Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Forza

Politiek Posted on za, oktober 20, 2018 13:13:32

‘Vandalisme op het kerkhof: totaal gebrek aan
respect voor onze overledenen’. ‘FORZA TV: onthutsende beelden. Afrikanen lopen
met vuurwapen door de stad!’ ‘Video: Vechtpartij in de Achturenstraat.
Integratie al zeer goed geslaagd, of is het “geslagen”?…’ ‘Nieuwe
beelden van jongerenbende Squad 94! Forza Ninove eist keiharde aanpak en roept
slachtoffers nogmaals op om klacht in te dienen!’ ‘Deze nacht diefstal in
zwembad van Ninove. Wees waakzaam!’

Het krioelt van de uitroeptekens op de website
van Forza Ninove, de extreemrechtse lijst die vorige zondag veertig procent van
de stemmen behaalde in de Oost-Vlaamse stad. Het lijkt wel alsof Ninove een
grote no-gozone is geworden, door de intocht van ‘vreemdelingen’ die het
Nederlands onmachtig zijn. Even de statistieken van de federale politie erbij
halen (www.stat.policefederale.be/criminaliteitsstatistieken/interactief/tabel-per-politiezone/):
blijkt dat er in 2012 2.599 criminele daden werden vastgesteld in Ninove en dat
dit cijfer vorig jaar was opgelopen tot 2.687. Een stijging met achtentachtig
sinds zes jaar geleden. Dat is niet significant veel meer, maar wel
opmerkelijk, omdat de criminaliteitscijfers in de meeste politiezones zijn gedaald.
Aandachtspuntje. Als we dan kijken door welke categorieën die stijging wordt
veroorzaakt, dan blijken dat ‘bedrog’, ‘drugs’ (een groeiend fenomeen dat in
alle politiezones opduikt) en ‘andere’ (een vergaarbak van criminele feiten) te
zijn. Autodiefstallen en diefstal van objecten uit de auto zijn nagenoeg gehalveerd
(betere beveiliging door de constructeurs, ongetwijfeld), zakkenrollerij
eveneens, woninginbraken zijn met een derde afgenomen. Het aantal handtasroven
was in 2017 zelfs gedaald tot… nul. Stijgen wel: fietsdiefstallen (van 79
naar 141), winkeldiefstallen (95-107) en — verontrustend — gewapende diefstallen.
Al ging dat in totaal om zeven gevallen, een om de twee maanden. Erg voor de
betrokkenen, zeer zeker, arresteer de daders en geef de slachtoffers
psychologische bijstand, maar op een totaal van 38.692 inwoners nog altijd beperkt.

Het is nu niet bepaald dat je in Ninove (geuzennaam:
‘De oudste, de stoutste en de wijste der steden’) voortdurend achterom moet
kijken, maar je moet wel op je hoede zijn. Zoals in alle steden ter wereld,
eigenlijk.

***

Grappig: als je op forzaninove.be van een detailpagina opnieuw naar de startpagina wilt,
verschijnt er in het url-scherm heel eventjes ‘about:blank’, wat meteen de essentie
van dit samenraapsel van Vlaams Belangers en onafhankelijke kandidaten
illustreert: het gaat om een bijzonder blank fenomeen. Eigen volk eerst,
pardon: eerst onze mensen. ‘Forza Ninove zet met 15 zelfstandigen op de lijst
zwaar in op de middenstand!’ Spoiler alert: het gaat om witte middenstanders
(en dan heb ik het over hun huidskleur).

