Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Supporters willen niet weten waarom

Sport Posted on wo, november 07, 2018 16:21:23

(‘De Bankzitter’, aflevering 15, eerder verschenen in De Standaard op maandag 5 november.)

De topper tussen KRC Genk en Club Brugge eindigde op
een billijk gelijkspel, 1-1. Maar een nieuwe oprisping van de ‘Football Leaks’
overschaduwde de sportieve gebeurtenissen in het voetbal. De Fifa-baas blijkt
even corrupt als zijn voorganger en de grootste clubs in Europa plannen een
coup.

Er was geen ontkomen aan dit weekend. Een
halve voorpagina, gevolgd door negen pagina’s binnenin. De lezer van deze krant
zal geweten hebben dat de redactie deel uitmaakt van het internationaal
journalistenconsortium EIC, wat staat voor European Investigative
Collaborations. Een netwerk van onderzoeksjournalisten dat zich sinds najaar
2017 ook toespitst op het topvoetbal, dankzij de ‘Football Leaks’: miljoenen
documenten die werden gelekt door ene ‘John’, een mysterieuze man (of een groep
mensen?) die duidelijk thuis is in de wereld van het Grote Geld, corrupte
cenakels en machtige makelaars.

Lag de nadruk vorig jaar op dure contracten
(de salarissen van Cristiano Ronaldo en Zlatan Ibrahimovic, de
makelaarsvergoedingen van Mino Raiola en Jorge Mendes) dan ging het de voorbije
weken over de door Ronaldo afgekochte verkrachtingszaak en nu over de rol die
Fifa-baas Infantino in zijn vorig bestuurdersleven speelde bij het beschermen
van clubs die de regels van Financial Fairplay met voeten traden, Paris
Saint-Germain voorop.

Parvenus
Sans Gêne

Gianni Infantino was van 2009 tot 2016
secretaris-generaal van de Uefa, en in die hoedanigheid rechterhand van Michel
Platini. Nadat het zoveelste schandaal eindelijk de kop had gekost van de tot
op het bot gecorrumpeerde Fifa-baas Sepp Blatter stelde de ambitieuze Infantino
zich kandidaat voor het allerhoogste voetbalambt en zo werd in het Zwitserse
Genève een Zwitser opgevolgd door een Zwitser, iemand die zich profileerde als
‘zuiver’ en die stemmen ronselde met de belofte dat het WK Voetbal zou worden
uitgebreid van 32 naar 48 landen.

Uit de gelekte documenten moet nu blijken dat
Infantino is tussenbeide gekomen om PSG ter wille te zijn. De Parijse club – in
mijn drie jaar geleden verschenen boek £X€£$$
UNITED. Het geld van het voetba
l verwerkte ik het acroniem tot ‘Parvenus
Sans Gêne’ – is al acht jaar in handen van de emir van Qatar. Aan die deal
gingen persoonlijke gesprekken met toenmalig Frans president Sarkozy en
Uefa-voorzitter Platini vooraf. In ruil ondersteunde die laatste de kandidatuur
van Qatar om het WK van 2022 te mogen organiseren. Het lukte in beide
richtingen: PSG werd financieel gered en Qatar kreeg de organisatie toegewezen.

Onder de nieuwe eigenaars probeerde PSG de
wereldtop naar de Franse hoofdstad te halen: Ibrahimovic, Cavani, Di María,
Neymar, Mbappé. Het mocht wat kosten, ook al bestond er intussen zoiets als
Financial Fairplay, FFP, in 2010 in het leven geroepen door… Platini en
Infantino om de ‘financiële doping’ (hun woorden) in het voetbal aan banden te
leggen. In een eerste fase mochten clubs nog 45 miljoen euro verlies draaien,
tegenwoordig zitten we in fase 4: het verlies moet nu beperkt worden tot 5
miljoen euro over drie seizoenen. PSG negeerde zelfs die aanvankelijk nog heel
soepele regels en kon rekenen op Infantino om te vermijden dat het zou uitgesloten
worden van Europees voetbal, de ultieme straf voor wie FFP niet naleeft. Eerst
was er wel een monsterboete van 60 miljoen, die na protest van PSG werd
teruggebracht tot 20 miljoen, een som die ook Manchester City, die andere
artificiële topclub, had betaald. Een habbekrats voor een emir of een sjeik.
Clubs uit pakweg Roemenië en Turkije werden wel uitgesloten. Niet iedereen is
gelijk voor de Europese voetbalwet.

In de zomer van 2017 was er de ruchtmakende
transfer van Neymar, kostprijs: 222 miljoen euro. Een commissie onder leiding
van de Belgische ex-premier Yves Leterme onderzocht de zaak, leek eerst
openlijk tot de conclusie te komen dat PSG de FFP-regels met voeten had
getreden, maar zette de officiële procedure alsnog stil. Wie gelooft die mensen
nog? Terwijl vijf minuten sportieve moed hadden volstaan. Er zal nog eerder een
vrouw in het toekomstige directiecomité van de Nationale Bank zetelen, dan dat
het internationale topvoetbal zal worden gesaneerd.

Benieuwd of Gianni Infantino zijn conclusies
zal trekken. In een eerste reactie noemde de Fifa de publicaties van ‘Football
Leaks’ een lastercampagne. Dat zegt alles.

‘Bedrieg
ons!’

Nog opzienbarend in ‘Football Leaks’ zijn de
concrete plannen van zestien profclubs om een eigen competitie op te richten,
los van de nationale liga’s en de Champions League. Een ‘Super League’ met de
rijkere clubs uit Engeland (5 stuks), Italië (4), Spanje (3), Duitsland (2) en
Frankrijk (2), alleen deelnemers uit de vijf grootste Europese competities.
Bedoeling is om in 2021 van start te gaan met deze gesloten competitie.

De Super League zou de ultieme middelvinger
richting Uefa zijn, terwijl de Europese voetbalbond de voorbije decennia al
plat op de buik ging voor die topclubs. Eerst door de Europabeker voor Landskampioenen
in 1992 om te vormen tot de veel lucratievere Champions League, daarna door
meerdere clubs uit de toplanden toe te laten tot een competitie die cynisch
genoeg wel ‘kampioenenliga’ bleef heten. Europese middenmoters als België mogen
nog een rondje meedraaien, kampioenen uit kleinere voetballanden zijn enkel welkom
in de opwarmfase in juli en augustus.

Als er ooit zo’n Super League komt, valt het
te hopen dat tv-zenders de ballen zullen hebben om niet te bieden op de
uitzendrechten. Een naïeve gedachte, maar ooit moet die ‘Money makes the world
go around’-spiraal toch doorbroken worden? Het zou helpen mochten supporters
internationaal in opstand komen tegen deze gang van zaken. Ook dat is naïef,
want fans lopen nog net niet met het opschrift ‘Bedrieg ons!’ op hun voorhoofd
rond. En kijken vervolgens naar een wedstrijd van PSG of Manchester City. Om de
slogan van de sponsor van onze eigen eerste klasse te parafraseren: supporters
willen niet weten waarom.

Het voetbal is ziek, doodziek. Maar de patiënt
weigert elke hulp.



