Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

DNA

Politiek Posted on za, maart 03, 2018 13:17:13

Je moet het de vertegenwoordigers van de
grootste partij van Vlaanderen nageven: qua top
topical
-reacties zijn ze onovertroffen. Inhaken op de actualiteit wordt hen
ingegeven door een alert communicatieteam. Dus is het niet verwonderlijk dat
aan het eind van een week waarin Kendrick Lamar een kleine aardverschuiving
veroorzaakte op de grens van Merksem en Deurne, een concert dat overigens opende
met DNA, een N-VA-politica uitpakt
met een ideetje om van alle pasgeborenen een DNA-staal af te nemen. ‘Ideetje’,
geen wetsontwerp of -voorstel, geen uitgewerkte resolutietekst, geen doorwrocht
opiniestuk in een toonaangevende krant. Neen, een ideetje, uit de mond van een
minder bekende volksvertegenwoordiger, niet herhaald door een partijkopstuk: even
peilen van waar de wind komt en dan beslissen of er voldoende steun is om ermee
door te gaan, waarna de grote namen het zullen overnemen of het ideetje in de
prullenmand terechtkomt, bij al die andere ideetjes.

Er moet een nationale DNA-databank komen, riep
de procureur van Veurne, een ideetje dat de bekende strafpleiter Walter Damen
wel genegen is, waarna federaal parlementslid Kristien Van Vaerenbergh het
overnam. Ik heb haar even moeten wikipediaën en moest vaststellen dat ze zowaar
een kwartiertje van mij vandaan woont, in het doorgaans idyllische
Pajottenland. Zou ze
naar het concert van Kendrick Lamar geweest zijn, opgehitst door die
begintonen, “I got, I got, I got, I
got- / Loyalty, got royalty inside my DNA / Cocaine quarter piece, got war and
piece inside my DNA / I got power, poison, pain and joy inside my DNA / I got
hustle though, ambition flow inside my DNA”
, vroeg ik me af.

Want, uit dat DNA kun
je veel afleiden, zeggen mensen die veel slimmer zijn dan ik. Of je later zwaar
ziek zult worden, bijvoorbeeld. Of er een crimineeltje in die jonge botten
huist, wie weet wel zo’n ettertje dat later zichzelf zal opblazen in een vol
metrostation. Stel dat we die dader snel kunnen opsporen dankzij het DNA dat we
uit zijn peuterbotten hebben gepeuterd… Geweldig, toch?

“I got dark, I got evil, that rot inside
my DNA / I got off, I got troublesome heart inside my DNA.”

Van Vaerenbergh kreeg
al snel bijval van Raf Terwingen, federaal volksvertegenwoordiger voor de
CD&V. “In deze decennia primeert veiligheid op privacy,” liet hij
optekenen in Het Nieuwsblad. Hoezo,
‘in deze decennia’, dacht ik meteen. Was veiligheid voordien dan minder
belangrijk? Leven we nu in onveiliger tijden dan vijfentwintig of vijftig jaar
geleden? (Het antwoord is neen, u moet die gegevens zelf maar even opzoeken.) En
is het eigenlijk nog wel nodig om te benadrukken dat het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens vierkant tegen zo’n DNA-databank is, of zijn die hoge dames
en heren definitief gecatalogeerd als ‘wereldvreemde juristen’?

We hebben leren leven
met het opofferen van onze privacy. Facebook weet meer over ons dan onze
vrienden en familieleden. We ontvangen mails met voorstellen op maat, omdat Het
Internet heeft ontdekt dat we veel tijd steken in een welbepaalde dure hobby.
Big Brother kijkt over onze schouder mee. Voor advocaat Walter Damen is dat net
een extra reden om dat DNA-staal af te staan, want het “maakt echt niet
veel verschil meer.” Van Vaerenbergh en Terwingen, beiden eveneens
advocaat, knikken. Dat de N-VA nog niet zo lang geleden met een standpunt op de
partijwebsite liet weten dat het “radicaal tegen een databank voor alle
burgers is”, och ja, de mensen vergeten dat wel. Denk aan artikel 1 van de
statuten, een beetje opportunisme moet kunnen.

Ik las nog in Het Nieuwsblad, zonder aanhalingstekens
maar het had een citaat kunnen zijn: “Het zou bovendien zorgen voor een
ontradingseffect. Wie weet dat zijn of haar gegevens ergens liggen opgeslagen,
denkt twee keer na vooraleer een misdaad te begaan.” A ja? Je gaat er de
zelfmoordterroristen niet mee tegenhouden, vermoed ik. Kan het hen wat schelen
dat we post mortem te weten komen wie ze zijn. En wie echt ver heen is op het
pad van de misdaad, ligt daar heus niet wakker van. Zou het Renaud Hardy hebben
kunnen tegenhouden?

“Bitch, your hormones prolly switch inside
your DNA / Problem is, all that sucker shit inside your DNA / Daddy prolly
snitched, heritage inside your DNA / Backbone don’t exist, born outside a
jellyfish, I gauge.”

Ja, maar uw DNA wordt
veilig opgeslagen in een centrale databank, niemand kan daar aan, klinkt een
argument pro. Ik durf te wedden dat ietwat intelligente hacker al heel snel
toegang zal hebben tot die gegevens. En als het dan ook nog eens een onethische
hacker is, zal hij die met veel plezier doorverkopen aan de hoogstbiedende. DNA
als handelswaar.

Bovendien: stel nu dat
een meerderheid in het parlement dit goedkeurt en dat iedereen voortaan van na
de eerste schreeuw weet welke ziekten hij of zij onder de leden heeft, wíl je
dat dan weten? Móet je dat dan weten? Behoort dat soort informatie niet tot het
strikte privé-terrein, waarop iedereen op volwassen leeftijd maar voor zichzelf
moet uitmaken hoeveel hij of zij wil prijsgeven qua privacy? Partijen die zich
openlijk afkeren van besnijdenis van jonge jongetjes pleiten nu voor het
afstaan van DNA, heel vreemd. Oké, pijnloos, dat wel, in tegenstelling tot die
besnijdenis, maar kun je dat een pasgeborene aandoen, wetende dat het net
zogoed onomkeerbaar is?

Ach, er zijn al veel
ideetjes de revue gepasseerd, het ene al gekker dan het andere, sommige zijn
zelfs in wetteksten gegoten, andere belandden in de vergeetput met losse
gedachten. Best mogelijk dat die DNA-databank niet verder geraakt dan die
vergeetput. Maar het is goed om af en toe ¡No
pasarán!
te roepen. Tot hier en niet, nooit!, verder.

Benieuwd of dit wordt
opgepikt door de King Kunta van de
politiek. Misschien toch ook eens kijken naar de rest van de setlist van
Kendrick Lamar, daar stond onder meer HUMBLE
tussen. Al wanen heel wat van onze politici zich tegenwoordig een GOD in het diepst van hun gedachten,
waarmee we bij het enige bisnummer van Lamar zijn aanbeland.

Ik loop nog liever de
rest van mijn leven met een vergiet op mijn hoofd rond, dan dat ik vrijwillig een
DNA-staal afsta.



MacMerkel (Hé Hé!)

Politiek Posted on za, juni 03, 2017 12:56:51

Stomme
idioot, narcist van al die Staten,

tweetende malloot, Bannonkop vol gaten

kikvorst, potentaat

hansworst, orangeade

dommeclimatechangeontkenner

arrogante
volksmenner

Hé hé, wat
’n feest,

lang genoeg
beleefd geweest!

(vrij naar Hé Hé van
Jan De Wilde)

***

De démarche
van Trump zal Europa verenigen, lees je nu overal. Dat dacht ik eerst ook. Macron
en Merkel, ze zaten weer op één as. Het is wachten tot iemand hen ‘MacMerkel’
gaat noemen. (Hé hé, ’t is gebeurd!) Onze Charles Michel, de brave man, sprak
de Amerikaanse president rechtstreeks aan op Twitter: hij veroordeelde diens
mededeling dat Amerika uit het klimaatakkoord van Parijs zal stappen. Zelden
onze premier zo weten roepen, al kan dat met die tijdelijke doofheid te maken
hebben. Maar de Europese Unie, dat is ook Orbán en nog wat van die potentaten.
Malloten. Bokkenrijders. Hobbelpaarden van Troje die zich in de Europese burcht
gewurmd hebben. Nee, die eenheid is nog niet voor morgen, zelfs niet als straks
de Britten de unie zullen hebben verlaten. Europa is nog lang niet verenigd,
net zomin als dat de Verenigde Staten een (h)echte unie vormen. Verenigd is een
adjectief, dat staat er als aanvulling, om iets te omschrijven. Verenigen is een werkwoord.