Omdat ik afgelopen weekend mee de verkiezingen
mocht presenteren op TV Oost en ik dan op tien minuten van mijn deur telkens door
Ninove reed, zag ik de verkiezingsborden prominent naast de weg staan. ‘Het is
1 voor 12!’ ‘Guy D’haeseleer Kandidaat Burgemeester’. Maandag mocht ik die
kandidaat-burgemeester interviewen na zijn triomftocht. Eerlijk: een man zonder
charisma, geen vlotte prater, je vraagt je af hoe zo iemand zo populair wordt.
Een tip van de sluier (oeps!) wordt nu opgelicht in de weekendkranten: hij zit
voortdurend op café, trakteert jan en alleman, spendeert daar een groot deel
van zijn parlementaire wedde aan (hij is meestal afwezig in het Vlaams
Parlement), praat veel, luistert veel en knikt nog veel meer. Hij geeft ‘de
mensen’ het gevoel dat ze meetellen en dat ze gelijk hebben. Dienstbetoon met
een Witkap binnen handbereik, het werkt. Niet luisteren naar de mensen, dat
werkt niet, zo wisten ze dertig jaar geleden al in de Antwerpse Seefhoek.

Ik mocht zijn partij niet extreemrechts noemen
en hij benadrukte dat er slechts zes Vlaams Belangleden op de lijst met 33
namen stonden. Die verontrustende foto met een Hitlergroet op het volksfeest ‘s
avonds? Framing van De Morgen, zo
wist hij. Helaas had ik de fameuze ‘chocomousse’-post toen nog niet zien
passeren. Hij rekende op clementie van de N-VA-top. Je mag gerust ons programma
lezen, daar staat niets racistisch in, benadrukte hij nog. En dat klopt: in dit
meer dan zeventig (!) punten tellende programma lees je veel over mobiliteit, parkeerbeleid,
veiligheid en dat soort dingen. Hoofddoeken mogen niet in stadsgebouwen, er
wordt her en der over ‘vreemdelingen’ gesproken, maar ranzige taal? Neen, een
duidelijk doordachte, radicaal rechtse tekst. Meer donkerblauw dan bruin. De taal
in de brochure is een pak voorzichtiger dan de taal aan de toog in sommige Ninoofse
etablissementen.

N-VA-voorzitter De Wever had maandagochtend
nog niet in zijn kaarten laten kijken, met een wat warrige uitleg: dat je het
signaal van de kiezer niet kunt negeren en dat het wat hem betreft liever niet
tot een coalitie Forza-N-VA zou komen, maar dat dit eerst intern moest
besproken worden. Ik dacht: er wordt een opening gecreëerd. Tot die chocomousse-foto
’s avonds in Het Grote Debat op Eén
zat en De Wever reageerde dat de kans op samenwerking nu ‘sub zero’ was
geworden. Een beetje zoals de gevoelstemperatuur in Ninove bij diegenen die níet
op Forza hadden gestemd, toch nog altijd zestig procent van de stemgerechtigde
bevolking.

***

N-VA koos dinsdag voor de vlucht opzij: oppositie.
Dat maakt het dilemma alleen maar groter, want de twee andere partijen, Open
Vld en Samen (een tijdelijk kartel van CD&V’ers, sp.a’ers en Groenen),
willen niet met Forza in de Dender. N-VA wil dus niet meewerken aan het
doorbreken van het cordon sanitaire en het wil evenmin meewerken aan een
coalitie tégen Guy D’haeseleer. Want er is dat ene Amerikaanse spreekwoord: damned if you do and damned if you don’t.
Er bestaat geen juiste keuze.

Wat N-VA doet is strategisch slim én pervers.

Slim, omdat je zo vermijdt dat je wordt
gepercipieerd als extreemrechtse cordon-doorbrekers, opportunisten van het
ergste soort. Bovendien weet je dat je over zes jaar een gepeperde rekening
krijgt gepresenteerd: ofwel doet de coalitie het naar behoren (en dan zal
vooral Forza de vruchten plukken, mogelijk zelfs ten koste van N-VA, dat nu al terugviel
van vijf naar twee zetels, en wenkt alsnog de absolute meerderheid voor
D’haeseleer en de zijnen), ofwel wordt het een gigantische flop (en zal je
eveneens stemmen verliezen).