Monotoon getrommel in de kelder

Sport Posted on do, november 01, 2018 19:16:10

(Deze bijdrage verscheen maandag 29 oktober in De Standaard in de reeks ‘De Bankzitter’)

2-2. De uitslag doet vermoeden dat het bodemduel
tussen Zulte Waregem en Excel Moeskroen een lekkere wedstrijd was. Het spel
ging aardig op en neer, maar gescoord werd er alleen na individuele flaters.
Dit zijn degradatiekandidaten.

Een eenzame trommelaar en een stuk of
zeventien olé-roepende supporters, het illustreerde pijnlijk hoe voetballen
voor halflege tribunes in België klinkt. Gelukkig hebben ze in het
Regenboogstadion een overenthousiaste omroeper, die de sfeer van een halve
finale in de Champions League probeerde op te roepen. Nu nog de spelers vinden die
zijn enthousiasme oppikken.

Trainer Francky Dury probeerde het na de 0 op
24 met een 3-4-1-2. ‘Dan zouden we dit soort van patroon op het veld moeten zien’,
zei Play Sports-commentator Philippe Crols voor aanvang bij het tonen van de
tactische pancarte. In de uitspraak zaten al enige reserves ingebouwd. Best wel
een gedurfde tactiek van een geplaagde coach, trouwens, want op de flanken
stonden Bongonda en De Pauw, twee aanvallende spelers. En dat voor een elftal
dat na speeldag 11 de slechtste verdediging had, met al dertig tegendoelpunten.

Daartegenover stond Excel Moeskroen: slechtste
aanval, met nauwelijks vier doelpunten uit elf wedstrijden, waarvan slechts één
goal die er niet kwam na een stilliggende fase. Magere statistieken.

Alibi-verdedigen

Terwijl we bloednerveus werden van het
monotone getrommel, vijfennegentig minuten lang, illustreerde Bruno Godeau
waarom Moeskroen samen met Lokeren en Zulte Waregem onderin staat. De
linksvoetige centrale verdediger trapte de bal met rechts domweg in eigen doel.
Iets wat je elk weekend wel ziet gebeuren in het amateurvoetbal, maar niet zou
mogen verwachten van doorgewinterde profs in de Jupiler Pro League. Deed Godeau
dat op de laatste speeldag, dan zouden de verdachtmakingen niet van de lucht
zijn. Nu was het gewoon een lachwekkend doelpunt van een speler die werd
opgeleid bij Anderlecht, omgeleid bij Zulte Waregem, afgeleid bij Oostende en weggeleid
bij Moeskroen. Typisch voorbeeld van een hedendaagse doorschuifvoetballer.

Het tweede doelpunt van de thuisploeg kwam er
na een knappe demonstratie eentijdsvoetbal, waarna Théo Bongonda – na twee en
een half behoorlijke seizoenen in de Spaanse eerste klasse begin van het jaar weer
nedergedaald in eigen land – hard binnentrapte. De bal ging zo ongeveer door de
Moeskroense doelman Jean Butez heen. Die wisselt al weken geweldige saves af
met amechtig gegrabbel naar een schijnbaar met bruine zeep ingesmeerde bal.

Nog voor het halfuur scoorde Frantzdy Pierrot,
de Haïtiaanse spits van Moeskroen, met het hoofd tegen, tussen de ingedutte
verdedigers Heylen en Baudry in. Michaël Heylen stak nog even de hand op om
buitenspel te signaleren, wat het bijlange niet was. Net voor het uur leidde
een slechte pass van Nill De Pauw de gelijkmaker in. Pierrot kreeg aan de
overzijde veel ruimte en trapte overhoeks binnen, de eerste keer dit seizoen
dat Moeskroen twee keer scoorde. Davy De fauw en Damien Marcq hadden nog zonder
veel overtuiging een zuinig voetje uitgestoken om Pierrot af te stoppen: alibi-verdedigen.
Niet verwonderlijk dat Zulte Waregem veruit de slechtste defensie heeft.

Vrij
zonder voorwaarden

‘Aangename wedstrijd om volgen, ik denk niet
dat veel toeschouwers zich aan het vervelen zijn’, zei de wedstrijdcommentator.
Hij had gelijk, maar was gelukkig niet blind voor de afval in het spel. Positief:
vier doelpunten, een resem kansen. Negatief: veel slechte inspeelpasses,
technische fouten en klungelachtig verdedigen. Zo speel je dus nog achttien
wedstrijden met de bibber. Na het laatste fluitsignaal viel de trommelaar
eindelijk stil: boeroepers in de hoofdtribune namen het van hem over.

De 1 op 27 is geen stap voorwaarts voor Dury
en zijn manschappen. Donderdag 1 november moet het proberen kerkhofvoetbal te
vermijden tegen het sterke, maar in uitmatchen labiele Standard. Het is
moeilijk om in Zulte Waregem, in 2013 nog vice-kampioen, anderhalf jaar geleden
derde, een potentiële degradant te zien, maar dat werd vorig seizoen ook gedacht
van KV Mechelen. Moeskroen mag dinsdagavond al iets proberen te rapen tegen AA
Gent, dat gelanceerd lijkt onder de nieuwe Deense trainer Jess Thorup.

Bij de derde club met 6 punten, Lokeren, werd
trainer Peter Maes een paar uur na de inspiratieloze 0-0 tegen KV Oostende
zonder pardon ontslagen. Wat een week voor de Limburger: dinsdag vrij onder
voorwaarden na een nacht in de cel op verdenking van witwaspraktijken,
zaterdagnacht vrij zónder voorwaarden.

Makelaarsgedrocht

Vraag is of clubs als Moeskroen, Zulte Waregem
en het eveneens nabije KV Kortrijk wel kunnen overleven als profclub. Afstand
Moeskroen-Kortrijk: 13 km. Afstand Kortrijk-Waregem: 19 km. Afstand
Moeskroen-Waregem: 27,5 km. Met ook nog Club en Cercle Brugge en KV Oostende
binnen een straal van 70 kilometer weet je: dit valt economisch niet vol te
houden. Zulte Waregem speelde tot nog toe voor gemiddeld 6.606 toeschouwers, KV
Kortrijk voor 5.295 en Moeskroen 2.845. Opgeteld (14.746) zou dat allicht voldoende
zijn om een volwaardige eersteklasseclub uit te bouwen. De logica der dingen is
dat minstens een van de drie snel zou degraderen.

Laat dat dan in eerste instantie Moeskroen
zijn. Officieel eigendom van een Thaise zakenman, Pairoj Piempongsant, die al na
een half jaar af zou willen van de Henegouwse club: andere hobbyclub gevonden
in Griekenland, Panathinaikos. De eigenlijke grote baas van Royal Excel is Pini
Zahavi, een van de belangrijkste spelersmakelaars in het internationale
voetbal. Omdat een makelaar geen eigenaar mag zijn van een club, werd een
scherm opgetrokken, eerst via een Maltees fonds, nu via een omwegje naar
Thailand. Vier seizoenen eerste klasse, vier jaar degradatievoetbal met enkele
wonderbaarlijke ontsnappingen en een paar verdachte uitslagen, vier keer
ternauwernood een licentie bemachtigd, een va-et-vient van middelmatige
buitenlandse spelers, nauwelijks aanhang: wie wordt er warm van dit
makelaarsgedrocht?