***

Hé hé, dat
lucht op, ram het in hun domme kop!

***

Die Macron,
daar gaan we nog van horen. Links-liberaal en ook wel een beetje gladde aal.
Werd verkozen omdat de Fransen die andere kandidate niet wilden, eerder dan om
zijn eigen welomlijnde ideeën, want die is hij nog volop aan het ontwikkelen
tegen de parlementsverkiezingen. Stapte na zijn overwinning naar het
spreekgestoelte op de tonen van Ode an
die Freude
. Hij verkoos Ludwig van Beethoven boven Claude Joseph Rouget de
Lisle, de Europese hymne boven de Marseillaise, Europa boven Frankrijk. C’est symbolique, quoi! En na de speech
van het oranje gevaar in het Witte Huis tweette hij: ‘Make this planet great
again’. Een Franse president die verder denkt dan de eigen landsgrenzen, c’est remarquable. Hoopgevend, voor het
Europese project. De weerbarstige Britten eruit, de Fransen er terug helemaal
in. En avant la musique!

***

Hé hé, zie
je wel, die daar springt al uit z’n vel!

***

We hebben
nood aan méér Europa, niet minder. Europese Unie, bedoel ik dan, want meelopers
die alleen maar een graantje van de economische eenheid willen meepikken kunnen
we missen als de builenpest. De nieuwe generatie leiders (veertigers zonder
buikje en een voluntaristisch Mädchen)
zal het moeten rechttrekken. Los van Amerika, weg van het Verenigd
Koninkrijk. Zoals een volksvertegenwoordiger ooit op een nogal ongepast moment riep: “Vive la République d’Europe!”

***

Hé hé, wat
’n lol, ik viel even uit m’n rol.



Volksvijand nummer 1: het volk

Politiek Posted on za, april 22, 2017 13:37:44

Vergeet de
tegenstelling links-rechts. Of beter: vergeet ze niet, parkeer ze even langs de
kant van de weg, u mag zelf bepalen of het de linker- dan wel de rechterzijde
van de politieke straat wordt. Vergeet, in België, ook even de tegenstelling
Vlaanderen-Wallonië, ook al valt er op basis van talloze feiten te concluderen
dat dit een tweesporenland is. De schisma’s van vandaag hebben weinig te maken
met ideologie en dat is waar ideologen, sociologen, culturologen, politicologen
en allerlei andere -logen zich voortdurend op miskijken. Ze proberen
verkiezingsuitslagen en polls te verklaren aan de hand van inhoud en concrete
gebeurtenissen, en daar gaat het nauwelijks nog over.

***

Enter: het schisma steden versus platteland. De
kloof tussen burgers die leven in (middelgrote tot grote) steden en burgers die
wonen op wat gemakshalve als ‘de buiten’ wordt aangeduid, wordt steeds groter.
Zie: brexit, presidentsverkiezingen in Amerika, referendum in Turkije. In de
steden werd doorgaans gestemd op basis van redelijkheid, op het platteland
telde het buikgevoel. (Ik vat het even kort door de bocht en arrogant samen.) Dus
stemden mensen die niet in de steden woonden extreem conservatief: tegen het
lidmaatschap van de Europese Unie, tegen het ‘establishment’ (wat dat verder
ook moge betekenen, met een presidentskandidaat die stinkend rijk was en zich
fiscaal inciviek gedroeg), tegen democratische verworvenheden. Maar wel vóór
isolationisme, protectionisme en een dictatoriaal leiderschap, hoe
contradictorisch dat ook mag lijken en klinken in een wereld die steeds kleiner
lijkt te komen.

Kiezers op
het platteland kiezen liever voor wat ze in het verleden kenden en waar ze een vaak
vals nostalgisch gevoel aan overhielden, dan dat ze een blik in de toekomst werpen.
Liever een sterk leiderschap dan twijfel. Liever luide roepers dan stille
werkers. Liever doeners dan denkers. Politieke ideeën worden bedisseld in machtscentra,
niet bij hen in de buurt, op de buiten. Misschien moeten we hen voortaan wel buitenlanders
noemen. Dat schept een band met andere uitgeslotenen.

***

Interludium.
In Vlaanderen speelt die tegenstelling steden-platteland minder, vanwege twee
redenen: stedelingen werden in een niet zo ver verleden naar het platteland
gejaagd (daarbij geholpen door een gebrek aan ruimtelijke ordening) en brachten
hun stedelijke mentaliteit mee, én de aloude verzuiling. Zeg maar: de
CVP-staat, die mensen van de wieg tot het graf aan zich probeerde te binden en
daar meer dan veertig jaar vlekkeloos in slaagde. Dus wordt er bij ons op het
platteland voorlopig nog minder extreem gestemd dan elders in de wereld.

Ik ben
geboren in Merksem, toen nog een gemeente die apart van Antwerpen
functioneerde, maar woon al zesentwintig jaar in het Pajottenland. Op de
buiten. In de vorige gemeente waar we resideerden kwam er op zeker moment een
houten barak op een kleine parking naast ons huis te staan. Een frituur, zo
bleek. Zonder vergunning. Zonder de buurt te consulteren. Zonder toestemming te
vragen. Na de eerste avond dat het ding open was, vonden we een halve
curryworst in de brievenbus. Er piste al eens een zatlap tegen de zijgevel.
Auto’s stationeerden voor onze garage en als je in het frietkot aanschuivende
chauffeurs daarop attent maakte, bekeken ze je vies en maakten ze pas na drie —
steeds minder beleefd wordende — aanmaningen aanstalten om hun auto vijf meter
te verplaatsen. Maar de burgemeester, al jaren aan het hoofd van een volstrekte
meerderheid (en twintig jaar later nog altijd), greep niet in en probeerde te
verzoenen, onder het motto: iedere kiezer is er één. “Och, ge kunt toch
niets hebben tegen een kleine, lokale zelfstandige die een frituur wil
beginnen?” Nee, maar je kunt wel iets hebben tegen mensen die zonder
toestemming overlast beginnen te veroorzaken. Dan maar een brief gestuurd naar
de nationale voorzitter van die partij, die — o voorspelbaarheid — aanraadde om
de zaak uit te praten met… de burgemeester. Kastje. Muur. Dat is Vlaanderen
ten voeten uit: dienstbetoon voorop, iedereen proberen tevreden te houden, maar
als het moet toch de kant kiezen van een plaatselijke neringdoener en de
inwijkeling op zijn plaats te zetten. Ik voelde me toen als een migrant:
assimileren zult gij, inclusief het aanvaarden van pesterijtjes en corruptie op
lokale schaal. Onze waarden en normen en zo. Wat ik wil zeggen: de mentaliteit
tussen stedelingen en buitenmensen verschilt enorm. En zal dat ook blijven
doen, hoeveel stedelingen ook migreren naar de buiten. Of omgekeerd, al gebeurt
dat zelden.

***

Enter: het schisma jong versus oud. Opnieuw: dat
nostalgisch stemgedrag. Met oogkleppen terugkijken op hoe het vroeger was.
Ouderen zijn al snel geneigd om ‘Vroeger was het beter’ te zeggen, waarbij ze
al wat fout liep met de mantel der vergane liefde bedekken. Jongeren krijsen
‘Nu is het aan ons!’ en dat schrikt die ouderen dan weer af. De tijd dat
jongeren aan tafel hun mond moesten houden en vooral geen dwarse standpunten
mochten innemen, ligt al een poos achter ons, maar heel wat ouderen kijken daar
met enige nostalgische verlangens op terug. Die goede ouwe tijd, de tijd van
toen, toen ze het nog voor het zeggen hadden. Groot-Brittannië uit de Europese
Unie stemmen is als een oude ezel die met zijn allerlaatste krachten de jonge
ezel een stamp geeft, om hem op afstand te houden en een levenslesje te leren.
Hé, ik ben er nog. En ge zult naar mij luisteren!

