Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Trump l’œil

Politiek Posted on wo, november 09, 2016 11:14:59

“Wanneer een partijleiding het volk niet
meer erkent, moet het een ander volk kiezen” – Bertolt Brecht.

***

Als we die
goeie ouwe Bertolt, een commie van de
ergste soort in de ogen van trumposaurussen, even mogen parafraseren: als oprechte
democraten de democratische stem van het volk niet meer erkennen wanneer die
zwaar tegenvalt, moeten we een ander volk kiezen. Of een potje huilen en daarna
overgaan tot de orde van de dag. En die luidt dat de Amerikanen na de eerste
zwarte niet de eerste vrouwelijke president hebben verkozen, maar de eerste
misogyne, racistische, zich in een web van hele en halve leugens wentelende, geheel
en al uit eigenwaan opgetrokken narcist naar het Witte Huis hebben
gekatapulteerd. Er zaten al vrouwenhaters, racisten, leugenaars en
zelfingenomen kwasten in de Oval Office, maar de combinatie die Donald Trump te
bieden heeft, is uniek. Hij is een totaalpakket, de vleesgeworden karikatuur.

Als Trump
verkozen wordt, dan… kon je de voorbije maanden al eens lezen. Gevolgd door
een doemscenario. Ik vind het verschrikkelijk dat deze man verkozen is — versta
me niet verkeerd: liever een kille, onbetrouwbare, onpopulaire vazal van het
establishment dan een gevaarlijke gek —, maar ik geloof niet dat dit het einde
van de wereld is. Mogelijk wel the end of
the world as we know it
. Het is heus niet zo dat deze ondernemer een rode
knop op zijn bureau heeft staan, waarop hij in een woedende bui kan drukken om
een deel van de vijandige overkant aan flarden te schieten. Die nucleaire codes
worden behoorlijk afgeschermd, maak ik me sterk. Ook die muur aan de Mexicaanse
grens zie ik niet meteen opgetrokken waren.

Waar ik wel
voor vrees: isolationisme en protectionisme. Dat is slecht voor Amerika en nog
veel slechter voor volkeren in nood. Dat ze in het Russische parlement spontaan
begonnen te applaudisseren toen het nieuws bekend raakte, zegt veel. Poetin zal
goed overeenkomen met Trump. Versta: hij mag zijn territoriumdrift uitleven in
de hoop de good old Sovjet-Unie
wederop te bouwen. Zolang hij de Amerikaanse belangen maar niet schendt. Arme
Oekraïners, Balten, Koerden, Syrische vluchtelingen, en zo kan ik nog wel een
tijdje doorgaan. Als Amerika zich op zichzelf terugtrekt en Europa te zwak
blijkt te zijn, krijgen allerhande dictators vrij spel, zeker nu de ene na de
andere populist aan de macht komt.

***

“Wie lacht heeft het verschrikkelijke
nieuws nog niet gehoord” – Brecht, again

***
Toen ik ongeveer een jaar geleden schreef dat een groot deel van de inwoners
van de Verenigde Staten achterlijk zijn, werd dat niet in dank onthaald. Wel,
ik herhaal: een groot deel van de Amerikanen is achterlijk. Ze zijn niet
geïnteresseerd in inhoudelijke programma’s, ze liggen niet wakker van de rest
van Amerika, laat staan van de rest van de wereld, áls ze zich al informeren
baseren ze zich op één gekleurde bron (Fox News, anyone?), in het stemhokje weten ze begot niet wat de gevolgen
zullen zijn van wat ze daar doen. Máár: hun stem telt. ’t Is niet omdat de
uitslag tegenvalt, dat je de democratie met het badwater moet wegspoelen. En ’t
is niet omdat je die uitslag moet respecteren, dat je de Trumpkiezers niet
achterlijk mag noemen.

Hoe noem je
dan de politieke analisten, opiniemakers en peilers? De meesten hielden een
overwinning van Trump niet voor mogelijk. Ze schilderden collectief de grootste
Trump l’œil uit de geschiedenis. Ze
zagen wat er niet was (een makkelijke zege voor Clinton), ze ontkenden wat er
onderhuids wel was (samenlevingsproblemen, verrechtsing, racistische tendensen,
desinteresse bij de bevolkingsgroepen die ertoe deden voor de democratische
kandidate) en ze projecteerden hun eigen wensdromen op een reusachtig scherm.
Moeten we die opiniepeilingen niet stilaan verbannen, beste media? Of ze de
plaats geven die ze verdienen: ergens op pagina 17, een halve kolom, mét vermelding
van de foutenmarge? Als er één sector is waar collectief ontslag zich opdringt
of waar alleszins ernstig op bespaard kan worden, is het de vetbetaalde en
ontzettend goed draaiende economie van de opiniepeilers. Verkopers van gebakken
lucht. Nattevingerprofeten. Naar-de-mondpraters.

***

“Principes worden in leven gehouden door
ze te schenden” – yep, opnieuw die Bertolt

***

Als we de
Amerikaanse presidentsverkiezingen zouden vertalen naar onze politieke
leefwereld, ging het de voorbije maanden tussen pakweg Filip Dewinter en
Gwendolyn Rutten. Links vegeteert ginds in de marge. Groen vaardigt telkens een
kandidaat af, wiens naam je al vergeten bent onmiddellijk nadat je hem ergens
in een kaderstukje hebt opgemerkt. De Verenigde Staten zijn conservatief,
eigengereid, arrogant. In die zin past de toekomstige president wel in dat
plaatje. En is onze verbazing onbegrijpelijk en naïef.

Obama was
ook geen linkse jongen, maar door wie hij was en hoe hij eruit zag (en, niet te
vergeten, zijn bevlogen toespraken) werd hij hier door (centrum)linkse politici
omarmd. Hillary Clinton zou geen pasionária geworden zijn, eens in de kamer
waar haar man weleens een sigaar ter hand nam in het bijzijn van een stagiaire:
ook zij zou uitgegaan zijn van het ‘America first’-principe. Maar haar
politieke lijn zou ongetwijfeld stabieler geweest zijn dan wat we van brulboei
Trump mogen verwachten.

Trump in
het Witte Huis, dat wordt verbaal vuurwerk. In die zin is hij wel gevaarlijk:
hij zal dan wel geen nucleaire oorlog veroorzaken, maar zijn ongecontroleerde uitlatingen
zijn een vorm van geopolitieke Russische roulette. Never a dull moment. De media zullen smullen, wie niet direct
getroffen wordt door z’n politiek zal zich vanaf 20 januari kostelijk amuseren
met hem, veel meer dan we met die saaie trien gedaan zouden hebben. En toch…
Als het over wereldpolitiek gaat verkies ik saai boven explosief, denken boven
doen, zwijgen boven praten.

***

“We moeten deze wereld niet verlaten als
goede mensen, we moeten vooral een goede wereld verlaten” – BB (niet de
actrice)



V

Politiek Posted on za, september 24, 2016 13:02:46

In
verschillende media werd de staat van genade waarin Bart De Wever al een hele
poos verkeert, ten grave gedragen. Genre: 2006-2016, RIP. Tien jaar de politiek
van binnenuit domineren én ondertussen een schare fans achter je verzamelen, het
is uniek in dit land. Het lukte Gaston Eyskens niet, Wilfried Martens misschien
(maar was die ooit wel zó populair bij de bevolking?), Jean-Luc Dehaene
evenmin. En in deze nog jonge eeuw kenden Guy Verhofstadt, Steve Stevaert en
Yves Leterme tijdelijk grote bijval, maar ook die duurde slechts enkele jaren.
Laten we zeggen: twee verkiezingsperiodes. Het zou dus niet onlogisch zijn mocht
de N-VA-voorzitter-burgemeester-volksvertegenwoordiger nu ook over zijn
hoogtepunt heen zijn, maar laten we dat pas over een jaar of tien beoordelen en
in een historisch perspectief kaderen.

