Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Dromen zijn bedrog (bis)

Sport Posted on za, juli 14, 2018 13:21:30

Mogen we nu blij zijn, of toch net niet?

Na de verloren halve finale was mijn eerste
oprisping: goed gedaan, jongens. Trots. Dank voor een fantastisch WK. Het volk
doen dromen. (Een beetje zoals in: wij zijn eeuwige underdogs, als we maar ons best
doen, zijn we al content.) Maar na een nachtje woelen wist ik: er zat meer in.
Zoveel meer. En die kans komt nooit meer terug, want deze zogeheten Gouden
Generatie valt binnenkort uit elkaar. Het hart van de verdediging haalt Qatar
(2022) niet, tenzij misschien de tegen dan 33-jarige Toby Alderweireld. Niet de broze
Kompany (36), de nu al wat stroever draaiende Vertonghen (35), de op een
zijspoor belande Vermaelen (36), supersub Marouane Fellaini (34), dribbelkont Dries
Mertens (35), wellicht ook niet Axel Witsel (33). Zijn Kevin De Bruyne en Eden
Hazard op hun 31ste nog wereldtop?

Een kwarteeuw geleden werd er geklaagd dat er
in België geen aanvallers werden opgeleid. Vandaag brengen onze jeugdacademies
nog nauwelijks verdedigers voort: iedereen wil Kevin of Eden zijn, eventueel
nog Driesje of Romelu, maar niet Toby of Jan, twee jongens die dan nog – samen
met Thomas – opgeleid werden in Nederland. Aandachtspunt voor jeugdtrainers.
Verdedigers zijn ook nodig. En nu ik toch bezig ben: vleugelbacks, denk daar
eens aan!

Ik ben tevreden en ik ben niet tevreden. De
Rode Duivels hebben positief, attractief voetbal gespeeld, waarbij er (meestal)
werd uitgegaan van eigen kracht. Dat is een verademing in tijden van lafheid,
waarin er meer Mourinho’s dan Guardiola’s rondlopen in het opportunistische
voetbalwereldje. Het resultaat telt. Dat is op zich niet nieuw – Internazionale
behaalde zijn grootste Europese successen in de jaren 60 met ‘catenaccio’, vrij
vertaald: degoutant verdedigen en op die ene tegenaanval proberen te scoren -,
maar de romanticus in mij heeft nog de Brazilianen van 1970 zien toveren, het
Nederlandse totaalvoetbal zien floreren (en net niet triomferen) en het
Barcelona van Cruijff (voetballer én trainer) zien wervelen. De essentie van
voetbal is: er eentje meer scoren dan de tegenstander. Helaas kun je dat ook
negatief vertalen, zoals de Fransen al een heel toernooi demonstreren, op die
tweede helft tegen Argentinië na, toen ze een onverwachte achterstand moesten
goedmaken. Frankrijk kan voetballen, maar mag niet. Bondscoach Deschamps is
altijd al een cijferaar geweest. Risicoloze voetballer, risicoloze trainer.
Didier is die ene collega op je werk die altijd keurig op tijd is, nooit een
ongepaste opmerking maakt, één keer per jaar één pintje mee gaat drinken met de
groep (en dan stiekem verdwijnt om te vermijden dat ie zelf moet trakteren,
bovendien heeft zijn vrouw zalm klaargemaakt, het is vrijdag) en die altijd,
onveranderlijk, franjeloos maar correct werk aflevert. Een saaie piet, steeds gekleed
in grijstinten, opvallend onopvallend, goed om in je team te hebben als je
resultaten wilt behalen, maar het liefst snijd je hem – rechts bovenaan, armen op
de rug, zuinig lachje – van de groepsfoto.

Geef mij maar een Roberto.

***

Een tweet in tempore non suspecto, de dag dat
Roberto Martínez out of the blue tot
bondscoach werd gebombardeerd. ‘3 augustus 2016, 22u40. Dagboeknotitie: Roberto
Martínez is een goede keuze. Technisch, aanvallend voetbal. Wordt een mooi WK.
#RodeDuivels’.

Vóór u mij lastigvalt om uw lottoformulier in
te vullen: mijn voorspellende gaven zijn beperkt, zéér beperkt. Maar ik volgde
Martínez al vanop een respectabele afstand toen hij Swansea, Wigan Athletic en Everton
coachte. In Engeland werd er wat meewarig om hem gedaan: te naïef, te
voluntaristisch, te wollig in zijn nietszeggende analyses. Wat ik zag:
aanvallen om te winnen. Dat deed hij ook bij de Rode Duivels, maar dan was de
kritiek weer: kunnen we het ook tegen grote voetbalnaties? Het antwoord is nu
duidelijk: ja. Tegen Brazilië gaf de ‘naïeve’ Martínez een masterclass in tactiek. Lukaku op rechts om Marcelo tot verdedigen
te dwingen, De Bruyne centraal waardoor de centrumverdedigers Thiago Silva en
Miranda niet wisten waar te lopen, Hazard links-rechts-overal, zwervend,
tegenstanders passerend alsof het plastic mannetjes op training waren. Tien
geslaagde dribbels op tien pogingen, dat was geleden van het WK van 1966.
Hazardinho. Daar en dan heeft Martínez overtuigd. Tegen Japan was het
voorspelbaarder, dat klopt. Ook Wilmots gooide Fellaini erin als het
combinerend niet lukte. Tegen Frankrijk was de tactische ingreep zelfs een
flop, omdat Mousa Dembélé – schitterende clubvoetballer die nooit kon
overtuigen als international – alweer een schim was van zichzelf. Frankrijk-België
deed heel sterk denken aan Argentinië-België van vier jaar geleden. Doelpunt
tegen en dan geen oplossingen vinden tegen een tegenstander die constant negen
man achter de bal hield.

Waarom konden de Kroaten ’s anderendaags wel
wat de Rode Duivels niet konden? Het zal een onbeantwoorde vraag blijven, zoals
zoveel vragen in het voetbal na het vraagteken alleen maar witte ruimte bieden.

Maar toch: Roberto Martínez mag blijven. Niet
alleen omdat hij zijn contract verlengd heeft, maar omdat hij ons voetbal iets
bijbrengt. En in tegenstelling tot zijn narcistische voorganger denkt hij aan
het elftal, niet aan zichzelf. Vergeleken met Martínez is Marc Wilmots een
onbenul. Marc is de collega die niet slim genoeg is om te excelleren, maar die
steelt met de ogen, jouw ideeën presenteert als de zijne en op vergaderingen
altijd het hoogste woord voert, zodat hij hyperactief lijkt en de teamspirit
bevordert. Op de groepsfoto staat Marc centraal – armen gekruist, borst
vooruit, kin omhoog – en zie je hem denken: die anderen dienen alleen maar om
het beeld te vullen, het draait hier om moi.

***

Uitgekookt. Dat adjectief vind ik in alle
nabeschouwingen terug. Zelf schreef ik: ‘doortrapt’. Dat vind ik nog steeds een
betere omschrijving. Doortrapt is negatiever dan uitgekookt. Niet dat we moeten
klagen, want onze zuiderburen hadden meer doelpogingen – ook binnen het kader –
dan wij, zelfs bijna het dubbele. We hadden zelf maar beter moeten zijn, zeer juist.
En toch… In de laatste zesentwintig minuten – toegevoegde tijd meegerekend –
werd er nauwelijks vijf minuten echt gevoetbald. De rest was oponthoud:
geveinsde blessures, aarzelen bij een inworp, treuzelen bij een hoekschop,
tijd winnen bij een vrije trap, de bal zes keer goed leggen bij een uittrap, kleine
overtredingen maken om het spel af te remmen. Uitgekookt? Doortrapt! En vooral:
ergerlijk.