***

Enter: het schisma elite versus plebs. U moet
vandaag het interview met Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten in Het Laatste Nieuws maar eens lezen.
Daarin zegt ze onder meer dat ons, westers, denken superieur is aan dat van de
rest van de wereld. Los van het zelfgenoegzame dat hieruit blijkt, geeft dit
perfect weer hoe al wie niet denkt zoals de zogeheten westerse elite hier
gecatalogeerd wordt: als een stel minkukels. Boeren, zeg maar. Als weinig
geïnformeerde, nauwelijks geïnteresseerde burger zou je voor minder je kar
keren en je afzetten tegen het politieke establishment. Wat denkt die Rutten
wel? Wat dacht die Clinton wel? En die Cameron? Natuurlijk is Gwendolyn Rutten
pakken intelligenter dan de doorsnee Vlaming, maar door precies dit te benadrukken
doet ze iets wat bijzonder onintelligent is: ze kakt op de mensen. In eerste
instantie op al wie pro andere ideologieën en religies is, maar het gaat veel
verder dan dat. Wellicht dacht ze: ik moet ook iets zeggen in het opbod tegen
de vreemdelingen, stel je maar eens voor dat zo’n pittige tante de Open VLD in
een zondagsblad een moslimpartij zou noemen.

Ik zag deze
week een cartoon waarop je twee verplaatsbare toiletten bovenop elkaar
gemonteerd ziet. Op de bovenste stond er ‘Politicians’ op de deur, op de
onderste ‘Voters’. De (grote) boodschap is duidelijk: politici kakken op
kiezers. Ze doen beloften die ze in de verste verte niet kunnen waarmaken. Ze
kondigen grootse plannen aan waarvan ze weten dat die geen schijn van kans
maken. Ze roepen A en denken tegelijk B. Burgers zijn niet altijd even slim,
soms zelfs ronduit dom, als ze tegen hun eigen belangen in stemmen bijvoorbeeld,
maar Abraham Lincoln indachtig kun je niet de hele tijd doen alsof ze
achterlijk zijn. Dat wreekt zich uiteindelijk, in het stemhokje. Ik herhaal:
brexit, presidentsverkiezingen in Amerika, het stemgedrag van de Turkse Belgen
(of Belgische Turken, zo u wil).

Niets of
niemand is superieur, dat zou de basis van het liberalisme moeten zijn, dacht
ik zo.

***

Enter: het schisma ’the winner takes it all’ versus
representatieve democratie. Brexit en Trump waren alleen maar mogelijk in samenlevingen die hebben
gekozen voor het ’the winner takes it all’-principe. Zo’n samenleving dreigt
Turkije op korte termijn te worden, nu Erdogan een nipte ‘Ja’ heeft gekregen op
zijn referendumvragen. Dat voordeel hebben wij tenminste: hier is dat
ondenkbaar. Hier moeten partijen op zoek gaan naar raakvlakken. Tezelfdertijd
is dat ook de extreme zwakte van ons democratische systeem. Door de verregaande
versnippering — zie ook: Nederland na de verkiezingen — wordt het steeds
moeilijker om raakvlakken te vinden. Tussen twee partijen gaat dat nog. Met
drie is dat lastiger, met vier quasi onmogelijk. Terwijl ’the winner takes it all’
het risico inhoudt dat één leider of één partij onherstelbare schade aanbrengt
aan het sociale en economische weefsel, houdt ons systeem het risico in dat er
niet meer geregeerd kán worden. Ook dit heeft niets met de
links-rechts-tegenstelling te maken. Kijk maar naar het gekibbel in de
(centrum)rechtse regeringen die wij vandaag hebben.

De
representatieve democratie hikt tegen haar beperkingen aan. Maar als we
morgenavond de uitslag van de Franse verkiezingen te horen krijgen en over
veertien dagen de winnaar van de tweede ronde bekend is, zullen we ons gelukkig
prijzen dat we zo’n ingewikkeld systeem hebben. Churchill had gelijk:
democratie is een slecht systeem, maar er is niets beters. Politiek zit met een
constructiefout. ’t Is als een Ikea-kast die je moet ineenschroeven terwijl er
een paar vijzen ontbreken. Helaas kun je met de politiek niet terug naar de
winkel om haar om te ruilen. Dus blijf je maar luidop vloeken. (En op je handen
timmeren.)

***

Een paar
dingen kun je wel al heel snel bijsturen. Eén: schaf de opkomstplicht af. Ik
schreef het hier eerder al (ooit vormde het de kern van mijn eerste blogpost op
deze plek): zorg ervoor dat mensen gemotiveerd gaan stemmen. Niet dat dit per
se de uitslag zal bewerkstelligen die u of ik het liefst zouden zien: daar gaat
het niet om. Het gaat erom dat kiezers met goesting naar het stemhokje moeten trekken,
gemotiveerd, liefst ook een beetje geïnformeerd. Niet vanuit een misplaatste
burgerplicht of omdat het nu eenmaal moet, maar omdat ze dat zelf willen. Als
er dan een regering totstandkomt die een beleid voert dat haaks staat op mijn
ideeën, zou ik daar veel beter mee kunnen leven. Dan weet ik pas écht dat ik tot
de minderheid behoor.

Twéé: voer
stemrecht in vanaf zestien jaar. Er bestaat geen pensioenleeftijd voor kiezers,
waarom is er dan wel een minimumleeftijd? Waarom zouden jongeren niet mee over
hún toekomst mogen beslissen? Iemand die op 25 mei 2014 17 jaar en 364 dagen
oud was, mocht toen niet gaan stemmen. Maar diezelfde jongeling zal bij de
volgende verkiezingen, normaal in mei 2019, bijna drieëntwintig zijn en
geconfronteerd geweest zijn met beslissingen die zijn toekomst mede zullen bepalen.
Als we senioren, terecht, laten meekiezen, dan moeten we junioren ook bij het democratische
proces betrekken, hen het recht geven om over hun toekomst te stemmen.

***

Bescheidenheid
en vastberadenheid zijn schone deugden, ook in de politiek. Politici moeten
ideeën hebben, een ideologie verdedigen, consequent handelen, maar ze vergeten
al te vaak dat de burger niet zit te wachten op verbaal spektakel, gehakketak
of betweterigheid. Politici zijn geen superieure wezens, noch uitverkorenen.
Het zijn net mensen, met hun kwaliteiten en hun gebreken. Alleen dringt dat
besef te zelden door. Gaan ze zich niet alleen superieur voelen, maar zich ook
zo gedragen. En zo worden ze brutaal geconfronteerd met hun eigen onvermogen en
vervelend stemgedrag. Zo wordt Het Volk volksvijand nummer één.



Noodtoestand

Politiek Posted on za, maart 25, 2017 13:01:29

Ik weet
niet hoe uw week is verlopen, maar ik heb deze week een staatssecretaris gekust
en de hand geschud van de premier en een vice-premier. In de drie gevallen
zedig, kortstondig en met het nodige respect voor de functie, laat daar vooral
geen misverstand over bestaan. Het was dan ook een bijzondere week, één jaar na
u-weet-wel.

De premier
had niet gesproken, woensdag, en dat vonden we op de redactie van de
gelegenheidsuitzending 22/3, 1 Jaar Later
bijzonder genoeg om er hem een vraag over te stellen. Ik had dat vooraf
doorgenomen met zijn woordvoerder, die benadrukte dat de premier niet hóefde te
spreken, omdat het staatshoofd, de koning-le roi-der König, dat al had gedaan.
En die vertegenwoordigt nu eenmaal de stem van de natie.

Tijdens de
repetitie mocht ik gedurende vijf minuten het land leiden. Wist ik ook eens hoe
het voelde om door grande dame Martine
Tanghe geïnterviewd te worden. (Het voelde goed.) En we repeteerden ook die ene
vraag: ‘Waarom heeft u zelf geen toespraak gehouden, premier?’ Waarop ik,
gelegenheidspremier, antwoordde zoals ik verwachtte dat de echte premier dat
een paar uur later zou doen: ‘Als het staatshoofd spreekt, is het niet meer
nodig dat ook de premier nog eens het woord zou voeren.’

***

In
realiteit zei de premier ongeveer dit: ‘Vandaag was een dag voor de
slachtoffers, we wilden in de eerste plaats hen aan het woord laten.’ Ik was
verrast door dit antwoord. Aangenaam verrast. Op deze ongebruikelijke
herdenkingsdag gaf het hoofd van onze federale regering het signaal dat 22/3/17
in het teken stond van slachtoffers, nabestaanden en hulpverleners, niet van
hoogwaardigheidsbekleders die zich proberen te kwijten van hun taak van de dag:
empathie uitstralen en de juiste woorden uitspreken. Onze premier claimde de
dag niet, wilde het moment niet aangrijpen om zichzelf in het centrum van de
belangstelling te wringen, zag geen noodzaak in politieke recuperatie. Ik vond
dat verfrissend. En juist, o zo juist.

