeurs, de profiteurs, de enkele
duizenden die de sociale zekerheid als een vangnet beschouwen, maar hou op met
het kleven van negatieve etiketten op mensen die hopeloos op zoek zijn naar
werk. Ik geloof ook niet in die ‘activering’ en ‘begeleiding’, waar met name de
N-VA mee schermt. Die bestaat namelijk vandaag ook al en heet Vlaamse Dienst
voor Arbeidsbemiddeling. Een ‘dienst’ die nauwelijks of niet functioneert. Als
vijftigplusser kan ik er zelf over meepraten. De overheid heeft allerlei
maatregelen genomen om ouderen opnieuw aan werk te helpen, maar de VDAB geeft
zelf toe dat ondernemingen daar geen rekening mee houden. Zinloze maatregelen, dus, in de prullenmand ermee!

N-VA en Open VLD kiezen openlijk voor de werkgevers. Dat is
hun volste recht. Maar het is een zeer eenzijdige keuze, want in een gezonde
economie zijn alle actoren even belangrijk. Aan de andere kant van het politieke spectrum
heb je partijen die de bedrijven willen kortwieken. Dat is even
contraproductief. Dit is geen of/of-verhaal, maar en/en, om in een verschrikkelijk
cliché te praten.

Werkgevers hebben werknemers nodig en omgekeerd. De overheid
heeft hen allebei nodig en vice versa. De overheid moet geen jobs creëren, maar
wel een klimaat scheppen waarin werkgevers vlot mensen kunnen aanwerven (en
liefst niet via cadeautjes als de notionele interestaftrek) en werknemers werk
kunnen vinden (en daarom niet altijd op die plekken waar ze volgens hun diploma
thuishoren). Een economie hoort flexibel te zijn, dat geldt dus ook voor
werkgevers én werknemers. En dat brugpensioen, ach, dat is helemaal een van de
pot gerukt idee, tenzij voor wie echt niet meer in staat is om te werken.

***

Even een zijstap wagen. Ik geloof voor mezelf heel sterk in
de idee dat de zin van het leven voor een stuk bestaat in zinvolle
tijdsbesteding en voor mij hoort daar werken bij. Ik wil werken, ik wil dat ook
graag tot op late leeftijd blijven doen. Tot ik niet meer kan, eigenlijk. Maar
ik geloof ook dat de mens niet op deze wereld is gezet om te werken, dat zou
iedereen voor zichzelf moeten kunnen uitmaken. Daarom geloof ik ook in het
‘recht op luiheid’, zoals de Franse socialist Paul Lafargue dat in 1880 uiteenzette. We hebben onszelf niet gemaakt, waarom zou werken dan een plicht zijn?

Persoonlijk hoop ik dat iemand eens tot in het kleinste detail
berekent wat het invoeren van een basisinkomen zou kunnen betekenen voor dit
land. Roland Duchâtelet deed dat ooit in zijn pamflettair boekje NV België, verslag aan de aandeelhouders,
dat in 1994 een heel klein beetje stof deed opwaaien. Twintig jaar later zou
het goed zijn om dit te actualiseren en, wat mij betreft, uit te breiden.

Ik heb het niet becijferd, dus kraak me niet automatisch af,
waarde lezer, maar als we nu eens elke legale inwoner van dit land een
basisinkomen zouden geven. Laten we zeggen: 1.000 euro per maand netto vanaf 18
jaar, 500 euro netto voordien. Een gezin met twee jonge kinderen zou dus elke
maand 3.000 euro netto (1.000+1.000+500+500) ontvangen. Een bejaard koppel
2.000 euro. Wie niet wil gaan werken, moet zijn plan maar trekken. Wie dat wel
wil, heeft al die 1.000 euro, die een potentiële werkgever niet meer moet
betalen, waardoor er bij hen weer ruimte vrijkomt om meer personeel in dienst
te nemen.

De werkloosheidsvergoeding zou wegvallen, net als het
huidige pensioenstelsel, waardoor dus ook de pensioenbijdrage van de werkgever
niet meer hoeft (dubbele winst dus voor bedrijven, want die moeten al minder
loon uitbetalen). Wie een extraatje wil, kan zelf een bijkomende
pensioenverzekering afsluiten. Alleen voor de échte zwakkeren, zieken en
gehandicapten, moet er een sociaal zekerheidsstelsel blijven bestaan.
Solidariteit moet een hoeksteen van onze samenleving blijven.

Utopisch? Allicht wel, ja. Het is mogelijk té duur (maar je
hebt wel het terugverdieneffect door het afschaffen van werkloosheid en
pensioen), het is controversieel en vooral: het is niet haalbaar in onze
verzuilde maatschappij. Schaf je een deel van de bestaande sociale
zekerheidspijlers af, dan schaf je meteen ook de macht van vakbonden en
mutualiteiten grotendeels af. Dat zie ik niet direct gebeuren.

Kan er toch eens iemand de rekening maken van dit schematische en summiere ideetje? Een
niet-verzuilde partij of een verlichte economische geest, ergens?



Werkpaus

Economie Posted on ma, maart 10, 2014 12:40:16

‘Alleen al wakker zijn is een aanslag op het menselijke
lichaam.’ Ik heb de uitspraak tot drie keer toe moeten beluisteren, om zeker te
zijn dat ik het wel goed gehoord had. De merkwaardige quote was afkomstig van
een Antwerpse vakbondsman die dan ook nog eens zeer toepasselijk Van Antwerpen
heette. Hij zei dit in het bekende zondagmiddagdecor van De Zevende Dag.

Alleen al wakker zijn is een aanslag op het menselijke
lichaam. Proeft u die woorden nog eens en nog eens en… hou maar op nu, het
wordt al snel te veel. Het ging over het brugpensioen, alweer, en met zijn
infantiele oneliner wilde de man van de christelijke vakbond duidelijk maken
dat werken niet gezond is. Of zoiets. En dat lánger werken zeker niet gezond
is. En dat het brugpensioen bijgevolg, in diezelfde hardnekkige syndicale
logica, een goede oplossing is en blijft.