Als De
Wever een deel van zijn aura kwijt is — áls! — dan mag hij dat niet in de
laatste plaats aan zijn eigen partijgenoten én aan zichzelf verwijten. Het is
niet de oppositie die De Wever doet wankelen, want die staat zelf op wankele
benen. Het zijn niet de wrevelige coalitiegenoten die hem in een hoekje
drummen, want hij slaat altijd harder terug dan diegenen die hem een tik
proberen uit te delen. Nee, het gevaar loert niet om de hoek, het zit gewoon
mee in de kamer. Het zijn de partijgenoten die een hele zomer lang
onafgesproken ballonnetjes oplieten, ondoordachte uitspraken deden of hem een gebrek
aan beginselvastheid verweten.

Die laatste
categorie stond deze week uitgebreid in de belangstelling. Hendrik Vuye en
Veerle Wouters (de Siamese tweeling van het Vlaams-nationalisme), en de Vlaamse
Volksbeweging (die met z’n 5.000 leden vergeefs probeert te wegen op het
beleid). Al begon het bij een zeldzame communicatieflater van de voorzitter
zelf. Die had in L’Echo gezegd dat er
in 2019 twee scenario’s mogelijk waren: ofwel wordt het N-VA versus PS en komt
het communautaire aspect terug bovenaan de agenda te staan, ofwel wordt het
huidige beleid voortgezet, zónder communautair gedoe. Daar kwam het, kort door
de bocht, op neer.

Wél praten
over Vlaanderen, níet praten over Vlaanderen. Dat kwam Vuye & Wouters,
opperhoofden van het Objectief V-clubje niet al te best uit. Eén: het zou extra
duidelijk maken dat ze daar toch maar zaten om hun tijd te vullen. Twéé: het
zou de ultieme droom van een onafhankelijk Vlaanderen via het opstapje van het
confederalisme teniet doen (of toch op z’n minst voor nog wat langer in de
koelkast steken, wetende dat producten zelfs in de allerbeste koelkast uiteindelijk
beginnen te rotten). Hallucinant was een non-debat tussen Peter De Roover,
N-VA-fractieleider in de Kamer, en Bart De Valck, voorzitter van de Vlaamse
Volksbeweging, in De Zevende Dag. De
Valck hamerde op dezelfde nagel waarop zijn voorganger een paar jaar voordien
op diezelfde plek hard maar zonder resultaat had getimmerd: méér Vlaanderen in
België, liefst zelfs zónder België. O ja, die voorganger heette… Peter De
Roover en die zat nu zijn vorige clubje vierkant uit te lachen. Politieke macht
doet iets met mensen. Het doet partijvoorzitters bijvoorbeeld openlijk praten
over democratie en in het geniep afvallige politici afsnauwen dat ze niet meer
naar een vergadering moeten komen waar — democratisch! – over hun lot zal
worden beslist. Brutaler wordt machtspolitiek niet.

Wat de
Vlaamse Volksbeweging — en bij uitbreiding heel Vlaanderen — maar niet wil
beseffen, is dat Vlaanderen niet belangrijk is in verkiezingscampagnes en dus
ook niet in het beleid. Partijen die zichzelf Vlaams noemen, soms zelfs
‘radicaal Vlaams’, zetten Vlaanderen niet op de eerste plaats. Tenminste: wel
in woorden, niet in daden. Het concept ‘Vlaanderen’ levert nauwelijks extra
stemmen op. De core business van
Volksunie en — sinds 1978 — Vlaams Blok was het communautaire, met als einddoel
een onafhankelijk Vlaanderen. De core
business
van N-VA en — sinds 2004 — Vlaams Belang is dat niet meer. Er is
in Vlaanderen geen meerderheid onder de bevolking te vinden voor een splitsing
van het land. Dus wordt de V van Vlaanderen opgeofferd voor andere V’s.
Vreemdelingen. Veiligheid. Verandering (wat dat verder ook moge betekenen).

Toen Vlaams
Blok zich in 1978 afsplitste van de Volksunie, was dat puur vanuit een
radicale, extreemrechtse Vlaamse reflex. Maar het succes van het Blok kwam er
pas met Dewinter, de bokshandschoen en het 70-puntenplan. Met andere woorden:
toen Vlaanderen als hoofdthema naar achteren werd geschoven en de nadruk kwam
te liggen op ‘de’ vreemdeling, en later ‘de’ moslim in het bijzonder. Toen N-VA
in 2003 ternauwernood overeind bleef na desastreuze verkiezingen, zwakte het haar
communautaire eisen af om in kartel te kunnen gaan met CD&V. Nadat het
kartel was geïmplodeerd werd artikel 1 van de statuten weer eventjes benadrukt,
tot het eclatante verkiezingssucces van 2014 — één op drie Vlaamse stemmen — de
partij noopte om weer ‘realistisch’ te worden. De nieuwe N-VA-stemmers wilden
ofwel een hardere sociaal-economische lijn zien (overgelopen rechtse Open
VLD’ers die hun gading niet meer vonden bij de liberale partij), ofwel een
stevigere aanpak van het zogeheten moslimgevaar (Vlaams Belang-overlopers die het beu
waren dat hun stem sowieso verloren ging als gevolg van het ‘cordon
sanitaire’). Het begin van een zeer moeizame spagaat voor De Wever en de zijnen.
Maar door zijn voortdurende staat van genade kon De Wever zich alles
permitteren tegenover zijn brede achterban.

Wat Bart De
Wever in dat ene interview met een Franstalige krant zei, mag dan wel hard
klinken bij Vlaamse onafhankelijkheidsstrevers en -strijders, maar het is de
realiteit: Vlaanderen leeft te weinig als idee. Dat weet de uitmuntende
politieke strateeg die De Wever is, als geen ander. En hij is opportunistisch
genoeg om te beseffen dat je met een zuivere (Vlaamse) ziel geen verkiezingen
wint, dat doe je door een veel grotere gemene deler te vinden én te behouden. De
Vlaamse Volksbeweging is hooguit een klein luisje in een stevige pels geworden.
Vlaamse hardliners als Vuye en
Wouters leven in een cocon, zij denken nog dat het succes van N-VA er is
gekomen dankzij Vlaanderen, terwijl
het bijna ondanks is. Dat V’tje, waar
zowel politici van N-VA als hun achterban graag mee poseren, mag je nu
definitief koppelen aan Veiligheid en (een strenger) Vreemdelingenbeleid, niet
meer aan Vlaanderen. Misschien moet dat artikel 1 van de statuten nu maar eens
aangepast of definitief geschrapt worden.



Dat hij dan teruggaat naar Kraainem

Politiek Posted on za, september 17, 2016 13:02:56

Ik dacht,
ik wacht nog een weekje om een genuanceerd standpunt over het Offerfeest af te
scheiden, en dan met name het rituele slachten van schapen. Maar de
actualiteit, die wacht niet. (Dus, nu toch weer ongenuanceerd: ik vind het niet
kunnen dat levende wezens worden geofferd om een opperwezen, profeet of heilige
schrift terwille te zijn. Ik vind dat barbaars en middeleeuws. Ik was heel even
de held van de tweevingerigen toen ik daarover tweette, omdat ze dachten dat ik
uitsluitend de moslims viseerde, maar ik had het ook over de Joden, die nóg
minder bereid zijn om hierover een dialoog aan te gaan. Ik vind het trouwens ook
niet kunnen dat dieren onverdoofd worden geslacht voor onze vleesconsumptie,
nadat ze bij leven al verwaarloosd en mishandeld werden.)