Voetbal is een sport waarin negativisten intelligent
worden genoemd, omdat hun aanpak rendeert. De voetbalregels stimuleren
valsspelen. Als de klok zou worden stilgezet wanneer de bal niet meer in het
spel is, zou voetbal een veel eerlijkere sport zijn, zoals basketbal. Dan speel
je desnoods drie uur, tot de buzzer
gaat. Zo lang er in het voetbal geen rekening wordt gehouden met de werkelijk
gespeelde tijd, zullen de tijdrekkers hun gelijk halen. Ik wil niet de calimero
uithangen (en misschien had het ook niets uitgemaakt in die halve finale, omdat
we niet sterk genoeg waren om die achterstand op te halen), maar: dat is niet
eerlijk.

***

En dan is er nog die overbodige wedstrijd van
deze namiddag. Omdat het tegen Engeland is, krijgt de wedstrijd een extra
pigment. We zijn het nog niet vergeten dat de Engelsen ons uitlachten na die
overwinning in de non-match in de groepsfase (ze dachten dat ze in de betere
tabelhelft waren terecht gekomen en lagen er vervolgens bijna uit tegen
Colombia). Beter doen dan de Duivels van 1986 is een ander element dat Martínez
in zijn peptalk zal gebruiken.

Voor de rest pleit ik voor het afschaffen van
deze ’troosting’, zoals dat bij ons wordt genoemd. Er valt niemand te troosten,
na een verloren halve finale ben je ontroostbaar, wil je liefst zo snel
mogelijk naar huis. Geef die twee teams brons, als je dan toch met medailles
wil goochelen. Op de Olympische Spelen staan de winnaars van goud, zilver en
brons nog netjes naast elkaar op een podium, op het WK is dat niet het geval.
Als morgen Fransen en Kroaten het veld betreden, hebben de Rode Duivels al een
fotosessie op het koninklijk paleis en een balkonscène op de Brusselse Grote
Markt achter de rug. Mogelijk smijten ze hun bronzen medaille in het publiek,
wegens: niet geïnteresseerd om dat onding op de schouw te leggen. Wij weten nog
precies dat we tweeëndertig jaar geleden vierde zijn geëindigd en Frankrijk
derde, maar wie kan de teams die derde zijn geëindigd sinds dat Belgisch
gloriemoment opsommen?

Overbodige match (maar wel winnen, graag).

***

Ach, 1986. Tijden! Velen vergeten dat de Rode Duivels de
eerste ronde abominabel slecht waren. Verloren tegen de Mexicanen, nipt gewonnen
tegen godbetert de Irakezen en gelijkgespeeld tegen de Paraguayanen, als een
van de betere derdes toch mogen overleven, en dan gestunt tegen de Sovjet-Unie
en Spanje, omdat de Russen overmoedig waren en de Spanjaarden een zwakke
lichting hadden. Geen sponsors die je hun wervende boodschappen door de strot
probeerden te rammen, geen reclame voor gokkantoren, geen grote schermen op
pleinen, geen vlaggen die uit ramen hingen te wapperen, geen spiegelhoesjes, geen
massahysterie. Wedstrijden volgen op kleine tv-schermen, volume op 20 om Rik De
Saedeleer boven het gejoel van de huiskamer te laten uitkomen. “Ik hoop
dat ze die mannen niet naar Siberië sturen!” De eerste toeterende auto
werd pas na die wedstrijd tegen de Sovjet-Unie gesignaleerd. Ging meteen de bon
op wegens nachtlawaai: het was halftwee voorbij. Na de zege met strafschoppen
tegen Spanje opnieuw, maar dan iets massaler en de flikken toeterden vrolijk
mee. In de stadions een handvol verkeerd gelopen Belgische toeristen die
inderhaast een vlag hadden gekocht in een souvenirwinkel.

Maar wel: een volle Grote Markt achteraf,
heldenontvangst. We waren dat niet gewoon en we hadden dat ook niet verwacht,
zeker niet na het gestuntel bij het begin van het toernooi. De Rode Duivels
deden het volk even dromen. Toen en nu. Maar zoals de grote filosoof Marco B.
al wist: dromen zijn bedrog. Helaas.



Onze Seleçao

Sport Posted on do, juli 05, 2018 15:56:52

Om de twee jaar kun je er begin juli je klok
op gelijk zetten en ook nu is het weer zover: de Rode Duivels hebben hun
achtste finale op een groot toernooi gewonnen en – naast de oprechte blijdschap
van zowat iedereen die iets met voetbal heeft – valt het gezeur aan beide
kanten van het spectrum op. Van ‘Hoera, nu kan niemand ons nog fstoppen’ tot
‘Het was maar tegen…’. Ik behoor beroepshalve eerder tot de laatste
categorie, die zegt dat net als de naïeve Amerikanen en de slappe Hongaren de
overmoedige Japanners geen goede waardemeter zijn. Wel van de mentale en
tactische weerbaarheid van de nationale elf, niet van wat ze nu werkelijk
vermogen op zo’n groot toernooi. Eruit liggen na een kwartfinale tegen Brazilië
is een realistische mogelijkheid, en dan weten we dat deze Gouden Generatie
nooit wereldkampioen zal worden. Zich kwalificeren betekent: het kan. Het is in
elk geval nu of nooit, want over vier jaar is zowat de helft van dit elftal met
voetbalpensioen of uitbollend.

***

De successupporters denken dat we nu iedereen
aankunnen. (Ze hebben gelijk, maar om de verkeerde redenen: we kunnen technisch
alle potentiële tegenstanders aan, maar niet omdat we een half mirakel hebben
verwezenlijkt tegen Japan, het nummer 61 op de wereldranglijst.) De zeurpieten
waarschuwen voor tactische tekortkomingen. (Ze hebben gelijk, maar ze vergeten
dat tactiek samenhangt met beschikbare spelers en ingeoefende patronen: de
tactiek helemaal overboord gooien zal eerder voor onrust dan voor zekerheid
zorgen.)

Een bekend voetbalcommentator en -presentator
tweette dadelijk na de wedstrijd “Bon @BelRedDevils Genoeg naïef
verdedigd. Opstelling tegen Brazilië. Courtois; Meunier, Alderweireld, Kompany,
Vermaelen, Vertonghen; Witsel, De Bruyne, Fellaini; Hazard, Lukaku. Anders
krijgen we er 7 binnen. ZEVEN.” Ik word daar eerlijk gezegd een beetje
nerveus en bijna moedeloos van, van die typisch Belgische underdoghouding.
Want, bekijk even die 5-3-2, met – doelman inbegrepen – acht spelers die een
verdedigende opdracht zouden meekrijgen. Dat is hetzelfde als zeggen: Brazilië,
kom maar af, om dan na negentig minuten vast te stellen dat we het weer net
niet gehaald hebben. 1-0, een floddergoal. Ach ja, ze hebben toch hun best
gedaan… Dat komt erop neer dat we teruggrijpen naar de tactiek van wijlen
Raymond Goethals: met z’n allen voor de eigen pot gaan liggen en hopen dat we
er op de counter eentje kunnen binnen tikken. En stoemelings. Dat is zo hemeltergend laf, dat ik vrijdagavond niet
eens zou willen kijken.

Als de voorbije wedstrijden iets hebben
aangetoond, is het wel dat de 3-4-3 van Roberto Martínez ons veel doelkansen
bezorgt (de meeste van alle landen op het WK!), veel doelpunten oplevert (de
meeste van alle landen op het WK!), veel verschillende doelpuntenmakers laat
optekenen (de meeste van enzovoort!). Willen we dat surplus opofferen uit
schrik voor Brazilië?