Diezelfde
dag had de man die weleens schaduwpremier wordt genoemd, of nog: de échte
leider van deze regering, op gang geschoten met een opiniestuk, waarin hij
hulde bracht aan de slachtoffers en vervolgens zijn eigen dada weer op tafel
gooide: de noodtoestand. ‘We moeten ons voorbereiden op het ondenkbare’,
schreef hij, waarna hij dat ondenkbare heel denkbaar probeerde te maken. En
dus, zo werd ons ingepeperd, was het nodig om een wettelijk kader te creëren om
sneller te kunnen ingrijpen na een terreuraanval. Huisarrest, propagandaverbod,
preventieve opsluiting, dat soort dingen. Terwijl de premier het woord liet aan
de mensen om wie het echt ging die vermaledijde dag, eiste de schaduwpremier
alle aandacht op. Dat is meer dan een verschil in stijl. Het heeft met
prioriteiten te maken. Zelfs voor één dag werd slachtoffers en nabestaanden niet
gegund om centraal te staan. U moet daar zelf maar een passend adjectief bij
bedenken.

***

En dan was
er Londen. Een aanslag in het hart van de Britse democratie. Ik moest de
berichtgeving in het oog houden voor de uitzending van ’s avonds en wat mij
opviel was de relatieve kalmte. De Londense burgemeester, Sadiq Khan, bleef op
de achtergrond. Zijn eerste tweet werd pas één uur en driekwartier na de feiten
verstuurd, en daarin meldde hij alleen ‘a serious incident’ en verwees hij voor
informatie door naar de Twitteraccount van de politie. Pas drie uur later —
toen duidelijk werd dat het om een terroristische aanslag ging – schreef hij:
‘Londoners will never be cowed by terrorism’.

Een dag
later reed een dronken Fransman zigzaggend over de Meir. Een kwartier later
werd hij een eind verderop slapend in zijn auto teruggevonden. ‘Poging tot
terroristische moord’, besloot het parket. Ik denk dan: als hij écht van plan
was mensen te doden, zou hij wel anders gereden hebben. Gerichter. Sneller.
Doelbewuster. Hij zou niet gestopt zijn aan een rood licht, vermoed ik. Hij
reed alleen maar door omdat hij achtervolgd werd door para’s. Te voet. Ik
probeer de losse stukjes in de berichtgeving met elkaar te verbinden. Tegen
tachtig per uur over de Meir zoeven en dan worden ingehaald door zwaarbewapende
militairen? Dat wereldrecord van Usain Bolt is in gevaar! Niet dat die
beschonken fransoos een lammetje is, want normale mensen rijden niet rond met
een riotgun en wat messen in hun koffer, maar toch…

Wat deed de
burgemeester van Antwerpen, die u tevens een paar alinea’s eerder al leerde
kennen als schaduwpremier: hij gaf een geïmproviseerde persconferentie en zei
dat niemand ongerust hoefde te zijn, waarna zowat iedere Antwerpenaar ongerust
werd en het parket heel boos, omdat het veel te vroeg was om te communiceren.
Stel je maar eens voor dat die dronkenlap een echte terrorist was en dat er nog
een kompaan van hem rondliep. Mocht het gekund hebben, de noodtoestand zou al
uitgeroepen geweest zijn. (Ik probeer me dan even in te beelden dat alle alcoholisten
met een Frans accent preventief naar de Begijnenstraat zouden gevoerd worden,
maar dat zal wel aan mijn slecht karakter liggen.)

***

En zo
werden nog wel meer proefballonnetjes opgelaten deze en vorige weken en maanden,
en heus niet alleen door die ene meneer en zijn acolieten. Het is eigen aan
onze hapsnappolitiek van vandaag. Gisteren verscheen er weer een peiling,
morgen zullen we weer hoogdravende initiatieven horen en lezen. Politici van links en rechts, en ook in het
midden, lopen achter de feiten aan. Ze proberen de waan van de dag te vatten.
In te praten op ‘het gezond verstand’ van ‘de man in de straat’. Ik zet dat
tussen aanhalingstekens, want gezond verstand is heel relatief en de man in de
straat bestaat niet. Er zijn veel mannen in veel straten en hun gezond verstand
waaiert alle richtingen uit.

De Homo
Politicus is hedentendage opportunist, politicus, mens. In die volgorde.
Hij/zij speelt in op de actualiteit, probeert dat in de eigen ideologie te
vertalen — als dat niet lukt: tant pis! — en vergeet daar menselijk op te
reageren. Niet dat ze vroeger zo voluntaristisch en breeddenkend waren, maar in
dit tijdsgewricht worden ze wel heel erg opgejaagd door wat in de (sociale)
media uitgebraakt wordt. Je zou als gemotiveerde burger voor minder een noodtoestand uitroepen!

De
politicus die eerst als mens, dan als politicus en pas op het laatst, en liefst
helemaal niet, als opportunist reageert, geniet mijn voorkeur en zal straks
mijn stemgedrag beïnvloeden. Daarom was ik woensdagavond zo aangenaam verrast
door de premier: door de slachtoffers voorop te plaatsen, positioneerde hij
zich eerst als mens, dan pas als politicus. Hij zat daar niet om stemmen te
ronselen. Zo worden staatsmannen geboren.



Als winnaars verliezers worden, en omgekeerd

Politiek Posted on za, maart 18, 2017 13:28:00

De
absurdste kop die van de week te lezen viel stond woensdagavond boven een
artikel op newsmonkey.be. ‘Mark Rutte
wint met glans verkiezingen in Nederland, Wilders krijgt uppercut’. Op dat
ogenblik was de definitieve uitslag nog niet bekend. De exit polls — vinger aan
de pols van de kiezers die net het stembureau hadden verlaten — gaven aan dat
de VVD van Rutte tien zetels had verloren. Later zou dat worden gecorrigeerd
tot acht zetels verlies. De PVV van Wilders won er vier (uiteindelijk werden
dat er vijf).

‘Met glans
winnen’ en ‘uppercut’ kregen zo een nieuwe dimensie. Winnaars worden verliezers
en verliezers worden winnaars. Dat gebeurt altijd bij verkiezingen, maar meestal
komt die onzin uit de mond van de politici zelf, niet uit het klavier van een
journalist. Een correctere titel had geweest: ‘Partij van Rutte verliest één op
vijf zetels, maar blijft de grootste. Winst Wilders kleiner dan verwacht’. Of
‘gevreesd’, zo u wil. En ja, ik besef ook wel dat de inzet van de Nederlandse
parlementsverkiezingen niet alleen over procenten en zetels ging, maar ook over
wie de grootste partij zou hebben: Rutte of Wilders? Die strijd heeft Rutte
gewonnen, maar laten we die ‘glans’ best achterwege laten.

***

Met
verkiezingen is het als met wedstrijden van de nationale voetbalploeg: iedereen
die geïnteresseerd is, heeft er een mening over. En heeft ook dadelijk een
analyse bij de hand. Nederland telt bij benadering 12 miljoen bondscoaches (de
voetbalhaters buiten beschouwing gelaten), België zo’n 7,5 miljoen. Allemaal
weten ze hoe het moet, wat er goed of fout liep, wiens schuld dat is, wat de
gevolgen zijn en hoe het de volgende keer moet worden aangepakt. Zo ging dat
ook bij deze verkiezingen. Een stem voor Europa, las ik op vele plekken. Gezond
verstand keert terug, zo werd gekwaakt. Populisme wordt een halt toegeroepen,
dat ook nog. Doe eens normaal, zou ik willen roepen. Wacht even af wat de
verkiezingen in Frankrijk en Duitsland zullen geven. En vergeet niet dat Donald
Trump in het Witte Huis zit en dat 46 op 100 Oostenrijkers in december een
extreemrechtse kandidaat wilden als hun president. Bovendien: als andere
partijen het discours van extreemrechts laten binnensijpelen in hun eigen
retoriek, dan hoef je niet eens in de regering te belanden om je programma waar
te maken. Dat zie je bij ons, dat merk je ook in Nederland. Dewinter en Wilders
krijgen meer gedaan op de oppositiebanken dan als lid van een regering.