Goed herbegonnen is half gewonnen

Sport Posted on zo, oktober 28, 2018 13:02:24

(Deze
bijdrage verscheen afgelopen maandag, 22 oktober, in mijn wekelijkse rubriek
‘De Bankzitter’ in
De Standaard.)

Na
het uitbreken van Het Schandaal en de welgekomen interlandbreak werd er dit
weekend weer gevoetbald in 1A en 1B. ‘Respecteer de spelleiding’ was de
boodschap. Supporters hielden zich daaraan, maar wie respecteert de fans?

Anderhalve week nadat het naïeve deel van de voetbalwereld het dak
op zijn hoofd had gekregen en enkele dagen nadat werd bekendgemaakt dat negen
verdachten in het kader van operatie ‘Propere Handen’ een maand langer in de
cel moeten blijven, liet de profliga niets aan het toeval over. Alle clubs
ontvingen een brief met de dringende en dwingende oproep om de scheidsrechters
te respecteren.

‘In de huidige context is het van het allergrootste belang om
zorgzaam om te gaan met de geloofwaardigheid van onze sport en vooral het
scheidsrechterskorps, dat instaat voor het vlotte verloop van onze wedstrijden,
alle steun te geven die het verdient’, zo stond er te lezen. ‘Daarom vraagt de
Pro League aan alle clubs om dit weekend en volgend weekend ostentatieve en
duidelijke steunbetuigingen, zoals applaus en erehagen, te leveren aan de
scheidsrechters van de wedstrijden waaraan zij deelnemen.’

‘Union
Belge Maffia’

Erehagen waren er bij mijn weten niet, het zou ook wat overdreven
geweest zijn. Stadionomroepers vroegen respect voor de spelleiding. Zelfs Hein
Vanhaezebrouck had tijdens zijn persbabbel vooraf zijn collega’s opgeroepen om
de scheidsrechters te ontzien, wellicht geïnspireerd door die brief van de Pro
League, waarvan zijn baas ook voorzitter is. Als de vos de passie preekt…

Of het een statement was, weten we niet, maar de eerste referee
die een wedstrijd mocht fluiten, was Alexandre Boucaut, de man die de voorbije
seizoenen tot twee keer toe wekenlangs langs de kant moest staan na een aantal
foute beslissingen. Bovendien werd ie anderhalf jaar lang gewraakt door
Waasland-Beveren, dat vrijdagavond op bezoek moest bij Club Brugge. Vreemde
keuze, maar niemand beklaagde het zich achteraf. Trainer Ivan Leko, toch
beschuldigd van witwaspraktijken, werd nog net niet op handen gedragen door de
thuisaanhang.

Op Anderlecht werd er door enkelingen gefloten, elders weerklonk
voorzichtig applaus. Trainers hielden zich opvallend gedeisd, sprongen niet bij
elke betwiste fase uit hun vel. Opdracht volbracht, zullen ze bij de bond
denken, maar eigenlijk was die oproep richting supporters behoorlijk
misplaatst. Als er iemand in deze hele affaire belazerd werd, dan is het de
fan. Die moest het allemaal lijdzaam ondergaan, kreeg geen respect, geen
applaus, geen erehaag. Op KV Mechelen, de 1B-club die in opspraak is gekomen voor
omkopingspraktijken, hing een toepasselijke spandoek: ‘The only loyalty in
football is between supporter & club’.

De Storm Ultras 2001 van Sporting Charleroi waren de enigen die
balorig reageerden. Uit protest tegen het dreigement met strenge sancties voor
sarcastische gezangen of spandoeken klonk voor de wedstrijd een stevig
fluitconcert. Na vijf minuten begonnen ze unisono ‘Union Belge Maffia’ te roepen.
Ambiance!

Geen
vertrouwen in de ref

Niet dat we overdreven veel medelijden moeten hebben met de modale
supporter, want net als de wielerliefhebber in het recente verleden, kan de
voetbalfan veel hebben. Een beetje valsspelen moet kunnen, vinden ze, als het
maar de eigen club ten goede komt. Eerst ónze mensen. Denk opnieuw aan het
eerbetoon voor Ivan Leko, even begrijpelijk als voorbarig.

Dat twee topscheidsrechters, Sébastien
Delferière en Bart Vertenten, in opspraak zijn gekomen – de tweede nog in veel grotere
mate dan de eerste – doet ons voetbal meer kwaad dan witwaspraktijken. Fraude
wordt in dit land nog net niet op een schouderklopje onthaald. Matchfixing
vinden we veel erger, zeker als er refs hebben meegewerkt. Reken daar ook maar
een chef voetbal van de populairste sportkrant bij, die mogelijk een makelaar
zou geholpen hebben in diens relatie met clubs. Wie kan de lezer nog
vertrouwen?

We weten dat we voorzichtig moeten zijn
met peilingen, zeker als die geïmproviseerd en snel afgenomen zijn, maar toch:
uit een poll van Het Nieuwsblad blijkt dat het vertrouwen in de scheidsrechter
gekelderd is. Van 63 naar 37 procent. Een op drie fans zou nog fiducie in de
wedstrijdleiding hebben. Daar helpt één speeldag zonder noemenswaardige
incidenten niet tegen.

Voorbehoud

In 1B speelde Beerschot Wilrijk de
uitwedstrijd bij KV Mechelen, een regionale derby, ‘onder voorbehoud’. ‘De club
heeft deze keuze gemaakt, gelet op de onduidelijkheid die door operatie
‘propere handen’ is ontstaan in het voetbal’, stond er in het begeleidende
persbericht. Versta: Beerschot Wilrijk gaat ervan uit dat de grote favoriet
alsnog zal worden gesanctioneerd voor matchfixing en hoopt natuurlijk dat het
zelf daardoor kan promoveren. Vorige week werd er in 1B trouwens al een
speeldag geannuleerd vanwege de onduidelijke situatie die ontstaan is.

De wedstrijdleiding werd veiligheidshalve
toevertrouwd aan een Nederlands kwartet, met Sander van der Eijk als
fluitenier, een 27-jarige die vooral ervaring heeft in de Jupiler League, de
Nederlandse tweede klasse, niet te verwarren met onze Jupiler Pro League. Zou
hij de reputatie van de Beerschot Wilrijk-fans, vaak balancerend op de grens
van ludiek en volstrekt ontoelaatbaar, ingefluisterd hebben gekregen? Die
hadden opgeroepen om in de dertiende minuut washandjes op het veld te gooien.
Dertien, het stamnummer van het historische Beerschot. Washandjes, om de draak
te steken met ‘Propere Handen’.

Het bleef bij enkele washandjes, een
vervelende rookbom en een spandoek met het opschrift ‘KV M€CH€L€N’. Drie
eurotekens die allicht de aangehouden huismakelaar Dejan Veljkovic en twee
bestuursleden moesten voorstellen. Al bij al beschaafd, en gelukkig maar. Het
leek wel of de spelers van Beerschot Wilrijk iets te veel onder voorbehoud
speelden en dat die van Mechelen zichzelf hadden opgepept om negentig minuten
lang de extrasportieve zaken te vergeten, want het werd makkelijk 3-0 voor KV,
meer dan ooit titelkandidaat in 1B. Onder voorbehoud, dat spreekt voor zich.