Als de voorbije wedstrijden nóg iets hebben
aangetoond, is dat de 3-4-3 defensief voor problemen zorgt als de
vleugelspelers van de tegenstander heel hoog spelen, zoals de Japanners een uur
lang demonstreerden, en zoals zelfs Panamezen en Tunesiërs bij momenten
blootlegden. Thomas Meunier blijft een tot rechtsback omgeturnde aanvaller,
geen verdediger van nature. En Yannick Carrasco is een offensief ingestelde
vleugelaanvaller, die af en toe vergeet dat hij ook nog die andere opdracht
heeft meegekregen: verdedigen. Tegen Neymar en Willian is dat dodelijk. Dat
klopt.

Bijsturen is dus noodzakelijk, verdedigende
stabiliteit inbouwen een must, maar we moeten nog wel uitgaan van onze eigen
kracht. Nu kiezen voor acht verdedigend ingestelde spelers is hetzelfde als
tegen De Bruyne, Hazard en Lukaku zeggen dat ze maar hun plan moeten trekken. De
heren zijn nu eventjes (Lukaku) of al een tijdje (De Bruyne, Hazard) verlost
van José Mourinho, laten we dat koesteren. Het druist in tegen dit nieuwe
België, dat dichter bij het totaalvoetbal van Oranje staat dan bij het aloude
betonvoetbal van de vroegere, veel minder getalenteerde generaties van de Rode
Duivels.

***

Wees maar zeker dat die hautaine, vaak
irritante Brazilianen respect hebben voor deze Belgen. Zij hebben ook eindeloos
beelden van de dribbels van Hazard, de passing van De Bruyne, de looplijnen van
Lukaku en de offensieve impulsen van onze vleugelspelers bestudeerd, en ze
zullen heus niet het veld opstappen met de gedachte: sukkels, we maken er
vandaag 7. ZEVEN. Neymar en Willian zullen ook van hun bondscoach opdrachten
meekrijgen: laat die vleugelspelers niet lopen. En hun eigen vleugelbacks
zullen ook niet zomaar vrijuit mee ten aanval kunnen trekken, als je weet dat
er een Eden Hazard op de loer ligt.

Maar dat schijnen de beroepspessimisten te
vergeten: die zien alleen de eigen tekortkomingen en ze overdrijven dan graag
wat zo’n Neymar – buiten matennaaien en flink doorrollen – allemaal kan. Uitstekende
voetballer, daar niet van, maar geen superman. De
beroepsoptimisten/successupporters zien het compleet omgekeerd.

***

Dus, meneer Martínez, beste Roberto, vergeet
de mening van de zogeheten kenners, maar pas toch je tactiek een beetje aan.
Vervang de tegenvallende Carrasco door Nacer Chadli – meer kracht, meer
stabiliteit, minder zinloze frivoliteiten – en de tegen Japan onzichtbare
Mertens door een centrale middenvelder die de bal kan bijhouden: Dembélé. Speel
met echte flankverdedigers, Meunier en Vertonghen (die kan dat, heeft zelfs een
prima voorzet in huis). Laat hen bij balbezit elke keer over Neymar en Willian
heen gaan, zo kunnen die mannen ook hun kilometers maken. Of niet, en dan
hebben we ruimte zat op de flank. Zet Chadli en Hazard rechts en links tegen de
lijn en laat hen Fagner en Marcelo of Filipe Luís aan de praat houden, ook via
regelmatige positiewissels. Zeker die Marcelo heeft dat niet graag. Geef De
Bruyne een vrijere rol voor twee controlerende middenvelders, die ervoor zorgen
dat je bij balverlies altijd een centrale as van vier spelers overhoudt: Alderweireld,
Kompany, Witsel, Dembélé. Die houden het centrum én de flanken in de gaten. En
houd Fellaini achter de hand voor noodgevallen. Dan ziet onze Seleçao er als volgt uit:

Courtois; Meunier, Alderweireld, Kompany,
Vertonghen; Witsel, Dembélé; De Bruyne; Chadli, Hazard; Lukaku.

Met een beetje geluk maken we er 7. ZEVEN.



Middelvinger

Sport Posted on ma, juli 02, 2018 11:41:06

De vorige wereldkampioen. Naar huis.

De vorige twee wereldkampioenen. Naar huis.

De vorige drie wereldkampioenen. Naar huis
(Duitsland, Spanje) of niet mogen deelnemen (Italië).

De voetballers die het jongste decennium
hebben gedomineerd en de Gouden Ballen onder hun tweetjes verdeelden. Naar
huis.

De twee landen die het wereldvoetbal al een
decennium domineren. Naar huis.

De winnaars van de recentste continentale
kampioenschappen. Naar huis (Portugal, Australië) of niet mogen deelnemen
(Chili, Kameroen, Verenigde Staten).

Zeven spelers uit de Top 10 volgens het panel
van het spelletje soccermanager.com. Naar huis. (Alleen Luis Suárez en Luka
Modric zijn er nog bij na de achtste finales, Neymar kan dat deze namiddag eveneens
verwezenlijken.)

Vijf Afrikaanse deelnemers. Naar huis. (Voor
het eerst sinds 1982 is er geen enkel Afrikaans land dat de tweede ronde heeft
bereikt, vanaf 1986 lukte dat elke keer.)

De Russische fans na de strafschoppenreeks
tegen Spanje. En we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet.

***

Messi die in de nek van doelpuntenmaker Rojo
springt, het had het beeld van het WK kunnen opleveren, maar we zijn het al
vergeten. Wat bijblijft uit die wedstrijd tussen Argentinië en Nigeria: de
dubbele middelvinger van Diego Maradona, vier jaar lang (1986-1990) de beste
speler van de wereld, sindsdien een zielenpoot, maar wel tegen betaling prominent
aanwezig in de eretribune. Won zogezegd op z’n eentje de wereldbeker van 1986,
Hand van God inbegrepen. Toen al aan de coke, maar er nog niet onder bedolven.
Begenadigd voetballer, zeer zeker, maar hij had veel te danken aan het stille
labeur van de rest van het elftal. Iedereen is de centrale verdedigers Brown,
Cuciuffo en Ruggeri vergeten. Onder meer dankzij hen, de centrale buffer Sergio
Batista en de vleugelbacks Giusti en Olarticoechea, kon Maradona zich uitleven
op dat WK. Onder meer door de schuld van de middelmatige stampers Mercado,
Otamendi, Rojo, Tagliafico en de hoogbejaarde Mascherano kon Messi dat niet.
Een team is meer dan een individu, al kan een individu wel het verschil maken.
Maradona was niet alleen in 1986, Messi (helaas) ook niet.

Ik wil deze Maradona liever niet meer zien op
mijn grootbeeld. Zeer slecht voorbeeld voor de jeugd, een mooie herinnering die
wordt weggeveegd voor wie die Mundial in Mexico intens heeft gevolgd,
stervoetballer die karikatuur is geworden. Niet mooi. I won’t cry for you Argentina.
The truth is, I never loved you
(deze wereldbeker).