Pervers, omdat je een democratisch te
verantwoorden meerderheid (twee zetels op overschot) uitsluit, waardoor Ninove
per definitie onbestuurbaar wordt. En ook omdat je de weg vrijmaakt voor
gedoogsteun aan een minderheid van Forza (15 zetels op 33). Je kunt dus én een
rechts beleid uitstippelen én oppositie voeren als Forza te ver gaat. Ik geloof
niet dat dit uit de koker van de lokale N-VA-vertegenwoordigers komt. Dit is de
betere politieke stratego. Maar of de gemiddelde Ninovieter daar beter van
wordt?

***

Wat ik mij nu zo opeens afvraag: zou
kiesbedrog onder ‘bedrog’ worden opgenomen in de criminaliteitscijfers?



Identiteit

Politiek Posted on za, oktober 06, 2018 12:39:33

Deze verkiezingen draaien rond identiteit, zei
de voorzitter van de populairste partij van Vlaanderen tijdens een gastcollege
eerder deze week. De Nederlandse taal en verlichtingswaarden als vrijheid en
gelijkheid zijn vitale componenten, zo preciseerde hij. Identiteit is de
schraag waarop onze democratie rust, het is “een natuurlijke behoefte van
de mens”. Uit zijn toespraak: “Wij zijn geen solitaire
dieren. Het unieke vermogen van de homo sapiens om abstract te denken maakt het
ons mogelijk om een collectieve identiteit te delen met mensen die we niet
persoonlijk kennen. Het vormen van grote groepen mensen die elkaar erkennen en
herkennen als medespeler van hetzelfde team maakte ons tot meesters van de
schepping. Het zorgt er ook voor dat we een democratisch bestel kunnen doen
functioneren en het creëert een ethische verbinding die de basis legt onder
solidariteit via herverdeling binnen de groep.”

Ik probeer dat te vatten en kan er me tegelijk
veel en weinig bij voorstellen. Ja en neen. Warm en koud. Zin en onzin. Open en
gesloten. Wat is mijn eigen identiteit? Ik denk:
Mens-Man-Wereldburger-Europeaan-Belg-Vlaming-Antwerpenaar-inwoner van een
kleine gemeente in het Pajottenland. Niet noodzakelijk altijd in die volgorde,
maar meestal wel. En Beerschot-supporter natuurlijk, dat ook. Daar identificeer
ik me mee. Dus ja, vrijheid en gelijkheid, dat zijn fundamentele waarden, maar
die Nederlandse taal is eerder toevallig, omdat ik nu eenmaal hier geboren ben.
Ik ben een Vlaming omdat ik uit de regio Vlaanderen afkomstig ben, maar
beschouw dat niet als een verdienste noch als een bewijs van deugdelijkheid. Ik
voel mij meer Europeaan dan Vlaming. Ik heb meer affiniteit met een inwoner van
New York dan met een doorsnee plattelander hier. Identiteit bestaat,
fluctueert, is niet zo statisch als nationalisten willen doen uitschijnen. Heel
eerlijk, dat zei die voorzitter van de week ook letterlijk: “Wie wij zijn
is niet wie wij waren en wie wij zullen zijn”. Maar net daarom vond ik de
rest van zijn discours zo teleurstellend voorspelbaar, want het is net wel op hic et nunc gericht. Een samenleving
evolueert, anders zou het niet ‘samenleving’ genoemd wordt, maar
‘samenstilstand’, of zoiets. En natuurlijk moet je basiswaarden verdedigen,
maar wat zijn die? De Tien Geboden? Niet doden, niet stelen, niet bedriegen,
niet liegen, niet jaloers zijn: akkoord. Maar bovenal één God beminnen en de dag
des Heren heiligen, zijn aan deze atheïstische jongen niet besteed. De Grondwet
en een dosis gezond verstand kunnen een leidraad bieden.

***

Zou een inwoner van een sociale woning in Gent
wakker liggen van zijn of haar identiteit? Of denkt die eerder aan die dakbalk,
die dreigt neer te storten op zijn hoofd? De schimmel op de muur. De penetrante
geur die in huis blijft hangen. De rekeningen die moeten betaald worden. De
modale mens heeft nood aan het vervullen van zijn basisbehoeften: eten, drinken,
een dak boven het hoofd, met een gerust gemoed kunnen slapen, een veilige
omgeving, graag zien en gezien worden. Die stelt zich niet de vraag: wat is nu
mijn identiteit ook alweer? Maar wel: zal er op het eind van de maand nog een
stukje loon overblijven? Of erger: zal er op het eind van mijn loon nog een stukje
maand overblijven?