Het zit goed in het hoofd en in de benen

Sport Posted on wo, oktober 17, 2018 08:14:49

(Verscheen eerder op maandag 15 oktober in De Standaard in de wekelijkse rubriek ‘De Bankzitter’.)

Met 6 op 6 zijn de Rode Duivels goed weg om de halve
finales van de Nations League te bereiken. De goede vorm en de tactische
automatismen van het WK in Rusland hebben ze gewoon meegenomen naar het nieuwe
seizoen. Ze zijn en spelen als nummer 1 van de wereld.

Eerst een bekentenis. Neen, ik heb geen
luxehorloge ontvangen van een bevriende spelersmakelaar. Laten we ’t hier over
écht voetbal hebben, en toch weer niet. Ik heb vrijdagavond België-Zwitserland live
gemist, omdat ik tickets had voor een – overigens geweldig – concert van Ry
Cooder. Cultuur boven sport, moet kunnen.

Ik zag de wedstrijd pas zaterdagochtend
integraal, wat op zich nogal bizar is aangezien je dan weet wat de uitslag is,
wanneer er gescoord zal worden en wie er in de slotfase geblesseerd zal
uitvallen. Bovendien had ik de zaterdagkranten op schoot liggen, zodat ik hun
geloofwaardigheidsgehalte kon controleren. De ene krant vond de Duivels
‘matig’, de andere had het over ‘stugge Zwitsers’, de derde over ‘een gezellig
avondje uit’. Ook de beoordelingen van de spelers liepen uiteen, hopelijk heeft
er nergens een makelaar zich bemoeid met die quoteringen.

Een
beetje Nederland

2-1, dat geeft geen reden tot euforie, wel tot
tevredenheid. Winst tegen het nummer acht van de wereld is geen eitje. België
begon enthousiast, maar verviel in de eerste helft al snel in het bekende
euvel: te weinig druk, slordig en nonchalant, altijd net niet. Soms leek het
alsof er ook op voetbalniveau een afschakelplan actief was. Doel 1, 2, 3 en 4
lagen te vaak stil, of werkten slechts op halve kracht.

Zwitserland liet zich niet wegspelen,
integendeel. De Zwitserse Hazard, Xherdan Shaqiri, liep handig tussen de lijnen
en deed de fans af en toe bibberen. Het team is top, daar hoeven we niet langer
aan te twijfelen, maar heeft wel nog een bondscoach nodig die durft bij te
sturen. Groot voordeel: in tegenstelling tot zijn voorgangers kan Roberto
Martínez dat.

De vleugelspelers etaleerden hun kwaliteiten
(een mannetje meer voorin, dreiging langs de flank, voorzetten en schoten) en…
hun gebreken. Thomas Meunier blijft een tot rechtsback omgevormde aanvaller:
hij houdt de tegenstander gelukkig wel in het oog, behalve bij het Zwitserse
doelpunt. Toen stond hij te slapen en ontsnapte een tegenstander in zijn rug.
Die kopte simpel terug, Gavranovic scoorde. Yannick Carrasco zal nooit een
verdediger worden. Hij let op z’n positie, niet z’n tegenstander, wat tot iets
te veel oeps-momenten leidt. In de spits waren de looplijnen van Romelu Lukaku
de eerste helft niet erg geïnspireerd.

En toch: de Rode Duivels stralen
onoverwinnelijkheid uit. Gezonde arrogantie. Hazardiaans je-m’en-foutisme.
Voetbal als belangrijkste bijzaak, maar wel altijd willen winnen. Daar waar in
het verleden wedstrijden op details werden verloren, of: niet gewonnen, gebeurt
dat nu wel. Dat is een kwaliteit die alleen de toplanden gegeven is. We zijn
een beetje Nederland geworden. Het zit goed in het hoofd en de benen (en de
handen, in het geval van Thibaut Courtois). Op het einde komt het allemaal
goed. Romelu zal er wel eentje in frommelen.

1’31”
balbezit

Lukaku frommelde er zelfs twee in, op
belangrijke momenten in de tweede helft. Net voor het eerste kwartier was
verstreken (1-0) en zes minuten voor tijd (2-1). Vijfenveertig interlandgoals
heeft de nog altijd maar vijfentwintigjarige spits al gemaakt in 78 interlands.
Van de actieve voetballers doen alleen Neymar en Edin Dzeko beter. Lionel Messi
had er 96 interlands voor nodig, Cristiano Ronaldo zelfs 109. In die tweede
helft liep Lukaku voortdurend slim van zijn tegenstander weg. Hij miste een
reuzekans na een mooie actie van de ingevallen Chadli, maar stond wél op de
goeie plek. En de fans hebben het eindelijk begrepen: deze man is onmisbaar,
ook al doet hij weleens iets vreemds met een bal. Geen vervelende
fluitconcerten dit keer. Een verademing.

Illustreerde het tegendoelpunt perfect waar de
zwakke plekken zich bevinden in dit elftal (de flanken achterin), dan toonden
de doelpunten goed aan waar de sterkte ligt (in balbezit zowat overal). Bij de
eerste goal was de bal precies een minuut en eenendertig seconden in Belgisch
bezit, van 55’45” tot 57’16”. Achtentwintig passes – een deviatie met
de rug door de in de weg lopende scheidsrechter inbegrepen – alvorens hij tegen
het net belandde. Flatertje van doelman Sommer wel. Een ‘zaalvoetbaldoelpunt’,
zei co-commentator Gilles De Bilde op VTM.

De tweede goal bewees dat het ook met een
tempoversnelling lukt. Acht baltoetsen in vierentwintig seconden van Courtois
tot Lukaku, via een Zwitsers been weliswaar. In de 3-4-3 van Martínez kunnen de
Rode Duivels zowel dominant en op balbezit spelen, loerend op een gaatje, als
snel omschakelend van achter naar voor. Dat is een dubbele kwaliteit die weinig
tegenstanders bezitten: one-touch
football
of a-lot-of-touches football.
Het kan traag en het kan snel, met als verbindende factor: het kán.

Allerhoogste

De blessures van Jan Vertonghen en nu ook
Thomas Vermaelen zijn vervelend richting uitwedstrijd in Zwitserland, over een
dikke maand. Dan mag er niet verloren worden, tenzij de Zwitsers vanavond
onverwacht punten laten liggen in Reykjavik. Maar Courtois, Kompany en
Alderweireld staan pal, Witsel heeft de goede vorm van het WK meegenomen naar
Dortmund en Brussel, Tielemans trekt zijn streng als vervanger van De Bruyne,
Hazard en Mertens zijn voortdurend in beweging én dreigend, Chadli is een
onmiddellijk renderende invaller (en misschien wel meer dan dat), Meunier een
extra aanvaller vol zelfvertrouwen en Lukaku, tja…

Morgenavond kan België, zij het
vriendschappelijk, bewijzen dat het de beste van de Lage Landen is. Aan het
eind van dit seizoen wacht ons land, normaal gezien, de ontknoping van de
Nations League. Over een kleine twee jaar moeten we dan maar een gooi doen naar
wat Oranje in 1988 presteerde: het EK winnen. Bescheidenheid is misplaatst. Dit
elftal moet altijd en overal voor het allerhoogste gaan.