***

De Video Assistant Referee is een zegen voor
het voetbal. Veel minder foute beslissingen, en ook: veel minder overtredingen die
passeren. De statistieken bewijzen het. En toch: als én Gerard Piqué én Sergio Ramos
gelijktijdig tegen de grond worden gesmakt, de scheidsrechter daar geen graten
inziet en de VAR het ook niet heeft gezien, kun je je vragen stellen. Rusland
in de rol van Zuid-Korea in 2002, dankzij flaters van de scheidsrechters naar
de halve finales? Het zou zomaar kunnen, het zou zomaar niet mogen. De Russen
speelden tegen Spanje catenaccio van de zuiverste (versta: ergste) soort.
Daartegenover een variant van tikitaka die erop gericht was om de bal nóóit in
het strafschopgebied te krijgen. Spanje terecht uitgeschakeld, Rusland
onterecht door. Zo is voetbal, veel te vaak. Zaterdag dacht je: wow, eindelijk,
wedstrijden met rechtstreekse uitschakeling, beide teams gaan er vol voor.
Zondag was dat weer afgezwakt tot: bwah…

***

Ik dank de Rode Duivels dat ze vanavond tegen
Japan spelen, dan kan ik morgenavond voluit van Elvis Costello genieten. Accidents will happen, maar het zou zeer
jammer geweest zijn te moeten kiezen (for
the record:
ik zou voor Costello gekozen hebben, want: I Want You en zo). In het Openluchttheater Rivierenhof in Deurne
hebben ze daar voor vanavond het volgende op gevonden: eerst België-Japan op
groot scherm, daarna Costello. Op het eerste gezicht: goed bekeken van de
organisatoren, maar wat doe je met de concertgangers die niet of nauwelijks in
voetbal geïnteresseerd zijn? En hoe zit dat met burengerucht na halfelf in de
weinig tolerante stad A? Kan Costello zo wel een volwaardig concert spelen?
Mocht België toch dinsdag hebben moeten spelen, had ik toch graag Costello
zoals gepland om kwart voor negen zien beginnen, om al vroeg in de set (ja, ik
heb gespiekt in zijn recente setlists) het ultieme voetballied (I Don’t Want To Go To) Chelsea mee te brullen.

Pump it up, Rode Duivels!

***

De immer spitante Gary Lineker tweette
gisteren na de uitschakeling van Spanje dat Adnan Januzaj de grote favoriet is
voor BBC Sports Personality of the Year.
Een steekje, want uiteraard kan alleen een Brit(se) die jaarlijkse trofee
winnen. Wat de presentator bedoelde: goed dat Januzaj gescoord had tegen
Engeland, zodat de Engelsen, als tweede in de groep, in een op papier zwakkere
tabelhelft zijn terechtgekomen. En er dan morgen gewoon uit liggen tegen
Colombia? Als dit WK al één ding geleerd heeft, is het dat iedere wedstrijd op
zich staat, en dat geldt zeker vanaf de achtste finales. Zouden de Spanjaarden vandaag
blij zijn omdat ze in de zwakkere tabelhelft waren beland?

Al dat gespeculeer over spelen om te winnen,
of liever niet, vóór Engeland-België, vond ik ergerlijk. Dat een
bondsvoorzitter, een coach of spelers nadenken over de gevolgen van een
resultaat, kan ik nog enigszins begrijpen, al is moedwillig niet willen winnen
een aanfluiting van de essentie van het spelletje voetbal. Dat voetbaljournalisten
dat cynische spelletje meespeelden en het idee om bewust niet te winnen niet
alleen verdedigden maar zelfs aanmoedigden, is een regelrechte schande. Het
druist in tegen een fundamenteel maar helaas vaak vergeten onderdeel van hun
job: bekommerd zijn om ethiek en fair play, die twee voor de sport essentiële
begrippen die ze met hand, tand en klavier zouden moeten verdedigen. Dit
openlijke pleidooi tot een vorm van matchfixing is alsof economiejournalisten
het ontduiken van belastingen of het witwassen van zwart geld zouden
aanmoedigen, of politieke journalisten aan politici zouden suggereren om een
leugentje om bestwil te vertellen aan de bevolking. (Ik ben niet naïef,
misschien gebeurt dat zelfs, maar wie dát doet verdient het predicaat
‘journalist’ niet. Bewaar ons van Mitspielers!)

Dat Maradona zijn middelvingers zou opsteken
naar sommige Vlaamse voetbaljournalisten, zou ik nog begrijpen.



Hé, er is een bal op de tv

Sport Posted on ma, juni 25, 2018 11:59:02

Referentiematch. Zo omschreef ik België-Tunesië
zaterdag iets voor vieren op Twitter. Het leverde tachtig likes op, we zijn nu
eenmaal een land van successupporters. Sommigen waren, terecht, kritisch en
vroegen: ‘referentie’ tot wat? Een goede vraag. Ik bedoelde zeer nadrukkelijk níet
dat dit de beste prestatie ooit was – daarvoor was Tunesië een te naïeve
tegenstander. Ik bedoelde evenmin dat we nu favoriet zijn voor de wereldtitel –
dat valt af te wachten en op een groot toernooi spelen blessure- en schorsingslast,
toeval en geluk een belangrijke rol. Ik bedoelde ook niet dat dit de maatstaf
is voor de toekomst – aanvallend waren we geweldig, maar verdedigend toch weer
kwetsbaar. Maar als je de Belgische prestatie vergelijkt met de favorieten en
de (andere) schaduwfavorieten was het wel een referentie. Tegenover de
tegenvallende Argentijnen, Brazilianen, Duitsers, Fransen en (toch ook wel een
beetje) Spanjaarden – die ook al tegen op papier veel zwakkere landen hadden
gespeeld én gestunteld – hebben we een signaaltje uitgestuurd. Hé, wij zijn
hier ook en we kunnen iets. Meer moest u achter die ‘referentiematch’ niet
zoeken, want dat is hoe dan ook een momentopname, weten we van twee jaar
geleden na eerst Hongarije en daarna Wales. We kúnnen wereldkampioen worden,
maar de kans dat we het niet worden is nog altijd een pak groter.

***

Het speculeren is begonnen. Worden we best
eerste of tweede in de groep? En tegen wie spelen we dan in de kwartfinales
(alsof er geen achtste finale-wedstrijd meer moet gespeeld worden!)? Moeten we
Engeland op volle kracht tegemoet treden of toch een beetje terughoudend? Ik
hou niet van rekenen en speculeren op een voetbaltoernooi. Het leidt de
aandacht af van de essentie van het spelletje: winnen, minstens één doelpunt meer maken
dan de tegenpartij. Dat kunnen we, laten we dat ook doen. Al zijn die Engelsen
stevig bezig. We zitten in de op één na zwakste groep (na die van Rusland),
maar de twee best spelende elftallen tot nog toe maken er wel deel van uit.

De Rode Duivels zullen een zestal invallers
opstellen, lees ik. De lichtgeblesseerden Lukaku, Hazard en Mertens mogen extra
rust nemen. En Meunier, Vertonghen en De Bruyne zullen gespaard worden om een
tweede gele kaart te ontlopen. Wat ik niet begrijp in deze context: waarom pakte dat
drietal dan geen domme gele kaart in de slotfase tegen Tunesië? Dat zou een
gegarandeerde schorsing hebben opgeleverd tegen Engeland – als we dan toch niet
wakker liggen van groepswinst, who cares?
– én zonder het risico op een toekomstige schorsing starten in de achtste
finales. Nu riskeer je een of meerdere van die spelers te missen in de
kwartfinales. Misrekeningetje?

***

Voor wie graag rekent, één datum: 1 juli 2016. De
weg naar de finale lag open. Dachten we.

***

Wat me opvalt na 32 wedstrijden, twee speeldagen
in elke groep, is het aantal keren dat de videoref is moeten tussenkomen.
Angstaanjagend veel, eigenlijk. En dan bleven sommige duidelijke overtredingen
(Aleksandar Mitrovic die door twee Zwitsers op de grond wordt getrokken!
Boateng die het steunbeen van Berg betokkelt!) alsnog onbestraft. Foeteren op
de ‘video assistant referee’ – ‘VAR’ in de volksmond – is dan toch niet typisch
Belgisch. En het is af en toe ook zeer terecht. Maar dan nog blijft de videoref
een meerwaarde, omdat de meeste scheidsrechterlijke fouten toch nog worden
rechtgetrokken.