Nu kan ik me best voorstellen dat je sommige beroepen niet
veertig jaar lang kan en mag doen, al was het maar om je fysieke en geestelijke
gezondheid te vrijwaren. Daarom zou er dus dringend meer flexibiliteit op de
werkvloer moeten komen. Maar om dan maar meteen brugpensioen op 56 of 52 of,
waarom niet zoals bij die beroepsmilitair onlangs, 23 te bepleiten is een
maatschappelijke brug te ver.

Deze samenleving verdraagt het niet langer dat gezonde
mensen vervroegd uit het arbeidscircuit stappen. Van werknemers die met hun
gezondheid sukkelen, moeten we dat wel aanvaarden. Daar dient die solidariteit
voor, die tegenwoordig zo fel onder druk staat. Wie niet in staat is om te
werken, moeten we als gemeenschap blijven ondersteunen. Punt. This is not America!

Het brugpensioen blijft tegennatuurlijk, is dat altijd
geweest en zal dat altijd blijven. Het mag alleen mondjesmaat worden toegepast,
bijvoorbeeld wanneer de werknemer niet meer in staat is om te werken of wanneer
hij door zijn gevorderde leeftijd geen werk meer zal vinden. Ik denk dan aan
tweeënzestig, niet aan 52. Op een bepaald moment ben je als werkzoekende
uitgerangeerd. Dat ligt niet aan die werkzoekende, maar aan de organisatie van
onze arbeidsmarkt. Ook zulke mensen moeten we via de sociale zekerheid
opvangen. Of je dat dan ‘brugpensioen’ noemt, maakt me niet veel uit, zo lang je dat brugpensioen niet als collectieve maatregel blijft verdedigen.

***

De vakbonden waren ooit onmisbaar. Ze hebben ertoe
bijgedragen dat werknemers niet langer straffeloos worden uitgebuit, dat er meer gelijkheid bestaat onder de werknemers, dat we geen zeven dagen op zeven voor een
habbekrats en onder erbarmelijke omstandigheden worden uitgebuit. Daarvoor
verdienen ze eeuwigdurend respect.

Ook vandaag nog blijven de bonden uitermate nuttige
organisaties, maar ze ondergraven dat nut zelf steeds meer, omdat ze in een
door en door verzuild land meer belang hechten aan hun sociaal-politieke macht
dan aan het welzijn van haar leden op middellange termijn. Ze blijven de
beproefde en succesvolle recepten uit het verleden hanteren, ook al zijn die
grotendeels achterhaald. Met een boutade zou je kunnen stellen dat vakbonden
anno 2014 doen alsof het nog 1914 is. Of, om Bob Dylan te citeren: ‘Driving 90
miles an hour down a dead end road’.

Sta me toe die vorige zinssnede uit te breiden naar de
manier waarop de gehele arbeidsmarkt functioneert, dus niet alleen de
vakbonden, maar ook de werkgevers en de overheid. Alle geledingen die betrokken
zijn bij het sociaal overleg blijven zich halsstarrig vastklampen aan oude
recepten die al minstens een kwarteeuw niet meer in voege zijn.

Bij steeds meer werkgevers hoor je de verzuchting dat die
Duitse ‘mini-jobs’ dé oplossing zijn. Versta: we willen terug naar de goedkope
werkkrachten van anderhalve eeuw geleden. Werken en zwijgen! De economische crisis is daarbij een
handig excuus. Vakbonden wijzen elke versoepeling van de hand. De overheid
staat erbij en kijkt ernaar. Het is nochtans geen mooi spektakel.

Gouverner, c’est
prévoir
, zegt een oud politiek spreekwoord. Vooruitzien doen politici al
een hele tijd niet meer. Vijftien jaar geleden had men een oplossing moeten
zoeken voor de automobielindustrie die onder zware druk staat van goedkope
auto’s uit het Verre Oosten. De crisis in de sector zal in de nabije toekomst nog vele banen kosten in het westen.
Maar men bleef, om die prachtige Duitse uitdrukking te gebruiken, kurieren am Symptom. In schoon Vlaams:
rond de pot draaien.

Ander voorbeeld: veertig jaar geleden al had de overheid moeten anticiperen
op de sluiting van de steenkoolmijnen en de staalbekkens. In plaats daarvan
werd er veel geld van de belastingbetaler in bodemloze putten gestort, die staatsschuld komt ergens vandaan. De
laatste Kempense steenkoolmijn sloot pas in 1989. De trieste taferelen van
ontredderde kompels in Beringen staan in ons collectieve geheugen gegrift. In plaats van
ander werk te creëren voor de mijnwerkers bleven overheid en vakbonden de
ellendige doodsstrijd rekken tot het onvermijdelijke bittere einde. Voor vele
mijnwerkers eindigde daar en dan hun carrière, op een absoluut dieptepunt.

Reconversie was in die jaren een vaak gehanteerd toverwoord, dat in de
harde realiteit veel te laat of helemaal niet in de praktijk werd omgezet.
Doodjammer. Waardig sterven geldt in dit land gelukkig al wel voor mensen, maar nog lang niet voor ten dode opgeschreven industrietakken.

***

Ons huidige, verstarde sociaal overleg en onze stilstaande
economische sectoren zouden iemand als Gerard Mortier kunnen gebruiken. Iemand
die met respect voor het verleden en voor de sociale verworvenheden creatieve
oplossingen zoekt voor de toekomst. Iemand die met rustige vastheid toch
keiharde beslissingen durft nemen. Iemand die vooruitkijkt, nooit stilstaat,
tegen de goegemeente in durft ageren.

Voeg daar ook een Jan Hoet aan toe, de chaoot, de durfal, de
grote smoel met het klein hartje. Nog zo iemand die inbeukte tegen het
conservatisme, tegen de reactionaire krachten van ‘rechts’ én van ‘links’ en
die soms tegen beter weten in belangrijke dingen realiseerde. Mortier en Hoet
speelden zelden of nooit op veilig, de sociale partners doen dat voortdurend.

De operapaus en de kunstpaus zijn niet meer. Van een
werkpaus hebben we hier helaas nog nooit gehoord.