Anderlecht is geen weireldploegsje

Sport Posted on zo, oktober 14, 2018 11:20:31

(Deze bijdrage verscheen op maandag 8 oktober in De
Standaard in de wekelijkse reeks ‘De Bankzitter’.)

De blinde tegen de kreupele, zo kondigde Zulte
Waregem-Anderlecht zich vooraf aan. Het was de kreupele die naar een 1-2 zege
strompelde. Crisis in het Astridpark bezworen? Dat valt te betwijfelen, want de
pijnpunten blijven.

De supporters van Anderlecht namen pas een
kwartier na aanvang van de wedstrijd plaats op de bezoekerstribune van het
Regenboogstadion. Vijftien minuten uit protest tegen vijftien tegenvallende
transfers. Hadden ze hun ongenoegen doorgetrokken van de voorbije maanden naar
de laatste twintig jaar, dan hadden ze gewoon kunnen thuisblijven.

Deze club is jarenlang mismeesterd. Eerst door
de hautaine houding van pseudo-aristocratische bestuurders. Die gedroegen zich
als een kasteelheer die hardnekkig weigert om het lekkende dak en de
afbladderende verf op te merken. Het ooit zo trotse Anderlecht was een club in
verval, al kon dat in de eigen competitie nog verdoezeld worden door een titel
om de twee jaar. Daarna werd het transferbeleid in handen gegeven van een
bevriende makelaar, Mogi Bayat, die bij verschillende clubs tegelijk met zijn
mannetjes mocht schuiven. Gevolg: een onophoudelijke transfercarrousel, veel
middelmaat, geen visie.

Sinds 1 maart is paarswit in handen van Marc
Coucke, op voetbalvlak een leerling-tovenaar die dacht dat de overstap van een weireldploegsje naar een equipeke du monde makkelijk te verteren
zou zijn. Na opeenvolgende tegenvallende resultaten tegen godbetert Union, STVV
en Dinamo Zagreb woei er eind vorige week een ‘parfum de crise’ doorheen het
Constant Vanden Stockstadion. Veel Royal is er niet meer aan bij deze Sporting
Club.

Crisette

Zulte Waregem-Anderlecht valt samen te vatten
in twee paragrafen. De Anderlecht-spelers wilden hun nog afwezige fans niet
voor de borst stuiten en speelden het eerste kwartier met de rem op. Gerkens knalde
kort daarna een wenkende kans op het been van Bossut, Baudry redde een poging
van Bakkali op de lijn. Aan de overzijde werd een doelpunt van Harbaoui
afgekeurd voor een duwfout en miste De Pauw, al werd die stevig gehinderd door
een driest tackelende Sanneh. Een strafschop had in die fase best gekund. In de
slotfase van de eerste helft profiteerde Bakkali zowaar van een letterlijke
uitschuiver van Heylen, ex-Anderlecht, 0-1.

Na de rust kregen we holderdebolder: veel
goede wil, weinig ideeën. Het was lang wachten op pogingen van Dimata (op
Bossut) en Bongonda (redding met de vingertoppen door Didillon). Het tweede
doelpunt viel uit de lucht: Saelemaekers kopte tot bij Gerkens, die in een tijd
kundig afwerkte. Wedstrijd gespeeld, zo leek het, tot Buffel in de 92ste minuut
de 1-2 maakte. In de slotseconden viel ei zo na nog de gelijkmaker: Baudry
kopte van dichtbij in het zijnet. Zevende nederlaag op rij voor Zulte Waregem.
Of Francky Dury nu mag beschikken? Ach, zo groot is het verschil niet tussen 0
op 18 en 0 op 21, en met de inzet van zijn manschappen was niets mis. De
verliezer zag er op het eind trouwens tevredener uit dan de winnaar. De
verongelijkte en ietwat moedeloze handgebaren van Vanhaezebrouck maakten het
duidelijk: Anderlecht is er nog lang niet. De crisette is misschien heel even
bezworen, de crisis loert nog altijd om de hoek.

Geen
enkele Rode Duivel

Dat heeft alles te maken met een spelerskern
die meer gebreken dan kwaliteiten vertoont. Eind augustus hadden we op deze
plek nog veel lof voor de jeugdspelers die volop kansen kregen. Daarna werden
nog een paar transfers gedaan, waardoor die jongeren nu meer naast dan in de
ploeg staan. Hun vervangers zijn niet beter, alleen kosten ze meer, heeft
sportief directeur Luc Devroe hen persoonlijk binnengehaald en moeten ze om die
reden spelen.

Welke speler van het huidige Anderlecht zou in
de jaren 60 hebben mogen meespelen? Antwoord: geen enkele, er zou zelfs niemand
van in de kern hebben gezeten. Op 30 september 1964 stonden er elf paarswitte spelers
op het veld tijdens een interland tegen Nederland. Vierenvijftig jaar later wordt
er niemand van Anderlecht nog opgeroepen voor de Rode Duivels. Hein
Vanhaezebrouck zal tijdens de interlandbreak flink kunnen oefenen op
automatismen, want hij moet nauwelijks spelers missen: ook onder de
buitenlanders weinig internationals.

Wie van het huidige Anderlecht zou in de jaren
70 een kans hebben gemaakt? Niemand, zelfs niet om de bank op te warmen. In het
Anderlecht van de jaren 80? Alweer: niemand. Toen werden er nog
Europacupfinales gespeeld. Toegegeven, het zijn populistische en oneerlijke
vergelijkingen, want toen ging er nog veel zwart geld om in het Belgisch
voetbal, mochten buitenlandse topclubs hooguit drie buitenlanders opstellen en
speelden alleen kampioenen mee in de Europabeker voor Landskampioenen, de
voorloper van de Champions League. Maar ook in het Anderlecht van Aimé
Anthuenis, rond de eeuwwisseling en dus ná de liberalisering van de voetbalmarkt
ten gevolge van het Bosman-arrest, zien we niemand die zijn plaats zou moeten
afstaan aan Kums, Trebel of Santini.

DNA

Zetterberg, Baseggio, Biglia, Boussoufa, Suárez,
Praet, Tielemans: de artiesten zijn weg en nooit vervangen. Spelers met dat
typische DNA – technisch sterk, tikkeltje arrogant, overlopend van bravoure en
flair, soms wat nonchalant en niet altijd even gemotiveerd, maar altijd in
staat om stilistische acties aan efficiëntie te koppelen – lopen wel nog rond
in de Belgische competitie (Vanaken, Danjuma, Pozuelo, Trossard), maar niet bij
Anderlecht.

Paarswit is Europees een meeloper geworden en
riskeert met deze spelerskern dit seizoen hooguit Belgische subtop te zijn. Natuurlijk
vinden de verwende supporters dat een aanfluiting. Geen enkele tegenstander
reist nog met knikkende knieën naar het Astridpark. De zomertransfers waren op
het niveau van het weireldploegsje aan de kust, niet van de meest succesvolle
club uit de Belgische voetbalgeschiedenis.