Vergisten internationale topscheidsrechters
zich in het verleden ook al zo vaak, of zijn ze nu minder gedecideerd omdat Big
Brother in Moskou bij twijfelgevallen toch de knoop doorhakt? Op welke vraag je
ook met ‘Ja’ antwoordt, in beide gevallen blijkt de videoref een onmisbare
noodzaak in het hedendaagse voetbal. En in elk geval te prefereren boven een
extra assistent-scheidsrechter achter de doellijn, want die staat daar meestal
toch maar wat toe te kijken en durft zelden in te grijpen, omdat hij dan zijn verantwoordelijkheid
moet nemen en tegen de hiërarchie van de hoofdreferee ingaan. Daar heeft de
onzichtbare man (?) in Moskou minder last van. Nu nog eenvormigheid in het
nemen van beslissingen en voetbal wordt weer iets rechtvaardiger. Alleen voor
de tooggesprekken achteraf is dat jammer.

***

Ronaldo of Messi? Hazard! Lionel Messi is een
schim van zichzelf (en de Argentijnse bondscoach een soort pooier die per
ongeluk langs de zijlijn staat en dan maar wat in het wilde weg gesticuleert). Cristiano
Ronaldo scoort tegen honderd procent, maar laten we dat niet overroepen: twee
strafschoppen, één flater van de Spaanse keeper en één vrije trap (wel mooi
binnen geborsteld, overigens). Eden Hazard is dan veel bepalender voor het spel
van zijn elftal en scoorde tegen Tunesië vlotjes (ook één penalty, toegegeven).
Wat Ronaldo veel beter aanvoelt dan Messi, is de urgentie van dit toernooi. Op
zijn drieëndertigste is dit allicht zijn laatste kans om te schitteren voor de
ogen van de wereld. Messi lijkt dat, op zijn éénendertigste, veel minder te
beseffen, sloft wat moedeloos rond tussen al die mindere goden. Van de twee
belastingontduikers is Ronaldo momenteel het meest gefocust.

***

In 2026 krijgen we een WK met 48 landen.
Fifa-voorzitter Gianni Infantino maakt zijn verkiezingsbelofte waar – helaas,
presidenten die hun beloften waarmaken zijn doorgaans een gevaar voor de rest
van de wereld… Concreet zal dat betekenen dat Europa drie extra plaatsen
krijgt (13 wordt 16, vandaag zijn er veertien deelnemende landen maar dat komt
omdat Rusland organisator is), Zuid-Amerika één (4 of 5 wordt 6, maar de
CONMEBOL heeft slechts tien aangesloten leden), Afrika vier (5 wordt 9), Azië,
inclusief Australië, drie (5 wordt 8), Noord- en Centraal-Amerika drie (3 wordt
6), en Oceanië, zonder Australië, mag voor het eerst zeker deelnemen (nu moet
de winnaar van de Oceanische voorronde nog barragewedstrijden spelen tegen de
vijfde uit de Zuid-Amerikaanse voorronde). Nuance: de CONCACAF, de
overkoepelende voetbalbond van Noord- en Centraal-Amerika, moet over acht jaar al drie
plaatsen afstaan aan de organiserende landen, Verenigde Staten, Mexico en
Canada.

Zestien extra landen, dat wordt: nóg meer
berekening in het spel van de favorieten de eerste ronde, nóg meer middelmatige
en zwakke landen op het toernooi, nóg meer geeuwen tot aan de kwartfinales. Het
klinkt democratischer, maar het devalueert de waarde van het spel. Of wordt het
pas een echte wéreldbeker als pakweg San Marino, Somalië en Tonga mogen
meedoen?

In de praktijk blijkt ook, jammerlijk, dat de
nieuwe deelnemers niet voor een meerwaarde zorgen. Na twee groepswedstrijden
hebben de Europese landen op deze wereldbeker 56 op 84 punten behaald, maar als
je de onderlinge duels tussen Europese landen meerekent – waarin hooguit drie
punten te verdelen vallen -, konden er maximum 75 punten gehaald worden. Dat is
goed voor 74,7 procent. Zuid-Amerika haalde 14 op 30 (46,7%), Noord- en
Centraal-Amerika 6 op 18 (33,3%, een redelijk resultaat dat wordt vertekend
door de twee zeges van Mexico), Azië 8 op 30 (26,7%) en Afrika een bijzonder
magere 7 op 30 (23,3%). Vooral de drie Noord-Afrikaanse landen stellen teleur:
0 op 18 en reeds uitgeschakeld.

Vergeleken met vier jaar geleden, in Brazilië,
doet Europa het opmerkelijk beter (toen 34 op 78, maar vier onderliggende duels
dus eigenlijk op 66, 51,5%), Azië ook een pak beter (in 2014 3 op 24, 12,5%) Zuid-Amerika
en Noord- en Centraal-Amerika véél slechter (respectievelijk 28 op 30!, 93,3%,
en 14 op 24, 58,3%) en Afrika eveneens minder goed (11 op 30, 36,7%). Te vroeg om
conclusies te trekken – dat kan pas na de volgende groepswedstrijd en liefst
zelfs na de kwartfinales – maar voorzichtigjes kun je toch al zeggen dat Zuid-Amerika
het alweer niet goed doet op Europese bodem (het is al zestig jaar geleden dat Brazilië als enige Zuid-Amerikaanse team ooit de wereldbeker won in Europa) en Azië in het beste geval stagneren,
terwijl je eigenlijk zou mogen verwachten dat meer wereldbekerervaring zou moeten
leiden tot betere resultaten.

Ik weet het, het hangt soms samen met
uitzonderlijke individuele voetballers of goede generaties, toch lijkt het er
heel sterk op dat die uitbreiding naar achtenveertig landen allerminst is
ingegeven door kwalitatieve uitgangspunten en dat die electorale ingeving van
Infantino het product ‘Wereldbeker’ misschien wel mondialer zal maken, maar zeker
niet interessanter.



Ploeg van ’t Stad

Sport Posted on za, april 14, 2018 12:59:45

Als er morgennamiddag vóór, tijdens en na
Antwerp-Beerschot Wilrijk géén rellen uitbreken, waarbij minstens een paar
heethoofden het ziekenhuis worden ingeklopt, een politiecombi afbrandt en wat
ruiten in de omgeving van het stadion sneuvelen, zal menige eindredacteur en
(voetbal)journalist teleurgesteld zijn. De veredelde oefenpot die de Antwerpse
rivalen morgen op de Bosuil spelen – wie ligt er nu wakker van een wedstrijd in
play-off 2? – kreeg deze week haast meer persaandacht dan Anderlecht-Club
Brugge van morgenavond. Ploeg van ’t Stad versus Ploeg van ’t Land: 1-0. Het
sportieve werd nauwelijks besproken, wel hoeveel politieagenten er worden
ingezet, wat het actieplan van de ordediensten is, en hoe de harde clans naar
de confrontatie op en naast het veld toeleven. Incidenten worden zo bijna een selffulfilling prophecy. Zie je wel, het
zijn herriestokers! “Zij zijn begonnen, meneer!”