Een bank achteruit

Economie Posted on za, januari 25, 2014 12:30:06

Ons kortetermijngeheugen durft wel eens gaten te vertonen,
maar memories op middellange termijn blijven probleemloos een tijdje hangen.
Bovendien: najaar 2008 is nog niet zo lang geleden dat we de crisis in de
financiële sector collectief vergeten zijn. Erger nog, dank zij het waanzinnige
(zeg gerust: misdadige) speculeren en wheelen
& dealen
van vele tientallen grootbanken en vele tienduizenden
onderdanen van die financiële grootmachten zitten we vandaag nog altijd in een
diepe economische crisis, een tunnel waarvan het einde nog lang niet in zicht
lijkt. Vraag eens aan iemand die sinds september ’08 zijn of haar werk verloor,
wat hij van het gedrag van die topbankiers vindt. Zijdelingse bedenking: hadden
ze zo rond 2005 maar een Edward Snowden gehad in de bankwereld!

Dat een aantal van de schuldigen van toen niet meer op hun
lucratieve postje zitten, klopt. Ze zijn inmiddels weggepromoveerd naar andere
hoge functies in andere sectoren, waar ze even veel of zelfs meer verdienen dan
toen. Dat klinkt alsof je een verkrachter zou bestraffen door hem een luxueus
optrekje in India ter beschikking te stellen, waar – zoals geweten – verkrachting
tegenwoordig zelfs wordt opgelegd door sommige rechters. Ook andere
verantwoordelijken voor het financiële debacle ontsprongen de dans en tangoën
vandaag lustig voort, niet zelden in de bank waar ze toen al actief waren, nog
minder zelden hebben ze zelfs promotie gekregen. De karavaan trok voort,
ondanks de blaffende honden.

Om maar te zeggen: schaamte kennen ze niet in de financiële
sector. Daar draaien ze de befaamde oneliner van Abraham Lincoln gewoon om en
denken ze werkelijk dat ‘You can fool all of the people all of the time’. En
het ergste is: ze komen er nog mee weg ook! Bij Dexia, eerst gered door de
Belgische en Franse staat, dan opgesplitst in een bad bank (de naam alleen al!) en een levensvatbare bank die de
roepnaam Belfius kreeg, dachten ze binnen de directie dat een loonsverhoging aan de
orde was. Niet zomaar een loonsverhoging, neen, dertig procent. Dér-tig. 30.
Ooit al gehoord van iemand die in een normale werkomgeving dertig procent
opslag kreeg zonder dat daar een promotie aan verbonden was?

Minister van Financiën Geens voerde er deze week een hele
pantomime rond op. Ja, nee, uiteraard wel, of neen, toch maar liever niet,
daarmee een nieuwe dimensie gevend aan het aloude ‘Enerzijds,
anderzijds’-discours van de Vlaamse christen-democraten. In de Kamer
repliceerde Geens iets in de aard van ‘Ik kan Bpost leiden en ik kan Belgacom
leiden, maar ik kan Dexia niet leiden’, alsof dat ook maar enigszins ter zake
deed. Sterker nog: als Geens Dexia niet zou kunnen leiden, betekent dit dan ook
automatisch dat niemand anders dan de huidige bestuurders en directieleden van Dexia
in staat zouden zijn om deze bad bank
naar betere financiële wegen te gidsen? Het is een deskundig in stand gehouden
mythe dat alleen vetbetaalde CEO’s en directeuren die rol kunnen vervullen.
Genoeg bekwame managers in dit land, je moet ze alleen de kans geven.

Geens gaf ook nog een eigenzinnige vertaling mee van het
Amerikaanse gezegde ‘If you pay peanuts, you get monkeys’. Lonen van
bankdirecteuren die oplopen tot 450.000 euro apenootjes noemen, il faut le faire. Ook de anders zo
bezadigde Koen Geens wandelde afgelopen week de schaamte voorbij, hand in hand
met de bonzen van Dexia. In de hogere regionen van de bankwereld vind je
trouwens weinig apen. Ze houden er meer van roofdieren, hyena’s en
struisvogels. Ik weet het, natuurlijk is dit een vooroordeel, want niet alle
bankiers zijn criminelen of would be
gangsters. Maar die abominabele reputatie hebben ze uitsluitend aan zichzelf of
hun illustere voorgangers te danken. Hadden ze maar niet zo collectief
hebzuchtig moeten zijn de vorige decennia! Topbankiers zullen in Jordan
Belfort, het hoofdpersonage uit The Wolf
of Wall Street
, een held zien en niet de schurk die hij in realiteit was.

Wie geen schuld heeft aan de crisis in de bankensector, mag
goed betaald worden, maar ‘goed’ hoeft niet gelijkgeschakeld te worden aan
‘exuberant’. En wie in 2008 rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken was bij
het financieel debacle, hetzij als dader, medeplichtige of stilzwijgend
instemmende bestuurder of directeur, hetzij als medewerker die zedig de andere
kant opkeek, verdient geen bonus. Die verdient een ouderwetse straf: een bank
achteruit en een pedagogische tik van de meester. Met een voorhamer.



Open brief aan Rik Daems, senator

Economie Posted on za, oktober 12, 2013 12:38:03

(Deze tekst verscheen
eerder deze week al op Knack.be.)

Waarde Senator,

Geachte heer Daems,

Beste Hendrik,

Ik heb uw opiniestuk in De
Morgen
van maandag met veel aandacht gelezen. Niet alleen omdat ik sowieso al geïnteresseerd
ben in politiek en gretig de meest uiteenlopende meningen consumeer, maar ook
omdat het thema dat u aansneed, werkloosheid, mij door omstandigheden na aan
het hart ligt. Die ‘na aan het hart’ mag u overigens met een dikke korrel zout nemen.
U moet namelijk weten dat ik bij de 433.824 uitkeringsgerechtigde werklozen
behoor, die eind augustus in de niet zo prettig lezende nationale statistieken
voor kwamen. U heeft zelf uitgerekend dat er in totaal zelfs 559.000 werklozen
zijn. Met andere woorden: er lopen in dit vrolijke landje van ons ook nog eens
126.000 mensen rond die geen werk hebben, maar ook geen recht op steun.

