Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Deadline 19/11/15 (revisited)

Politiek Posted on do, augustus 22, 2013 11:14:23

(De dag na de kroning van koning Filip schreef ik op deze plek een opiniestuk over de te verwachten moeizame regeringsformatie(s) na de verkiezingen van volgend jaar. Een ingekorte en licht geactualiseerde versie van die bijdrage verschijnt vandaag op Knack.be. Ik neem die kortere tekst hier over.)
Na
de vorige federale verkiezingen geniet ons land de twijfelachtige eer om in het
Guinness Book of Records te staan met de langste regeringsformatie ooit:
541 dagen, tussen 14 juni 2010 en 6 december 2011. Als we niet opletten zullen
onze volksvertegenwoordigers dat record de komende jaren scherper stellen.

Laten
we niet cynisch worden: hopelijk komt het niet zover, al is het allesbehalve
ondenkbaar. Bijna twee derde van de Belgische kiezers vreest voor zo’n
scenario. En de onredelijke onverzettelijkheid, om even het Leitmotiv
van Karel De Gucht te parafraseren, van vele Vlaamse politici doet het ergste
vermoeden.

Peiling
17 juni 2013

Peilingen
zijn momentopnamen, waarop dan nog eens een foutenmarge zit. Je mag ze dus
zeker niet letterlijk interpreteren. Het zijn geen in steen gebeitelde geboden.
Maar laten we toch even de meest recente poll als richtlijn hanteren voor de
échte stembusresultaten van 25 mei 2014. Dat is die van Ipsos/Le Soir/De
Morgen
van 17 juni jl.

In
Vlaanderen zou de N-VA volgens die peiling veruit de grootste partij blijven,
met 36,6% van de stemmen (+ 8,4 procent in vergelijking met de parlementsverkiezingen
van 2010). Op ruime afstand volgen CD&V 16,1% (- 1,5), sp.a 12,6% (- 2,4),
OpenVLD 11,0% (- 3), Vlaams Belang 11,0% (- 1,6), Groen 7,2% (+ 0,1), PVDA+
2,9% (+ 1,3) en LDD 1,2% (- 2,5).

In
Wallonië zou de PS klappen krijgen, maar wel de grootste partij blijven met
31,8% (- 3,9 procent vergeleken met drie jaar geleden). Ook de MR verliest
flink: 18,7% (- 5,5), maar dat heeft vooral te maken met het stopzetten van het
kartel met het FDF. Verder zijn er: Ecolo 13% (+ 0,5) en CDH 11,8% (-2,6).
Andere partijen, waaronder het FDF, zouden samen 7,6 procent halen.

In
Brussel zouden PS en MR even groot worden, wat vooral voor de
sociaal-democraten een flinke klap zou betekenen. N-VA zou, met 2,9 procent, de
grootste Vlaamse partij worden in de hoofdstad.

In
zetels voor de Nederlandstaligen zou dit alles de N-VA in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers 38 zetels opleveren (+ 11 ten opzichte van de actuele
situatie), CD&V 14 (- 3), sp.a 12 (- 1), OpenVLD 10 (- 3), Vlaams Belang 8
(- 4), Groen 5 (idem). LDD zou wegvallen uit het halfrond, het extreem-linkse
PVDA+ zou er net niet in slagen een zitje te bemachtigen. In zetels voor de
Franstaligen zou de PS op 24 zetels uitkomen (- 2), MR 17 (het kartel MR-FDF
had er 23), CDH 10 (+ 1), Ecolo 9 (+ 1), FDF 2 en het extreem-linkse PTB 1. (Ik
baseer me hierbij op de prognose die Frederik Dhondt maakt op
herakleitosonmondays.blogspot.be. En ik negeer even de terechte opmerking die
VTM-journalist Jan Demeulemeester een week geleden op deze plek maakte dat
mensen in de eerste plaats op mensen stemmen en dat de factor-De Wever in vele
provincies niet meespeelt.)

Als
we er even van uit zouden gaan dat er dit keer ook in beide taalgebieden een
meerderheid moet zijn (wat vandaag in Vlaanderen niet het geval is met 43 op 87
zetels!) en dat er in dit land een duidelijke voorkeur is voor een symmetrische
regering (de aanwezigheid van zusterpartijen in beide taalgebieden), dan zijn
er geen coalities met twee of drie politieke families mogelijk!
Geel-oranje-blauw zou wel een ruime meerderheid hebben in Vlaanderen, maar niet
in Wallonië. Paars-groen zou een flinke meerderheid hebben in Wallonië, maar
niet in Vlaanderen.

Assymetrische
regeringen kunnen eventueel wel. Maar het grootste probleem is dat de N-VA incontournable
is en blijft in Vlaanderen en dat de PS dat, ondanks een verwachte stevige
terugval, ook zou blijven in Wallonië en Brussel. Vlaanderen neigt zwaar naar
rechts, Wallonië naar links. Dat maakt een coalitie N-VA/PS/sp.a/Ecolo/Groen
bijvoorbeeld onrealistisch, ook al zou die een meerderheid hebben.

Mogelijk
pogen de traditionele partijen de huidige tripartite verder te zetten. Achter
de schermen wordt daaraan gewerkt, Mark Eyskens heeft het recent zelfs openlijk
bepleit. De regering-Di Rupo II – laten we ze gemakshalve zo even noemen – zou
een meerderheid van 89 zetels hebben (op 150), maar in Vlaanderen zou dat een
dikke minderheid zijn (36 op 87). Onverantwoord. Eventueel kunnen de groenen
eraan worden toegevoegd. Dan groeit de meerderheid naar 103 zetels, ruim twee
derde. In Vlaanderen blijft men echter hangen op 41 zetels, nog altijd drie te
weinig. Conclusie: in Vlaanderen is – op basis van de peiling van juni – geen
enkele meerderheidsploeg zonder N-VA mogelijk, in Wallonië geldt gevoelsmatig
hetzelfde voor de PS (ook al zijn daar eventueel wel alternatieven).

Vlaamse
regering

Op
zich is het dan ook niet onlogisch dat Jan Jambon namens de N-VA eiste dat er
eerst een Vlaamse regering wordt gevormd. Het zou betekenen dat Vlaanderen kort
na 25 mei ’14 wordt geregeerd door Peeters II of Bourgeois I (of toch nog De
Wever I?), maar dat zullen de nationale partijbureaus van de
sociaal-democratische, christen-democratische en liberale partijen niet echt
willen.

Dan
geven ze immers hun troefkaarten uit handen: de CD&V zou niet langer de
minister-president mogen leveren, OpenVLD riskeert door de overmacht van de
N-VA steeds verder te krimpen (zie wat nu al Antwerpen gebeurt) en sp.a zal
sowieso naast de boot vallen als de N-VA een Vlaamse regering mag vormen, omdat
die rechtse economische accenten wil leggen.

Maar
dan komt het perfide van het proefballonnetje dat Jambon opliet: wat de N-VA
vooral wil aantonen door de snelle vorming van een Vlaamse en een lang
uitblijvende vorming van een federale regering, is dat het Belgische systeem
niet meer werkt. En dan zou het alsnog de onafhankelijkheid van Vlaanderen
kunnen voorstellen als ultieme oplossing, zoals trouwens voorzien in artikel 1
van de statuten van de partij, een scenario waar men nu omheen dribbelt omdat de
meerderheid van de N-VA-kiezers niet voor separatisme te vinden zijn. Zelfs de
term ‘confederalisme’ wordt nu even in de koelkast gestopt om geen potentiële
kiezers angst aan te jagen, kiezers die zich vooral kunnen vinden in het
rechts-liberale programma van de N-VA en de stevige standpunten van haar
kopstukken.

Nieuwe
zelfstandige naamwoorden

Dit
is een ‘damned if you do and damned if you don’t‘-scenario voor zowel de
democratie als de andere partijen. Een Vlaamse regering met maximaal drie
partijen zónder de N-VA zou volgens de peiling van 17 juni cijfermatig
onmogelijk worden, een Vlaamse regering mét de N-VA zou de traditionele
partijen in de rol van slaafse volgers duwen (in het geval van CD&V en
OpenVLD, wat wel eens het einde van de politieke carrière van boegbeeld Kris
Peeters zou kunnen betekenen) of uit het machtscentrum bonjouren (in het geval
van sp.a, dat vandaag toch drie ministers aan de Vlaamse regering levert).

Laten
we ook de mogelijkheid van een Vlaams-nationalistische regering (N-VA plus
Vlaams Belang) niet uitsluiten: voorlopig blijft die echter onmogelijk, met 54
op 124 zetels in het Vlaams Parlement. En de vraag blijft of N-VA als puntje
bij paaltje komt bereid zou zijn om het cordon sanitaire formeel te
doorbreken. Er is nog altijd een verschil tussen ex-Belangers verwelkomen in de
partij en in zee gaan met een partij die in een nog niet zo ver verleden werd
veroordeeld wegens racisme.