Gemeenteraadsverkiezingen draaien nog veel
minder rond identiteit dan federale, Vlaamse of Europese. Het gaat om lokale
behoeften, micro machtsverhoudingen, wie het met wie wil doen en waarom en hoe
je daar zelf beter van wordt. Grote ideologieën zijn niet besteed aan een dorp.
Ik deed mee aan een paar stemtesten en kwam amper boven de vijftig procent uit
van standpunten die aanleunen bij de mijne. Ik kwam uit bij politici en
gelegenheidspartijtjes die ik van haar noch pluim ken (en wil kennen), een
samenraapsel van populistische ideetjes om toch maar de zittende (absolute)
meerderheid naar af te sturen. En met die partij aan de macht heb ik ook al
niets. Ik ken beter mijn weg in buitenlandse steden dan in mijn eigen dorp, en
dat vind ik best zo. Ik identificeer mij nadrukkelijk niet met dit kabbelende
leven, maar ik vertoef er wel graag, in alle rust. De lokale identiteit? Connais pas. De lokale taal? Ik weiger
ze te spreken. Ja, in mijn woonplaats hamer ik op het Nederlands.

Ik vind Vlaanderen wel een prettige regio om
in te wonen, maar vraag me niet om me ermee te identificeren. Al word ik inwendig
woest als een vertegenwoordiger van een telefoonmaatschappij me in het Frans
belt om te proberen me een abonnement aan te smeren. Dat vind ik onbeleefd, dus
ja, meneer de voorzitter, laten we zo goed en zo kwaad als dat kan een
gemeenschappelijke taal hanteren — en dat mag best het Nederlands zijn — en
vrijheid en gelijkheid respecteren, maar daar mag het wat mij betreft ophouden.

***

Er was vorig weekend veel te doen rond
Curieuzeneuzen, een onderzoek van De
Standaard
dat de luchtkwaliteit had gemeten in heel Vlaanderen. Dat bleek
in sommige gevallen flink tegen te vallen. Heel wat plekken scoorden rood (slecht),
sommige paars (slechter). Niet zo toevallig was de toestand in de grootstad A
belabberd, de stad waar de identiteitsvoorzitter van hierboven burgemeester is.
En dus, zo concludeerden zijn aanhangers, was dit een gekleurd onderzoek.
Daarmee bedoelden ze niet ‘rood’ en ‘paars’, maar links. Iemand die zichzelf
Een Heel Groot Licht waant, fanatieke flamingant en tevens hoofdredacteur van
een opiniewebsite die zeer eenzijdige opinies publiceert, ging zover het
onderzoek activistisch te noemen, een met voorbedachten rade opgesteld plan van
(s)linkse pennenridders om vlak voor de verkiezingen bestuurders in diskrediet
te brengen. Alsof dat het opzet was van dit onderzoek!

Schone lucht is een mensenrecht. Dat
garanderen is verdorie een plicht van politici. En als die dat niet doen, is
het de verdomde plicht van journalisten om dit naar buiten te brengen. Tenzij
je een verborgen agenda hebt, zoals die ene opiniewebsite. Je gaat me niet
horen zeggen dat er geen vooringenomenheid is in de journalistiek: vooroordelen
en voorkeuren zijn des mensen. Maar de activistische (pseudo)journalisten vind
je eerder buiten dan binnen de mainstream
media
.

***

Mijn stemadvies: ga stemmen!

***

Volgende week zondag presenteer ik vanaf 16
uur mee het verkiezingsprogramma op TV Oost. De dag voordien is er een uitgebreide
generale repetitie en moet ik studeren op de samenstelling van de coalities in
27 steden en gemeenten, geen tijd dus om een doorwrochte blogpost te schrijven.
Tot ‘in den draai’, na de verkiezingen.