***

Ik dacht,
ik schrijf dan maar over al die jobs die verloren gaan bij multinationals en
die leiden tot kreten van paniek en verontwaardiging, terwijl het aantal
netto-jobs — volgens mensen die het kunnen of moeten weten — erop vooruit
blijft gaan. Het klinkt nu eenmaal spectaculairder om te melden dat
internationaal bedrijf X 500 mensen ontslaat, dan dat 200 lokale bedrijven elk
drie bijkomende werknemers in dienst hebben genoemen. Kwantiteit vinden we op
een of andere manier belangrijker dan kwaliteit, en dat geldt om een vreemde
reden des te meer in de media.

Overigens:
zullen we al die gunstmaatregelen om multinationals te paaien en hen te
overhalen hier, bij ons, te investeren nu eens parkeren bij de zotte ideeën en
expansieruimte gunnen aan bedrijven van hier? Niet uit een ‘Eigen volk
eerst’-reflex, maar wel omdat die lokale ondernemers in de eerste plaats aan
groei in eigen land denken en die multinationals België alleen maar zien als
een tijdelijk platform, tot ze elders méér gunstmaatregelen ontdekken en de
boel halsoverkop sluiten. Notionele interestaftrek? Een cadeau voor anderstalige
raden van bestuur en ceo’s die niet van plan zijn zich te hechten aan België.
Steek dat geld liever in de lokale economie, die is al broos genoeg. (Maar
hierover schrijf ik dus ook al niet uitgebreid, want toen wurmde een backbencher zich donderdagnamiddag op
het voorplan.)

***

Ik dacht,
ik lees het wel in de krant, wat er nu wel en niet gezegd is door Luk Van
Biesen, federaal parlementslid van Open VLD, na de tussenkomst van Meryame
Kitir, fractieleidster van de sp.a, over de gevolgen van de sluiting van de
fabriek van Caterpillar in Gosselies. Nou, dat viel dik tegen. Dat ging van ‘Ga
terug naar Marokko’ over ‘Dat ge dan maar terug naar Marokko gaat’ tot ‘Als die
mannen allemaal zo gespecialiseerd en performant zijn, dat ze dan naar Marokko
terugkeren en daar gaan werken.’

We hebben
geen privacy meer, als we een url intikken worden we prompt achtervolgd door
marketingacties die ons het beloofde land, euh, beloven (of onze gegevens
jatten, als we argeloos inloggen op een op het eerste gezicht betrouwbare
site), maar in het halfrond van onze democratie, het federale parlement, weten
we dus niet wat een kamerlid precies gezegd heeft. En wat niet. Dan moeten we
liplezers inschakelen, of voortgaan op gekleurde getuigenissen van buren.

Ik baseer
me dan maar even op een kort interview met Meryame Kitir in De Morgen, waarin ze zegt ‘Dat ze teruggaat
naar Marokko’ gehoord te hebben uit de mond van Van Biesen — die overigens
afwisselend ‘Van Biesen’ en ‘Van Besien’ genoemd wordt, vaak in hetzelfde
krantenartikel, nietwaar De Tijd?
Dat-ze-teruggaat-naar-Marokko. Dat kan dus best ook ‘Dat ze teruggaan naar Marokko’ kunnen geweest zijn, en
dan heeft Van Biesen gelijk dat hij niet Kitir persoonlijk viseerde, wat zijn
uitspraak allesbehalve minder erg maakt, integendeel. Begrijpelijk dat heer Van
Biesen — nog onder invloed van de pousse-cafés
van de uitgebreide lunch, die middag? — zich in allerlei bochten wrong in een
merkwaardige stukje televisie in Terzake,
waarin hij zich nogmaals uitgebreid verontschuldigde voor iets wat hij naar
eigen zeggen niet gezegd had. Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar ik
verontschuldig mij nóóit voor dingen die ik niet gedaan heb. Ik ben niet gek. (Waarmee
ik niet wil insinueren dat Van Biesen dat wél is, het spijt me mocht u tot die
voorbarige conclusie komen na het lezen van voorgaande zin.) Het bochtenwerk
lag Van Biesen niet, hij raakte niet opnieuw op een recht stuk weg. Hij spinde
drieënhalve keer rond zijn as en reed dan in de verkeerde richting het circuit
weer op. Dan ga je onvermijdelijk botsen.

Als hij
‘dat ze teruggaat naar Marokko’ heeft gezegd, dan is dat een diepe belediging
voor Meryame Kitir, die 36 jaar geleden in Maasmechelen werd geboren. Dat Kitir
zijn excuses aanvaardde, was dan ook grootmoedig. Vergevingsgezindheid van
slachtoffers maakt altijd meer indruk dan verontschuldigingen van daders. Zeker
als die dader zoals in dit geval stamelend poogt met losstaande woorden
samenhangende zinnen te brouwen, iets waar hij niet in slaagde.

Als hij
‘dat ze teruggaan naar Marokko’ heeft gezegd, dan is dat een diepe belediging
voor al wie Marokkaanse roots heeft en in dit land woont, meestal dan nog met
de Belgische nationaliteit. Of je dat nu wilt of niet: mensen van bij ons. Daar
zitten goede zielen tussen, sympathieke mensen, maar ook doortrapte
slechteriken, religieuze fundamentalisten, terroristen zelfs. Maar wel: van bij ons. Als het algemeen, maatschappelijk
uitgangspunt wordt dat werklozen die een andere afkomst hebben dan maar werk
moeten zoeken in het land van hun voorouders, dan zijn we heel ver heen. Dan
voeren we meteen een aantal ziekelijke ideeën uit het vermaledijde zeventigpuntenprogramma
uit. Tel uit je winst, Vlaams Blok/Belang!

***

Van mij
moet Van Biesen niet hangen: noch letterlijk, noch figuurlijk. Dat is een
interne zaak van de Open VLD, die zullen zijn vleugels wel afknippen tegen de
volgende verkiezingen. Maar het moet voor de Van Biesens van deze wereld —
democraten die zich beroepen op ‘Ik ben geen racist maar…’, om vervolgens
verbaal loos te gaan tegen mensen met een andere huidskleur — duidelijk zijn
dat dit meerdere bruggen te ver is.

Ik lees
vandaag in verschillende kranten dat we nu tenminste alert reageren op racisme.
Dat we en masse in actie schieten om
Van Biesen & co terug te fluiten. O ja? Wat dan met al die stemmen die
vinden dat het allemaal nog zo erg niet was, wat Van Biesen zei, of die
meezingen met het blanke koor dat zopas ‘Dat ze dan teruggaan naar Marokko’
aanhief? Wat ik merk is allesbehalve eensgezindheid, maar eerder een toenemende
polarisatie. In de ene hoek: zij die racisme relatief vinden of zelfs best oké.
In de andere hoek: zij die racisme meer dan ooit willen bestrijden. Ergens in
het midden: de zwijgende massa. Het is niet omdat het nu opiniestukken regent
tégen de uitlatingen van Van Biesen, dat het probleem is opgelost. Tegenover
elke scherp veroordelende opinie staan twintig goedkeurende reacties op een lezersforum.