Tel
daarbij de traditie van de symmetrische regeringen op federaal vlak én de
voorkeur om dezelfde partijen ook op regionaal vlak aan de macht te krijgen
(wat nog versterkt zal worden door deze samenvallende verkiezingen!), en je
krijgt een op het eerste gezicht onontwarbaar kluwen, waar naast de reeds
bekende terminologie (informateur, preformateur, bemiddelaar, verduidelijker,
onderhandelaar en formateur) nieuwe zelfstandige naamwoorden zullen opduiken. Aan
koning Filip/Philippe en zijn kabinetschef om creatief te zijn met
functietitels op tijdelijke naamkaartjes.

Rood-blauw-oranje-
groen

Als
de peiling van Ipsos/Le Soir/De Morgen over tien maanden in het
stemhokje bevestigd wordt, dreigt dus een maandenlange impasse. Ofwel vinden
N-VA en PS een consensus op federaal vlak, wat met hun ferme
confrontatie-strategie ondenkbaar lijkt. Ofwel krijgen we opnieuw een
democratisch deficit met op federaal niveau een Vlaamse minderheid.

Daarom
acht ik de kans zeer reëel dat de groenen aan de huidige federale coalitie
zullen worden toegevoegd, ook al lijkt dat qua partijprogramma’s luidop vloeken
in de kerk. Je krijgt dan een regering zonder enige maneuvreerruimte. In feite
een regering van ‘lopende zaken’, maar dan met een volgnummer achter de naam
van de premier, waarbij de traditionele partijen zichzelf tijd zouden kopen en
moeten hopen dat de N-VA tegen de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018
aan populariteit zal inboeten. Enerzijds is dat best mogelijk, omdat heel wat
N-VA-burgemeesters en schepenen weinig bestuurservaring hebben en wel eens aan
het flateren kunnen slaan (kijk maar naar wat er een paar weken geleden in
Turnhout gebeurde). Anderzijds leert de verkiezingsrealiteit dat
regeringspartijen zelden verkiezingen winnen, zeker in een zo versnipperd land
als het onze. Zulke strategie zou dus een groot risico inhouden richting juni
2019, wanneer ons weer zo’n ‘moeder aller verkiezingen’ te wachten staat.

Nog
even het rekensommetje maken. Federaal zou rood-blauw-oranje-groen goed zijn
voor 103 zetels (op 150), maar met opnieuw een minderheid op Vlaams niveau
(waar men geen gedoogsteun van N-VA en Vlaams Belang moet verwachten!).
Regionaal staat rood-blauw-oranje-groen dan garant voor 69 zetels (op 124).
Lees deze paragraaf opnieuw en dit scenario klinkt nóg een beetje
onwezenlijker!

De
campagne is al een tijdje bezig (eigenlijk al van vóór de
gemeenteraadsverkiezingen). Die zal de komende maanden, met allerhande
congressen en een groeiende profileringsdrang van de kandidaten, alleen maar
scherper en harder worden. In Vlaanderen vertaalt zich dat nu al in ‘Eén tegen
allen, allen tegen één’; haantjesgedrag dat zowel door de N-VA, als door de
traditionele partijen wordt gevoed. En elke keer dat een
hoogwaardigheidsbekleder expliciet of tussen de lijnen kritiek geeft op de
N-VA, zet Bart De Wever een streepje bij op de denkbeeldige muur waarop de
kiezers worden geteld. Ook dat blijft een uitdaging voor de traditionele
politici: uitgaan van een positief en helder eigen programma en niet zomaar op
de kar springen van het N-VA-bashing, want dat blijkt in de praktijk
uitermate onproductief te zijn.

***

542
dagen, dat zou een nieuw record betekenen. Dan komen we uit op 19 november
2015. Het zou een symbolische datum zijn: zes jaar nadat een landgenoot, Herman
Van Rompuy, Europees president werd. Maar vooral: exact vijfentwintig jaar na
het officiële einde van de Koude Oorlog. Een ‘koude oorlog’ die we op dit
ogenblik op bescheidener en gelukkig vreedzamer niveau meemaken in de
vaderlandse politiek. Er was ooit een radioprogramma dat De toestand is
hopeloos, maar niet ernstig
heette. Vertaald naar onze politiek wordt dat
eerder: de toestand is ernstig, maar niet hopeloos. Nóg niet.



Iedereen benoemd!

Politiek Posted on wo, augustus 21, 2013 12:49:48

‘Het circus van cynisme’ noemde editorialist Bart Eeckhout
het vandaag in De Morgen. In Terzake waren politoloog Carl Devos en
Isabel Albers, hoofdredactrice van De
Tijd
, het maandagavond roerend eens: het dossier van de politieke
benoemingen, dat door de regering wegens tijdsgebrek én interne onenigheid over
de vakantie heen getild werd, stinkt.

Beide opmerkingen zijn niet nieuw. Telkens er een
topambtenaar met pensioen gaat of de poten van onder zijn stoel ziet weggezaagd,
keren zowel het plaatsen van de eigen mannetjes en vrouwtjes op invloedrijke
functies, als de luide kritiek daarop terug. Déjà vu. Déjà entendu. Alles komt terug, was begin deze eeuw de titel van een
zondagavondprogramma van en met Mark Uytterhoeven. Ook in de Belgische politiek komt alles terug.

***

‘Nieuwe Politieke Cultuur’. Kent u die slogan nog? Hij dook
voor het eerst op in de tweede helft van de jaren negentig, toen OpenVLD nog
gewoon VLD heette en in de oppositie zat te tandenknarsen. Toen het Blauwe
Fabriekje in 1999, mede dank zij een stel dioxinekippen, in de regering kwam,
werd de NPC – de afkortingenmaffia is zeer actief in ons taalgebied! –
onderdeel van het beleid. Althans, in theorie. Zelfs de gescleroseerde CVP, die
voor het eerst sinds mensenheugenis in de oppositie belandde, ging overstag en
begon NPC te koesteren. De naamswijziging tot CD&V was er een gevolg van,
want zo gaat dat: verander je naam en het verleden zal vergeten en vergeven
worden, denken de marketeers die dit bedenken. Window dressing is een term uit de economie, maar het is vooral ook een bekende praktijk
in politieke middens.

Zo ging het jarenlang van NPC hier en NPC daar, maar wie
bereid was zijn ogen open te houden en niet zomaar meeliep achter de vlag of
goedkope mantra’s herhaalde, wist het al snel: de NPC lijkt verdacht veel op de
OPC, de Oude Politieke Cultuur. Dus kan je maar beter gewoon spreken van
‘politieke cultuur’. Of het gebrek eraan.

Zaterdag zei sp.a-boegbeeld Johan Vande Lanotte in De Tijd nog dat de nieuwe CEO van de
NMBS best een liberaal mag zijn, op voorwaarde dat die dezelfde visie van de
sp.a heeft. Je moet het Vande Lanotte nageven: hij is tenminste eerlijk.
Bekwaamheid is een secundaire factor; in de eerste plaats moet Marc
Descheemaecker worden opgevolgd door iemand die het partijbelang boven het
algemeen belang stelt. Reizigers, mor gerust nog wat verder op de perrons,
wachtend op een trein die Fyra of Godot heet en u naar Sint-Juttemis moet voeren.
U bent niet prioritair. Gehoorzaamheid en partijtrouw, daar gaat het werkelijk
om.
Cynisch van Vande Lanotte, zeer zeker. Buitengewoon eerlijk, dat ook.
Duidelijk en niet mis te verstaan, ’t zal nog niet zijn! Maar het tekent vooral
de mentaliteit in de hoogste politieke kringen, ondanks de druk van
een partij die uitpakt met de slogan ‘De kracht van verandering’, die in
recordtijd veruit de grootse van Vlaanderen is geworden en die vooralsnog niet
kan worden aangewreven dat zij het cynische spelletje in de toekomst zal
voortzetten. Dat ziet de kiezer. En dat zal hij ook belonen in het stemhokje.
Of de N-VA, eens aan de macht, wel voluit zal gaan voor bekwaamheid boven
aanhankelijkheid, voor cv boven partijkaart, voor de beste kandidaat boven de
nuttigste, dat moeten we nog zien, maar ze geniet hoe dan ook het voordeel van
de twijfel. Dat voordeel genieten de huidige federale regeringspartijen al een tijdje niet meer.

In dat licht is het helemaal onbegrijpelijk waarom die
contraproductieve benoemingspolitiek blijft duren. Zien de traditionele
partijen dan niet in dat het zo echt niet verder kan? Beseffen ze niet dat het
signaal dat ze uitsturen die ene partij alleen maar nóg populairder, groter en
dus machtiger zal maken? Of gaat het cynisme zo ver dat ze gauwgauw nog enkele
postjes willen bezetten, zodat ze na de te verwachten en voor hen te vrezen
machtsoverdracht toch nog wat getrouwen kunnen aanspreken, misschien wel in de
hoop dat die de nieuwe regeringsploeg zal tegenwerken?