De feiten:
de VVD behaalde 21,3 procent. Iets meer dan één op vijf stemmen dus, tegenover
meer dan één op vier vijf jaar geleden. Een glansrijke opdoffer is dat, in mijn
ogen. De PVV steeg van 10,1 naar 13,1 procent. In kiezers vertaald: van één op
tien naar ongeveer één op acht. Niet echt een uppercut. De PvdA tuimelde van
24,8% naar 5,7%. Dát, beste lezer, is een uppercut. Een knock-out die ietwat bokser
niet snel te boven komt. In 2012 was de Partij van de Arbeid nog de tweede
partij van Nederland, nu de zevende. Nog een feit: de opkomst was hoog, 77,7 procent. Ook daar werden verregaande conclusies aan verbonden: tégen populisme, pro Europa, pro traditionele partijen. Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten pikte het op en pleitte opnieuw voor het afschaffen van de opkomstplicht, al noemde ze het verkeerdelijk het invoeren van het stemrecht. Dat kennen we al een tijdje, mevrouw. Al ben ik het met haar eens. Net als dat ik het eens ben met al die partijen die pleiten voor stemrecht vanaf zestien jaar. Het gaat immers over de toekomst, jongeren zijn heus wel gemotiveerd genoeg om keuzes te maken.

In de
Tweede Kamer, de Nederlandse Kamer van Volksvertegenwoordigers, zullen straks
dertien partijen zetelen. Mocht er een kiesdrempel worden gehanteerd, zoals bij
ons, zouden dat er slechts zeven zijn, met de PvdA als kleinste. Mét
kiesdrempel zou regeringsvorming iets simpeler zijn, want drie partijen zouden
volstaan. Nu zijn er minstens vier nodig, voor een linkse coalitie zelfs zes.

***

In de
maanden die voorafgingen aan deze verkiezingen werd het meest geschreven over
één man, Geert Wilders. Die behaalt, ocharme, 13,1 procent van de stemmen.
Dertien jaar geleden haalde Vlaams Blok bij de Vlaamse verkiezingen 24,2
procent. Dat is toch van een andere orde. Ik weet het, het is appelen met peren
vergelijken, want je moet in België eigenlijk de landelijke uitslag bekijken,
maar anderzijds is dat in een tweetalig land niet eens nodig. De Walen kunnen
niet op Vlaams Blok/Belang stemmen, alle Nederlanders wel op de PVV.

Je kunt bij
Wilders allesbehalve van een Trump-effect spreken en zelfs die wist in
realiteit slechts één op de zes Amerikanen te overtuigen. Kortom, populisme is
in landen met het Angelsaksische the
winner takes it all­
-principe veel invloedrijker dan in landen met meerdere
partijen in een regering. Zoals Joël De Ceulaer vandaag in De Morgen schrijft: “De representatieve democratie is tot
nader order goed bestand tegen de machtsgreep door radicaal-rechtse populisten.”
Daarom boezemt Frankrijk ons maar best meer angst in dan Duitsland. Marine Le
Pen moet in staat worden geacht om de tweede stemronde te halen en daarin zal
veel afhangen van de actualiteit van de dag: nieuwe aanslagen of dreigingen,
schandalen, overtuigingskracht in de slotdebatten…

Ook het
succes van GroenLinks is overroepen. Van vier naar veertien zetels — meer
zetels gewonnen dan we ooit in de Tweede Kamer hebben gehad, toeterde Jesse
Klaver een paar uur nadat de exit polls waren binnengelopen — is een knap
resultaat, maar die 9 procent die het in realiteit is, ligt een pak lager dan
wat Groen bij ons, in Vlaanderen, volgens de recentste peilingen zou halen.
Klaver denkt best ook twee keer na om zich te engageren in een coalitie: zie
wat Agalev na paarsgroen (1999-2003) overkwam. En wat de PvdA nu overkomt: als
je als partij zo ongeveer niets van je eigen programma kunt realiseren en
anderen met alle pluimen gaan lopen (denk aan wat Stevaert de groenen veertien
jaar geleden flikte door handig alle ‘groene’ verwezenlijkingen op het conto
van de sp.a te zetten), word je nagenoeg overbodig. Jezelf kapotregeren, het
bestáát. “Er bestaat geen bodemkoers,” schrijft De Ceulaer.
“Iedere partij is in principe overbodig.” Zo is dat.

***

541 dagen,
dat is ‘ons’ record. Als er niet snel een regering wordt gevormd in Nederland,
zou het weleens heel lang kunnen aanslepen. Al zullen de nuchtere Nederlanders
het nooit zó lang laten aanslepen en komen er allicht nieuwe verkiezingen.
Benieuwd wie er dan met glans zal winnen en wie de uppercut moet incasseren.
Best laten ze het niet zo ver komen. En bij ons kunnen partijen maar beter tot
de conclusie komen dat ze zichzelf moeten blijven, hun eigen accenten blijven
leggen, zoveel mogelijk trouw blijven aan hun ideologie, principes en
achterban, maar wel met aandacht voor wat er leeft onder de bevolking, zonder
daarom de populistische toer op te gaan. Dat kan niemand beter dan de
populisten zelf.

Hoop en
optimisme, dat lazen sommigen af van de verkiezingsresultaten bij onze
noorderburen. Nog één keer Joël De Ceulaer: “Als (de media) iets gemist
hebben de voorbije jaren, is het niet de onderbuik van de boze blanke man, maar
wel de enorme diversiteit die de samenleving te bieden heeft.” Maar voor hetzelfde
geld lees je er hopeloosheid en uitzichtloosheid in, want dat is wat
versnippering met het politieke landschap doet. Mijn conclusie, als kleine
garnaal aan de zijlijn, is: ik weet het niet. Dat klinkt een beetje flauw, maar
het is een pak minder onzinnig dan ‘Mark Rutte wint met glans verkiezingen in
Nederland, Wilders krijgt uppercut’.



Leve de politiek!

Politiek Posted on za, februari 25, 2017 14:22:16

Zo, ik heb
uw aandacht. Want natuurlijk vindt u dat geen terechte uitspraak en al zeker
niet met dat uitroepteken op het eind. De georganiseerde corruptie, meneer.
Niet te vertrouwen, die bende. Nee, zelf ga ik al jaren niet meer stemmen, ze
kunnen de boom in. Allee, dat is toch een schandaal, wat je nu allemaal leest
en hoort. Kreten uit het dagelijks bestaan.

De doorsnee
Vlaming heeft het niet over ‘politici’, maar over ‘polletiekers’. Dat is niet
nieuw. Ik hoor dat al een jaar of dertig. Polletieker, als in: let op, of hij/zij
zit in uw zakken. De kloof tussen burger en politiek is er niet zomaar gekomen.
Of die afstand gecreëerd werd door de burger dan wel door de politicus, is een
kip-of-het-ei-vraag. Wat was er eerst? Het misprijzen van de burger voor het
beleid of het verwaarlozen van de Dorpstraat door de mannen en vrouwen in de
Wetstraat? Maar of we dat nu leuk vinden of niet: we hebben de politiek nodig.
(En de politiek heeft ons, burgers, nodig.)

Zonder de
politiek zouden we letterlijk met getrokken messen tegenover elkaar staan. (Inderdaad,
net wat u zegt, dóór de politiek gebeurt dat ook wel.) Zonder politiek zou de
samenleving één grote chaos zijn, zonder regeltjes, zonder afspraken, zonder
waarden en normen. Er zou na een tijdje iemand opstaan, die op een verhoogje
zou springen en roepen: mensen, we moeten ons organiseren, want zo gaat het
niet verder. We hebben mensen nodig die hun verantwoordelijkheid willen opnemen
en die zich opofferen om de maatschappij beter te laten functioneren. Weet je
wat, we zullen die uit ons midden laten verkiezen. Wie is er kandidaat? Wie mag
er mee stemmen? Wie de meeste stemmen haalt, mag ons vertegenwoordigen.
Politiek, dus. We kunnen niet zonder.

***

Zou ik als
titel ‘Leve de politici!’ hebben durven te schrijven boven dit stuk. Ik aarzel.
Ik denk het niet. Want hoezeer ik er ook van overtuigd ben dat de politiek
onmisbaar is, des te meer stel ik vast dat politici zichzelf overbodig proberen
te maken. Tot we helemaal terug bij af zijn en er iemand op een verhoogje moet springen
en roepen dat we ons zullen moeten organiseren, en vertegenwoordigers
aanstellen, en, weet je wat!, we zullen hen uit ons midden laten verkiezen.