***

Ach, hij is
dan toch één keer in zijn politieke carrière trending geweest, die Luk Van
Biesen. Dat hij blijkbaar ook z’n verdiensten heeft als begrotingsdeskundige,
zijn we alweer vergeten. Zo gaat dat, met domme uitspraken. Ze klinken veel
luider dan al dat stille werk in een muf bureau. Nóg luider klinkt de maatschappelijke veroordeling, ongenuanceerd en grof verwoord. Als hij daar niet tegen kan,
dat hij dan teruggaat naar Kraainem.



Gezocht: politici (m/v) met een visie

Politiek Posted on zo, augustus 28, 2016 13:25:22

Ik lees in
horten en stoten de Memoires van
Jean-Luc Dehaene. Ik lees ook het interview met Karel De Gucht in De Standaard. Twee brokken lectuur om
depressief van te worden. Niet omdat de heren — de ene wijlen, de andere springlevend
maar politiek wijlen — niets te zeggen hebben of onzin uitkramen, wel
integendeel. Ze hebben/hadden nog juist wél iets te zeggen. De ene al kordater
dan de andere, de andere al omfloerster dan de ene. Maar allebei vanuit een heldere
visie op de samenleving en vertrekkend vanuit een duidelijke ideologie. En net
daarom steken ze zo schril af tegen de schreeuwlelijkerds die ons land vandaag
moeten bestieren, of dat nu federaal dan wel regionaal is.

De huidige
generatie politici is bijna zonder uitzondering bezig met de eerstvolgende
verkiezingen. Wat moeten we doen om (a) populairder te worden bij de massa en
(b) onze huidige kiezers niet af te stoten? Vandaag is dat mirakeloplossing X,
morgen geweldige vondst Y, overmogen briljante ingeving Z. Er zit geen lijn in,
er zit geen idee achter. Ze doen maar wat, in functie van de volgende poll en
in bange afwachting van de enige poll die er werkelijk toe doet: de
verkiezingen. Gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018, als voorafje, gevolgd
door een zoveelste moeder aller verkiezingen in het voorjaar van 2019. Over
bijna drie jaar, zult u denken. Over minder dan drie jaar, denken zij. En ze
panikeren al een beetje. En ze denken: wat moeten we doen om ons in de volksgunst
te werken? En ze denken vooral níet: waar willen we met deze samenleving naartoe?

***

Hapsnapbeleid
is de regel geworden, niet de uitzondering. Neem de boerkini-discussie. Mensen
die zich begin 2015 achter de hashtag #jesuischarlie verschuilden, hebben
Charlie de voorbije weken ten grave gedragen. Het was een korte plechtigheid bij een anoniem graf. Doe maar een onsje van die
vrijheid van meningsuiting, als het aan ons ligt. Krab nog maar een laagje van
de privacy van de mensen, ach, ze merken dat toch niet, met Facebook en zo. Zeg
maar iets stoers in de media, klinkt het niet dan botst het wel. Het probleem
is echter niet dat badpak voor moslima’s — dat onmiskenbaar ontworpen is vanuit
een vrouwonvriendelijke interpretatie van een religieus boek —, maar wel dat
die sowieso al onderdrukte vrouwen nu ook hier uit het openbare leven geband zullen
worden als er een verbod komt. We kunnen het erover eens zijn dat hun mannen
schuldig zijn, maar de luidste roepers beseffen niet dat die vrouwen zo een tweede
keer slachtoffer worden. Mag ik dat vreemd vinden?

Alle
redelijkheid is zoek. Een moslimvrouw die met iets meer kleren dan op die plek gebruikelijk is op het strand lag, werd door overijverige
Franse politieagenten tot strippen gedwongen. Een vrouw die in monokini lag te
zonnebaden, werd aangevallen door ruziestokers. Zie je wel, achterlijke
moslims, las je seconden later al op Twitter, de Speakers’ Corner voor luitjes
die onvoldoende welbespraakt zijn om zich naar Hyde Park te begeven. Tot bleek
dat de daders niet eens van Maghrebijnse of Arabische origine waren. Euh, ja,
erg hé van die vrouw, maar het gebeurt hé, bon,
ça passe
..

Dat de sp.a
eergisteren Ahmet Koç uit de partij zette — een man die de voorbije jaren schaamteloos
de autocraat Erdogan verdedigde, hoe belandt zo iemand in hemelsnaam bij een
sociaal-democratische partij? — gaf me heel even een goed gevoel, eindelijk: een consequente beslissing!, maar dat
verdween al snel bij het herlezen van het interview met John Crombez in De Standaard. En dan niet alleen omdat
het kortzichtig en naïef is om te proberen scoren op het favoriete terrein van
andere partijen (dat win je nooit!), maar vooral omdat het voor de zoveelste
keer getuigde van een maatschappijvisie die uitgaat van het conflictmodel, en
niet het consensusmodel. (Ja ja, ik ben zo’n naïeve linkse die vindt dat we
oplossingen moeten zoeken, geen problemen veroorzaken, en, ja, ik besef dat
gewapende idioten, met of zonder religieuze drijfveren, niet door een
vriendelijk gesprek zullen ophouden.)

***

‘Als de
wereld al naar de verdoemenis gaat, zal het door een gebrek aan zin voor humor
en zelfrelativering zijn,’ tweette ik op 22 juli, en ik voegde er de hashtags
#Erdogan #Trump, #Poetin en #IS aan toe. Ik wil die tweet nu aanvullen met: ‘en
een gebrek aan visie’. Erdogan heeft geen visie, hij wil gewoon zoveel mogelijk
macht vergaren en een schrikregime installeren. Dat heilige schrift is daarbij
slechts een handig excuus. Idem dito voor Poetin en IS. En Trump, ach Trump:
het is erg gesteld met de Amerikaanse samenleving als de neighborhood bully niet meer alleen kan toeslaan op de speelplaats,
maar ook in aanmerking komt om de machtigste politicus van de wereld te worden.

En bij ons?
Ook hier heerst het opportunisme, de waan van de dag, het adagium ‘Leg liever
één stoere verklaring af die nergens op slaat maar wel goed klinkt, dan
eventjes geen commentaar te geven’. ‘Geen commentaar’, herinnert u zich dat
nog? Het favoriete stopwoord van Jean-Luc Dehaene. Tegenwoordig is dat ‘Altijd commentaar’ geworden. Politici moeten voorkomen
dat er brandjes ontstaan in de samenleving. Ze moeten een symbolisch brandweerkorps
installeren dat voldoende middelen krijgt en oplossingsgericht werkt. Helaas, leidinggevende
politici zijn vandaag zelf pyromanen. Het publiek houdt van Game of Thrones in het echt, ze willen
vuur en passie zien, geen beredeneerdheid of, godbetert, langetermijnplannen.
De lange termijn is mórgen geworden. Geef het volk wat het wil, is het domste
wat politici kunnen doen, want dat volk is zo wispelturig als het weer in dit
land.

Ik wou dat
Karel De Gucht opnieuw gehoord werd in de Melsensstraat 34. Ik wou dat Louis
Tobback zijn knarsende stem iedere maandagochtend liet horen op de Grasmarkt,
al laat hij dan best uitspraken als die van die meeuwen op een stort
achterwege. Ik wou dat Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens nog regelmatig kwamen
spoken in de Wetstraat, en dat Hugo Schiltz een beetje (mede)menselijkheid binnen
de Vlaamsnationalistische gelederen kon doen terugkeren, ze kunnen het
gebruiken daar in de Koningsstraat.