Aftellen naar 14/10

Politiek Posted on za, september 15, 2018 13:23:26

Over negenentwintig dagen moeten we naar het
stemhokje. Verplicht. Opdraven en uw plicht vervullen! Het zijn
gemeenteraadsverkiezingen, normaal lig ik daar persoonlijk niet zo wakker van.
U moet weten, ik ben Antwerpenaar, maar ik woon op de parking. Heel eerlijk: de
campagne in mijn geboortestad interesseert me veel meer dan die op de plek waar
ik al veertien jaar woon. Op een schaal van 0 tot 10: óneindig veel meer. Al
zal het ook hier ongetwijfeld boeiend zijn. De vraag is: doorbreekt de N-VA de
hegemonie van de CD&V? Deze gemeente kent namelijk al sinds de fusie van gemeenten
in 1976 een absolute meerderheid van lokale christendemocraten. In 2006
behaalde de CD&V nog 78,54 procent van de stemmen. Dat is wat ze in Amerika
a landslide zouden noemen: de verzamelde
concurrentie stond niet op de foto (dat waren toen alle andere partijen sámen,
die zich voor de gelegenheid — er was over nagedacht, maar niet al te lang —
KARTEL hadden genoemd). Zes jaar geleden kwamen er vijf aparte partijen op en
zakte de CD&V naar 56,78%, de laagste score in tweeënveertig jaar. Paniek
in de oranje tent. En nu houdt de populaire burgemeester, al achttien jaar op
die stoel als opvolger van zijn nóg populairdere voorganger die vijfendertig
jaar de sjerp droeg tot hij letterlijk doodviel, het voor bekeken. Verdriet om
zijn (een paar jaar geleden) overleden vrouw en een kwakkelende gezondheid, zo
zegt hij zelf. Gesjoemel in de marge en niet meer zo gewenst binnen zijn eigen
partij, zo zeggen anderen. Dat is iets wat de autochtone bevolking ongetwijfeld
bezighoudt, het levert ook wat extra inkomsten op voor regionale verslaggevers,
maar als allochtoon die weigert te integreren gaat het bij mij het ene oor in
en het andere weer uit. Ik zou niet eens weten wie de kandidaten zijn en welke
partij het interessantste programma voor
mij
te bieden heeft. Wat De Wever, Beels, Van Besien, Peeters, Mertens en
De Backer bekokstoven interesseert me dan veel meer. Zou het toch iets zijn met
’t stad en de parking?

***

De bitsigheid van de toon waarmee tegenwoordig
campagne wordt gevoerd is ongezien. Ik mocht voor het eerst mijn verplichte
stemrecht uitoefenen op 8 november 1981, op m’n tweeëntwintigste. Voor het
eerst mochten 18-jarigen toen hun stem uitbrengen, iets wat ik zelf vier jaar
voordien dus nog niet mocht. De CVP van kortstondig premier Mark Eyskens verloor
veertien zetels, maar hield er wel drieënveertig over, ruim meer dan PVV, SP en
VU. Meer dan voldoende om weer de eerste minister te mogen leveren. Agalev
palmde voor het eerst twee zetels in het federale parlement in (niet mijn
verdienste), Vlaams Blok stuurde als nieuwkomer één volksvertegenwoordiger naar
Brussel (niet mijn schuld), de unitaire communistische partij behield nog twee
van z’n vier zetels (niets mee te maken).