Sta me toe dat ik uw voorstellen even in twee paragrafen
samenvat, zodat de lezers meteen mee zijn, gesteld dat ze de overvloedige
aandacht voor uw ideeën in zowat alle media de voorbije week hebben gemist. U schrijft
dat de federale regering al ‘gewichtige inspanningen’ heeft gedaan om werklozen
‘opnieuw naar de arbeidsmarkt te begeleiden’. En u verwijst naar het afschaffen
van de wachtuitkeringen en de degressieve werkloosheidsvergoeding. Maar u
stoort zich aan het feit dat bijna honderdduizend Vlamingen meer dan een jaar
werkloos zijn, in vakjargon ‘langdurig werkloos’.

Ergens zag ik zelfs het magische woord ‘solidariteit’
voorbij flitsen, maar dan niet als een fundament van onze maatschappij, maar
als een soort waarschuwing: de solidariteit van deze samenleving is niet
rekbaar, daar kwam het ongeveer op neer. En dan komt het: u wil langdurig
werklozen verplichten om tenminste één dag per week gemeenschapsdienst te doen,
eventueel zelfs twee. Gratis, voor niets. Niet om de werkloze ’te pesten met
onaangename taken’, o neen. ‘Ze kunnen nuttig werk verrichten voor de
maatschappij, die per slot van rekening ook solidair is met hen.’ schrijft u.

In dat laatste lees ik een botte waarschuwing, geachte heer
Daems, beste Hendrik, maar dat zal wel aan mij liggen. Ik begrijp namelijk niet
hoe de maatschappij, bijna elf miljoen Belgen min dat half miljoen
sukkels-zonder-werk, het recht zou hebben om niet meer solidair te zijn met
langdurig werklozen die niet gratis gemeenschapsdienst zouden willen
verrichten.

Ik permitteer me even een blik in de achteruitkijkspiegel.
Net als u ben ik van het gezegende jaar 1959, ik ben zelfs zeven maanden ouder.
Toen ik in 1982 afstudeerde was de economie compleet ingestort. Ik wilde journalist
worden en me intensief werpen op de actuele gebeurtenissen in de samenleving,
maar ik werd in die allesbehalve florissante jaren tachtig overdonderd met
begrippen als ‘crisis’, ‘inflatie’, ‘recessie’, ‘volmachten’ en…
‘werkloosheid’. Omdat ik ook nog zo principieel was dat ik burgerdienst wilde
doen, in plaats van braafjes naar het leger te gaan, mij gedurende twaalf
maanden te laten kleineren, klaar te staan om blind bevelen op te volgen en
vervolgens gedwee mijn plekje in de samenleving terug in te nemen, heb ik eerst
– in afwachting van die vermaledijde burgerdienst – een tijdje elke dag een
dopkaart laten afstempelen. Zo’n rode, weet u nog wel? Toen werd de werkloze
nog veel meer als een profiteur behandeld dan nu, trouwens. Pas in het stempellokaal
kon je zien hoe laat je de volgende dag verwacht werd om je stempel te komen
ophalen, noodzakelijk om je recht op werklozensteun niet te verliezen. Ja, dat
waren tijden: werklozen voelden zich als opgejaagd wild, schuldig voor iets
waar ze totaal geen schuld aan hadden.

Er werden toen ook oplossingen gezocht en nauwelijks
gevonden. Herinnert u zich de zogeheten ‘nepstatuten’ nog? BTK en DAC, en dat
soort dingen. Je moest dan voor een habbekrats gaan werken in onderbemande
sectoren, maar ondanks alle tekortkomingen hebben die ‘nepstatuten’ vele
werklozen aan al dan niet tijdelijk werk geholpen, vonden ze vervolgens hun weg
in het circuit en geraakten ze in vele gevallen toch nog aan een volwaardige
job. Bovendien: die ‘habbekrats’ is nog altijd meer dan ‘niets’.

Op drie vervelende maanden begin jaren negentig na heb ik
vijfentwintig jaar ononderbroken gewerkt, waarde senator. Al duurde het maar
liefst elfeneenhalf jaar vóór ik uiteindelijk kon doen waarvoor ik mij geroepen
voelde: journalistiek bedrijven. Ik ben echter niet bij de pakken blijven
zitten, heb werk gezocht buiten mijn interessesfeer en heb dat ook met de
nodige bravoure gedaan, al zeg ik het zelf. Maar kijk, het kan verkeren, al zal
Bredero dat destijds niet in negatieve zin bedoeld hebben. Na heel wat prettige
jaren in de media en een mislukt avontuur als communicatieverantwoordelijke/woordvoerder
bij een voetbalclub zit ik sinds eind juni 2011 thuis. Inderdaad, ik behoor tot
uw doelgroep van langdurig werklozen die best iets voor de gemeenschap zouden
mogen doen, in ruil voor het voortzetten van die maandelijkse storting op hun
bankrekening.

Ik heb mij de pleuris gezocht om werk te vinden, waarde
senator. Op eenvoudig verzoek wil ik u alle mails met sollicitatiebrieven
bezorgen. Het zijn er een pak meer dan honderd, met daarbovenop nog eens een
veelvoud aan spontane sollicitaties. U moet beseffen: ik wil werken. Ik wil
hàrd werken. Ik wil zelfs werken tot mijn 75ste, geen probleem, maar dat begint
best nu al, begrijpt u? Ik ben de staat dankbaar voor dat vangnet, heus wel, maar
ik wil niet vereenzelvigd worden met dat buitengewoon kleinerende beeld van die
hangmat, waarin werklozen zich zogezegd nestelen. ‘Zogezegd’, door mensen die
wél werk hebben en die solidariteit zo niet overbodig, dan toch overdreven
vinden. Mensen zoals u, blijkbaar. U vergeet dat ik intussen vijfentwintig jaar
heb afgedragen om die solidariteit, waar ik heilig in geloof, in stand te
helpen houden. Ik heb anderen daar jarenlang mee geholpen, nu ben ik degene die
recht heeft op hulp. Zo zie ik dat. Zo werkt solidariteit. Want als u vindt dat
werklozen een tegenprestatie moeten leveren voor de steun die ze ontvangen,
bent u dan ook zo consequent om van chronische zieken een tegenprestatie te
eisen?