***

Waar zijn
ze, de politici die beschikbaar zijn voor de media, maar zich niet door hen
laten leiden (en verleiden tot straffe uitspraken)? Waar zijn ze, de politici
die een visie hebben voor 2030, 2050 en misschien wel 2100, en die niet alleen
geïnteresseerd zijn in 29 augustus 2016 of de eerstvolgende poll? Waar zijn ze,
de staatsmannen die zich boven het partijpolitieke gekrakeel durven te zetten
en in eerste instantie denken aan het belang van het land en niet alleen dat van
hun eigen achterban?

Vroeger was
het beter, ik vind het een verschrikkelijke schijtuitspraak. Maar niet in de
politiek. Helaas, niet in de politiek.



(D)Emocratie

Politiek Posted on za, juli 23, 2016 12:37:12

Soms
overvalt het mij: de gedachte dat democratie niet voldoet. Zoals die ochtend na
het brexitreferendum. Het was zwoel en het zou die dag 38 graden worden in
Firenze, waar we in de buurt verbleven. Een stel hardnekkige muggen had ons de
hele nacht auditief gezelschap gehouden, en daar bleef het niet bij, aan de gigantische
ovalen rode vlekken op onze armen en benen te oordelen. Vierentwintig uur later
zouden we weer huiswaarts vertrekken, dat was balen. Ik wil het niet als excuus
inroepen, maar misschien was die veel te korte nacht in veel te warme
omstandigheden op het eind van de vakantie er wel de oorzaak van dat ik dacht: fuck democratie. Stomme Britten! Zelfs
in een land waar er stemrecht is, geen kiesplicht, verknoeien
ongeïnteresseerde, slecht geïnformeerde kiezers het nog, hoe is het mogelijk? Zouden
we niet beter af zijn met een verlichte dictator?

Zulke
gedachten verdwijnen gelukkig redelijk snel. Dan doemt die oneliner op van
Winston Churchill, de grootste Brit aller tijden, verre van mijn favoriete
politicus uit de wereldgeschiedenis, maar wel een man van soms wijze en vaak
spitse woorden: democratie is de slechtste vorm van regeren, op alle andere na.
Hoe luid politieke partijen en hun vertegenwoordigers ook roepen dat er geen
alternatief is voor hun ideeën of hun beleid, ze dwalen: dat is er wel. Behalve
voor de democratie zelf. Er gaat niets boven.

Luister
niet naar hen die nog altijd met de oude Fidel uit Cuba dwepen: een volksheld
die een corrupt regime omverwierp, maar daarna zelf een parodie werd op de
oorspronkelijke idealen van zijn medestanders. Er waren zelfs hele slimme,
linkse mensen die in 1979 juichten dat de sjah van Iran verdreven was. Leve
Khomeiny! Tja… Iets met kiezen tussen pest en cholera. Er zijn tal van
voorbeelden te vinden die duidelijk maken dat alleen democratie goed is voor
het volk.

Maar wat
als dat volk de democratie zelf verknoeit? Zoals de Britten, die met een kleine
meerderheid stemden om uit de Europese Unie te treden, maar waar een aantal
kiezers achteraf snel verklaarde dat ze dat zo niet hadden bedoeld. Was het
maar om te lachen of zo? Nigel Farage vluchtte weg van het podium dat hij in de
aanloop naar het referendum had gebruikt om de EU te vervloeken, Boris Johnson
dook eerst politiek onder om vervolgens opgevist te worden als minister van
Buitenlandse Zaken, zowaar een promotie voor een lafaard. Monty Python in het
House of Parliament’s Flying Circus.

Of neem nu
de Turken, die Recep Tayyip Erdogan in twee keer tot alleenheerser uitriepen,
door zijn AKP-partij bij de recentste presidentsverkiezingen een absolute
meerderheid te gunnen (maar gelukkig geen twee derde meerderheid, anders kon
hij zichzelf tot ver voorbij zijn dood grondwettelijk verankeren als
statsleider). Sindsdien gedraagt Erdogan zich nog meer als een autocraat dan in
de tien jaar dat hij premier was van het land.

In november
2006 was ik in Istanboel aanwezig op een congres van journalisten uit de hele
wereld. Op de tweede dag kwam de premier een toespraak geven, waarna er vragen
mochten gesteld worden vanuit de zaal. De speech was onnoemelijk saai en
nietszeggend, het kan aan de voorzichtige tolk gelegen hebben, al was ook de intonatie
van de Turkse premier nogal slaapverwekkend. De eerste vragen waren
voorspelbaar, allicht door de entourage van Erdogan ingefluisterd bij
zorgvuldig aangeduide vazallen, die brave, bijna vrijblijvende dingen vroegen,
waarop de zaal het antwoord zo al kon raden. Tot er plots een klein mannetje
opstond, die zich voorstelde als een Armeense journalist. Hoe zat dat ook
alweer met die genocide in 1915, meneer de premier? De priemende blik van
Erdogan naar dat mannetje zal ik nooit vergeten. If looks could kill… Daarop consulteerde de getergde
machtspoliticus het groepje medewerkers achter hem, waarop een woordvoerder de
zaal droog mededeelde dat onze tijd erop zat. Andere verplichtingen, u kent dat
wel, de wereld buiten wacht niet.

***

De mislukte
militaire coup van vorige week vrijdag verdeelde de wereld. Hele slimme mensen,
dit keer zowel van links en van rechts als daartussenin, vonden het jammer dat
de staatsgreep mislukt was. Allicht dezelfden die een paar jaar geleden
juichten toen het democratisch verkozen regime van de religieuze fanaticus
Morsi in Egypte verdreven werd door het leger onder leiding van generaal Sisi.
De vraag is of het leven voor de doorsnee Egyptenaar zoveel verbeterd is
sindsdien. Maar een nog belangrijkere vraag: wat doet ons hier, in het o zo
slimme westen, besluiten dat de democratie hier superieur is aan de democratie
ginder? Aan welke objectieve maatstaven meten we dat af?

Zowel Morsi
als Erdogan zijn verkozen door het volk. Moeten we dat dan niet meer
respecteren? Morsi werd al snel onderbroken toen hij de scheiding van kerk en
staat ongedaan wilde maken en de wetten van het geloof boven die van de natie
begon te plaatsen. Erdogan heeft al meer tijd gekregen dan zijn Egyptische
evenknie en door het mislukken van de coup krijgt hij nu carte blanche. Of
althans: hij maakt van de verwarring gebruik om dingen door te drukken waarover
hij in andere omstandigheden jaren zou zetten. De klok wordt in Turkije honderd
jaar teruggedraaid. Dat kun je betreuren — ik doe dat ook — en je kunt dat
volk minstens een heel klein beetje achterlijk noemen dat ze dat legitimeren in
de stembus en op straat, door hun steun te betuigen aan Erdogan, maar worden we
ook niet geacht dat te respecteren? Als een volk zichzelf de verdoemenis
instemt en die keuze mordicus blijft verdedigen, is dat dan niet een weliswaar
minder prettig, maar desalniettemin aanvaardbaar gevolg van de democratie, een
systeem dat — zo wist Churchill al — allesbehalve perfect is?

***

Bart
Eeckhout schreef twee weken geleden een confronterend essay over de kromme
redeneringen die je vooral bij links aantreft: ‘Waarom we de IJslandse
volksziel schattig vinden en ons schamen voor Vlaamse vlaggen’. In het
beoordelen van nationalisme wordt een dubbele moraal gehanteerd, beweerde
Eeckhout. Vlaams Belang en N-VA vinden we vies, het links georiënteerde
Catalaanse of Schotse nationalisme sympathiek. Tot daar de rechtse
nationalisten de bovenhand halen, natuurlijk, want dan is dat nationalisme
plots weer verderfelijk. Terwijl je nationalisme altijd en overal op dezelfde
manier zou moeten bekijken.