Het zou me niet eens verbazen. En denk vooral niet dat het
alleen Vande Lanotte of de sp.a zijn, die zich van dit soort machtsspelletjes
bedienen. De anderen doen vrolijk mee. Gisteren schreven de kranten dat de
positie van Alain Winants, topman van de Staatsveiligheid, in het gedrang komt.
Waarop vanuit CHD-hoek al meteen de naam van een ‘ideale opvolger’ werd
genoemd. Zo ver gaat dat cynisme: het lijk is niet eens koud – wat zeg ik: er ís
niet eens een lijk! – of de aasgieren staan al in de coulissen klaar om zich de
lekkerste hapjes toe te eigenen. En ongetwijfeld kan je nog een handvol voorbeelden van andere topbenoemingen boven halen, waarbij andere
regeringspartijen hun gang mochten gaan.

Kandidaten voor topjobs profileren zich nu uitgebreid via de
media. De gedoodverfde favoriete voor de hoogste NMBS-post bleek gelogen te
hebben over haar diploma. Of het headhuntingkantoor heeft een tikfout gemaakt. Whatever! (Tussen haakjes: waarom is
Selor niet verantwoordelijk voor de selectieprocedure of beperkt de rol van het
selectiekantoor van de overheid zich tot het aanwerven van wc-madammen en
kantinejuffrouwen (m/v) en moet ze haar handen afhouden van de o zo gevoelige topjobs?) Wat
ook de waarheid is in het onverkwikkelijke NMBS-verhaal: de kandidate is verbrand,
zowel voor haar huidige werkgever, als voor haar mogelijke toekomstige. Alweer
een slachtoffer van de benoemingsspelletjes. Ach, er komt wel weer een ander
konijn uit de hoed.

***

Dames en heren, welkom in het circus van het cynisme. De
tent is zo goed als leeg, net als de kassa, de clowns dissen alleen maar flauwe
grappen op, de goochelaar heeft zichzelf weggetoverd, de leeuw heeft nog maar
drie poten en een vals gebit, de eenarmige acrobate is net neergeknald door de
blinde cowboy, de wulpse blondine is per abuis doormidden gezaagd, de dansende
beer heeft te veel naar de video van Gangnam
Style
gekeken waardoor zijn epilepsie weer begint op te spelen, maar hé, we
gaan vrolijk door. Op de rand van de afgrond roepen we met z’n allen
‘Voorwaarts mars!’. In een hoekje van de
tent applaudisseren enkele vrolijke toeschouwers uitbundig. Zij weten:
binnenkort is het circus van ons!

Alles komt terug, schreef ik al. Behalve de politieke
benoemingen: die zijn er altijd geweest. Alsof ze onlosmakelijk deel uitmaken
van onze politieke cultuur. Onze Zo-Oud-Als-De-Straat Politieke Cultuur, moet
dat in feite zijn. Alles kan beter,
was een andere titel van een fel gesmaakt Uytterhoeven-programma. In dit geval
moet dat zijn: alles kan véél beter. Maar dan moet de Belgische overheid eerst
willen. En durven! Open je ogen voor de N-VA ze sluit, om een oude anti-Vlaams Blokslogan te parafraseren. Of ben ik nu té stout?



Jong, dromerig en ietwat naïef

Politiek Posted on ma, augustus 12, 2013 13:09:58

Het opiniestuk dat de 22 jaar jonge studente geschiedenis
Laura Nys afgelopen zaterdag onder de kop ‘Jong, dromerig en economisch
waardeloos’ pleegde in De Morgen
genoot heel wat aandacht op sociale media en allerlei fora. Nys, die overigens
als jonge opiniemaakster werd ‘geplugd’ door hoofdredacteur Yves Desmet, begon
met te stellen dat haar keuze voor geschiedenis, één van die zogeheten
‘nutteloze’ studierichtingen, verantwoord is. ‘Hoe kan de keuze voor een studie
die ik naar hartenlust beoefen nu een foute keuze zijn?’

In de volgende paragrafen hekelt Nys het neo-liberale beleid
in Antwerpen. Ze verwijst naar N-VA, burgemeester De Wever en schepen Homans,
en schrijft: ‘Sommige beleidsmaatregelen zouden zelfs regelrecht uit een Monty
Pythonsketch kunnen komen.’ Enkele lijnen verder wordt dat: ‘Van surrealisme
gesproken: de afgelopen jaren steeg de armoede in Antwerpen en toch schrapte de
stad 7 miljoen euro aan werkingsmiddelen voor organisaties die de armoede net
proberen te bestrijden.’

Ik vind het geweldig dat jonge mensen hun mening ventileren,
zeker als die ook nog eens keurig werd neergepend, zoals in het geval van Laura
Nys. Maar ze maakt in mijn ogen een zware redeneerfout, die ik maar zal
toeschrijven aan jeugdige naïviteit. Ze verwijt de N-VA een rechts,
neo-liberaal beleid te voeren en ik ben het met haar eens dat een resem
maatregelen Antwerpen echt niet zullen vooruit helpen. Mààr: ik doe dat vanuit
mijn persoonlijke politieke en ideologische overtuiging, niet vanuit het Grote
Gelijk, want dat bestaat nu eenmaal niet.

Als Nys het partijprogramma en de standpunten van de N-VA
zou bestuderen, zou ze merken dat het huidige beleid een afspiegeling is van
dat partijprogramma. Je kan dat programma niet interessant of onverantwoord
vinden – dat doe ik zelf ook voor een deel -, maar je kan de N-VA
natuurlijk niet verwijten dat ze haar programma probeert uit te voeren. Daar
dient de politiek uiteindelijk voor.

***

Het probleem in Antwerpen en in andere Vlaamse steden en
gemeenten waar N-VA mee aan de macht is, is namelijk niet de Nieuw-Vlaamse
Alliantie. Het zijn de kiezers en de andere partijen. De kiezers hebben N-VA haar
huidige machtspositie bezorgd. De kiezers geven in de peilingen aan dat de N-VA
boven de dertig procent uit zal komen volgend jaar. ‘Als de regering ontevreden
is over het volk, waarom kiest ze dan geen nieuw volk,’ zei Bertolt Brecht ooit
bij wijze van boutade. Parafraserend zou je dit in de Antwerpse situatie kunnen
vertalen naar: ‘Als een deel van het volk ontevreden is over een ander deel van
het volk, waarom kiest ze dan geen nieuw volk?’

Vele Antwerpenaren zouden veel liever een ‘nieuw volk’
kiezen, zonder al die vervelende mensen die stemmen op centrumrechtse tot extreem-rechtse
partijen, maar dat zou nogal ondemocratisch zijn, neen? En was net die
democratie ooit niet de voornaamste beweegreden om een cordon sanitaire op te trekken rond een racistische en op bepaalde
vlakken fascistoïde nationalistische partij? Je kan veel zeggen over de N-VA,
maar het is geen racistische of fascistoïde partij. Wel Vlaams-nationalistisch,
met als einddoel een onafhankelijk Vlaanderen, en neo-liberaal, maar dat is
haar volste recht. Het blijft nog altijd de kiezer die zijn voor- of afkeur
uitspreekt over programma’s en ideeën. Het komt er dus in een democratie op aan
om zoveel mogelijk kiezers te overtuigen.

Even belangrijk als de kiezer zijn de andere partijen en dan
in de eerste plaats de coalitiepartners van de N-VA. Om bij het voorbeeld
Antwerpen te blijven: CD&V en OpenVLD bieden nauwelijks weerstand tegen het
beleid-De Wever/Homans. Uiteraard is N-VA veruit de grootste partij in de coalitie, maar die
huidige dominantie is onnatuurlijk. Het betekent dat CD&V – vorig jaar rond
deze tijd nog campagne voerend op een progressieve Stadslijst, met havenschepen
Van Peel die in een internetfilmpje de deur letterlijk dichthield voor de
ambitieuze Bart De Wever en de zijnen – en de minuscule OpenVLD – vandaag de
kleinste fractie in de Antwerpse gemeenteraad – blij zijn dat ze er al mogen
bij zijn. En vervolgens houden ze braafjes hun mond, uit vrees om nog verder
gedecimeerd te worden in de toekomst. Wat, volgens mij, de beste garantie is om
over vijf jaar inderdaad gedecimeerd te worden… Want waarom zouden de kiezers
nog op CD&V en OpenVLD stemmen, als die gewoon braafjes uitvoeren wat de
N-VA beslist? Wie heeft gezichtsloze politici nodig? Wie zit er nu te wachten
op kleurloze meelopers?

N-VA-bashen zal de
andere partijen en strekkingen niet vooruit helpen. Vlamingen houden van
underdogs – ook al is de N-VA electoraal allesbehalve een underdog op dit
moment – en in een één-tegen-allensituatie zal de sympathie voor de ‘één’
alleen maar toenemen. Het enige alternatief is zelf een duidelijk
partijprogramma uitstippelen, andere maatschappelijke keuzes voorschotelen, de
standpunten laten verdedigen door mensen die het helder kunnen uitleggen en
hopen dat de kiezer op 25 mei 2014 zal volgen. Negativisme zal niet helpen in
de kiescampagne. Een eigen smoel mogelijk wel. Als het al niet te laat is.