Maar genoeg over mezelf. Het moet maar eens gedaan zijn met
dat populistische gezwets over werklozen, die te lui of te dom zijn om werk te
vinden. Ik ken de cijfers niet, maar ik maak me sterk dat het aantal werklozen
dat zich werkelijk nestelt in de werkloosheid en dat dat statuut misbruikt om vooral
gerust gelaten te worden, zeker geen tien procent van het totale aantal
bedraagt. Ik vermoed: niet eens vijf procent. Af en toe zit er wel een
spectaculaire sjoemelaar tussen. Ik zeg maar wat, een Gentse ondernemer die
jaren profiteert van het systeem en ondertussen als bedrijfsleider onderbetaalde
arbeiders uitbuit op een werf. U heeft dat vast ook wel gelezen. Voor dat soort
mensen is onze overheid wel toegeeflijker, want ja, we moeten respect hebben
voor onze ondernemers, nietwaar, zelfs als ze de kluit belazeren. Ondernemers
zijn goden, werklozen nietige wezens. Zelfs bankiers genieten vandaag nog
altijd een hoger aanzien dan werklozen.

Beste Rik en gelijkgezinden, hou nu eens op met het
stigmatiseren van werklozen! Op een minimale fractie uitzonderingen na is het
niet de schuld van werklozen dat ze werkloos zijn. Er is namelijk onvoldoende
werk, zo eenvoudig is het. Als de economie slabakt, als dat uitermate
vervelende zelfstandige naamwoord ‘crisis’ wordt bovengehaald, als de begroting
maar niet in evenwicht raakt, dan moet je vooral niet met de vinger gaan wijzen
naar de sukkelaars, die om één of andere reden tijdelijk, of langer, naast de
boot vallen. Die elke week een handvol brieven of mails sturen naar bedrijven
die een vacature hebben geplaatst die min of meer past binnen hun profiel en
die daarna veel te lang in spanning zitten te wachten op een antwoord dat
meestal begint met ‘We danken u voor uw interesse in ons bedrijf’ en al snel
tot de orde van de dag overgaat met een droog ‘Helaas beantwoordt uw profiel
niet voldoende…’ of ‘Aangezien andere kandidaten beter aansluiten bij het
vereiste profiel…’, àls ze al een reactie krijgen. Want u moet u realiseren,
geachte heer Daems, dat de onbeleefdheid van bedrijven geen grenzen kent. Er
zijn immers nog zovele wachtenden vóór u, werkloze, reken dus niet op een
correcte behandeling, zo lezen wij dat tussen de lijnen.

Ik schreef al dat de meeste werklozen geen schuld hebben aan
hun situatie, maar toch voelen we ons schuldig. Dat is onvermijdelijk. De
westerse samenleving hekelt per definitie al wie geen bijdrage levert tot het
Bruto Binnenlands Product, dus ga je daar zelf in mee. Weet u hoe dat voelt:
nutteloos? Ik zou een flauw grapje kunnen maken en verwijzen naar het door heel
wat waarnemers overbodig geachte politieke cenakel waar u lid van bent, de
senaat, maar dat ga ik niet doen. Toch niet hier en nu en rond dit onderwerp.

Ik ga u niet eens beschuldigen van populisme en van vals
spelen met statistieken, zoals de Duitsers doen met hun mini-jobs. Frau Merkel
pakt daar geregeld uit met een daling van de werkloosheidscijfers. Ze roept dan
luid iets als ‘Eureka, dank zij mijn regering daalt het aantal werklozen alweer’,
maar dan in het Duits. Wat ze er niet bij vertelt, is dat die mini-jobs een
micro-loon opleveren, zonder dat je sociale zekerheid opbouwt voor later. Dat
klinkt heel erg Amerikaans, vindt u niet? Maar allicht stoort u dat niet. Als
ik mij even mag laten gaan: uw ideetje over die gemeenschapsdienst voor
werklozen kan je perfect vergelijken met de manier waarop de Tea Party heden denkt
over Obamacare. Sukkels hebben geen recht op basisvoorzieningen, zo denken de
ultraliberale Amerikaanse republikeinen. U zegt: ach, die werklozensteun, daar
kan ik niets tegen doen, maar de werklozen moeten zich dan maar gratis inzetten
voor een samenleving waar ze, in de ogen van u en de uwen, vandaag geen zinvolle
bijdrage toe leveren. Toegegeven, in de media werd uw visie ietwat simplistisch
vernauwd tot het gratis gaan werken in een cafétaria. U weet hoe dat gaat: de
boodschap versimpelen, zodat iedereen zich dat visueel kan voorstellen.

Wat u doet, is van de werklozen nog wat meer paria’s te
maken. Mensen die het moeilijk hebben, nog wat extra in de put duwen. Mensen
die geen werk vinden, het gevoel geven dat het hun eigen schuld, dikke bult is.
Mensen die dankbaar zijn voor ons sociale zekerheidssysteem op het hart drukken
dat ze elke dag moeten beginnen met ‘Dank u’ zeggen tegen de samenleving.

In Nederland en Groot-Brittannië werkt die
gemeenschapsdienst al, zo las ik. Weet u wat ze in Den Haag hebben geflikt met
een 53-jarige werkloze straatveger? Hij mocht… de straat gaan vegen, maar dit
keer wel gratis. Hoe moet zo’n man zich voelen, beste Rik? Kan je iemand nóg
dieper beledigen? Kan je nog meer onderstrepen hoe nutteloos en, ja, zelfs
overbodig die man is? Je kan hem volgende keer net zo goed een touw geven en de
dichtstbijzijnde boom aanwijzen.

Overigens hoeft u zich geen zorgen te maken over mij
persoonlijk, waarde senator. Ik trek mijn plan wel. En als het aantal
interimopdrachten als journalist zich aan het huidige tempo blijft uitbreiden,
wil ik straks de sprong wagen en zelfstandig worden. Dat zal mijn gevoel van
eigenwaarde goed doen en in de statistieken mag u dan één streepje verwijderen.
Maar ik zal daarom niet de fout begaan die vele werkenden maken en neerkijken
op de overblijvende werklozen. Daarvoor weet ik verdomd goed wat het betekent
om geen werk te hebben. Elke werkloze is een mens, die als een mens behandeld
moet worden.