De wijze
waarop intellectuelen nu naar Turkije kijken, is sterk vergelijkbaar daarmee.
Ze geloven in de democratie, tot de uitslag van de stembusgang verwerpelijk is
en de verkozen president een loopje neemt met westerse waarden en normen (wat
ie ook daadwerkelijk doet, overigens, maar je kunt je ook afvragen of onze
waarden en normen overal en in alle omstandigheden wel zo superieur zijn). Dan
wordt zelfs een staatsgreep een toegelaten middel. Dan mag dat domme
klootjesvolk een lesje krijgen. Burek van eigen deeg. Die manier van denken
neigt naar het oude kolonialisme, het is typisch westers-paternalistisch. Wij weten het beter, zij moeten zich maar aanpassen. We
vergeten dan even dat democratie een westers exportproduct is, dat zonder al te
veel uitleg door de strot wordt gedrukt van andere continenten en vaak volop
mismeesterd wordt door personages die ‘we’ zelf de hoofdrol hebben gegeven in
de operette van hun land

***.

Erdogan is
een potentaat: een man van de absolute macht, die bewijst dat absolute macht
absoluut corrumpeert. Daar twijfel ik geen seconde aan. Een man die het niet
verdient dat er nog maar overwogen zou worden om Turkije eerlang op te nemen in
de Europese Unie. Geen denken aan. Een man die vorig jaar door luie politici
opeens tot bondgenoot werd uitgeroepen om die lastige vluchtelingen ginder te
houden. Daarvoor deugde Erdogan dan weer wel. Het zegt veel over de Europese
leiders dat ze hem als een volwaardige gesprekspartner beschouwen in humane
kwesties wanneer we zelf de overlast buiten onze deuren willen houden. Ach,
mensenrechten, wie ligt daar nu wakker van?

Wat Europa
nu moet doen, is Erdogan isoleren, hem op zijn ondemocratisch gedrag wijzen,
hem duidelijk maken dat democratie ook betekent: rekening houden met de
minderheid, bestaande overeenkomsten met hem opblazen, alle diplomatieke wegen
bewandelen om de veranderingen die Erdogan op heel korte tijd wil doordrukken
tegen te houden. En hier ter plekke: de Erdoganaanhangers intomen.

Maar tussen
de vaststelling dat Erdogan zich allesbehalve democratisch gedraagt — ik deelde
zelf gisteren op Facebook een GIFje waarin je het gelaat van Erdogan via een
hakenkruisfantasietje ziet overgaan in dat van Hitler en, ja, ik zie hem echt
wel als een mini-Führer, zij het vooralsnog zonder diens tomeloze
internationale ambitie — en het voorbarige gejuich om het bijna-afzetten van de
pasja, ligt de droge constatering dat de meerderheid van de Turken hem in een
van zijn peperdure paleizen wil zien wonen en zal juichen als hij vanaf zijn
balkon wat algemeenheden prevelt.

En, ja, ik
besef het zeer goed: de ultieme consequentie is dan dat de democratie wordt
uitgehold door figuren die dankzij die democratie aan de macht zijn gekomen. Dat
je pas internationaal een vuist kunt maken als een man van wie je op voorhand
al wist dat hij onbetrouwbaar is, ná de verkiezingen de boel belazert. Maar wat
is het alternatief? Een internationale jury die beoordeelt of een democratisch
verkozen politicus of regering wel mag regeren? “Nee, we vertrouwen u
niet, volgende kandidaat. Niemand? Nieuwe verkiezingen dan!” Moet politiek
een beetje Idool of X-Factor worden? Of, godbetert, het
Eurovisiesongfestival? En dan nog: wie gaat die onafhankelijke jury
samenstellen? Ha!

***

Schaffen we
dan best het volk af, als de verkiezingsuitslag ons niet bevalt, zoals Bertolt
Brecht ooit plagerig suggereerde? Dan kun je beter meteen de hele democratie op
de schop gooien. Stel je maar even voor dat Trump verkozen wordt, het is niet
ondenkbaar. Het zal mij er niet van weerhouden om zijn kiezers achterlijk te
noemen, maar ik zal ook de eerste zijn om de Amerikaanse democratie te
respecteren. Democratie en dommecratie zijn quasi anagrammen.

Moeilijk,
zéér moeilijk. Als overtuigde democraat vind ik dat we ons niet te bemoeien
hebben met het Turkse regime, tenzij de mensenrechten er met de voeten worden
getreden, wat nu duidelijk het geval is. Als intellectueel vrees ik de verdere aftakeling van de strikte
scheiding tussen kerk en staat, die nog redelijk pril is in Turkije. Als mens
betreur ik wat de Turk in de straat nu overkomt: een schijndemocratie die door
een meerderheid van zijn lotgenoten is mogelijk gemaakt. Als afstandelijk pseudo-analist
stel ik vast dat het verschil tussen democratie en emocratie inderdaad maar één
letter is.



C’est le courage qui compte

Politiek Posted on za, april 30, 2016 13:02:28

C’est le courage qui compte. Het kunstwerk van de Fransman Ben
Vautier — Ben voor de kunstliefhebbers — hing zo prominent achter het
spreekgestoelte dat je niet eens moest nadenken of er een bedoeling achter zat,
toen enkele tellen later Annemie Turtelboom haar ontslag als minister in de
Vlaamse Regering kwam aankondigen. Het is de moed die telt, de boodschap was
duidelijk. Vrij vertaald: Turtelboom was in haar eigen ogen zo moedig geweest
om een energieheffing op te leggen omdat er in de vorige regeringen financiële
kraters waren geslagen.

Dat Tom De
Meester, de bijdehante energiespecialist van PVDA, daar de term ‘Turteltaks’ op
kleefde en de minister die scheldnaam vervolgens als een geuzennaam probeerde
te omarmen, werd haar niet in dank afgenomen, te beginnen in het eigen blauwe
fabriekje. In onze ‘Perceptie is realiteit’-samenleving overleef je dat niet.
Tenzij je een olifantenhuid hebt, incontournable bent in je eigen partij of op
handen wordt gedragen door een flink deel van de bevolking (of een combinatie
van de drie). Annemie Turtelboom stond gisteren heel alleen op dat podiumpje.

***

Is het de
moed die telt? Ik wil het graag geloven, maar ik aarzel heel sterk. Was het
moedig van die 77-jarige priester uit Kortemark om de islam als godsdienst in
vraag te stellen en de profeet Mohammed af te schilderen als verkrachter,
moordenaar en dief? Wat is de waarde van zulke woorden uit de mond van iemand
die al zevenenzeventig jaar een denkbeeldig opperwezen aanbidt, maar wel pronkt
met het debiteren van ‘De Waarheid’. Of, zoals de onvolprezen columnist Jan
Devriese vandaag in Het Laatste Nieuws
schrijft: “Zegt een man die al decennialang aan de mensen voor waar
vertelt dat Jezus over water wandelde, water in wijn veranderde, lammen liet
lopen en — aan de vooravond van z’n gruwelijke kruisdood — een afgehakt oor
herenigde met het hoofd van de rechtmatige eigenaar”. Touché. We mogen courage vooral niet verwarren met stupidité, denk ik dan.