***

Ik gun Laura Nys het slotwoord, want het einde van haar
opiniestuk vond ik mooi en betekenisvol. ‘Misschien ben ik jong, naïef en
dromerig. Maar laat me mijn dromen koesteren. Laat me vechten voor mijn dromen.
Laat me zelf ontdekken hoe die realiteit in elkaar zit. En laat me dan ontdekken
hoe ik, samen met andere jonge, naïeve dromers, iets aan die realiteit kan
veranderen. Want een maatschappij waarin enkel winsten vooropstaan, is niet de
mijne.’

Way to go, girl!
Maar laat die naïviteit en die vechtlust om je dromen achterna te jagen toch
niet te zeer de bovenhand nemen, want dan zou de grauwe realiteit wel eens flink kunnen
tegenvallen. En blijf ‘vechten’ voor je idealen.



Les boîtes en carton

Politiek Posted on zo, augustus 04, 2013 12:50:18

Zeggen dat ik sprakeloos werd van het lezen van het
interview met Tom Lanoye in La Libre
Belgique
is fel overdreven. De slagerszoon met een brilletje pleitte er in
de rubriek ‘L’invité du samedi’ onder
meer voor het gelijktijdig in de twee landstalen uitbrengen van boeken van
Belgische auteurs, omdat er meer is dat de Vlaanderen en Wallonië verbindt, dan
dat hen scheidt. Hij trok ook voor de zoveelste keer ten oorlog tegen het
populisme van de N-VA, die vooral in Antwerpen, de stad waar de auteur-polemist-performer woont, voor een negatief imago zorgt. Niet voor het eerst hekelt Lanoye het
feit dat Bart De Wever slechts parttime burgemeester is, die daarnaast ook nog
eens partijvoorzitter en, bij wijze van derde huwelijk, Vlaams parlementslid is.

Zwarte tranen plengt de Sint-Niklazenaar wanneer hij zijn
vrees uitdrukt voor het nakende einde van België. En als de sarcastische
polemist het haalt van de ironische schrijver serveert hij niet langer het
vroegste vitriool: het is vitriool voor gevorderden geworden. Dat leest best
wel prettig weg, want Lanoye heeft een begenadigde pen, die zelden een heldere
hemel schetst. Maar hij heeft het zelf al een hele tijd geleden aangegeven:
‘Vroeger was ik beter’. De Lanoye anno 2013 valt nogal veel in herhaling en
blijft steken in een té goedkope ‘Alles moet weg’-retoriek.

***

Bij wijze van parenthese verwijs ik naar de paragraaf over
politieke correctheid in het zeer lezenswaardige opiniestuk van Tinneke
Beeckman in De Morgen van dit
weekend. Ze schrijft daarover: ‘Die houding lijkt principieel kwetsbare groepen
te beschermen, maar ze houdt ook een gevaar in. Ze creëert de indruk dat we het
recht hebben om nooit iets te hoeven aanhoren dat we niet leuk vinden. In de
praktijk heeft politieke correctheid dan ook de lastige bijwerking dat ze
scherp debat verhindert. De anders denkende wordt dan als persoon geviseerd
omwille van zijn ideeën of van zijn retoriek. Politieke correctheid maakt de
morele pose dus belangrijker dan het inhoudelijke argument. (…) Een goed
intellectueel debat speelt nooit de man, maar draait om de zaak en schuwt geen
complexiteit. Zo’n debat dient een diepe noodzaak: leren samenleven met
andersdenkenden.’ Linkse intellectuelen moeten eens tien minuten uittrekken om
deze bijdrage te lezen. Verhelderend!

***

Wat het goddelijke monster Lanoye voortdurend doet is vanuit
de denkbeeldige intellectuele suprematie van gelijkgezinden ongenuanceerde kritiek spuien op andersdenkenden. En hoeveel ik ook hou van de polemische
schrijfstijl en de gespleten en bescheten humor die hij blijft tentoon
spreiden, je mag niet zomaar denken dat inmiddels al meer dan dertig procent
van de Vlamingen er voor spek en bonen bij lopen. Dat wil zeggen, misschien
doen ze dat wél (ik heb daarover een persoonlijke, onbewezen theorie dat het
electorale succes van de N-VA samenhangt met de stemplicht, waarbij heel wat foertstemmen de jongste verkiezingen verhuisd
zijn van Vlaams Blok/Belang naar een democratischere Vlaams-nationalistische
partij), maar in dit cirkus van de slechte smaak ligt een grote
verantwoordelijkheid bij de traditionele partijen, die geen alternatief
aanreiken. Als Lanoye in zijn veldslag voor een man alleen stevig inhakt op De
Wever (voor een flink stuk terecht in mijn ogen!), dan zou hij net zo goed de
bagger die andere partijen verspreiden moeten aanpakken. Dat zou pas
intellectueel eerlijk zijn: nu is het te vaak een zaak van maten en gewichten.
En van het synchroon uitsteken van boze tongen door Politiek Correct Links naar met name het beleid in Antwerpen.

Kortom, ik begrijp dat Tom Lanoye geregeld woest is, maar ik
vind zijn eenzijdige en voorspelbare aanpak achterhaald. Een échte linkse
intellectueel zou ook kritisch zijn voor zijn politieke vrienden, die geen
eigen smoel meer hebben: alles eender, zeg maar. Ik zou het toejuichen mochten
hij en gelijkgezinden die openheid van geest vertonen door niet alleen naar de
overkant te spuwen, over de Canadese muur, maar dat ze ook voor de eigen deur
zouden vegen. Doen!, wil ik roepen, vanuit mijn kleine niet-politiek correcte
hoekje, waar ik met minder talent en bravoure af en toe bloed en rozen in de
strijd werp tegen de intellectuele verloedering waaraan zowel links als rechts schuld
hebben (of die ze, in het minst erge geval, niet bestrijden).

Als Lanoye niet bereid is geestelijke flexibiliteit aan de
dag te leggen om open te staan voor de huidige schermutseling van ideeën, vrees
ik het ergste voor hem en zijn ideeëngoed in ’t stad. Dan zal hij zijn ‘Stadsgedichten’ in een andere stad
moeten gaan schrijven, wie weet wel bij Jules en Alice in Blankenberge. Dan
zoekt hij best al wat kartonnen dozen bij elkaar om een verhuis te plannen.



Deadline 19/11/15

Politiek Posted on ma, juli 22, 2013 12:23:18

The king is gone, but
he’s not forgotten
‘. Neil Young had het in 1979 dan wel over Johnny Rotten,
en niet over koning Albert II, maar sta me toe deze zinssnede toch te gebruiken
in de inleiding van dit stuk. Want bij de troonswisseling kon de abdicerende
koning het niet laten om uitvoerig Elio Di Rupo te bedanken voor de moedige vorming
van zijn regering, waarmee de goedlachse
ex-koning-die-zich-koning-mag-blijven-noemen weer eens het rubicon van de
onpartijdigheid overstak. Zeggen dat de regering-Di Rupo waardering verdient
omdat ze er ís, komt ongeveer op hetzelfde neer als een anti-N-VA-coalitie
toejuichen.

Of de nieuwe koning, Filip/Philippe, die fakkel zal
overnemen is nog onduidelijk, maar het tekent onze monarchie dat ze niet alleen
pleit voor de cohesie van het land – wat begrijpelijk is -, maar ook openlijk
partij kiest. Letterlijk, in dit geval. Een royale christen-democraat weet,
eenzaam peinzend op zijn troon, dat hij om zijn eigen hachje te redden de PS hard
nodig heeft. We blijven een surrealistisch land.

Het was niet alleen ongepast, wat Albert zei, maar ook
onvoorzichtig en alleszins niet slim. Over iets meer dan tien maanden zal
Filip/Philippe, na de parlementsverkiezingen van 25 mei 2014, ongetwijfeld een
rol moeten spelen bij de vorming van de federale regering, terwijl er
tegelijkertijd op andere niveaus ook regionale regeringen zullen worden gevormd
en de Belgische vertegenwoordiging in het Europese Parlement anders zal
ingekleurd zijn. Nu al kleur bekennen betekent dat je de andere partijen op
scherp zet, in de wetenschap dat die ene Vlaamse partij die het mikpunt is van
de koninklijke hoon, haast even groot is als de drie Vlaamse partijen in de
federale regering sámen.

Na de vorige federale verkiezingen geniet ons land de
twijfelachtige eer om in het Guinness
Book of Records
te staan met de langste regeringsformatie ooit: 541 dagen,
tussen 14 juni 2010 en 6 december 2011. Als we niet opletten zullen onze
volksvertegenwoordigers dat record de komende jaren scherper stellen. Op 19
november 2015 zullen we aan 542 dagen zitten.

Hopelijk komt het niet zover, al is het allesbehalve
ondenkbaar. Bijna twee derde van de Belgische kiezers vreest voor zo’n
scenario. En de onredelijke onverzettelijkheid, om even het Leitmotiv van Karel De Gucht te
parafraseren, van vele Vlaamse politici doet het ergste vermoeden.

Peiling 17 juni 2013

Peilingen zijn momentopnamen, waarop dan nog eens een
foutenmarge zit. Je mag ze dus zeker niet letterlijk interpreteren. Het zijn
geen in steen gebeitelde geboden. Maar laten we toch even de meest recente poll
als richtlijn hanteren voor de échte stembusresultaten van 25 mei 2014. Dat is
die van Ipsos/Le Soir/De Morgen van 17 juni jl.