Misschien moet u dat ook eens doen: foto’s opvragen van die
433.824. Mogelijk gaat u hen dan niet meer beschouwen als een louter
statistisch gegeven, maar als mensen van vlees en bloed, met hun gaven en
gebreken, met hun wensen en noden en met hun angstige hoop dat het ooit weer
beter wordt. Of laat de kunstschilder in u zich uitleven en maak een portret
van hen. Dat kan therapeutisch werken.

Tot slot: waarom probeert u geen écht werk te creëren,
waarde senator? Behoort het niet tot het takenpakket van onze politici om de
samenleving te verbeteren, om reële oplossingen te zoeken voor reële problemen,
om zowel met de korte als de langere termijn bezig te zijn? Maar ik begrijp dat
wel, hoor: één populistische kreet, die je om de tien jaar herhaalt, is veel
makkelijker en klinkt veel luider dan het in alle stilte uitwerken van
langetermijn-oplossingen, want daar krijg je zelden applaus voor en dat
vertaalt zich helaas niet onmiddellijk in een rood gemaakt bolletje achter uw
naam in het kieshokje.

Met vriendelijke groet,

Frank Van Laeken.

PS 1: Kunt u nog even laten weten hoe laat ik vanavond
verwacht wordt om achter de toog te staan van café Den Dommelenden Dopper, want
dat is mij in alle commotie even ontgaan?

PS 2: Wel zo slim dat u dit keer niet poseerde op de trappen
van uw riante villa, de provocatie is dit keer draaglijker.



Topmanagers

Economie Posted on za, augustus 24, 2013 13:23:53

Ik wil wel een beetje inleveren, maar niet drievierde van
mijn loon. Met die ondubbelzinnige boodschap op de RTBf-radio startte Thijs, Johnny, CEO van Bpost,
in één klap ook de onderhandelingen over zijn toekomstig salaris. Dat zou
volgens minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille (PS) in de toekomst
maar even hoog mogen zijn als dat van de premier, in uitzonderlijke gevallen
tot maximaal anderhalve keer van wat zijn partijgenoot Elio Di Rupo vandaag verdient.
In cententaal: iets tussen de 290.000 en de 450.000 euro. Bruto.

Thijs, Johnny, zit daar rijkelijk boven met zijn riante salaris van 1,1 miljoen euro per jaar. De
Morgen
rekende vandaag uit dat Thijs, Johnny, in verhouding veel te veel
verdient. De krant baseert zich op een vergelijking met de salarissen van de
postbazen in Denemarken, Nederland, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland. Thijs,
Johnny, runt een bedrijf met 32.000 werknemers en een omzet van 2,4 miljard
euro. Zijn Nederlandse collega moet het met 823.000 euro stellen, terwijl ze
meer dan het dubbele aantal werknemers leidt en bijna dubbel zoveel omzet
genereert. De bazin van Swiss Post is helemaal een sukkel: 685.000 euro loon
tegenover 44.600 werknemers en maar liefst 6,95 miljard euro omzet.

Thijs, Johnny, wordt dus rijkelijk beloond voor wat hij
doet. Akkoord, hij heeft de vermolmde Belgische posterijen gemoderniseerd, er een commercieel bedrijf van
gemaakt en de beursintroductie tot een goed einde gebracht. Daar mag ie best
een schouderklopje en een flinke financiële bonus aan overhouden. Maar 1,1 miljoen
euro??? Toch heb ik begrip voor zijn weerbarstigheid. Niemand levert graag 73,6
procent van zijn salaris in. En bovendien ligt de schuld niet zozeer bij Thijs,
Johnny, maar bij diegene(n) die hem destijds dat riante salaris hebben
toegestopt. Natuurlijk zegt zo’n Thijs, Johnny, niet neen als er hem
duizelingwekkende cijfertjes worden voorgeschoteld. Hij zou gek zijn!

Over duizelingwekkend gesproken. De weinig aimabele collega
van Thijs, Johnny, de genaamde Bellens, Didier, strijkt bij Belgacom per jaar
2.480.000 euro op, enkel aan salaris. Da’s een pak meer dan andere CEO’s van
Europese telecombedrijven. Eén voorbeeld: het loon van Bellens, Didier, ligt
bijna een miljoen euro boven dat van de grand
chef
van France Télécom, terwijl Frankrijk de laatste keer dat we dat
hebben gecontroleerd toch een ietsiepietsie groter is dan België. Maar ook hier
geldt: it’s a free world, potentiële
CEO’s van overheidsbedrijven mogen vragen wat ze willen. Het is diegene die hem
dat fijne contract onder de neus heeft geschoven, die een verpletterende
verantwoordelijkheid draagt.

***

In Terzake mocht
Segers, Bruno, zelfstandig entrepreneur,
met naar eigen zeggen honderd kwartalen leiderschap op de teller, vrijdagavond
benadrukken dat er niets mis is met de verloning van Thijs, Johnny, want die
had ocharme ochere opties van Interbrew, het huidige Inbev, ‘laten schieten
voor een kapitaal waar Dehaene niks tegen is’. Zei de man die twee zinnen
voordien nog de ‘populistische discussie’ had gehekeld.

Segers, Bruno, benadrukte ook nog amicaal: ‘Johnny heeft zijn
marktwaarde’ en ‘Johnny is één van de meest competente en correcte managers’.
Dat kan allemaal best zijn, maar dat verantwoordt nog altijd diens hoge salaris
niet. En bij Bellens, Didier, spreek je dan helemaal van een aberratie. De baas van
Belgacom ligt voortdurend overhoop met de aan hem rapporterende managers,
stuurt er geregeld eentje de laan uit (qua communicatie wordt dat dan als ‘in
gezamenlijk overleg’ verbloemd) en bijt voortdurend de hand die hem voedt.