Wat we de
afgelopen veertien dagen hebben meegemaakt, sinds de publicatie van het
Publipart-verhaal in Het Laatste Nieuws,
wordt weleens een systeemcrisis genoemd. Dat klinkt lekker zwaarwichtig, maar
is dat ook zo? Dan heb ik in mijn leven al heel wat systeemcrisissen
meegemaakt. De politiek hobbelt van systeemcrisisje naar grote Systeemcrisis.
Herinnert u zich de Nieuwe Politieke Cultuur nog? Een jaar of twintig geleden
moet dat geweest zijn, in de nasleep van Zwarte Zondag, het Agusta-schandaal en
de Dutroux-affaire. “Een Belgisch streven naar het verminderen van het
politiek dienstbetoon en het cliëntelisme”, lees ik op Wikipedia. ‘Nieuwe
Politieke Cultuur’ staat daar in het rood, wat zoveel wil zeggen als: dit lemma
verdient niet eens een uitgebreidere definitie.

Vreemd hé,
iets waarover de kranten twee decennia geleden vol stonden en waardoor we na
een tijdje de vlot bekkende afkorting NPC dagelijks in de mond namen, blijkt in
intensieve internettijden niet eens een beschrijving van langer dan één zin waard
te zijn. Gokje: zo zal het ook de Politieke Vernieuwing vergaan, waarover her
en der al gesproken werd de voorbije weken. De afkorting PV doet trouwens iets
te veel aan proces-verbaal denken. Nee, ‘Politieke Vernieuwing’ zal niet eens
de longlist van Woorden van het Jaar halen, vermoed ik.

Vergeleken
met Agusta en, nog wat vroeger, de uitspattingen van Vanden Boeynants en
consoorten, was dat gedoe in de intercommunales en met de vele mandaten trouwens
eerder een vorm van onbezonnen spielerei. Erg, maar niet erg. Schandalig, maar
niet schandalig. Ziekelijk, maar niet ziekelijk. Al maak ik graag een uitzondering voor de
maffiose praktijken binnen Publifin.

Er hadden
geen koppen moeten rollen, als u het mij vraagt. Tom Balthazar had niet moeten
opstappen, ook al begon hij toch wel rijkelijk laat na te denken over het
maatschappelijke doel van Publipart, zijn rol daarin en de extra inkomsten die
hij eruit vergaarde. En ja, als vertegenwoordiger van de sp.a had hij daar meer
aandacht moeten aan besteden dan politici van een andere kleur en ideologie. Je
kunt dat oneerlijk vinden, maar als je jezelf profileert als socialist
(‘Socialisme’, volgens Van Dale: “(het streven naar) een
sociaaleconomische orde waarin geen klassentegenstellingen bestaan”), dan
moet je daar consequent naar handelen. De PS is het levende bewijs dat absolute
macht absoluut corrumpeert, de sp.a staat ook veel te ver af van de socialistische
idealen van weleer. Sociaal-democratie verhoudt zich tot socialisme zoals
koffie verkeerd zich verhoudt tot ristretto: het oorspronkelijke product is nog
maar in zeer verdunde vorm aanwezig.

Krijg het
maar uitgelegd aan je kiezer dat je een serieuze zakcent bijverdient in een
instelling die niet veel meer is dan een lege doos. Probeer de burger maar
nader tot de politiek te brengen, als je uitspraken doet als “4.800 euro netto
per maand voor een volksvertegenwoordiger? Dan krijg je alleen maar ambtenaren
en leraren in het parlement!” Vierduizend achthonderd euro netto, salaire de misère, dat is drieduizend vijftig euro meer dan het mediaaninkomen, lees
ik vandaag in de krant. En dan nog: een slimme ambtenaar of leraar is nog
altijd beter dan een mislukte ondernemer of advocaat. Dat papa Michel volgende
week maar gaat skiën in Oostenrijk — het mag terug! — en nadenkt over die domme
uitspraak van ‘m.

***

We moeten
minder verkozenen des volks hebben, orakelden sommigen, opgejaagd door de waan
van de dag wanhopig op zoek naar oplossingen. Reduceer het federale parlement
van honderd vijftig naar honderd, of — waarom niet, nu we toch bezig zijn? —
vijftig. Dat moet volstaan. Twee opmerkingen daarbij: alweer wordt zo het
wetgevende niveau aangepakt, terwijl onze parlementen nu al zo weinig te zeggen
hebben. En wie zegt er dat de geschrapte zitjes zullen toebehoren aan bekwame
politici? Voor hetzelfde geld wordt het koren weggesmeten en blijven we
opgescheept met het kaf.

Er is geen
enkele garantie dat ‘minder politici’ gelijk staat aan ‘meer kwaliteit’.
Voorbeelden genoeg van gedreven politici die het niet hebben gehaald bij
verkiezingen. Nog meer voorbeelden voorhanden van stoethaspels die zich dankzij
het succes van hun partij tot op de banken van een parlement of gemeenteraad
hebben gewerkt. In dit land verwarren we kwantiteit altijd met kwaliteit. Niet
doen.

“De
meeste politici die ik heb ontmoet, zouden nooit door een assessment voor een
job als topmanager geraken,” schrijft de zeer slimme medemens Frank Van
Massenhove heden in zijn column in De
Tijd
. En nog: “De waarheid is dat de meeste mensen die onze
parlementen en regeringen bevolken nooit zulke hoge inkomsten zouden hebben als
ze in de privésector zouden werken.” Er is dus wel degelijk een
kwalitatief probleem in de politiek. Laten we dat aanpakken, als burgers. Laten
we eerst eens goed bestuderen wie wat van plan is te doen en dan de juiste
keuze maken, in plaats van lukraak met de vogelpik iemand aanduiden of een
bolletje rood maken omdat dienen mens
er wel sympathiek uitziet.

***

Als we
klagen over de politiek, dan klagen we over de manier waarop wij de samenleving
zelf hebben ingericht. Als we klagen over politici, dan klagen we over de
mensen die wij een — excusez le mot
mandaat hebben gegeven. Als er dus van alles fout loopt in die wereld (en er
loopt van alles fout in die wereld!), dan moeten we dat ook onszelf verwijten.
Daarvoor hebben we geen nieuwe partijen nodig, want de versnippering werkt nu
al verlammend. Veel van die uit de hand gelopen hobbyclubjes of cafégrappen zijn
in het beste geval tijdelijke éénthemaverenigingen. In het slechtste geval
roepen ze zomaar wat. We zijn niet links, we zijn niet rechts, we zijn
averechts. Dat soort nonsensicale dingen.

Als we de
politiek willen opkuisen, zullen we dat van binnenuit moeten doen. De bestaande
partijen tot de orde roepen, zelf een engagement opnemen (en dat kan, voeg ik
er snel voor mezelf aan toe, ook langs de zijlijn gebeuren), waakzaam blijven,
beter nadenken over onze keuze in het stemhokje. Binnen die partijen moeten ze
ook beseffen dat je sommige mensen de hele tijd kunt bedotten en alle mensen
een deel van die tijd, maar dat je niet iedereen altijd en overal voor de gek
kan houden.

Als we
goede politici willen verkiezen, dan hangt daar een prijskaartje aan vast. Dat
hoeft niet meer te zijn dan die 4.800 euro netto, al heb ik daar geen
principieel bezwaar tegen. Kwaliteit mag wat kosten. Goed beleid is geld waard.
Maar zorg er dan wel voor dat dat loon volstaat en dat elke vorm van cumulatie
uitgesloten wordt, dat werkzaamheden binnen intercommunales deel uitmaken van
het gewone takenpakket (en dus niet extra verloond worden) en dat de verleiding
om bij te klussen in de privé wordt gereduceerd tot, laten we zeggen, nul.

Een
kamervoorzitter die naast zijn riante loon een privébedrijf adviseert, dat is
te gek voor woorden. Een premier die zich veertien dagen na zijn ontslag laat
betalen door, datzelfde, privébedrijf, terwijl hij net voordien nog mee
bedisselde hoe de grote concurrent van dat bedrijf moest gerund worden, dat is
zoveel bruggen te ver dat zelfs de term ‘onethisch’ niet meer volstaat. Van die
graaiende politici, verlos ons partijen en kiezers. Maar laten we ophouden om
kinderen met het badwater weg te gooien. We hebben destijds het politieke
dienstbetoon verketterd en grotendeels afgeschaft, omdat er te veel aan cliëntelisme
werd gedaan, maar het gevolg was dat de Homo Politicus nóg verder af ging staan
van Jan met de Pet. In plaats van sommige spelregels aan te passen, hebben we
toen gewoon de sport geschrapt. Zo slim was dat, achteraf bekeken, nu ook weer
niet.

