Vijf sponsors van Antwerp hebben al afgehaakt sinds de eigengereide voorzitter-eigenaar Paul Gheysens zonder enig overleg met welk bestuursorgaan dan ook en zonder medeweten van de bedrijven die geld in de club steken, Marc Overmars heeft binnengehaald als sportief directeur. And counting. Elke dag is er een nieuwe aflevering van de soap waarvan het scenario ’s ochtends wordt aangepast. Spannend. Toch fijn om vast te stellen dat er binnen reguliere bedrijven meer waarden en normen gelden dan in het professioneel buitenbeentje dat de voetbalsector nog altijd vormt, met z’n vuile handen en al even vieze voeten. Niet alles passeert zomaar. Goed zo.

Het ging deze week over een tweede kans krijgen en hoelang het dan moet duren alvorens iemand daar recht op heeft.

Als u het mij vraagt: zes weken na het verplichte opstappen bij een vorige werkgever wegens seksueel overschrijdend gedrag is lang niet lang genoeg. Op z’n minst had men het afronden van het dossier in Nederland moeten afwachten. Begin van het nieuwe seizoen zou vroeg genoeg zijn, al weet ik dat de snoodaards van de Bosuil dan nog met Overmars hadden kunnen onderhandelen en hem dan, pakweg half juni, out of the blue (of, in dit geval, out of the red) introduceren alsof ze hem pas de week voordien hadden opgezocht. Deus ex machina! Ook hypocrisie is de voetbalwereld niet vreemd.

Als u het mij vraagt: twee weken na het in de media komen van die dickpic en ander onverkwikkelijk gedrag op de werkvloer Overmars opzoeken en aftasten of die geïnteresseerd zou zijn in een avontuur bij de Royal Antwerp Football Club was royaal te vroeg.

Als u het mij vraagt: die Gheysens heeft geen scrupules. Eerst stelt hij een sportief directeur (Luciano D’Onofrio) aan die tot vier keer toe veroordeeld is en een paar keer in de cel heeft gezeten voor frauduleuze praktijken in zijn periode als voetbalmakelaar, een man die eigenlijk niet meer in dat wereldje thuishoorde — zoals we iemand die vier keer dronken een ongeval heeft veroorzaakt ook liefst rijbewijsloos de rest van zijn leven zouden willen zien doorbrengen. Dat ging al over ethische grenzen heen, grenzen die heel wat voetbaljournalisten overigens niet kennen, zo graag gingen ze mee in dat verhaal, zo gretig publiceerden ze stukken over hoe goed die D’Onofrio wel niet was en hoe slim de eigenaar van Antwerp dat hij zo iemand de sleutels van het sportieve beleid had overhandigd. Hoernalistiek en journalistiek liggen dichter bij elkaar dan je zou denken. En nu is er die met veel poeha en weinig excuses voor het recente verleden aangekondigde komst van een snelle jongen uit een buurland. De enige excuses die Antwerp maakte gingen over de communicatie rond de ’transfer’, niet over de ‘aanwinst’ zelf.

Als u het mij vraagt…

Misschien vraagt u het mij helemaal niet.

Misschien denkt u wel: wie is die Van Laeken die alwéér een mening klaar heeft over een onderwerp?

Misschien zegt u wel: wat denkt hij wel, die oude witte man, dat hij weer de grote woorden bovenhaalt over een materie die ver van hem afstaat?

Want ja, ook dat toont de (sociale) media-coverage van deze zaak aan: het zijn opnieuw vooral (witte) mannen die willen beslissen over een tweede kans voor een (witte) man die in de fout is gegaan. Staat er iemand bij stil wat die Ajaxmedewerksters nu moeten denken? Beseffen al die pro- en contra-Overmars-stemmen dat voor die door hem belaagde vrouwen deze affaire nog niet terzijde is geschoven? Kunnen de heren die de Royal Antwerp Football Club leiden dit verantwoorden tegen die onbekende Nederlandse vrouwen én de eigen vrouwelijke medewerkers (en bij uitbreiding álle vrouwen die in hun carrière te maken krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag)?

Ik snap heus de ironie wel als ik hier, als man, schrijf dat het van buitenaf makkelijk oordelen is, ten goede en ten kwade. Dat gebeurt al jaren in zowat alle discussies. Over abortus en euthanasie, thema’s waarin zelfbeschikking centraal stond, waren het vooral mensen die tégen zelfbeschikking waren die zich roerden. Erger nog: abortus werd door oude mannen aangegrepen om ethische dammen op te werpen, mannen die volgens hun geloof niet eens zouden mogen beseffen wat seks is, laat staan dat ze zwanger konden worden. In de Zwarte Piet-discussie zijn het bijna uitsluitend witte mensen die hun mening ventileren, maar wat doet zo’n personage uit een door volwassenen opgedrongen kinderfeest met kinderen die een donkere huidskleur hebben? Wordt hen dat soms weleens gevraagd?

Waarom wordt er niet naar de slachtoffers geluisterd, naar de rechtstreekse betrokkenen, naar zij die een stem in het debat zouden moeten hebben? Het geval-Overmars toont nogmaals aan dat de muren rond traditionele mannenbastions dringend de confrontatie met een sloophamer mogen aangaan. De vrouwen die door Marc Overmars ongevraagd en ongewild werden lastiggevallen, verdienen beter dan deze nieuwe botsing met toxische mannelijkheid, véél beter. Royaal beter.