Vandaag deed Vinck, Karel, in een vorig leven onder meer CEO
van de NMBS (ten tijde van de fameuze Fyra-bestelling, jawel!) er nog een
schepje bovenop in De Tijd. ‘De vraag
is niet of Thijs te veel verdient. Betaal premier Di Rupo drie keer meer, dan
zit hij op het niveau van Thijs,’ was zijn reactie op de ontstane heisa.
Geniaal, in al zijn eenvoud. Dat het land kreunt onder een hoge schuldenlast
schuiven we best even terzijde, is het niet Vinck, Karel?

Ach, topmanagers. Er zijn er niet zoveel van, denken ze
zelf. De elite verzamelt in selecte clubs, met een beperkt aantal leden, ver
van de joelende massa, waar de tafels laag staan zodat de tafelspringers de
hele tijd kunnen oefenen, waar er de hele tijd aan een hoog tempo en veel te
luid gepraat wordt à la Segers, Bruno, in Terzake
omdat je anders nooit aan het woord komt, waar de sigaren rechtstreeks uit
Cuba worden geïmporteerd en waar gouden manchetknopen voor oogverblinding
zorgen en hoofdpijn veroorzaken.

Dat clubje van heren en een occasionele dame, keurig in
driedelig maatpak of deux-pièces,
waant zich hoog boven de modale landgenoot verheven. Ze lopen rond met een air
van ‘Wijle zijn de mannen die de gas doen branden’, om mijn dorpsgenoot Urbanus
te citeren. Als ze al met de buitenwereld communiceren doen ze dat om de
deskundig in stand gehouden mythe van hun onmisbaarheid te versterken en om te
laten uitschijnen dat ze hun nobele werk uit een door het klootjesvolk
onbegrepen gevoel van altruïsme doen, voor enkele schamele dukaten dan nog wel.
Topmanagers vormen een soort sekte: als je erin geraakt, geraak je er
nauwelijks nog uit. Members only!

***

Ik geloof niet in de mythe van de onvervangbare topmanager.
Ik geloof wel in sterke managementteams, waarin je een kruisbestuiving krijgt
van capabele, gemotiveerde en competitieve geesten, die elkaar en uiteindelijk
ook hun bedrijf beter maken, alsof het cliché ‘1+1=3’ dan toch enige grond van
waarheid bevat, en die verder kijken dan het kortetermijngewin.

Goede managers vind je voldoende in dit land. Genereuze
ondernemers, vol goede wil, die het voor een habbekrats willen doen, in de ogen
van de Thijs, Johnny’s, en de Bellens, Didiers, van deze wereld. Voor wie
290.000 euro gewoon nog is wat het is: een smak geld, rijkelijk betaald voor
een job aan de top. Vul dat wat mij betreft desnoods nog aan met prestatiegerichte bonussen
en je komt al een heel eind. Misschien moeten de banken daar ook eens over
nadenken: wérkelijk prestatiegerichte bonussen. De verantwoordelijken voor de
huidige economische crisis zouden niet alleen in de cel zitten, ze zouden ook
nog eens de rest van hun leven hun schuld aan de maatschappij (zowel de bank
als de samenleving) moeten betalen!

Beste federale regering, als de contracten van Thijs, Johnny, en
Bellens, Didier, over afzienbare tijd aflopen, onderhandel dan geen verlenging
van dat kleinood, maar ga op zoek naar andere CEO’s. Wees niet bang, er lopen
nog wel wat bekwame types rond, die de nodige dienstbaarheid betonen, die niet
zoals Bellens, Didier, van ‘1+1=3’ ‘1=ik’ maken, die innovatief en enthousiast
zijn, en die ervan overtuigd zijn dat ‘There’s
no I in team
‘.

Denk eens, beste regering, out of the box, zoals dat tegenwoordig in management newspeak heet. Laat u niet ver- en
misleiden door dat selecte clubje van tafelspringers, met hun afgelikte woorden
en ongelikte manieren, maar ga voor vernieuwing. Geef kansen aan dynamische
bestuurders, die nog dankuwel zeggen als ze op het einde van de maand hun
bankrekening controleren en die niet direct natrappen als hen iets niet zint. Een
wereld zal voor u open gaan en de begroting zal weer iets dichter bij
‘sluitend’ belanden.



Fiscaal cadeau

Economie Posted on wo, augustus 14, 2013 13:10:48

Steal a little and
they throw you in jail. Steal a lot and they make you King
‘. De grote poëet
die Bob Dylan is, heeft er altijd een handje van weg gehad om in enkele zinnen
tot de essentie te komen. Deze flard tekst komt uit het nummer Sweetheart Like You van het uitstekende
album Infidels uit 1983.

‘Steel een beetje en ze smijten je in de gevangenis, steel
heel veel en ze maken je koning,’ kan je vandaag ook toepassen op de deal die het parket en de Bijzonder Belastingsinspectie eind
vorig week in alle stilte sloten met het Antwerpse diamantbedrijf Omega
Diamonds. Begin mei lekte al uit dat de diamantgigant voor twee miljard euro
gefraudeerd had en dat gerechtelijke en fiscale instanties het op een akkoordje
wilden gooien: betaal 160 miljoen euro boete en je bent ervan af. Dat voorstel
werd nu stoemelings geofficialiseerd,
ware het niet dat de advocaat van een werknemer die zegt schade te hebben
geleden door Omega Diamonds het nieuws maandag naar buiten bracht. (Die
werknemer is wellicht ook de man die de illegale praktijken destijds toevertrouwde
aan het gerecht.) Toch haalde het nieuws onze kwaliteitspers niet meer. Die is
nog altijd bezig met de levensbelangrijke kwestie dat Yves Leterme volgend jaar
geen ‘goesting’ heeft om op een CD&V-lijst te gaan staan.