In Vlaanderen zou de N-VA volgens die peiling veruit de
grootste partij blijven, met 36,6% van de stemmen (+ 8,4 procent in
vergelijking met de parlementsverkiezingen van 2010). Op ruime afstand volgen
CD&V 16,1% (- 1,5), sp.a 12,6% (- 2,4), OpenVLD 11,0% (- 3), Vlaams Belang
11,0% (- 1,6), Groen 7,2% (+ 0,1), PVDA+ 2,9% (+ 1,3) en LDD 1,2% (- 2,5).

In Wallonië zou de PS klappen krijgen, maar wel de grootste
partij blijven met 31,8% (- 3,9 procent vergeleken met drie jaar geleden). Ook
de MR verliest flink: 18,7% (- 5,5), maar dat heeft vooral te maken met het
stopzetten van het kartel met het FDF. Verder zijn er: Ecolo 13% (+ 0,5) en CDH
11,8% (-2,6). Andere partijen, waaronder het FDF, zouden samen 7,6 procent
halen.

In Brussel zouden PS en MR even groot worden, wat vooral
voor de sociaal-democraten een flinke klap zou betekenen. N-VA zou, met 2,9
procent, de grootste Vlaamse partij worden in de hoofdstad.

In zetels voor de Nederlandstaligen zou dit alles de N-VA in
de Kamer van Volksvertegenwoordigers 38 zetels opleveren (+ 11 ten opzichte van
de actuele situatie), CD&V 14 (- 3), sp.a 12 (- 1), OpenVLD 10 (- 3),
Vlaams Belang 8 (- 4), Groen 5 (idem). LDD zou wegvallen uit het halfrond, het
extreem-linkse PVDA+ zou er niet in slagen een zitje te bemachtigen. In zetels
voor de Franstaligen zou de PS op 24 zetels uitkomen (- 2), MR 17 (het kartel
MR-FDF had er 23), CDH 10 (+ 1), Ecolo 9 (+ 1), FDF 2 en het extreem-linkse PTB
1. (Ik baseer me hierbij op de prognose die Frederik Dhondt maakt op
herakleitosonmondays.blogspot.be.)

Als we er even van uit zouden gaan dat er dit keer ook in
beide taalgebieden een meerderheid moet zijn (wat vandaag in Vlaanderen niet
het geval is met 43 op 87 zetels!) en dat er in dit land een duidelijke voorkeur
is voor een symmetrische regering (de aanwezigheid van zusterpartijen in beide
taalgebieden), dan zijn er geen coalities met twee of drie politieke families
mogelijk! Geel-oranje-blauw zou wel een ruime meerderheid hebben in Vlaanderen,
maar niet in Wallonië. Paars-groen zou een flinke meerderheid hebben in
Wallonië, maar niet in Vlaanderen.

Assymetrische regeringen kunnen eventueel wel. Maar het
grootste probleem is dat de N-VA incontournable
is en blijft in Vlaanderen en dat de PS dat, ondanks een verwachte stevige
terugval, ook zou blijven in Wallonië en Brussel. Vlaanderen neigt zwaar naar
rechts, Wallonië naar links. Dat maakt een coalitie N-VA/PS/sp.a/Ecolo/Groen
bijvoorbeeld onrealistisch, ook al zou die een meerderheid hebben.

Mogelijk pogen de traditionele partijen de huidige
tripartite verder te zetten. Achter de schermen wordt daaraan gewerkt, Mark
Eyskens heeft het recentelijk zelfs openlijk bepleit. De regering-Di Rupo II –
laten we ze gemakshalve zo even noemen – zou een meerderheid van 89 zetels
hebben (op 150), maar in Vlaanderen zou dat een dikke minderheid zijn (36 op
87). Onverantwoord. Eventueel kunnen de groenen eraan worden toegevoegd. Dan
groeit de meerderheid naar 103 zetels, ruim twee derde. In Vlaanderen blijft
men echter hangen op 41 zetels, nog altijd drie te weinig. Conclusie: in
Vlaanderen is – op basis van de peiling van juni – geen enkele meerderheidsploeg
zonder N-VA mogelijk, in Wallonië geldt gevoelsmatig hetzelfde voor de PS (ook
al zijn daar eventueel wel alternatieven).

Vlaamse regering

Op zich is het dan ook niet onlogisch dat Jan Jambon namens
de N-VA eist dat er eerst een Vlaamse regering wordt gevormd. Het zou betekenen
dat Vlaanderen kort na 25 mei ’14 wordt geregeerd door Peeters II of Bourgeois
I (of toch nog De Wever I?), maar dat zullen de nationale partijbureaus van de
sociaal-democratische, christen-democratische en liberale partijen niet echt
willen.

Dan geven ze immers hun troefkaarten uit handen: de CD&V
zou niet langer de minister-president mogen leveren, OpenVLD riskeert door de
overmacht van de N-VA steeds verder te krimpen (zie Antwerpen) en sp.a zal
sowieso naast de boot vallen als de N-VA een Vlaamse regering mag vormen, omdat
die rechtse economische accenten wil leggen.

Maar dan komt het perfide van het proefballonnetje dat
Jambon opliet: wat de N-VA vooral wil aantonen door de snelle vorming van een
Vlaamse en een lang uitblijvende vorming van een federale regering, is dat het
Belgische systeem niet meer werkt. En dan zou het alsnog de onafhankelijkheid
van Vlaanderen kunnen voorstellen als ultieme oplossing, zoals trouwens
voorzien in artikel 1 van de statuten van de partij, een scenario waar men nu
omheen dribbelt omdat zelfs de meeste N-VA-kiezers niet voor separatisme te
vinden zijn. Zelfs de term ‘confederalisme’ wordt nu even in de koelkast
gestopt om geen potentiële kiezers angst aan te jagen, kiezers die zich vooral
kunnen vinden in het rechts-liberale programma van de N-VA.

Nieuwe zelfstandige
naamwoorden

Dit is een ‘damned if
you do and damned if you don’t
‘-scenario voor zowel de democratie als de
andere partijen. Een Vlaamse regering met maximaal drie partijen zónder de N-VA
zou volgens de peiling van 17 juni cijfermatig onmogelijk worden, een Vlaamse
regering mét de N-VA zou de traditionele partijen in de rol van slaafse volgers
duwen (in het geval van CD&V en OpenVLD, wat wel eens het einde van de
politieke carrière van boegbeeld Kris Peeters zou kunnen betekenen) of uit het
machtscentrum bonjouren (in het geval van sp.a, dat vandaag toch drie ministers
aan de Vlaamse regering levert).

Laten we ook de mogelijkheid van een Vlaams-nationalistische
regering (N-VA plus Vlaams Belang) niet uitsluiten: voorlopig blijft die echter
onmogelijk, met 54 op 124 zetels in het Vlaams Parlement. En de vraag blijft of
N-VA als puntje bij paaltje komt bereid zou zijn om het cordon sanitaire formeel te doorbreken. Er is nog altijd een
verschil tussen ex-Belangers verwelkomen in de partij en in zee gaan met een
partij die in een nog niet zo ver verleden werd veroordeeld wegens racisme.

Tel daarbij de traditie van de symmetrische regeringen op
federaal vlak én de voorkeur om dezelfde partijen ook op regionaal vlak aan de
macht te krijgen (wat nog versterkt zal worden door deze samenvallende
verkiezingen!), en je krijgt een op het eerste gezicht onontwarbaar kluwen,
waar naast de reeds bekende terminologie (informateur, preformateur,
bemiddelaar, verduidelijker, onderhandelaar en formateur) nieuwe zelfstandige
naamwoorden zullen opduiken. Aan koning Filip/Philippe en zijn toekomstige
kabinetschef om creatief te zijn met functietitels op tijdelijke naamkaartjes.

Rood-blauw-oranje-
groen

Als de peiling van Ipsos/Le
Soir
/De Morgen over tien maanden in
het stemhokje bevestigd wordt, dreigt dus een maandenlange impasse. Ofwel
vinden N-VA en PS een consensus op federaal vlak, wat met hun ferme
confrontatie-strategie ondenkbaar lijkt. Ofwel krijgen we opnieuw een
democratisch deficit met op federaal niveau een Vlaamse minderheid.

Daarom acht ik de kans zeer reëel dat de groenen aan de
huidige federale coalitie zullen worden toegevoegd, ook al lijkt dat qua
partijprogramma’s luidop vloeken in de kerk. Je krijgt dan een regering zonder enige
maneuvreerruimte. In feite een regering van ‘lopende zaken’, maar dan met een
volgnummer achter de naam van de premier, waarbij de traditionele partijen zichzelf
tijd zouden kopen en moeten hopen dat de N-VA tegen de
gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 aan populariteit zal inboeten.
Enerzijds is dat best mogelijk, omdat heel wat N-VA-burgemeester en schepenen
weinig bestuurservaring hebben en wel eens aan het flateren kunnen slaan (kijk
maar naar wat er nu al in Turnhout gebeurt). Anderzijds leert de
verkiezingsrealiteit dat regeringspartijen zelden verkiezingen winnen, zeker in
een zo versnipperd land als het onze. Zulke strategie zou dus een groot risico
inhouden richting juni 2019, wanneer ons weer zo’n ‘moeder aller verkiezingen’
te wachten staat.

