Hij heeft er recht op, dus zouden we er eigenlijk niet
zoveel woorden aan vuil moeten maken. Als Stefaan De Clerck straks na
drieëntwintig jaar de Kamer van Volksvertegenwoordigers inruilt voor het
voorzitterschap van Belgacom zal hem iets meer dan 270.000 euro bruto worden
uitgekeerd, het equivalent van dertig maanden parlementaire wedde.
Uittredingsvergoeding, heet dat officieel.

Als u zelf ontslag neemt, heeft u geen recht op zo’n
vergoeding. Waarom zou uw afscheidnemende werkgever dat trouwens moeten betalen,
u bent immers diegene die vertrekt? Dat is de logica der dingen. Maar logica is
niet altijd van toepassing op onze parlementaire werking. Dus dokterden de
politici voor zichzelf een systeem uit waarbij ze een soort ontslagvergoeding
krijgen.

Ik kan me er nog iets bij voorstellen dat dat interessant en
verantwoord is als je niet wordt herverkozen. In tegenstelling tot de populaire
en populistische mythe verdienen onze politici echt niet te veel (gesteld dat
ze niet te veel cumuleren en zich honderd procent inzetten om hun kiezers te
vertegenwoordigen, uiteraard!). Politicus wordt hoe langer hoe meer een
knelpuntberoep, waaraan ernstige maatschappelijke risico’s verbonden zijn. Voor
de doorsnee politicus geldt stilaan een parafrase van de flauwe, seksistische oneliner die
wel eens over vrouwen verteld wordt: ‘Politicians: can’t live with them, can’t live
without them!’

Maar voorgaande opmerking geldt vanzelfsprekend niet wanneer
politici zelf opstappen. Dan kiezen ze bewust voor een carrièrewending en is
dat vangnet onnodig en totaal misplaatst. De voorganger van Stefaan De Clerck bij
Belgacom verdiende 182.000 euro bruto per jaar, lees ik in de krant (los van de
bijdragen die hij van Huawei ontving en wie weet ook van de Chinese overheid…). Dat is méér dan een parlementaire
wedde jaarlijks oplevert. Conclusie: De Clerck heeft die uittredingsvergoeding
écht niet nodig.

Bovendien: De Clerck wringt zich in allerlei bochten. Met
zijn bekende wollige taalgebruik heeft hij zich de jongste dagen onmogelijk
gemaakt. Als hij zich ervan af had gemaakt met een stevige ‘Ik heb daar recht
op en de rest zijn uw zaken niet!’ of een Mitterrandachtige ‘En dan!?’, dan
zouden we dat allicht arrogant hebben gevonden, maar viel er geen speld tussen
zijn redenering te krijgen. Door het zelf te verbloemen als ‘een soort
groepsverzekering’ en de belofte om het te schenken aan goede doelen in zijn
streek (de familie De Clerck uit Kortrijk?) verviel hij echter in tsjeventaal
van het zwaarste kaliber.

Ons land kijkt ietwat angstig de verkiezingen van 25 mei
2014 tegemoet, waar een heuse politieke aardverschuiving wordt verwacht. De
N-VA wordt voorgesteld als de grote boeman. Als die partij haar voorspelde
klinkende overwinning behaalt, zal niets meer zijn als voorheen, want ofwel komt
ze op alle niveaus aan de macht, ofwel worden er kunstmatige gedrochten van
regeringen gevormd die een aanfluiting zijn van alle politieke principes en zal
het democratische deficit navenant zijn.

Net daarom zou nederigheid passen bij de traditionele
partijen en politici. Toch zijn het juist doorgewinterde politici als Johan
Vande Lanotte (met zijn gigantische invloed op politieke topbenoemingen), Guy
Verhofstadt-Karel De Gucht-Guy Vanhengel (met hun vanuit tactisch oogpunt
totaal onbegrijpelijke uithalen naar het Vlaams-nationalisme) en Stefaan De
Clerck (met zijn actuele schoolvoorbeeld van de graaicultuur) die de arrogantie
van de macht uitoefenen. Alsof ze in het vooruitzicht van een zware nederlaag
nog eventjes het onderste uit de kan proberen te halen. Die vertrekpremie wordt zo een verrekpremie, waarbij de inwoner van dit koninkrijk diegene is die mag verrekken: alle heilige principes van eerlijke en rechtvaardige politiek worden overboord gesmeten. En nu we toch op een schip zijn aanbeland, moet ik me hoeden voor een metafoor over een zinkend schip en een orkest dat een vrolijk deuntje blijft spelen.

Veel cynischer kan politiek niet worden. In plaats van met
volwaardige programma’s naar de burger te stappen, zijn de traditionele
partijen verknocht aan de Oude Politieke Cultuur, die ze zelf een decennium
geleden nog luidop hadden afgezworen. Het is wansmakelijk. Het is zielig. En
het is vooral o zo contraproductief. In de coulissen staat er eentje te
grinniken. De Vlaams-Venetiaanse leeuwtjes op zijn das deinen vrolijk mee.