Het dossier stinkt, zei de advocaat. De top van Omega
Diamonds blijkt niet meer of niet minder dan ‘een bende criminelen’ te zijn.
Want zo staat het zwart op wit in het gerechtelijk dossier: ‘criminele organisatie’. En
met deze georganiseerde misdadigers (laten we ’t duidelijker stellen: met deze
diamantmaffia) werd nu een minnelijke schikking getroffen, zoals dat verbloemd
klinkt. Zeg gerust: Omega Diamonds kreeg een fiscaal cadeau. 160 miljoen euro
boete, dat is nauwelijks acht (8!) procent van de 2 miljard euro die het
bedrijf via illegale praktijken aan de fiscus heeft onttrokken.
‘Klassenjustitie,’ noemde hoogleraar fiscaal recht Michel
Maus (VUB) dat drie maanden geleden al. ‘Op deze manier geef je de boodschap
dat wie fraudeert, dat beter ineens goed doet, want dan kom je er beter vanaf.
Dat creëert wantrouwen tegenover de overheid.’ Precies wat Bob Dylan dertig
jaar geleden al bedoelde. Waarom zou je een kleine dief worden, wanneer je
enkel gerespecteerd wordt als zware crimineel? Waarom links en rechts enkele
honderden euro’s afromen, als je het ook meteen met miljoenen of miljarden kan?

In een opiniestuk dat op 10 mei in De Morgen verscheen onder de veelzeggende kop ‘De omgekeerde logica
achter de Belgische fraudebestrijding’ ging Maus, samen met Mark Delanote en
Eddy Claesen, nog een stap verder: ‘De huidige willekeur bij de afhandeling van
fiscale fraude en bij uitbreiding elke fiscale overtreding is een rechtsstaat
onwaardig en is nefast voor het vertrouwen van de burger in fiscus en justitie.’

Welke geloofwaardigheid heeft de, zeer gerechtvaardigde,
strijd die staatssecretaris John Crombez tegen fiscale fraude aangaat nog, als
achter zijn rug of, stel je voor!, met zijn medeweten kruiperige, schimmige en
semi-criminele deals worden gesloten
met grootfraudeurs?

***

Terloops, mocht u zoeken naar een website omegadiamonds.com,
of iets dergelijks, dan zult u niks vinden. Via de Gouden Gids kom je te weten
dat Omega Diamonds gevestigd is in de Pelikaanstraat 78 in Antwerpen. Als je
dan op ‘bezoek website’ klikt, kom je terecht bij generaldiamonds.be, dat als
adres Pelikaanstraat 94 vermeldt. Op de home-pagina lees je daar een verwelkoming in
drie talen, maar onder ‘Welkom’ staat opnieuw de Franstalige tekst. Slordigheidje
(hopelijk behandelen ze hun diamanten met meer zorg en precisie). Voor de rest
is die site zéér spaarzaam met informatie. Welkom in de wereld van de
geheimzinnigheid!

Met wat zoekwerk beland je op een andere site,
omegadiamondjewelers.com, een bedrijf uit Cumming, Georgia, maar dat zal
allicht een heel andere en slechts bij toeval ongeveer gelijknamige firma zijn, getuige de ‘The
Most Trusted Name in Jewelry’-tussentitel op de ‘About us’-pagina. (‘Because of
our High standards and Business Ethics…’). Neen, dat kan het écht niet zijn.

Waar de zaak wel mee te maken heeft is de Antwerpse
‘Diamantgate’, die onder anderen procureur-generaal Yves Liégeois en substituut
Peter Van Calster lijnrecht tegenover mekaar plaatste. Een mediagenieke ‘guerre des juges‘ die de aandacht
dreigde af te leiden van de essentie: miljardenfraude in de diamantsector. De
onafhankelijke nieuwssite Apache.be schreef er al enkele keren uitgebreid en
goed geïnformeerd over.

‘Al bij al zal deze zaak weinig afbreuk doen aan het imago
van Antwerpen als centrum van de handel in diamant,’ lees ik tussendoor op de blog
www.gold-50.be, een blogpost die ook al van 7 mei jl. dateert. Ik durf dit te
betwijfelen. Tenzij we onze reputatie van achterbakse foefelaars en sjoemelaars
blijven koesteren?

In elk geval mag de conclusie zijn dat diamant weliswaar
letterlijk geurloos is, maar dat er figuurlijk een vreselijke walm hangt ter
hoogte van de straten naast het Centraal Station in Antwerpen. Want je kan er
donder op zeggen dat er nog meer gefraudeerd werd door diamantairs en hun
handlangers. En opnieuw niet voor enkele duizenden euro’s.

***

In een samenleving die zichzelf zou respecteren zouden de
CEO, de financiële directeur en mogelijk ook de voorzitter van de raad van
bestuur van Omega Diamonds nu in voorhechtenis zitten, in afwachting van een
proces dat hen voor een aantal jaar in de gevangenis zou doen belanden.

In een samenleving die zichzelf zou respecteren zou Omega
Diamonds die twee miljard euro tot de laatste eurocent moeten terugbetalen, met
daarbovenop nog een fikse boete. Waarom niet van 160 miljoen euro? Of zullen we
de bestaande boetes wegens fiscale wanpraktijken hanteren: die gaan van 40 tot
309 procent. In het geval van Omega Diamonds zou dat dus kunnen variëren van
800 miljoen tot 6,2 miljard. Dát zou pas een deal zijn!

In een samenleving die zichzelf zou respecteren zouden de
rechterlijke en uitvoerende macht niet plat op hun buik gaan voor een machtige
bedrijfstak, waarvan de tentakels tot in de hoogste kringen van de
wereldpolitiek en -economie reiken.

In een samenleving die zichzelf zou respecteren zou Omega
Diamonds uitgespuwd worden, omdat het een bende criminelen is, die niet alleen
geld onttrekkt van de Belgische staat, maar die ook nog eens handel drijft in
‘bloeddiamanten’ uit Angola en Congo. Bedrijfsleiders met bloed aan de handen,
beste parket en fiscus, willen we daarmee onderhandelen en een minnelijke
schikking zelfs nog maar in overweging nemen?

Euh, ja, dus. Omdat België blijkbaar geen samenleving is die
zichzelf en de door haar eigen politici gestemde wetgeving en zorgvuldig
opgestelde regeltjes respecteert. Het is een vaststelling, maar wel een hele pijnlijke.

***

Weet u hoe de tekst van Sweetheart
Like You
van Dylan verder gaat? ‘There’s
only one step down from here, baby. It’s called the land of permanent bliss.
What’s a sweetheart like you doin’ in a dump like this?



« VorigeVolgende »