Nog even het rekensommetje maken. Federaal zou
rood-blauw-oranje-groen goed zijn voor 103 zetels (op 150), maar met opnieuw
een minderheid op Vlaams niveau (waar men geen gedoogsteun van N-VA en Vlaams
Belang moet verwachten!). Regionaal staat rood-blauw-oranje-groen dan garant voor
69 zetels (op 124). Lees deze paragraaf opnieuw en dit scenario klinkt nog een
beetje onwezenlijker!

De campagne is al een tijdje bezig (eigenlijk al van vóór de
gemeenteraadsverkiezingen). Die zal de komende maanden, met allerhande
congressen en een groeiende profileringsdrang van de kandidaten, alleen maar
scherper en harder worden. In Vlaanderen vertaalt zich dat nu al in ‘Eén tegen
allen, allen tegen één’; haantjesgedrag dat zowel door de N-VA, als door de
traditionele partijen wordt gevoed. En elke keer dat een
hoogwaardigheidsbekleder expliciet of tussen de lijnen kritiek geeft op de
N-VA, zet Bart De Wever een streepje bij op de denkbeeldige muur waarop de
kiezers worden geteld. Ook dat blijft een uitdaging voor de traditionele
politici: uitgaan van een positief en helder eigen programma en niet zomaar op
de kar springen van het N-VA-bashing,
want dat blijkt in de praktijk uitermate onproductief te zijn.

***

542 dagen? 19 november 2015? Het zou een symbolische datum
zijn: zes jaar nadat een landgenoot, Herman Van Rompuy, Europees president
werd. Maar vooral: exact vijfentwintig jaar na het officiële einde van de Koude
Oorlog. Een ‘koude oorlog’ die we op dit ogenblik op bescheidener en gelukkig
vreedzamer niveau meemaken in de vaderlandse politiek. Er was ooit een
radioprogramma dat De toestand is
hopeloos, maar niet ernstig
heette. Vertaald naar onze politiek wordt dat
eerder: de toestand is ernstig, maar niet hopeloos. Nóg niet.



Meer bescheidenheid zou het westen deugd doen

Politiek Posted on vr, juli 12, 2013 13:42:23

‘Oh, East is East, and West is West, and never the twain
shall meet’, schreef Rudyard Kipling in zijn beroemde gedicht The Ballad of East and West uit 1889.
124 jaar na datum blijken de woorden van de Britse schrijver-dichter
(1865-1936) van o.m. The Jungle Book
profetisch en o zo waar te zijn. (Anderzijds: Kipling zei ooit ook ‘A woman is
only a woman, but a good cigar is a smoke’, dus laten we hem ook niet te veel
bewieroken als chroniqueur van slimme gedachten…)

Als we kijken naar wat er vandaag in Irak, Syrië en Egypte
gebeurt, en de reacties van het westen daarop, worden Kiplings woorden alleen
maar bekrachtigd. Neem nu Irak, stilaan vergeten in onze media, maar sinds de
start van de Tweede Golfoorlog, ruim tien jaar geleden, zijn er naar schatting
120.000 burgers gedood. Eerst door Amerikaans geschut, daarna door aanslagen in
de
burgeroorlog-die-niemand-burgeroorlog-durft-noemen-omdat-de-Amerikanen-er-een-eigen-marionet-als-regeringsleider-hadden-geïnstalleerd.
De teller staat deze maand al op 250 slachtoffers van (zelfmoord)aanslagen. And counting.

Irak

Nochtans was Saddam Hoessein ooit de held van de
regering-Reagan. Tijdens de Golfoorlog tussen Iran en Irak (1980-1988) kreeg
hij openlijke steun (en wapens) van de Amerikanen. Hoessein was dan ook
stomverbaasd dat hij in de zomer van 1990 niet straffeloos Koeweit mocht
inpalmen. Opeens was hij een ambetanterik en daarna zelfs een vijand van het
Witte Huis, met de Eerste Golfoorlog (1991) als gevolg. Dat de Amerikanen
oorspronkelijk de kant van Hoessein hadden gekozen, kwam niet omdat ze hem zo’n
gezellige gozer vonden, maar wel omdat de ayatollahs in buurland Iran de macht
hadden overgenomen van de Amerikaansgezinde sjah en de Amerikanen in dit
olierijke gebied een nieuwe bondgenoot nodig hadden. En er was natuurlijk ook de langdurige gijzeling van Amerikanen door Iraniërs.

Net zoals de Amerikanen zich grondig vergisten door
blindelings de kant van de Iraakse dictator te kiezen, zo sloegen
progressievelingen de bal mis in het andere kamp. Ik herinner me nog dat
professor Jaap Kruithof, die ik overigens heel erg kon appreciëren als leraar, tijdens een les ‘Culturologie’ juichte
toen ayatollah Khomeiny vanuit ballingschap in Parijs terugkeerde naar Teheran
om er de macht te grijpen. Wat Kruithof, en met hem vele anderen, niet zagen –
verblind door hun euforie om het verdwijnen van de corrupte sjah – was dat
Khomeiny en de zijnen maar één ding voor ogen hadden: een religieuze,
onverdraagzame staat vormen, waar Kerk en Staat één vormden, vrouwen
tweederangsburgers werden en niet-gelovigen werden opgesloten of vermoord. In
de plaats van een kapitalistisch gecorrumpeerd regime kwam er een
fundamentalistisch gecorrumpeerd regime. Gemeenschappelijk was dat ‘gecorrumpeerde’. Het progressieve westen had dat lang
niet door (of wilde het niet zien).

In dezelfde periode dat de Verenigde Staten Hoessein
steunden, hielpen ze ook de moedjahedien in Afghanistan. Die vochten er een
bittere strijd uit tegen de bezettingsmacht uit de toenmalige Sovjet-Unie. In
de Koude Oorlog gold: vijanden van onze vijanden zijn onze vrienden. En dus werden de moedjahedien gesteund door Washington. Eén van de
leiders van het verzet in Afghanistan was ene Osama Bin Laden. Diezelfde Bin
Laden, een tijdelijke bondgenoot, werd later de grootste vijand van het vrije
westen, nadat Al Qaida (een netwerk dat in 1988 ontstaan was) in 1998 een fatwa had uitgesproken tegen de
Verenigde Staten. De rest van dat stukje geschiedenis kent u.

Syrië

De bloederige burgeroorlog in Syrië is eveneens een zorg
voor het westen geworden, ook al duurde het vrij lang voor er werd over
gepraat, allicht omdat het land niet zo rijk is aan grondstoffen als Iran en
Koeweit. Dan knijpen de Amerikanen wel eens vaker een oogje dicht en de
volgzame rest van de westerse wereld doet dan mee.

Syrië werd pas een hoofdthema in het dagelijkse nieuws toen
de autocratische president Bashar Hafiz al-Assad op de meest brutale wijze de
aanhangers van een vorm van ‘Arabische Lente’ in zijn land begon af te slachten
en, als gevolg daarvan, ook fanatieke jongeren uit het westen naar Syrië
trokken om het regime te bekampen. Jongens van bij ons, onder anderen. Dat de
regering in Damascus gesteund wordt door Rusland, China en Irak is een
bijkomende doorn in het westerse oog. De Koude Oorlog mag dan wel al een tijdje
gedaan zijn, echt vertrouwen doen we die Russen en Chinezen nog altijd niet.

Machteloosheid is een slechte raadgever. Verscheidene, niet
eens zo domme, westerse krachten pleiten al een tijdje openlijk om de Syrische
rebellen te bewapenen, zodat ze zich beter kunnen verdedigen of, eigenlijk, in
staat zijn om de aanval tegen ‘Damascus’ in te zetten. Het ultieme doel is de
omverwerping van het regime-Assad. Wat daarbij snel wordt vergeten is dat de meeste
tegenstanders van Assad vanuit een religieus fanatisme vertrekken, niet in het
minst omdat ze zich gesteund weten door de restanten van… Al Qaida.

Wie vandaag oproept om de anti-Assad-beweging te bewapenen –
hoe nobel dat misschien ook bedoeld moge zijn -, is ofwel naïef, ofwel
kortzichtig. Als het regime-Assad verdwijnt, is de kans zeer reëel dat we
opnieuw in Iraanse of Iraakse toestanden belanden, waarbij een seculiere
potentaat wordt vervangen door een fundamentalistische potentaat (die zich dan
vervolgens tegen het goddeloze westen zal richten).

Hoe wreed dit ook moge klinken, maar in zulke burgeroorlog
bestaan zelden goede, betrouwbare kanten. Humanitaire hulp (het beschermen van
de burgerbevolking, het transporteren van onschuldige burgers naar oorlogsvrije
gebieden of het nabije buitenland) lijkt me het hoogst haalbare. Wie zijn
geschiedenis én de regio kent, heeft daar al herhaaldelijk op gewezen. Helaas
wordt er zelden écht geluisterd naar de Jef Lambrechten van deze wereld.