Eerlijk, de wedstrijd doet me niet zo veel,
ook al heb ik heel veel sympathie voor een van beide betrokken clubs. Ik vind
die hele play-off 2 maar niets, bezigheidstherapie voor gebuisde clubs die niet
goed genoeg waren om play-off 1 te halen, en een bescheiden schouderklopje voor
verdienstelijke tweedeklassers die ook eventjes, tien wedstrijden lang, mogen
proeven van semi-eerste-klasse-voetbal. Tijdverlies. Want zelfs al win je je
poule, daarna ook het duel tegen de winnaar van de andere poule, en tenslotte
de ultieme finale tegen de vierde in de eindstand van play-off 1, dan lijkt het
me een vergiftigd geschenk om in de tweede voorronde van de Europa League half
juli naar Azerbeidzjan, Armenië of Albanië te moeten. Kost meer dan het opbrengt,
maar je kunt wel zeggen dat je Europees hebt gespeeld. Vraag maar aan KV
Oostende wat dat voor gevolgen dat heeft voor de voorbereiding op de
competitie. Zonde van de inspanning.

Wie morgen wint, mag zich tot de volgende
derby – over twee weken – ‘Ploeg van ’t Stad’ noemen, lees ik her en der. Een
belachelijke redenering, waarbij een toevalstreffer dus kan bepalen of de ene
club historisch beter is dan de andere. Jan Mulder hoopt alleszins op Beerschot
(Wilrijk), want hij vond dat best wel sympathiek dat de heetgebakerde fans hem
eind jaren zestig verrot scholden voor ‘Zeeuwse mossel’ of ‘kaaskop’. Hij
verwacht een thuiszege voor Beerschot, wat nogal moeilijk wordt, op de Bosuil,
maar soit.

***

Om de historische titel ‘Ploeg van ’t Stad’ te
verdienen, kan het onmogelijk volstaan om één wedstrijdje te winnen. Zeg dat
maar eens in Manchester: United won er vorige zaterdag van City, maar City
wordt wel kampioen. Wie is dan de ploeg van Manchester? Ha, geschiedkundig
interessante vraag. Die een eenvoudig antwoord verdient: United. Niet vanwege
die laatste derbyzege, maar vanwege de erelijst. Manchester United: 20 titels.
Manchester City: (binnenkort) 5 titels. Dat is duidelijk. (Liverpool was lang
de beste club van Engeland, met 18 titels, maar de laatste dateert al van mei
1990, iets wat Unitedfans tijdens ‘The Hate Game’ gaarne onderstrepen.)

Zo berekenen ze dat in de bakermat van het
voetbal, op basis van verdiensten uit het verleden. Zo hoort het ook. Laat dat
kortetermijndenken maar aan de politiek over. Als je dan de erelijsten van Antwerp
en Beerschot naast elkaar legt – 4 titels tegenover 7, elk 2 bekers – is het
duidelijk: Beerschot is de Ploeg van ’t Stad. Geen twijfel mogelijk. Zelfs al
voer je, terecht, aan dat het oorspronkelijke Beerschot negentien jaar geleden
ter ziele is gegaan en tel je de bekerzege van Germinal Beerschot (2005) dus niet
meer mee of, godbetert, de bekerwinst van Germinal in 1997, dan nog blijft het
statistische gegeven overeind: Beerschot (1899-1999) heeft het beter gedaan dan
Antwerp (1880-…). Dat kan alleen veranderen als de club van de liefdevolle
kleuren nog minstens drie landstitels behaalt in de toekomst. Of, als KFCO Beerschot
Wilrijk in pakweg de volgende honderd jaar acht keer landskampioen wordt in 1A,
of hoe de eerste klasse tegen 2118 ook moge heten. Dan is Beerschot Wilrijk de
Ploeg van ’t Stad, vóór Beerschot en Antwerp. Ik zal het niet meer meemaken,
vrees ik.

***

Ik ben niet het soort supporter dat de rivaal
niets gunt: van mij had Antwerp gerust play-off 1 mogen spelen – hadden we deze
overbodige dubbele confrontatie niet gehad! -, maar laten we wel correct
blijven. Je mag naar waarheid zeggen dat de club Beerschot, die met stamnummer
13, niet meer bestaat, maar de identiteit ‘Beerschot’ bestaat zeer zeker nog.
De voorbije jaren zat er bijna evenveel volk op de tribunes van het Olympisch
Stadion als in de korte periode van Beerschot AC, ook al speelde Beerschot
Wilrijk niet tegen Anderlecht, Club Brugge of Standard, maar tegen clubs met
exotisch klinkende namen als FC De Kempen, Esperanza Pelt of Oosterzonen
Oosterwijk. Vrolijke jaren in de buik van het Belgisch voetbal waarin de kreet “Antwaarp, Antwaarp, Beerschot komt
eroan!”
steeds luider weerklonk. Geen identitair nihilisme in de stad
van De Wever! Daar kunnen geen tien faillissementen, fusies of
reddingsoperaties tegenop (we hebben er nog zeven tegoed). En morgen is het
zover: Beerschot komt eroan, zij het
voor heel even maar.

Dat de supporters zich morgen mogen gedragen,
dat het een spectaculaire wedstrijd moge worden en dat de beste moge winnen.
Maar één ding staat nu al vast: Beerschot is de Ploeg van ’t Stad.



Damso

Sport Posted on zo, maart 11, 2018 13:26:06

Eerlijk? Ik had nog nooit van Damso gehoord,
toen die in november werd aangekondigd als de man die het WK-lied mocht
componeren. Mijn kennis van hiphop is beperkt. Ooit, een half mensenleven
geleden, danste ik me de ziel uit het lijf op Rapper’s Delight van The Sugarhill Gang, in 1979 een fris geluid in
de tijd van platte disco, halfslachtige soul en overjaarse punk. Public Enemy,
dat kon ik ook wel smaken. Don’t believe
the hype
, weet je wel. Wu-Tang Clan, prima stuff: hun dubbel-cd Wu-Tang
Forever
was een tijdje een grofgebekte reisgezel tijdens lange autoritten.
Maar Damso, neen, connais pas.

Op een week tijd is dat nu veranderd. Damso is
chaud en niet alleen meer in de
Matonge-wijk en Franstalig België. Ook de Vlamingen mochten uitvoerig
kennismaken met zijn subtiele liedekijns.
Achterwaarts in de poes naaien, dat kenden we van de boeken van Herman B., maar
in het Frans klinkt het nog ietwat agressiever. Enfin, die Damso bracht de
gemoederen meer in beweging dan de heupen. Er werd commerciële onthoofding geëist,
de Vrouwenraad en enkele excellenties schreeuwden dat hij weg moest van dat
federale podium, zelfs een barones bemoeide er zich mee. En de voetbalbond, die
riep eerst: laat ons gerust, en gaf daarna – onder druk van belangrijke
sponsors – alsnog toe. Waarop de vermelde barones schreef: “Effect in zaak
Damso kwam niet alleen van de sociale media. Vergeet niet mijn column op de
volle achterpagina van De Standaard, de ruime aandacht van de klassieke media
voor het standpunt van de Vrouwenraad, mijn interview door Lieven Vandenhaute
in Nieuwe Feiten op radio 1 enz.” Kortom, na de achtereenvolgende persoonlijke
triomfen in de Eerste en de Tweede Golfoorlog, en het kielhalen van het
socialisme in Frankrijk mag La Doornaert nu ook deze pluim op haar kamerbrede
hoed steken. De barones stond pal. Voor ons, het volk, uiteraard. Noblesse oblige.