***

Sta me toe
zelf even een onsje moed te hebben en een medeburger moed in te spreken, ook al
werd die de voorbije dagen verketterd, uitgelachen en gekleineerd, en kreeg ie
— in het beste geval — een sausje vol medelijden over zijn eenvoudig lijkende
merkkleren gegoten. Het was weer
Couckenbak
, maar dit keer klauterde de genaamde Coucke, Marc niet op een
podium om een schlager op zijn publiek los te laten.

Ik weet
het, als u terugbladert op deze blog vindt u op 8 november 2014 een nogal
vileine ‘Open brief aan Marc Coucke, succesvol ondernemer’, waarin ik hem enerzijds
feliciteerde met zijn deal — de verkoop van Omega Pharma aan Perrigo — en anderzijds
hekelde dat hij niet alleen weinig of geen belastingen moest betalen op de
opbrengsten van die verkoop, maar ook nog eens scherp uithaalde naar de
inefficiënte overheid. Deze week zat de voetbalvoorzitter te juichen om twee
zeges op een rij in de play-offs en de ondernemer te wenen in een hoekje omdat
hij eerst uit de raad van bestuur van Perrigo en daarna uit zijn eigen bedrijf
werd gezet. Kijk, dan ga ik zo iemand niet extra in de zeik zetten, maar voel
ik mededogen.

Moed, dat
heeft Marc Coucke wel. En ik hoop oprecht dat de ondernemer snel weer opstaat
en gaat doen waar ie zo goed in is: ondernemen. De Vlaamse economie kan Marc
Coucke goed gebruiken, veel meer dan dat de Belgische voetbalwereld dat doet.
Van KV Oostende een ku(n)stmatig semi-topclubje maken, een weireldploegsje, is maatschappelijk irrelevant. Dus, hoop ik dat
Coucke zijn 1,2 miljard en wat centiemen nu vooral steekt in het stimuleren van
het ondernemerschap: dat van hem en dat van anderen. In een bedrijfswereld die
geregeerd wordt door kortzichtigheid en kortetermijnwinstbejag (denk aan de op
het voorhoofd van de Perrigo-bestuurders getatoeëerde ‘Greed is good!‘-leuze) kunnen we een lefgozer mét visie gebruiken.

***

Getuigt wat
Isabel Albers doet, overstappen van De
Tijd
naar Het Laatste Nieuws, van
courage? Of doet ze het voor de poen,
de serieuze zakenkrant verlaten om naar de platpopulistische sensatiegazet
gaan? Dat zeg ik niet, voor alle duidelijkheid, dat kon je afleiden uit talloze
reacties op de sociale media, alsof Albers nu voor The Dark Side had gekozen. Vreemd toch dat in dit tijdsgewricht de job van
hoofdredacteur nog altijd geassocieerd wordt met één medium. De tijd dat de man
het blad en het blad de man was (Guy Mortier, Humo) is met het pensioen van de man in kwestie definitief verleden
tijd geworden.

Hoofdredacteuren
zitten niet langer voor het leven op hun stoel, of voor de laatste twintig jaar
van hun carrière. Zo werken de media niet meer, mocht ik zelf aan den lijve
ondervinden in de elf jaar dat ik op drie verschillende plekken budgetten mocht
beheren, mensen aansturen en PowerPoint-presentaties maken, ondertussen gretig naamkaartjes
uitdelend met daarop de ronkende titel ‘Hoofdredacteur’. One (wo)man, one job, is echt niet meer van deze tijd, en het
verschil tussen Het Laatste Nieuws en
De Tijd is niet zó groot als alom
beweerd wordt (en tegelijk toch ook weer niet zo klein, maar dit geheel
terzijde).

De
hoofdredacteur van vandaag is een professional geworden, hij of zij is al lang
geen ideoloog meer, of iemand met een missie: het is een job als een andere.
Goede moed, Isabel!

***

Ook nog deze week in het nieuws: Jo Cornu die aankondigt dat hij voortijdig zal opstappen als NMBS-baas (moedig?), een wetsvoorstel van een oppositiepartij om de pensioenleeftijd van parlementsleden gelijk te stellen met die van de gewone burgers dat wordt weggestemd door de regeringspartijen en prompt gecounterd met een eigen wetsvoorstel van de kamervoorzitter in hoogsteigen edelachtbare persoon, en een senator van de grootste partij van het land die beweert dat hij ‘geen druk’ heeft uitgeoefend op een hotelschool die Dyab Abou Jahjah had uitgenodigd op een evenement voor het goede doel. Nu durft die meneer Jahjah weleens luid te roepen, beledigende taal te hanteren en ongenuanceerde standpunten in te nemen, maar net zogoed schrijft hij lezenswaardige columns en maakt hij gewoon gebruik van de grondwettelijk verankerde vrijheid van meningsuiting. ‘Geen druk’, zegt de senator, terwijl hij Abou Jahjah in die bewuste brief een ‘haatprediker’ noemt. “Deze man een forum geven, in deze tijden, lijkt me bepaald geen goed idee”, schrijft de toekomstige kandidaat-burgemeester van de stad waar ook de hotelschool gevestigd is. Geen druk? Dat is dreigen dat je later, als je de sleutels van de bulldozer hebt, over de anderen heen zult rijden. Als je
erover nadenkt is het in de politiek heel vaak niet de courage qui compte. Eerder de hoogmoed. En die komt vóór? Jawel.



#Boehmermann

Politiek Posted on za, april 16, 2016 12:13:48

Ik tik deze
woorden op het klavier van mijn desktop computer. Alles eerst in het klad op
papier schrijven heb ik nooit gedaan. Het definitieve resultaat in kroontjespen
op perkament krassen, gebeurt evenmin. Ik heb namelijk een zeer lelijk handschrift.
Zó lelijk dat het aandoenlijk wordt in al zijn onleesbaarheid. Ook voor mezelf,
trouwens. Als ik een telefonisch interview doe en inderhaast wat quotes (in
hoofdletters!) noteer, dan moet ik die binnen het half uur in een Word-document
gieten, anders is de helft onbruikbaar. Het handschrift van een huisarts met
Parkinson die, rechtstaand op een overvolle bus die plots vol in de remmen gaat,
een stevige por in de rug krijgt van een vallende passagier, terwijl hij net
een medicament aan het voorschrijven was met zijn linkerhand, hoewel hij eigenlijk
rechtshandig is. Zoiets.

Tekenen kan
ik ook al niet. Ik bedoel dan niet ‘handtekenen’, want dat lukt nog net wel,
zij het dat ik er maar niet in slaag om op tien documenten minstens twee
identieke handtekeningen te produceren. Ik heb het over figuurtjes tekenen. Wat
een cartoonist kan, kan ik niet. Het zit in mijn hoofd en de tekstballonnen
vullen zou nog wel lukken, maar de rest… Hopeloos. Daarom zeg ik maar even
met woorden hoe ik cartoongewijs zou reageren op de mededeling van Frau Merkel
dat Herr Erdogan gerust de grofgebekte Duitse satiricus Jan Böhmermann mag
vervolgen vanwege het beledigen van een buitenlands staatshoofd. Dat zou zo
gaan…

***

Links, een
geit. Om het iets te bolle lijf een Duitse vlag gedrapeerd. Het gezicht herken
je uit de duizenden: de Duitse bondskanselier. Haar ogen zijn dichtgeknepen. Ze
heeft pijn. Ze puft, want dat zie je aan de stoom die uit haar muil komt. (Het
is een geit, dus die ‘muil’ is niet beledigend bedoeld, buitenlands staatshoofd!)
Deze vrouw, pardon: geit, lijdt. Dat rijmt, maar is verder niet belangrijk. Uit
haar kont druppelt een beetje bloed.