Egypte

Inconsequentie is ook één van de euvels waarmee westerse
politici en opiniemakers kampen. Daar waar ze in Syrië bereid zijn om
religieuze fanatici te helpen in hun strijd tegen een wrede dictator, waren
ze in Egypte heel gretig om een democratisch verkozen religieuze fanaticus uit
het zadel te tillen. Erg logisch klinkt het allemaal niet.

Ongetwijfeld zullen Mohamed Morsi en de Moslimbroederschap
na hun nipte verkiezingsoverwinning van amper een jaar geleden hun tijdelijk
verworven macht misbruikt hebben om een dwingelandij te installeren en was het
daarom goed dat er openlijk protest kwam en dat die kritiek van de bevolking ook in het buitenland te horen was,
maar een staatsgreep door het leger is altijd een zwaktebod in een democratie.
De vraag is of het leger nog bereid zal zijn (een deel van) haar macht weer af
te staan. En de groepsverkrachtingen op het Tahrirplein maken duidelijk dat de
anti-Morsi-beweging niet altijd blijk geeft van goede intenties. Egypte is onmiskenbaar een
land dat op zoek is naar zichzelf.

Ik vind het heel vreemd dat het westen deze coûp toejuicht
en er opvallend weinig vragen bij stelt. Alsof het doel – het verwijderen van
een té religieus getint regime – alle middelen heiligt. Alsof de geschiedenis
ons niet leert dat militairen graag de macht grijpen, maar achteraf zelden die
macht afstaan of delen. Alsof de huidige gebeurtenissen niet vooral duiden op
een gebrek aan stabiliteit in een land en een hele regio, en daardoor moeilijk
te vatten zijn voor ons, in behoorlijk stabiele omstandigheden levende,
westerlingen.

***

Meer bescheidenheid zou het westen deugd doen. Met name de Amerikaanse
overheid heeft met de sjah van Iran, Saddam Hoessein en Osama Bin Laden al
genoeg oncontroleerbare monstertjes gecreëerd, als waren de opeenvolgende leiders in Washington, D.C. dokters Frankenstein die
een onstilbare honger hadden om zelf voor God te spelen. Gelukkig is de
regering-Obama terughoudender dan de administraties
onder Reagan en vader en zoon Bush. Bovendien hebben de Verenigde Staten in de rest van de wereld veel
van hun gezag verloren door de opvallende verkeerde keuzes in het verleden.

Het is de hoogste tijd om de overkoepelende internationale
organisaties, de Verenigde Naties voorop, meer macht te geven (de Amerikanen
zouden al kunnen beginnen met hun bijdragen te betalen!) en van daaruit
humanitaire hulp te organiseren en zoveel mogelijk te trachten de plaatselijke
bevolking in veiligheid te brengen. Veel meer kunnen we helaas niet doen.
Alleen al dat besef zou een verademing zijn.



Mark groet ’s morgens de dingen

Politiek Posted on vr, juli 05, 2013 14:20:33

Arme Mark Eyskens. Nu had hij weer eens een mening die, in
tijden van komkommers en andere langwerpige groenten, dagenlang het nieuws had
kunnen beheersen, werd hij in al zijn ijver toch niet gepasseerd door de drie
A’s, zeker! Albert II, Astrid Bryan en Al Sisi zorgden ervoor dat zijn
opmerkelijke opiniestuk van woensdagochtend op deredactie.be volledig werd
ondergesneeuwd. (In deze beeldspraak zit ongetwijfeld inspiratie voor een
abstract schilderij.)

Eyskens, die ondanks zijn inmiddels tachtig lentes nog
altijd wordt gezien als ‘zoon Eyskens’, waarschuwde in die bijdrage voor een
nieuw recordpoging Langste Regeringsvorming na de verkiezingen van volgend jaar
en het bijbehorende communautaire gehakketak. Hij gaf de regering-Di Rupo voorzichtig
een goed rapport en pleit ervoor dat diezelfde partijen die die coalitie vormen (PS, CD&V, MR,
OpenVLD, sp.a, CDH, CDH) ook na mei 2014 aan zet blijven. ‘Geen kartel!’, zo
staat er in een tussentitel duidelijk te lezen, maar wel ‘een
gemeenschappelijke boodschap gericht tot de kiezers waaruit blijkt dat wij onze
toekomst vooral op sociaaleconomisch gebied samen moeten verwezenlijken’.

Wat Eyskens vooral is opgevallen, is ‘een zeer opvallende
gelijklopendheid’ tussen de drie programma’s (eigenlijk dus: de zes programma’s
van de regeringspartijen, maar hij doelt op de politieke families,
sociaal-democraten, christen-democraten en liberalen). ‘Een niet partijgebonden
studiegroep zou uit deze programma’s vrij makkelijk een gemeenschappelijk plan
kunnen distilleren, noem het ‘een plan voor de toekomst’,’ zo schrijft de
professor emeritus. ‘Elke partij behoudt uiteraard haar eigen ziel en legt haar
klemtonen maar de convergentie is van dien aard dat ook voor de volgende
legislatuur een gemeenschappelijk beleid kan worden uitgewerkt.’

Wat Eyskens tussen de lijnen wil laten verstaan: één voor
allen, allen tegen de N-VA!

Apenland

Voor de jongere lezers: Mark Eyskens is de zoon van Gaston
(1905-1988), een politicus die in historische werken genoteerd staat als een
groot staatsman en die namens de CVP drie regeringen leidde op woelige momenten
in de vaderlandse politieke geschiedenis: 1949-1950 (in volle Koningskwestie),
1958-1961 (schoolpact, onafhankelijkheid Congo) en 1968-1973 (belangrijke
grondwetsherziening, communautaire problemen).

Zelf was zoon Eyskens premier van 6 april tot en met 21
september 1981, één van de kortste regeerperiodes ooit, waarna hij nog drie
maanden de ‘lopende zaken’ mocht regelen, maar in die zes maanden – zo beweren
kenners en volgers van het politieke peloton – werd wel de grondslag gelegd
voor de totale ontsporing van onze begroting.

Net voordien was Mark Eyskens ook Minister van
Ontwikkelingssamenwerking en daarna Financiën geweest, later werd hij nog Minister
van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken. In die laatste hoedanigheid
(1989-1992) eiste de oppositie zijn aftreden toen uitlekte dat een woordvoerder
van een terroristische organisatie, die mee had geholpen om een gegijzelde
Vlaamse familie te bevrijden, vierentwintig uur lang vrij in Brussel had rond
gelopen, tegen alle politieke en diplomatieke afspraken in. Eyskens deed er zich vanaf met de onsterfelijke zin dat hij in eender
welk ander land ontslag zou hebben genomen na deze affaire, ‘behalve in België
omdat dit toch maar een apenland is’. Hij kreeg desondanks het vertrouwen van
de meerderheid.

Die Mark Eyskens wordt graag en vaak in de media opgevoerd,
omdat hij geen blad voor de mond neemt en in beeldrijke oneliners kan praten.
Bovendien houdt hij zich zelden aan de partijdiscipline, een eigenschap die hij
deelt met pakweg Louis Tobback en Karel De Gucht, zodat hun uitspraken meer
gewicht krijgen. De media zoomen nu eenmaal graag in op stevige en afwijkende
meningen. Als Eyskens zulk opiniestuk pleegt, zal hij dat waarschijnlijk niet
vooraf hebben doorgepraat met Wouter Beke of andere kopstukken binnen de
CD&V. En ik kan me niet voorstellen dat die onverdeeld gelukkig zijn met het
resultaat op papier.

Calimero

Wat Eyskens zegt, is overigens niet geheel nieuw. Het is een
scenario dat in bedekte termen al wel eens de revue passeerde bij de drie
traditionele politieke families de jongste maanden. (Misschien met uitzondering
van de Waalse liberalen, die in Bart De Wever een vreemde bondgenoot zien in
hun strijd om in Wallonië machtiger te worden dan de PS. Vraag is waar een
eventueel bondgenootschap MR-N-VA toe moet leiden, als je weet dat de Vlaamse
liberalen anti-nationalistisch zijn, er in Wallonië geen tegenhanger voor de
N-VA bestaat en asymmetrische regeringen uiterst zelden voorkomen in België.)

De angst voor een overwinning op alle niveaus (federaal,
Vlaams, Europees) van de N-VA zit er diep in. Dat is begrijpelijk. Ook al ontkennen
Bart De Wever & co tegenwoordig bij hoog en bij laag dat ze snel een
onafhankelijk Vlaanderen willen (nochtans artikel 1 van de statuten van de
partij), is ‘confederalisme’ een verboden C-woord geworden op het partijbureau in de Koningsstraat
47 en wordt de nadruk nu gelegd op een rechts-liberaal programma waarmee
vooral economen en werkgevers moeten worden gepaaid, toch blijft dat
uiteindelijke doel van de Nieuw-Vlaamse Alliantie onveranderd overeind staan.
Alles voor Vlaanderen!