Niet verwonderlijk dat een vakman als Hein
Vanhaezebrouck theatrale handgebaren maakt. Hij kan veel, maar een tovenaar is
hij niet, wat de leerling-tovenaar ook moge denken.



Een team met een plan

Sport Posted on za, oktober 13, 2018 12:02:23

(Deze
bijdrage als ‘De Bankzitter’ verscheen op maandag 1 oktober in
De
Standaard.)

KRC
Genk blijft vrolijk doorstomen. Een beetje in de schaduw van Club Brugge blinkt
het elftal van Philippe Clement nationaal én internationaal uit. Zaterdag werd
het 4-0 tegen het noodlijdende Zulte Waregem.

Applausvervanging
voor een bezoekende tegenstander, je maakt het niet al te vaak mee. Het
‘overkwam’ Thomas Buffel, die na negen seizoenen KRC Genk op z’n 37ste mag
uitbollen bij Zulte Waregem. Vroeger in de wedstrijd had Buffel ook al applaus
gekregen in de negentiende minuut: 19, tot voor kort zijn rugnummer in de
Luminus Arena. Vier maanden geleden vonden veel waarnemers het niet zo
sympathiek dat Buffel geen contractverlenging kreeg, vandaag is het duidelijk
dat de aanvallende middenvelder geen rol van betekenis meer zou spelen in Genk.
Door hem in de 87ste minuut te vervangen, toonde Zulte Waregem-trainer Francky
Dury groot empathisch vermogen.

Al
zal dat het vel van Dury niet kunnen redden. Vijf op negen in de eerste drie
wedstrijden, dat was een behoorlijke start. Daarna volgde echter 0 op 18, met
een doelsaldo van -17 (5-22). Dramatisch. Dury geniet na zestien seizoenen – verdeeld
over twee periodes – Waregem heel veel krediet, maar onaantastbaar is niemand.

Lege plekken

De
binnenkort 61-jarige Dury staat dichter bij het einde dan bij het begin van
zijn trainerscarrière. In de andere dug-out zat zaterdagavond Philippe Clement
(44), die pas in de zomer van 2017 de rol van assistent achter zich liet om
hoofdtrainer te worden, een risicovol beroep. Met succes. Bij Waasland-Beveren
toverde hij een ingedutte vereniging om tot een swingend geheel. Dat hij al na
een half jaar opstapte voor een lucratief bod van KRC Genk was niet netjes,
maar wel begrijpelijk, gezien de wankele status die voetbalcoaches genieten.

Wat
Clement lukte in Beveren, lukte hem ook in Genk. Enkele gerichte
wintertransfers, een consequente tactiek en veel geloof in eigen kunnen
resulteerden in een geslaagde bekercampagne (verliezend finalist) en een vijfde
plaats op het einde van Play-off 1, goed voor een plek in de tweede
kwalificatieronde van de Europa League. Genk overleefde daarin deze zomer drie
voorrondes (6 keer winst, 22 doelpunten voor, 6 tegen) en begon met een vlotte
thuiszege aan de groepsfase.

De
Genkenaars razen ook doorheen de Belgische competitie: zeven keer gewonnen,
twee keer gelijk, 26 doelpunten voor (een gemiddelde van bijna drie), 9 tegen
(gemiddeld één), tweede op twee punten van leider Club Brugge, lof op alle
banken voor positief, aanvallend voetbal. Club is op alle vlakken nog net iets
beter, maar het verschil is niet zo groot. Alleen jammer toch van die vele lege
plekken in de Luminus Arena. Na de vette jaren (titels in 1999, 2002 en 2011,
bekers in 1998, 2000, 2009 en 2013), was het de voorbije jaren vooral kommer en
kwel. Twee keer werd zelfs Play-off 1 niet gehaald. In het seizoen dat volgde
op de voorlopig laatste titel haalde KRC Genk gemiddeld 21.323 toeschouwers.
Vorig seizoen was dat gedaald naar 15.623. Ondanks het huidige succes zijn de
successupporters nog niet terug. Een kwestie van tijd wellicht. Gebrek aan
regelmaat verhindert dat KRC Genk dertig jaar na de fusie algemeen aanvaard
wordt als topclub.

Heldere en
flexibele tactiek

Philippe
Clement, als voetballer een ietwat saaie maar o zo nuttige, gedisciplineerde
verdedigende middenvelder of centrale verdediger, laat zijn team onbevangen
voetballen. Door het zware programma – Genk speelde al 17 competitieve
wedstrijden op twee maanden tijd, Club Brugge nog maar 11 – is de trainer
gedwongen om te roteren, want het seizoen is lang en spelers moeten fris zijn
tegen dat het echt begint, eind maart. Maar die vele wissels schaden de
automatismen niet. Daar is een simpele reden voor: Clement stuurt elke wedstrijd
elf spelers in de wei die verdomd goed weten wat hun rol is. Genk is een team
met een plan en die twee aspecten horen samen: het is een team, geen
onsamenhangend zootje voetballers, en het tactisch plan is helder en flexibel.
4-3-3 als uitgangspunt, 4-2-3-1 en zelfs 2-2-5-1 als de bal in de ploeg is.

Ook
tegen Zulte Waregem viel op dat de flankverdedigers bij balbezit extra
aanvallers worden. Ze houden het veld breed en gaan buitenom (als de flankaanvallers
naar binnen komen), of ze snijden binnendoor (als de mannen voor hen tegen de zijlijn
kleven). Het is geen toeval dat twee van de vier doelpunten er zaterdag kwamen
na een gemeten assist van de Finse linksback Jere Uronen. In vorige matchen was
zijn Deense overbuur Joakim Maehle uitermate belangrijk. Heeft de tegenstander
de bal, dan telt Genk vier verdedigers en een verdedigende middenvelder, maar
de hele ploeg zet druk om de bal te heroveren. Bij balbezit telt Genk zeven
aanvallende spelers. Als dat tactisch goed wordt uitgevoerd, is het bijzonder
moeilijk af te stoppen. Dan krijg je uitslagen als 2-5 en 4-0. En dan miste
Leandro Trossard tegen Zulte Waregem nog een strafschop, de vierde misser vanop
elf meter al dit seizoen. Werkpuntje.

Met
Alejandro Pozuelo en Ruslan Malinovskyi lopen er twee middenvelders rond die
een wedstrijd kunnen doen kantelen. De Spanjaard heeft er een neus voor om op
de juiste plaats te verschijnen, hij scoorde tegen Zulte Waregem de belangrijke
openingsgoal na een halfuurtje ploeteren. De Oekraïner heeft het beste
afstandsschot van de Jupiler Pro League, altijd nuttig om een match open te breken.
En met Mbwana Aly Samatta heeft KRC Genk een potentiële topschutter in huis.
Tegen Zulte Waregem scoorde de Tanzaniaanse international een hattrick, hij zit
nu aan zes doelpunten. Kritische bedenking: bij de laatste goal had hij de eer
aan invaller Bryan Heynen moeten laten. De bal hobbelde in doel, tot het
egoïsme van de spits bovenkwam. Samatta gaf er nog een overbodige tik tegen.

‘Niemand
zit met de titel in het hoofd’, zei Philippe Clement achteraf. ‘We moeten
gewoon proberen om deze motivatie vast te houden.’ Voor bevlogen uitspraken
moet je niet bij de Genkse trainer zijn. Zo lang hij z’n elftal maar bevlogen
laat voetballen.