Achter haar
staat een knalrode figuur. En ook: in
haar. Horentjes op het hoofd, klauwen, bokkenpoten, een lange staart die
uitmondt in een soort vijgenblad. In zijn linkerhand een drietand, waarmee hij
in de zij van de geit, en dus ook de Duitse driekleur, port. In zijn rechterhand
een stapel bankbiljetten, verfrommelde euro’s, het zijn er zo te zien heel veel.
Op zijn linkerzij staat een tatoeage. ‘Erdosatan’, kun je aflezen. De grijns op
zijn gelaat verraadt dat hij deze dominante houding best prettig vindt, het
ultieme orgasme nabij. Uit zijn mond komt een rode walm met daarin een witte kwartmaan en een witte ster. Tekstballon: “Ha Angela, ich schaffe das!”

Boventitel:
‘Recep(t) voor vernedering’.

***

Hashtag
Boehmermann. Want zo’n umlaut leest blijkbaar moeilijk in een tweet.



Omslag

Politiek Posted on vr, maart 25, 2016 15:42:48

De rook is
nog altijd niet om ons hoofd verdwenen, dus ontsnapt een uitspraak al weleens
aan de aandacht die hij eigenlijk zou verdienen. Minister van Justitie Koen
Geens zal er niet rouwig om zijn. Gisteravond zat hij zij aan zij met zijn
collega van Binnenlandse Zaken Jambon in Terzake.
Niet omdat ze dat zo graag deden — steeds vaker laten politici zich uitnodigen
om een goed voorbereide boodschap te brengen, steeds vaker geven ze niet thuis
als ze weten dat ze netelige vraagstukken voorgeschoteld zullen krijgen — maar
omdat het niet anders kon, na een dag vol warrige communicatie, hele en halve
leugens, geruchten en misverstanden. Aan de bitsige toon van hun antwoorden
viel op dat ze minder cynisch (Jambon) en ironisch (Geens) waren dan normaal.
En toen zei de doorgaans zo bedachtzame en in heel veel woorden weinig zeggende
Geens over Ibrahim el Bakraoui, de man die er ondanks Turkse waarschuwingen in
was geslaagd maanden onder de radar te blijven: ‘Dit was maar een van de
daders, en zeker niet de meest ondernemende in dit team. Hij was niet de spil’.

Ik proefde
de woorden. Ze gaven een vieze nasmaak. Ze waren in alle opzichten fout. Wat
zullen de nabestaanden van de twaalf dodelijke slachtoffers in Zaventem — dinsdag het actieterrein van El Bakraoui — samen
met de familieleden en vrienden van diegenen die nu nog vechten voor hun leven,
daarvan vinden? ‘Niet de meest ondernemende’? Mmm. Het deed me — in totaal
verschillende omstandigheden en zonder de persoonlijke betrokkenheid — denken
aan het relatietje van Vangheluwe.
Het minimaliseren van de feiten, gevoelloos wegdribbelen van slachtofferleed, woorden
uitspreken die de zaak alleen maar verergeren: zeer herkenbaar allemaal. In
tegenstelling tot de Brugse schurk in het lange zwarte gewaad geloof ik niet
dat Geens dit meent. Hij lijkt me een oprechte man, zonder veel
tierlantijntjes, rechtuit: kan moeilijk anders voor een Beerschotsupporter. Ik
zie het als een slip of the tongue
die anders zo gretig in cheek praat.
Maar wel een heel pijnlijke uitschuiver.

Moeten
Jambon en Geens opstappen? Sta me toe het antwoord even in het midden te
laten. Er werd in editorialen en duidende artikels verwezen naar hun voorgangers Vande Lanotte en De Clerck, die
in 1998 hun ontslag indienden omdat Marc Dutroux een paar uur spoorloos was.
Vader Tobback deed een paar maanden later hetzelfde na de dood van de
uitgewezen asielzoekster Semira Adamu, die stierf aan de gevolgen van een combinatie
van een spijtig ongeval en te veel testosteron bij haar bewakers. De drie ministers
hadden hun lessen getrokken uit een voorval van zeven jaar voordien, toen een
Palestijnse terrorist vrij rondliep in Brussel met een geldig visum en de
toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Mark Eyskens, hooghartig riep: ‘In
elk ander land zou ik ontslag nemen, maar niet in dit apenland’.

Nogmaals:
ik roep niet op tot het ontslag van Jambon en Geens, maar vergeleken met de
gevolgen van de flaters die werden gemaakt in het dossier-El Bakraoui was de
korte uitstap van Dutroux slechts een ‘fait divers’ (copyright: Freddy Thielemans).
Hoogst vervelend, maar er zijn geen 32 slachtoffers gevallen. Zo’n politieagent
die even niet goed oplet (Dutroux) of een stel rijkswachters die hardhandig te
werk gaan (Adamu), het zou niet mogen zijn, maar in dit IS-tijdperk is het totaal
onbegrijpelijk dat criminelen niet van nabij worden opgevolgd.

***

Eerder dan
een ontslag, hebben we in dit land nood aan een omslag. Nee, geen enveloppe, die stiekem met flink wat
bankbiljetten onder tafel wordt geschoven om een ambtenaar om te kopen, maar
een radicale ommekeer in de aanpak van en door onze veiligheidsdiensten. In de tijd
van Dutroux en Adamu was er nog een hevige guerre
des flics
aan de gang: gerechtelijke politie, rijkswacht en gemeentelijke
politie streden in de eerste plaats tegen elkaar in plaats van tegen de (georganiseerde)
misdaad. Door de eenmaking van de politie op 1 januari 2001 leefde de hoop dat
die harde concurrentie en de vuile machtsspelletjes die erbij hoorden, tot het
verleden zouden behoren. IJdele hoop, zo blijkt nu. Informatie wordt nog altijd
achtergehouden of met veel vertraging doorgegeven, liefst dan nog aan de
verkeerde diensten. Onze veiligheidsdiensten zullen nog eerder de zwartepiet
doorspelen dan informatie. Interne oorlogjes zijn voor sommige hooggeplaatste
personen belangrijker dan de veiligheid van de burgers.

We hebben
een omslag nodig in de mentaliteit. Er moet een einde komen aan de ziekelijke
benoemingspolitiek, waardoor op cruciale posten partijpolitieke vazallen
zitten, die hun extra ster of streep te danken hebben aan hun partijkaart en
veel minder — of helemaal niet — aan hun kunde en ervaring. Die dames en heren leggen voortdurend
verantwoording af aan de partij die hen steunt, maar niet aan het volk, terwijl
ze juist in dienst zouden moeten staan van dat volk. Politieke benoemingen
blijven een etterende wonde in het al zo verzwakte lichaam van het Belgisch
bestel, al vele decennia lang. Het is dus niet de schuld van die of gene
partij. Het is de schuld van het systeem, dat hardnekkig in stand gehouden
wordt.

Hopelijk
krijgt de onderzoekscommissie macht en ruimte om niet alleen de mate waarin
Jambon en Geens verantwoordelijk waren te bepalen, maar om het hele systeem
grondig te herbekijken. Misschien volgen er dan geen twee ontslagen, maar tien,
twintig of honderd. Dat het in semi-oorlogstijden ongepast zou zijn om
verantwoordelijken op cruciale posten ontslag te laten nemen, is daarbij een
flauw excuus. Wie onbekwaam was en is, zal dat ook blijven. Dan liever de korte
pijn.



« VorigeVolgende »