***

De keuze van Damso was controversieel: op zich
moet dat kunnen. Maar het is al voor de derde opeenvolgende keer een volkomen
fout uitgangspunt om het WK-lied te laten componeren door hippe vogels die
vooral de twintigers en dertigers begeesteren. Na Stromae en Dimitri Vegas
& Like Mike nu dus die Damso. Dat komt omdat de voetbalbond, zoals steeds
meer andere bedrijven, al een paar jaar gedomineerd wordt door hippe
marketingboys, die geen voeling hebben met het Brede Publiek. Een WK-lied, dat
moet meegebruld worden door iedereen. Of je moet erom kunnen lachen, omdat de
meezingende Rode Duivels de hoge tonen niet halen, remember Danny Boffin. Een WK-lied, dat moet per definitie een simpele,
meezingbare tekst en een aanstekelijk refrein hebben. De Rode Duivels gaan naar Spanje. Mondiale, pintje hale. Go
West
. Geen hoogtepunten in de vaderlandse muziekgeschiedenis, maar het (Vlaamse)
volk kon ze wel meezingen. Verdomde oorwurmen waren het. Een WK-lied moet
vooral geen culturele referentie zijn.

***

Heeft u al een flard gehoord van Human, de song die Damso al had
opgenomen en die in april zou gelanceerd worden? Ik wel, daarstraks in De Zevende Dag. Nul ritme, nul
aanstekelijkheid en het gaat niet eens over voetbal. Het gaat over Damso zelf.
Ik. Ik. Ik. De tekst had door Mia Doornaert geschreven kunnen zijn!

Afvoeren die handel. Weggegooid geld, binnen
een organisatie waar al wel meer met sponsorcenten gesmeten werd de voorbije
jaren. Nu wacht nog een flinke boete, terwijl Damso er alleen maar rijker van
zal worden. Het onbenullige Human
wordt een geheide hit. Hij was dan ook zeer vriendelijk, gisteren, de vrolijke
bard. “Dames en heren, mannenhaters en feministen, ik vergeef jullie en
bedank jullie voor deze verwarring over mij. Deze promo is precies wat ik nodig
had voor mijn album LITHOPÉDION dat
dit jaar op 15 juni gelanceerd wordt. Ik weet niet wat zeggen, ik vind geen
woorden… dit is ongelooflijk sympathiek. Ik omhels u innig daar waar het
deugd doet. Uw geliefde Damso.”

***

Maar wat mij nog meer stoort dan Damso, is de
hypocrisie die door bond en sponsors tentoon werd gespreid. Want het, terechte,
afvoeren van een misogyne rijmelaar had best gekoppeld mogen worden aan het
openlijk bekritiseren van het beleid van de president van het land waar over
drie maanden het WK begint. Een land dat al bijna vijf jaar een wet kent die
“propaganda van niet-traditionele seksuele relaties” verbiedt, zeg
maar: de ‘anti-homowet’, verdient het om internationaal teruggefloten te
worden. Wat denk je, Dominique Leroy, zet je je ook daarachter? Dient AB InBev ook
een hoger doel dan alleen maar de verkoop van bier aan de Russen? Of moet het
weer alleen van Mia komen?



Rebel Radja

Sport Posted on vr, april 14, 2017 12:46:01

George
Best. Ilie Nastase. John McEnroe. Eric Cantona. Mario Balotelli.

We houden van rebellen, in de sport en in de samenleving als
geheel. We lezen alles wat er over hen verschijnt, we kijken naar alles wat ze
doen, in de hoop dat ze weer eens flink buiten de lijn kleuren. O wat vonden we
het met z’n allen prettig dat McEnroe tekeerging tegen de umpire: “You can’t be serious man, you cannot be
serious!” “That ball was on the line. Chalk flew up! How can you possibly call that
out?!” “Answer my question. The question, jerk!” Dat
George Best weer eens dronken gespot was in de armen van een of andere Miss
World, smullen was dat. “When the seagulls follow the trawler, it is
because they think sardines will be thrown into the sea”, zei Eric
Cantona droog op een persconferentie, kort nadat hij een supporter van de
tegenpartij met een karatetrap had aangevallen. De aanwezige perslieden
noteerden het gretig en beseften niet dat die uitspraak een verbale karatetrap
in hun richting was. Misschien had die goede Eric beter een metafoor met
aasgieren gebruikt dan met zeemeeuwen, maar soit.
Mario “Ja, ik denk dat ik een genie ben, maar geen rebel” Balotelli
vinden we allang niet meer interessant als voetballer. Wel, wat heeft nu weer
gedaan? En, wie is die schoonheid naast hem? Já, eindelijk, een rode kaart!

Jeanne d’Arc. Pablo Picasso. Jim Morrison. Serge Gainsbourg.
Kurt Cobain.

Enfants terribles noemen we hen. Vreselijke kinderen, in een
slechte vertaling. Kinderen die je niet zelf in huis wil hebben, dat zou pas de
hel zijn. Maar op een veilige afstand, geen probleem. Laat ze gerust witheet
van woede een racket in gruzelementen smijten of lallend een gevecht uitlokken
in een exclusieve discotheek of een vervelende tegenstander doormidden proberen
te trappen of hun racewagen op de plek van een gehandicapte zetten of… Mag je
niet doen, jongen, maar we vergeven het je. Want je bent een rebel. Je doet wat
wij zouden willen doen, maar niet durven. We geven het toe: we zijn stikjaloers!

Mae West. James
Dean. Marlon Brando. Sean Penn. Charlie Sheen.

We houden
van rebellen with of without a cause. We zouden echt niet
willen dat ze plots een normaal leven beginnen te leiden en dat ze onder een
fleece op de bank naar tv zitten te kijken. Saaie boel. Ruziestokers willen we.
Licht ontvlambare types. Kerels die eerst slaan en dan nadenken. Waarom denkt u
dat die Trump zo populair is bij extreemrechtse kwieten? Hij zegt wat zij
willen maar niet durven zeggen. Dat James Dean verongelukte maakte hem alleen
maar populairder. Stel dat die goeie Jimmy twee maanden geleden zijn 86ste
verjaardag had gevierd: boring!

***

“When I’m good, I’m very, very good, but
when I’m bad, I’m even better” – Mae West

***

Rik Coppens. Johan Anthierens. Robbe de Hert. Jean Pierre
Van Rossem. Radja Nainggolan.

We houden van rebellen, tenzij ze van bij ons zijn. Hoe
aanraakbaarder een rebel is, hoe minder interessant we hem of haar vinden. We
willen natuurlijk niet naast George Best in de kroeg staan, zeker niet als hij óns
meisje wel ziet zitten en met haar begint te kletsen. We willen niet in het
publiek zitten als John McEnroe weer een uitbarsting krijgt, want we hebben
betaald om tennis te zien, geen praatsessie. Laat die Trump maar in het Witte Huis
zitten en niet in de Wetstraat 16, want dan vinden we hem een malloot. Een
beetje dwarsliggen mag nog, pakweg een coureur die al eens een snuifje coke
door zijn neusgaten jaagt. Maar niet elke week, nee, dankuwel.

Radja Nainggolan zat met een te hoog alcoholgehalte in het
bloed achter het stuur van een auto. Of hij daar nu alleen in zat, wachtend op pechverhelpers
om zijn lekke band te vervangen, dan wel dat hij heel even de plaats van de
nuchtere chauffeur had ingenomen omdat er net een politiecombi arriveerde, werd
tot petite histoire gereduceerd, al
is het cruciaal: dronken rijden doe je niet. Dronken meerijden is vooralsnog niet verboden. Maar het kwaad was geschied:
een overijverige agent vergat even dat hij gebonden is aan beroepsgeheim en
discretie, wilde eindelijk die vijftien seconden populariteit opeisen, en lekte
het naar de pers. En die maakte er een staatszaak van.

Had Nainggolan dit gedaan in Rome, dan hadden we hem een
malle, maar sympathieke jongen gevonden, “die
gast met die kuif en die tattoos”
, allee, wat doet hij nu weer? Omdat
het in Sint-Niklaas gebeurde, de nacht na een interland, drie dagen voor een
volgende, werd het not done. Erger
dan de bijtgrage Luis Suárez, want die deed (doet?) zijn vampierentrucjes in
het buitenland. Weg met Radja!