Persoonlijk zit ik ook niet te wachten op een uitvoering van
dat N-VA-programma, maar wat nu achter de schermen gebeurt, en waar Eyskens
openlijk op alludeert, is niet meer of niet minder dan ondemocratisch, zoals
elke coalitie-afspraak dat eigenlijk is. In een democratie moet je maar zorgen
dat je programma aantrekkelijk is, dat je dat vervolgens consequent en helder
communiceert en dat je de juiste mensen op de juiste plaats op de lijst zet. De
rest is aan de kiezer. Door nu al afspraken te maken over toekomstige coalities
– wat bijvoorbeeld ook al sinds mensenheugenis de gewoonte is bij de
gemeenteraadsverkiezingen – ondergraaf je de democratische beginselen. En je
eigen geloofwaardigheid. Maar dat laatste is dan weer zwaar ondergeschikt aan
macht, dus dat parkeren we best even…

Nogmaals: er zit veel logica in Eyskens’ betoog, als je het
bekijkt vanuit machtsposities en een drang naar status quo. Maar onze
democratie verdient beter dan dit soort handjeklappolitiek. Want voor de
traditionele partijen het goed en wel beseffen, hebben ze straks niet meer het
recht om een ander ‘Calimero’ te noemen.

Angst is een slechte raadgever. Veel
beter zouden ze zich toeleggen op een stevige en begrijpelijke boodschap. De recentere scherpere
profilering van sp.a, OpenVLD en CD&V was daarbij een stap in de goede
richting. Maar dan zouden die partijen zich nu best ook distantiëren van ministers
van Staat die de toer van de politique
politicienne
en het wheelen &
dealen
opgaan, want dat zou hen wéér eens zuur kunnen opbreken in het
stemhokje.



Vive la république!

Politiek Posted on do, juli 04, 2013 12:39:09

Mag je in dit land nog een afwijkende mening hebben wanneer
je zelf géén separatist bent? Het is een maar een vraag, hoor, maar ze overviel
me gisteren tijdens de veel te lange uitzending naar aanleiding van de
aankondiging dat Albert II op 21 juli zal abdiceren. Heel wat royalty watchers, zelfverklaarde vertrouwelingen van
het Hof en ministers van vroeger en nu gaven hun mening over de koning die
aftreedt en de prins die koning zal worden.

(Dat er ondertussen in Egypte een staatsgreep aan de gang
was, werd even vergeten. Op het eind van de vier uur Het Journaal meets Terzake werd er nog snel een berichtje
van welgeteld 18 seconden voorgelezen over een live beeld van het volgestroomde
Tahrirplein. Een ‘doorlezer’ heet dat, in vakjargon. Meestal gebruikt voor
nieuws dat slechts een terloopse vermelding waard is, maar dat toch ook weer
niet te veel kostbare tijd in beslag mag nemen.)

Maar goed, ik had het over de talloze deskundigen die royaal
hun uitleg mochten geven in de studio of die ergens in Brussel voor de camera
werden gesleurd. De vox populi mocht uiteraard evenmin ontbreken. Maar na
pakweg drie uur had ik het wel gehad met die heiligverklaring-bij-leven van
Albert en het voortdurende ongenuanceerd benadrukken dat de monarchie-en-de-monarchie-alleen
ons land nog bijeenhoudt. De monarchie als maïzena.

Aan de hekken van het Koninklijk Paleis mocht een reporter
af en toe rechtstreeks tussenkomen, bijvoorbeeld om de koninklijke toespraak
nog even dunnetjes over te doen en te zeggen hoe de koning zich gedroeg tijdens
zijn speech, dingen die we al wisten want the
king’s speech
was op dat ogenblik al drie keer integraal heruitgezonden. Ik
kon hem verdorie foutloos naspelen!

Ook kregen enkele tricolore vlaggenzwaaiers een forum,
hoewel diezelfde reporter net voordien had gezegd dat er op die plek ongeveer even veel
journalisten rondliepen als vorst- en vaderlandslievende
landgenoten, waarmee hij eigenlijk zei: het stelt allemaal niet veel voor, die
steunbetuigingen aan Albert II. Och, het zal wel weer aan mij liggen: ik hoef
die vendelzwaaiers niet, of er nu twee of drie kleuren op hun vlag te zien zijn.

Het was wachten op Gerolf Annemans en Peter De Roover voor
een wanklank op deze vorstelijke avond en laat dat nu net mensen zijn die al
hun hele volwassen leven voor de republiek Vlaanderen pleiten en dus per
definitie tegen de monarchie zijn. (In de krant en op de nieuwssites ontpopte
ook de PVDA zich daarna als anti-monarchistisch, maar die stem kwam in de
marathon-nieuwsuitzending niet aan bod.) Waar waren de sociaal-democratische en
liberale kritische stemmen? Salonrepublikeinen zijn het, stuk voor stuk. Blij
dat ze af en toe zelf op de koffie mogen in Brussel of Laken, en daarom
braafjes benadrukkend dat de koning vandaag al een protocollaire functie heeft
en dat het zo goed is.
Vraag-me-geen-opinie-want-dan-zeg-ik-misschien-zaken-die-niet-goed-zijn-voor-mijn-politieke-carrière!

Kijk, als republikein wens ik te blijven stellen dat de
monarchie onverantwoord is, wegens volstrekt ondemocratisch, ontiegelijk duur en een schrijnend voorbeeld van
het geïnstitutionaliseerde ons-kent-ons-denken van de BVBA Inteelt & Zonen.
Ik kan me voorstellen dat de meerderheid van de Belgen, en dan bedoel ik zelfs
een meerderheid bij elke bevolkingsgroep apart (Vlamingen, Walen, Brusselaars én
Duitstaligen), nog altijd vóór een Koning is, als leider van het land. Ik wil
me daar zelfs bij neerleggen, zo democratisch ben ik uiteraard wel. Maar dat
belet niet dat ik mijn mening wil blijven ventileren en dat men mij, als
republikein, moet respecteren.

En dan wil ik dat partijen als sp.a en OpenVLD openlijk
blijven hameren op het ondemocratische karakter van de monarchie, of dat nu in
de Belgische praktijk protocollair is of niet. Wat ze dus niet doen en al zeker
niet op zo’n ‘hoogdag’ als gisteren. Mag ik dat laf vinden? Mag ik toch even
zeggen dat dit een verregaande vorm van zelfcensuur is? Mag ik dat een
belediging noemen van alle mensen die verder denken dan de
koekjestrommelromantiek van de koningshuizen in de wereld?

***

De Wisselbeker Rudi Kennes voor de domste uitspraak, tweet
of retweet van de dag gaat voor woensdag 3 juli 2013 met eenparigheid van
stemmen naar Kamervoorzitter André Flahaut. In een straatinterview werd de
besnorde PS’er gevraagd of hij niet vreesde voor nieuwe republikeinse kreten
tijdens de eedaflegging, zoals al gebeurde in 1950 (door communistisch
volksvertegenwoordiger Julien Lahaut, die ‘Vive la république’! riep tijdens de
eedaflegging van Boudewijn, al is het nog altijd niet helemaal duidelijk of
Lahaut zelf had geroepen – en hoe dan ook was hij dan zeker niet de enige roeper)
en in 1993 (door libertijn Jean Pierre Van Rossem, die ‘Vive la république
d’Europe!’ en ‘Vive Julien Lahaut’ riep tijdens de eedaflegging van Albert).

Flahaut haalde zijn schouders op en lachte: ‘Waar is nu
meneer Van Rossem? En waar is nu meneer Lahaut?’ Hij trok veelzeggend en een
beetje samenzweerderig een wenkbrauw op, zei ‘Hé?’ (als om retorisch te vragen:
weet u waar ze dan zijn, die zielige ordeverstoorders?) en liep dan uit beeld.

Veel misplaatster kan een uitspraak van een
vertegenwoordiger des volks niet zijn, als je weet dat Julien Lahaut een week
na zijn ‘Vive la république!’ door koningsgezinden werd vermoord. Het duurde naar ‘goede’ Belgische gewoonte nog tot 1972 voor het gerechtelijk onderzoek was afgerond en nog een kwarteeuw
langer om de ware toedracht onthuld te zien.

De ‘Waar is nu meneer Lahaut?’ zou in andere landen tot veel
meer heisa hebben geleid dan bij ons. Flahaut, een naam die wordt geschreven
met de ‘fla’ van ‘flater’, kwam er hier met enkele tientallen verontwaardigde
tweets van af. Ach ja, dit is het land waar een minister van Buitenlandse Zaken
na een compromitterende diplomatieke rel zei dat hij in eender welk ander land
zou opgestapt zijn, maar dat dat in dit ‘apenland’ niet nodig was.

Diezelfde
man, voor wie het nieuws maar zijdelings volgt: Mark Eyskens, pleitte er gisteren voor om nu al af te spreken om na de
verkiezingen van 2014 anti-N-VA-coalities te vormen. Normaal had ie hiermee veel aandacht gegenereerd, maar nu werden zijn provocerende uitspraken bedolven
onder de lawine aan ander nieuws. Dat den
John en Astrid Bryan gaan scheiden, bijvoorbeeld.

Misschien moet ik over de
uitspraak van Eyskens volgende keer maar een stukje schrijven. Boeiend land, toch?



« VorigeVolgende »