Club heeft bij de aftrap al half gewonnen

Sport Posted on vr, oktober 12, 2018 10:30:23

(Deze bijdrage in de reeks ‘De Bankzitter’ verscheen
eerder in De Standaard van maandag 24 september.)

Acht speeldagen ver krijg je een duidelijk beeld van
de situatie in de Jupiler Pro League. Club Brugge is top, KRC Genk doet het
prima, Anderlecht, Standard en Gent zijn zoekende. Wie houdt Club van de titel?

Super Sunday. De slag om Vlaanderen. Classico.
Voetballiefhebbers werden voor het weekend weer om de oren geslagen met luidruchtige
marketingtaal. Als er op zondag anderhalve topper op het programma staat in de
Jupiler Pro League, wordt er al volop promotie gevoerd onder de noemer ‘Superzondag’.
Alles is super tegenwoordig.

De confrontatie tussen Club Brugge en AA Gent
heet sinds deze eeuw ‘De slag om Vlaanderen’. Klinkt lekker agressief, moet de
boel tussen beide supportersclans een beetje opjutten, ook al is het ver van
een derby (een kilometer of vijftig) en kan je de erelijst van beide clubs
nauwelijks vergelijken. Naast Club (15 titels, 11 bekers, 2 Europacupfinales)
is Gent (1 titel, 3 bekers) niet meer dan een sympathiek provincieclubje.

Het ergerlijkst is nog die ‘Classico’, die de
krantenstukjes is binnengeslopen. Ook dat is een inhoudsloze kreet. Iedereen
weet dat er maar één Clásico is en die wordt op ruim 1.300 en 1.500 kilometer
hiervandaan gespeeld, tussen clubs die op andere continenten heel wat meer
belangstelling opwekken dan Standard en Anderlecht. Noem het Le Classique, wat
mij betreft, maar vergelijk dit treffen aub niet met de absolute top.

Opportunistische
wereld

Voetbal wordt met voeten, benen, hoofd en –
heel uitzonderlijk – handen gespeeld, maar ook met de hersenen. Het mentale
aspect wordt naarmate de financiële en commerciële belangen groter worden steeds
belangrijker. Het zit goed in het kopje, zoals dat dan heet. Of niet goed. Dat
bleek ten overvloede in AA Gent-Club Brugge. Bij Gent stappen ze tegenwoordig
het veld op met de gedachte dat het weleens zou kunnen mislopen. Bij de minste
tegenslag gaan de kopjes omlaag, mislukken de meest eenvoudige balcontroles,
worden kansen verprutst, heb je nooit de indruk dat een dribbel tot een doelkans
of goal zal leiden. Als de spelers van Club het terrein betreden is dat met de
idee dat ze kúnnen winnen. Of dat nu tegen Lokeren, Borussia Dortmund of AA
Gent is, thuis of uit. Je ziet de heldere blik van winnaars. Ze staan bij het
eerste fluitsignaal al een half doelpunt voor.

Onze zusterkrant Het Nieuwsblad schreef begin vorige week al over Gent-trainer Yves
Vanderhaeghe in de verleden tijd, al had het bestuur net haar vertrouwen in hem
uitgesproken. Nu weet je als ervaren journalist ook wel dat verbale steun van
voorzitters en managers met een korrel zout moeten worden genomen, maar netjes
was het niet om een zittende trainer af te serveren. Al is de kans groot dat op
het moment dat ik dit stuk inlever (deadline: zondag 21 uur), het lot van
Vanderhaeghe definitief bezegeld is. Zo gaat dat in een opportunistische
wereld, waarin hapsnapbeleid vooropstaat en trainers worden geslachtofferd voor
een mislukt transferbeleid. Niet de voorzitter, de CEO of de technisch
directeur moet dan opstappen, maar de sukkel in de dug-out. Trainers zijn
passanten.

Efficiëntie

Niet dat Gent tactisch geweldig in elkaar stak
gisteren, maar qua beleving viel het allemaal wel mee. Dit was geen zielloos
elftal dat niet snel genoeg afscheid kan nemen van zijn trainer. Maar evenmin
straalde de thuisploeg onverzettelijkheid uit: dat bewezen de mooie, maar ook
iets te makkelijke tegendoelpunten. Zevenentwintig spelers zette Vanderhaeghe
al in en de competitie is nog maar acht speeldagen ver, plus nog vier Europese
voorrondewedstrijden in augustus. Dat is geen teken van standvastigheid of
groot vertrouwen in de spelersgroep. Een excuus: hij moet het doen met het
spelersmateriaal dat hem wordt aangereikt. Middelmaat.

Daartegenover staat Ivan Leko. Het tactisch
concept durft al eens te wisselen, maar de spelers passen zich voorbeeldig aan,
ook de nieuwkomers. Wesley – goed voor een hattrick in de Ghelamco Arena – is
een internationale topper in wording. Danjuma scoorde en liet scoren, hij is
een aanwinst voor Club én competitie. Vijf dagen na de jammerlijke nederlaag in
de Champions League tegen Dortmund – de overtreffende trap van pech! – toonde
Club mentale weerbaarheid, tactische wendbaarheid en meedogenloos
killerinstinct in de zone van de waarheid. Gent verscheen daar vaker dan Club,
maar deed niets met halve en hele kansen. Voetbal is… efficiëntie.

Richtingloos

Met 5-1 verliezen van Sevilla is minder erg
dan met 1-0 onderuitgaan tegen Spartak Trnava, zei Hein Vanhaezebrouck na de
verloren Europa League-wedstrijden van Standard (5-1) en Anderlecht (1-0). Hij
bedoelde: zwaar verliezen van een Spaanse subtopper kan gebeuren, verliezen van
een Slowaaks clubje is onbegrijpelijk. Gelijk had ie, zoals ie ook wel zal
hebben aangevoeld dat Anderlecht een club-in-bijna-crisis was voor aanvang van de
thuismatch tegen Standard. Ook tegen de Luikse aartsrivaal liep het voor geen
meter: zielloos, moedeloos, stuurloos voetbal. Goede wil, geen ideeën. En dan
nog eens een goal van Djenepo tegen vlak voor de rust.

Anderlecht kwam terug in de match dankzij
dekkingsfouten en de lafheid van de Rouches, die inzakten en heel passief
speelden. En het won door een ultieme buffelstoot van aanwinst Sanneh, na een
hoekschop van Trebel, de meest (over)betaalde speler uit de Belgische
competitie. Deze zwakke topper – veel gebikkel, weinig kwaliteit – verdiende in
feite geen winnaar.

Beeld van de wedstrijd: een breed lachende
Vanhaezebrouck die na het beslissende doelpunt handjeklap en borstjedruk deed
met zijn stafleden, terwijl Preud’homme twee minuten vóór het einde van de
toegevoegde tijd al eenzaam naar de kleedkamer beende. Het lege zitje tussen
zijn assistenten Deflandre en Ferrera illustreerde daarna de richtingloosheid
van dit Standaard. Al moet Michel Preud’homme niet direct voor zijn job vrezen.
Wie zal hem ontslaan? De technisch directeur? Dat is hij zelf. De
ondervoorzitter? Dat is hij zelf. God in Luik? Dat is hij zelf.