Radja Nainggolan had te veel gedronken en dat hoort niet
voor een voetballer met een voorbeeldfunctie. Ook roken behoort voor een
sportman tot afwijkend gedrag. Je lichaam vol tattoos zetten en rondlopen met
een opzichtige hanenkam, dat vindt de goegemeente ook nogal choquerend. Maar
het enige wat ons zou moeten interesseren, is: is die Nainggolan een goede
voetballer en hoort hij thuis in de selectie van onze nationale ploeg? Het
enige waar de bondscoach zich mee zou moeten bezighouden, is: kan ik die
Nainggolan gebruiken in mijn kern richting wereldbeker en hoe zorg ik ervoor
dat hij voldoende discipline opbrengt om te kunnen presteren op niveau én
aanvaard te worden binnen de groep? Ik denk: we kunnen Nainggolan gebruiken in
de volgende interlands en volgend jaar in Rusland. Een aanjager van zijn
kaliber is uniek. Of ziet u liever de saaie Witsel of de technisch kreupele
Fellaini aan het werk?

Laten we voor één keer doen alsof die Nainggolan een rebel
uit een ver, vreemd land is, die heel af en toe het nieuws haalt met een
uitspatting. Zouden we hem dan koesteren of vervloeken? Zouden we hem dan
interessant of vervelend vinden? Zouden we dan aan de toog “Zo iemand
kunnen wij goed gebruiken!” zeggen of niet?

Moeilijke keuze voor Roberto Martínez, want hij heeft altijd
gelijk én ongelijk: ofwel sluit hij een speler in de armen die een nuttige rol
kan spelen, ofwel verzwakt hij zijn elftal. Ofwel neemt hij het risico dat een niet al te streng optreden anderen op ideeën brengt, ofwel stuurt hij een duidelijk signaal uit dat dit gedrag niet
getolereerd kan worden. Zegt hij “So what?” of “Dit is een brug te ver!”? Eden Hazard werd voor één wedstrijd gebannen omdat hij
na een vroege vervanging demonstratief een hamburger was gaan eten buiten het
stadion. Misschien Nainggolan symbolisch de volgende interlandperiode thuislaten
en hem in het najaar opnieuw selecteren? Hij kan ons in Rusland nog van dienst
zijn. Zorg er dan wel voor dat er geen alcoholische drank zit in de minibar van
de kamer en dat er geen nachtwinkel in de buurt van het spelershotel is.

***

“I like a man who’s good, but not too good
– for the good die young, and I hate a dead one” – Mae West



Wereldvreemd

Sport Posted on za, december 03, 2016 12:55:28

“Racisme”,
zo definieert mijn beduimelde exemplaar van Van Dale uit 1992, is “de
opvatting dat het ene ras superieur is aan het andere en, daaruit
voortvloeiend, dat ten aanzien van het ene ras andere maatstaven kunnen (mogen)
worden aangelegd dan ten aanzien van het andere”. ‘Discriminatie op grond
van het ras’ en ‘uiting van rassewaan’, voegt het Groot Woordenboek der
Nederlandse Taal dat ik een paar maanden na Zwarte Zondag kocht, er nog aan
toe. Superioriteitsgevoel, discriminatie, rassewaan: het is me wat. Als zelfs
een taalbijbel in termen van goed en kwaad begint te spreken, is het duidelijk.
Dit stinkt. Racisme deugt niet. Je moet ofwel een onverbeterlijke racist zijn,
ofwel een wereldvreemde snuiter, wil je dat niet inzien.

Racisme is
zo verderfelijk en verwerpelijk dat ik er een flink deel van de zomermaanden
voor over heb gehad om, samen met Paul Beloy, het boek Vuile zwarte klaar te stomen, over racisme in het Belgische
voetbal, maar ook ver daarbuiten. Ik weet niet of het dankzij ons boek is, dan
wel omdat de samenleving er op dit ogenblik gevoeliger voor is, dat het thema
de voorbije tijd wel vaker de media haalt. Zo ging KRC Genk-speler Leon Bailey
vorig weekend in discussie met z’n eigen fans: volgens z’n vader werd ie
bespuwd en racistisch bejegend, de supporters ontkennen dat. Het is niet aan
mij om hier partij te kiezen, maar het is goed dat het open en bloot besproken
wordt.

Meryame
Kitir, fractieleidster voor sp.a in de Kamer en zelf recent nog het mikpunt van
een aangebrande opmerking van Open VLD’er Luk Van Biesen, schreef een
opiniestuk voor De Morgen, waarin ze
opriep om racisme ook in het voetbal krachtdadiger aan te pakken. Zij deed dat
nadat uit een internationaal onderzoek was gebleken dat er in België in veertig
jaar tijd nauwelijks iets veranderd is: één op vijf profvoetballers krijgt hier
te maken met discriminatie op basis van ras, geaardheid of geloofsovertuiging,
waarmee we veel slechter scoren dan de ons omringende competities.

En dan was
er nog die ene supporter van het modale Racing Westmeerbeek, uit de Antwerpse
vierde provinciale, die ‘Bananenplukker’, ‘Zwarte aap’ en ‘Kruip terug in uw
boom’ had geroepen naar Kossi Lambrechts, een Belgisch-Togolese voetballer van
KFC Hallaar. Een agent in burger had dat opgemerkt en er een proces-verbaal van
opgesteld, het parket eist een geldboete van 1.800 euro, de rechter moet op 21
december oordelen. De dader heeft zich intussen verontschuldigd, al beweerde
hij dat ie enkel ‘Zwarte, doe eens niet zo belachelijk’ had geroepen.

Mijn hart
maakte een bescheiden vreugdesprongetje, tot ik de repliek van de raadsvrouw
van de dader las. Volgens haar was er geen sprake van racisme, kon ik in Het Laatste Nieuws lezen. “Hij
woonde de voetbalwedstrijd bij en ging volledig op in het spel. Mijn cliënt wou
meneer niet beledigen. Rond een voetbalplein worden wel vaker dingen geroepen
tegen spelers van vreemde origine. Gaan we hen dan allemaal voor de rechtbank
brengen?”

***

Ik liet de
woorden even bezinken en dacht: wat zou deze advocate repliceren als haar cliënt
een seksueel roofdier was geweest? “In een steegje worden wel vaker
vrouwen aangerand door verkrachters. Gaan we hen dan allemaal voor de rechtbank
brengen?”

Of een witteboordcrimineel.
“In de samenleving worden wel vaker sommen geld verduisterd. Gaan we hen
dan allemaal voor de rechtbank brengen?”

Een
moordenaar, misschien. “Er worden wel vaker moorden gepleegd, ook bij ons
in België. Gaan we dan alle moordenaars voor de rechtbank brengen?”

Doodrijder.
“Er gebeuren nogal veel ongevallen met dronken chauffeurs. Gaan we hen dan
allemaal voor de rechtbank brengen?”

***

Ja, ja, ja,
ja en ja. Zeer graag, ja. In een rechtsstaat moet recht worden toegepast.
Racisme is verboden, net als geweld, diefstal en dronken rijden. We moeten wat
meer de hakken in het zand durven te zetten, niet te tolerant zijn voor wie
zelf intolerant is, streng maar rechtvaardig zijn voor de daders, meeleven met
de slachtoffers. Advocaten moeten alle mogelijke rechtsmiddelen uitputten om
hun cliënten te verdedigen. De vraag is of wereldvreemdheid een van die middelen
hoort te zijn.

Paul Beloy & Frank Van Laeken, Vuile
zwarte. Racisme in het Belgische voetbal, Houtekiet, 19,99 euro.



« VorigeVolgende »