De politiek
is nodig. Politici zijn nodig. Dus, tegen beter weten en de tijdsgeest in: leve
de politiek!



Amerikaans Belang

Politiek Posted on za, januari 21, 2017 13:08:47

20 januari
1981. Om 18 uur onze tijd, pal op het middaguur Washingtontijd, legt een
B-acteur de eed af als nieuwe president van de Verenigde Staten. De veertigste
in de rij. Een republikein. O, wat haten we de man, links en jong als we zijn.
De man is de baarlijke duivel, zal de wereld in het verderf storten, samen met
die ijzeren vrouw in Downing Street 10 in Londen. Neoliberalisme wordt de norm
in de vrije wereld. Ongebreideld kapitalisme, daar zal het de volgende vier
jaar om draaien. Vier jaar worden four
more years
en eigenlijk eight more
years
, want vanaf januari 1989 neemt zijn vice-president de honneurs waar.

Heimwee
naar Ronald Reagan. Dat voelde ik gisteren zowaar, nog altijd links maar een
pak minder jong. Reagan was een middelmatige politicus, maar hij had wel al acht
jaar politieke ervaring opgedaan als gouverneur van de belangrijke staat
Californië. En hij omringde zich met keurpersoneel. Réchts keurpersoneel, dat
wel, en dat moesten we, links en jong zijnde, haten, maar wel mensen met een
visie, of je die nu goed vond of niet. Vice-president George H. Bush was baas
van de CIA geweest. Minister van Buitenlandse Zaken Alexander Haig was nog stafchef
onder presidenten Nixon en Ford, en daarna baas van de NAVO. Zijn opvolger
George Shultz had ervaring als begrotingsminister. Minister van Defensie Caspar
Weinberger was een havik met verstand. Gespecialiseerd in armworstelen met de Sovjets,
de vijand, maar met een concreet einddoel voor ogen en dat was niet de
vernietiging van de wereld. Minister van Financiën Donald Regan introduceerde
de Reaganomics, een hyperkapitalistische
kortetermijnvisie, die uitging van trickle-down
economics
: help de rijken en zij zullen de armen helpen. Complete nonsens,
in de praktijk, en zowel moreel als economisch verwerpelijk — onder Reagan
werden de armen armer én talrijker, en bereikte de staatsschuld recordhoogtes
—, maar het was tenminste een visie, hoe pervers en kortzichtig ook.

Helemaal
anders wordt het onder Donald John Trump, die een zootje ongeregeld om zich
heen verzamelde. De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken heeft vooral
ervaring als zakenman, is goed in het paaien van de vroegere erfvijand Rusland.
De nieuwe minister van Onderwijs vindt dat scholieren wapens mogen dragen om
zich te beschermen tegen grizzlyberen, die, zoals bekend, frequent voorkomen in
de steden. Klimaatnegationisten, creationisten en andere kwistenbiebels zullen
minstens vier jaar lang het beleid gaan bepalen, aangevuurd door een
narcistische egoïst, die zichzelf in het middelpunt van de belangstelling wurmt.
Een C-acteur: te slecht voor de film, goed genoeg om verkozen te worden tot
president. The American Nightmare.

***

“To
a few of us here today this is a solemn and most momentous occasion, and yet in
the history of our nation it is a commonplace occurrence. The orderly transfer
of authority as called for in the Constitution routinely takes place, as it has
for almost two centuries, and few of us stop to think how unique we really are.
In the eyes of many in the world, this every 4-year ceremony we accept as
normal is nothing less than a miracle.” – Ronald Reagan, 1981

“Today’s ceremony, however, has very special meaning. Because today we
are not merely transferring power from one administration to another, or from
one party to another — but we are transferring power from Washington, D.C. and
giving it back to you, the American People.
For too long, a small group in our nation’s Capital
has reaped the rewards of government while the people have borne the cost.
Washington flourished — but the people did not share in its wealth.
Politicians prospered — but the jobs left, and the factories closed.

The
establishment protected itself, but not the citizens of our country. Their
victories have not been your victories; their triumphs have not been your triumphs;
and while they celebrated in our nation’s capital, there was little to
celebrate for struggling families all across our land. That all changes —
starting right here, and right now, because this moment is your moment: it
belongs to you.”
– Donald Trump, 2017

***

Waar Reagan het momentum aangreep om het plechtige van
de machtsoverdracht te illustreren, begon Trump na een paar inleidende frasen
zijn voorgangers en bij uitbreiding de hele politieke klasse, inclusief zijn
‘eigen’ republikeinse partij, te schofferen.

***

“You and I, as individuals, can, by
borrowing, live beyond our means, but for only a limited period of time. Why,
then, should we think that collectively, as a nation, we’re not bound by that
same limitation? We must act today in order to preserve tomorrow. And let there
be no misunderstanding: We are going to begin to act, beginning today. The economic ills we suffer have come
upon us over several decades. They will not go away in days, weeks, or months,
but they will go away. They will go away because we as Americans have the
capacity now, as we’ve had in the past, to do whatever needs to be done to
preserve this last and greatest bastion of freedom.” – Ronald Reagan, 1981

“The wealth
of our middle class has been ripped from their homes and then redistributed
across the entire world. But that is the past. And now we are looking only to
the future. We assembled here today are issuing a new decree to be heard in
every city, in every foreign capital, and in every hall of power. From this day
forward, a new vision will govern our land. From this moment on, it’s
going to be America First.” – Donald Trump, 2017

***

Reagan
noemde zijn Amerika het laatste bastion van vrijheid. Redelijk blasé, als u het
mij vraagt, maar het paste in de tijdsgeest. ‘America First’ gaat nog een stap verder.
Dit is het ‘Eigen volk eerst’ van een man die, toegejuicht door de kopstukken
van extreemrechtse Europese politici, een nieuw soort politieke beweging uit de
grond heeft gestampt. Laten we zeggen: Amerikaans Belang. Of Amerikaans Blok.
Je belooft eender wat aan eender wie en kondigt aan dat de problemen in een
zucht zullen verdwijnen. Populisme.

Het
project van Ronald Reagan heette Amerika. Het project van Donald Trump heet
Donald Trump. Ook al verpakt hij dat handig in beloftes die alle richtingen
uitwaaien, van extreemrechts tot centrumlinks. Een zakenman die the American way rijk is geworden, met
af en toe vallen, vaker opstaan, hier en daar een beetje vals spelen door
bijvoorbeeld nauwelijks belastingen te betalen. Deze man kakt vanuit zijn
gouden toren gouden keutels op het hoofd van het nietsvermoedende plebs, dat hij
enkel met de kont aankijkt. En de naïeve Amerikanen die op hem stemden, eten de
stront op als was het een driesterrenmaal. Dankbaar.

***

To those neighbors and allies who share
our freedom, we will strengthen our historic ties and assure them of our
support and firm commitment. We will match loyalty with loyalty. We will strive
for mutually beneficial relations. We will not use our friendship to impose on
their sovereignty, for our own sovereignty is not for sale. As for the enemies of freedom, those
who are potential adversaries, they will be reminded that peace is the highest
aspiration of the American people. We will negotiate for it, sacrifice for it;
we will not surrender for it, now or ever.
Our forbearance should never be misunderstood. Our reluctance for conflict
should not be misjudged as a failure of will. When action is required to
preserve our national security, we will act. We will maintain sufficient
strength to prevail if need be, knowing that if we do so we have the best chance
of never having to use that strength. – Ronald Reagan, 1981

We will follow
two simple rules: Buy American and hire American. We will seek friendship
and goodwill with the nations of the world — but we do so with the
understanding that it is the right of all nations to put their own interests
first. We do not seek to impose our way of life on anyone, but rather to let it
shine as an example for everyone to follow. We will reinforce old alliances and
form new ones — and unite the civilized world against radical Islamic terrorism,
which we will eradicate completely from the face of the Earth. At the bedrock
of our politics will be a total allegiance to the United States of America, and
through our loyalty to our country, we will rediscover our loyalty to each
other. When you open your heart to patriotism, there is no room for prejudice.
The Bible tells us, “How good and pleasant it is when God’s people live
together in unity.” We must speak our minds openly, debate our
disagreements honestly, but always pursue solidarity. When America is united,
America is totally unstoppable. – Donald Trump, 2017

***

My two cents, na minder dan 24 uur president Trump:
het wordt niet zo erg als gevreesd werd. Het wordt erger. Véél erger. Denk
daarbij niet aan een losgeslagen gek die op een maandagochtend op de nucleaire
knop drukt omdat hij met het verkeerde been uit zijn gouden bed is gestapt, dat
is me te cartoonesk. Denk wel aan een populist die diep vanbinnen het volk haat
en die de Verenigde Staten van Amerika minder verenigd zal maken, die zal
kiezen voor isolationisme en protectionisme, en die van politiek egoïsme de
norm zal maken. Je zal maar een jonge Syriër zijn: die moet het nu maar zelf
verder uitzoeken. Niemand wil hem helpen. Het aftellen naar 2021 is begonnen.