De Gouden Roos van het Europese profvoetbal

Sport Posted on do, oktober 11, 2018 09:54:55

(Deze bijdrage in de reeks ‘De Bankzitter’ verscheen
op maandag 17 september in
De
Standaard.)

De kans dat een Belgische club de Champions League
wint, is nagenoeg onbestaande. Maar de beste van Europa zijn op het vlak van
community werking, dat lukte KAA Gent deze week wel. Helaas was de
media-aandacht minimaal (en regionaal). Hulde aan een belangrijk project.

Wanneer ik deze paragrafen via een reeds zwaar
geteisterd klavier in een Word-document giet, is de eerste helft van AA Gent-STVV
nog aan de gang. Verwacht dus geen wedstrijdverslag, dat staat de deadline mij
niet toe. Daarvoor moet ik u naar andere plekken in deze krant verwijzen. Het
belangrijkste moment speelde zich, wat mij betreft, tien minuten vóór de aftrap
af. Toen werd de KAA Gent Foundation, de community werking van de club, in het avondzonnetje
gezet. Daar was een goede reden voor: begin van de week ontving die Foundation
de ECA CSR Award 2018, de prijs voor de beste community werking in het Europese
profvoetbal, waarbij die ECA staat voor European Club Association en de CSR
voor Community & Social Responsibility.

Wereldvreemd

Wát?, zult u misschien reageren. Dat de Gouden
Roos naar de Eén-programma’s ‘Down the road’ en ‘Sorry voor alles’ ging, dat
wist u, want het stond op de voorpagina’s van bijna alle kranten. Dat de Ensor
voor Beste (Belgische) Film wordt gedeeld door ‘Le Fidèle’ en ‘Zagros’, is u
eveneens bekend. Het zat uitgebreid in de radio- en tv-journaals. Als
voetballiefhebber las u vele pagina’s voorbeschouwingen op het weekend en op
deze drukke week met Europees voetbal, waarin Club Brugge aan een nieuwe
Champions League-campagne begint met als voornaamste opzet beter te doen dan de
nul op achttien van twee jaar geleden.

Een Belgische club zal ook dit seizoen de
Champions League niet winnen. De kans dat u Euromillions wint, is haast groter
dan dat Club Brugge op zaterdag 1 juni een van de finalisten is in het Wanda Metropolitano-stadion
in Madrid. Toch heeft een Belgische club een soort Champions League gewonnen:
die van de community werking. Wie alleen geïnteresseerd is in een rollende bal,
stevige tackles, inventieve dribbels, gevaarlijke doelpogingen of gecontesteerde
tussenkomsten van de videoref, zal nu even wereldvreemd opkijken. U zei? ‘Community’:
bezig zijn met de lokale gemeenschap, de wijk, de buurt, de gemeente of de stad.
Klinkt minder sexy dan een winnende goal in de laatste minuut van een
zwaarbevochten topper. Die wereldvreemdheid ligt niet alleen aan u, overigens.
Belga verstuurde dinsdagochtend nog wel een, rijkelijk laat, persbericht, dat
kort werd opgepikt door sommige nieuwssites. Maar op de nationale sportpagina’s
bleef het in het beste geval bij tien lijnen, ergens in een hoekje; nog vaker
wachtte het Grote Niets. Als er al over geschreven werd, was het op de
regionale pagina’s. Zonde.

Verbinden

De KAA Gent Foundation werd bekroond voor haar
werk in de sociale woonwijk Nieuw Gent-Steenakker, op een steenworp van de
Ghelamco Arena. Er lopen projecten met een wijkhuis, een dansacademie,
meisjesvoetbal en wandelvoetbal voor senioren. Doel: vierhonderd mensen uit hun
sociaal isolement halen. Verbinden, om het met een modieus toverwoord te zeggen.
In een tijd dat velen de mond vol hebben van multiculturalisme, de noodzaak om
te integreren en de veelkleurige samenleving van morgen, kan buurtwerking het
verschil maken tussen voetbal ín en voetbal buíten de maatschappij. Het tweede
is helaas al te vaak de realiteit, voetbalbestuurders wanen zich onaantastbaar.
Om wijlen Steve Stevaert te parafraseren: het voetbal van de toekomst zal
sociaal zijn of het zal niet zijn.

Wat deze award voor de KAA Gent Foundation zo
speciaal maakt, is dat ze voor het winnen van de ECA Award moest opboksen tegen
gerenommeerde clubs met een veel rijkere traditie – de Foundation bestaat pas
in januari tien jaar – en met veel meer middelen. In Engeland wordt al vele
decennia aan wijkwerking gedaan en móeten clubs een flinke hap uit de rijkelijk
stromende tv-gelden besteden aan community werking, met als resultaat dat Premier
League-clubs zeventig tot honderd personeelsleden in dienst hebben die
uitsluitend met dit aspect van het voetbal bezig zijn. Daartegenover staan dan
de acht vaste medewerkers van de Gentse Foundation, waarvoor AA Gent jaarlijks
een half miljoen euro uittrekt. Vergeleken met buitenlandse topclubs is dat een
habbekrats, naar Belgische normen is het een gigantische som. Ook op dat vlak
vertoeven we hooguit in de Europese middenmoot. En hoewel community werking ook
bij ons wordt opgelegd en clubs er subsidies voor ontvangen, is er amper een
handvol clubs dat het ernstig neemt. Ach, als voorzitter kun je er niet mee
uitpakken, in tegenstelling tot de transfer van de zoveelste
wereldspits-in-wording.

Ivan De Witte van AA Gent ziet het gelukkig
iets ruimer, zijn Foundation werd in eigen land in de jongste vijf jaar al drie
keer uitgeroepen tot beste community werking en was ook al eerder genomineerd
voor een ECA Award. Op de erelijst van dit jaar prijkt AA Gent mooi naast Real
Madrid, Arsenal, Chelsea en Red Bull Salzburg. Voorgangers op het vlak van
Community & Social Responsibility waren Aberdeen, PSV Eindhoven, Arsenal,
Real Madrid en, in 2013, KRC Genk, nog zo’n Belgische club die verder denkt dan
de groene grasmat.

Niemand
gaat verloren

In de 52ste minuut van elke thuiswedstrijd
zingen de supporters van de Buffalo’s ‘Mia’ van Gorki. Het is hun eresaluut aan
Luc De Vos, gestorven op z’n 52ste. Misschien kan de tekst nu een beetje
geactualiseerd worden. ‘AA Gent heeft het licht gezien / Ze zeggen, niemand
gaat verloren’. Més que un club is de slagzin van FC Barcelona. Meer dan een
club. Bij Gent mogen ze dat nu ook als ondertitel gebruiken.

Af en toe moet je als vertegenwoordiger van de
media door het slijk kruipen. Bijvoorbeeld als je te weinig aandacht besteed
aan minder mediagenieke maar daarom niet minder belangrijke aspecten in de
sport, zoals de community werking in het voetbal. In hun domein is dat een
Gouden Roos waard. Sorry voor alles, KAA Gent Foundation!



« VorigeVolgende »