#dekoudsteweek

Politiek Posted on za, december 17, 2016 13:17:11

‘Iedereen
welkom!’.

Zo stond
het op de uitnodiging van de plaatselijke N-VA, die ik gisterochtend uit de
brievenbus viste. ‘Nieuwjaarsreceptie & gespreksavond’, met daarnaast een
foto van een lachende Theo Francken. Op de Facebookpagina van de organisatoren
lees ik: “Maar er is meer deze avond mogen wij als gastspreker niemand anders
dan Theo Francken voorstellen”. Let op het subtiele verwijderen van
leestekens, die volstrekt overbodige dieven van kostbare ruimte. Let ook op die
‘niemand anders dan’: alsof er geen andere keuzemogelijkheid was. Ach ja,
niemand minder dan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie komt dus spreken
voor gelijkgezinden op drie kilometer van mijn woonst.

***

‘Iedereen
welkom!’.

Het is
alleszins niet wat de staatssecretaris zou roepen mocht er zich die 17de
januari 2017 pakweg een Syrisch gezin in nood aandienen voor de gespreksavond
met hem. En al zeker niet dat vermaledijde gezin uit Aleppo, dat hartelijk welkom
is om in te trekken bij een adellijke familie in Wallonië. Nee, dat humanitaire
visum mogen ze vergeten. Tien wereldvreemde rechters en honderd dwangsommen zullen
de staatssecretaris niet doen buigen. He
shall not, he shall not be moved.
Een voetbalhymne die hij wellicht af en
toe zelf luidkeels meezingt op de tribune van zijn Liga 1B-clubje uit Leuven.

Hij moet
ook niet alone walken in deze. Een
hele partij staat achter hem. Een flink deel van de natie steunt hem. Hou ze
buiten, Theo! Hij heeft het zelf al gezegd: als we hen toelaten, staan er
morgen ’tientallen miljoenen vluchtelingen’ aan onze grenzen. Het ‘Wir schaffen
das’ van Theo verschilt lichtelijk van het ‘Wir schaffen das’ van een
bondskanselier hier niet zo ver vandaan. Het laatste wil zeggen: wij,
Europeanen, moeten een oplossing vinden voor het vluchtelingenprobleem, laten
we hen zoveel mogelijk warm onthalen, het zal ons wel lukken. Het eerste
betekent zoveel als: met vereende krachten zullen we erin slagen om hen weg te
houden. Niet iedereen welkom!

***

Dat ze maar
naar Libanon moeten vluchten, zo liet ook onze premier deze week weten. Een
veilig land, voegde hij er nog aan toe. “Beste oplossing”, tweette
vranke Theo. Libanon, een land dat leeft op een tijdbom, tikte Mo* onze weinig excellente excellenties
op de vingers. En er volgden wat cijfers. Er zijn nu al 1.017.433 Syrische
vluchtelingen geregistreerd in Libanon. Het totale aantal Syriërs wordt er
geschat op 1,5 miljoen. Die leven in armoede, zoeken werk, zijn bereid te
werken onder de normale lonen, in gevaarlijke omstandigheden, waardoor
Libanezen hun job verliezen en — niet onbegrijpelijk — boos worden op die
‘gelukzoekers’. Gezondheidsvoorzieningen en onderwijsinstellingen staan onder
druk in een land dat politiek, religieus en demografisch sowieso al op
drijfzand en burgeroorlogen gebouwd werd. Libanon telde tien jaar geleden minder
dan vier miljoen inwoners. Nu zijn dat er meer dan zes miljoen. Wie een heel
klein beetje van geopolitieke verhoudingen kent, weet: dit is onhoudbaar.

Maar
Libanon is dus veilig. ‘Iedereen is er welkom!’, fluisteren onze
regeringsleiders. Après nous le déluge.
Een land dat vooral wil vermijden dat er door de komst van te veel
vluchtelingen onhoudbare druk ontstaat op een samenleving van elf miljoen
inwoners stuurt die vluchtelingen dus bij voorkeur naar een land met half
zoveel inwoners dat nu al bijna bezwijkt onder die druk. Cynischer wordt het
niet, in deze koude dagen voor Kerstmis.

***

De president-elect van de Diffuse Staten
benoemt een vriend van Rusland op de cruciale post van minister van
Buitenlandse Zaken in de week dat een CIA-rapport aantoont dat zijn campagne
weleens gesteund zou kunnen geweest zijn door Moskou. Poetin zag liever het
ongeleide, narcistische, puur en alleen op zichzelf gerichte projectiel Trump
in het Witte Huis dan lastige tante Clinton. Daar is niets van aan, klonk het
in het gouden appartement op de tigste verdieping van Trump Tower. En bijna in
één adem werd vervolgens de 64-jarige CEO van Exxon Mobil topminister, een man
die in 2013 nog een Russisch ereteken mocht ontvangen. Verdiende vorig jaar een
salaris van 27,2 miljoen dollar.

Trump ligt
niet wakker van verdachtmakingen en officiële rapporten, net zomin als zijn
kiezers. They don’t give a fuck. They
don’t know a fuck.
Op Fox News en Breitbart zullen ze dat zeker niet
gehoord of gelezen hebben, dat hun mannetje Russische connecties heeft. En mocht
dat toch gebeuren, zullen de bevriende media wel wat valse waarheden verkopen.
Voor een cynische kwinkslag draaien die hun hand niet om.

***

Wat een loser moet die Sophie Dutordoir niet zijn, zeg? Geen
27,2 miljoen dollar op haar bankrekening op het eind van 2017, maar amper 290.000
euro. Habbekrats. En daarmee moet ze de locomotief van een gescleroseerd
overheidsbedrijf worden? Niet bepaald een delicatessenwinkel, die NMBS.
Dutordoir was de beste kandidate (m/v), zo bleek, en dan is het niet meer dan
normaal dat zo iemand op de mooiste stoel van de hoogste verdieping belandt.
Behalve in België, want daar moest de logische benoeming gekoppeld worden aan
een resem andere benoemingen om één partij een inhaaloperatie te laten maken in
nationale bestuurskringen. De kracht van verandering, maar dan vertaald in: onze kracht, onze verandering. Er moesten
raden van bestuur voor worden uitgebreid. Het mocht wat kosten. Geld.
Geloofwaardigheid. De kracht van politiek cynisme.

***

#dekoudsteweek

***

‘De Warmste Week’ komt eraan. Zes dagen lang zullen drie
StuBru-stemmen gezichten worden en verkleumen in de hoop dat hun
opofferingsvaardigheid zal leiden tot massale donaties voor goede doelen. Ik
druk het even cynischer uit dan ik bedoel, want ik heb veel respect voor wat ze
doen en zonder Music For Life zou heel wat menselijke warmte opgekropt blijven
en zouden heel wat sukkels nog meer sukkelen dan nu al het geval is. Maar al
die liefdadigheid, met of zonder rode neuzen, verbloemt ook de werkelijkheid:
ons land heeft te weinig over voor wie het moeilijk heeft. En dus komt die
vlaag van solidariteit wel van pas om de aandacht af te leiden. En dus zullen
excellente excellenties elkaar naar het einde van die week op het podium verdringen
om hun tijdelijke warmte te tonen en een fiks lijkende bijdrage te storten. En
dus blijft alles bij het oude. Een mens zou er cynisch van worden, net wat u
zegt. De warmste week volgt naadloos op de koudste. Ik heb het wel gehad met
2016.



« VorigeVolgende »