Politici gebruikten soms harde taal in die
dagen: Leo Tindemans trad af omdat zijn coalitiepartners de grondwet als
“een vodje papier” behandelden, oppositieleider Louis Tobback noemde
premier Martens Caligula, da joenk
Verhofstadt liet zich evenmin onbetuigd met zijn radde tong, enzovoort,
enzoverder. Er werd al eens ruzie gemaakt binnen de coalitie en dan viel de
regering, maar nooit eerder werd er zo openlijk en zo permanent geruzied tussen
leden van een regering of van regeringspartijen als nu. Nooit eerder werden in
politieke discussies termen als ‘bloedhond’ gehanteerd door een lid van de
regering, of had een (voormalige) schepen het over ‘journalistenratten’. Nooit
eerder zei een burgemeester over de lijsttrekker van zijn voornaamste
coalitiepartner dat die z’n vis ging kopen bij een notoir lid van een
drugbende. Ze rollen voortdurend vechtend over de vloer. Als ploegmaats dat in
het voetbal zouden doen, kregen ze een rode kaart. In de politiek levert het
spektakel op en heel veel plaatsvervangende schaamte. De lieden die ons regeren
laten elke dag opnieuw merken dat ze gewrongen zitten in een verstandshuwelijk,
de lieden die daar oppositie zouden moeten tegen voeren kunnen er niet tegenop,
en wel om drie redenen: hun debatstijl is te krachteloos of te weinig
origineel, ze maken inhoudelijk te weinig het verschil én geen enkele
oppositietaal is sterker dan de zelfvernietigingskracht van ruziënde
coalitiepartners. Of is het allemaal schijn?
***

Negenentwintig dagen en ik weet niet voor wie
ik moet stemmen. Tweehonderd drieënvijftig dagen voor de zoveelste Moeder Aller
Verkiezingen — federaal, Vlaams én Europees — en ik zou begot niet weten wat ik moet doen, straks. Ik hoor en lees flarden
van partijprogramma’s die me aanstaan, anderen stoten me dan weer af. Ik hoor
en lees gekakel, maar word niet warm van de sociale media-politiek die wordt
opgevoerd. Een barslecht geregisseerd toneelstuk. Veel te vaak theater zoals te
verwachten en te voorzien was, de macht der theaterlijke dwaasheden loert om de
hoek, om het met de titels van een in opspraak gekomen kattensmijter te hebben.
Politiek is nooit echt een propere stiel geweest, maar ik herinner me niet dat
er ooit tevoren met zoveel bakken modder tegelijk is gesmeten, en dan nog wel naar
collega’s die de dag na de verkiezingen preferentiële partners blijken te zijn,
bij gebrek aan beter. Sommige partijen staan mijlenver van de doorsnee kiezer
af, anderen hebben de kloof tussen burger en politiek helemaal gedicht, zodanig
zelfs dat hatelijk populisme deel is gaan uitmaken van discours en beleid. Dan
liever die kloof, eerlijk gezegd: je verwacht van een politicus dat die over de
toekomst nadenkt, het beste met ons voor heeft, zich kan onttrekken van de waan
van de dag. Niet dat hij of zij zich vereenzelvigt met toogpraat en makkelijke,
sloganeske taal.

Het mag stilaan weer over inhoud gaan. Er is
heus niets mis met een politicus die een Grote Boodschap heeft. Liever dat dan
het constante kakken op elkaar.



Weg met de democratie?

Politiek Posted on za, mei 19, 2018 13:08:32

“Democratie is de slechtste vorm van
regeren, op alle andere na.”

***

Ik moest aan die legendarische, aan de Britse
staatsman Winston Churchill toegeschreven uitspraak denken, toen ik vorige
zaterdag rond middernacht zapte naar de puntentelling op het
Eurovisiesongfestival. Een jaarlijks moment van zelfkastijding waarop ergernis
en cynisch amusement elkaar kruisen. Ik weet niet of de goede Winston, bij het
roken van een stevige sigaar, de laatste negen jaar van zijn leven naar dat
liedjesfestival heeft gekeken, in de tijd dat deelnemers nog echt moesten
kunnen zingen en niet als kippen zonder kop rondliepen op het podium. Misschien
neuriede hij tien maanden voor z’n dood wel mee Non ho l’età.

Die democratie-uitspraak – die Churchill in
werkelijkheid leende van een voorganger – sprong me voor de geest toen de
punten van de volksjury’s die van de vakjury’s overruleden. Het zijn net verkiezingen, dacht ik. De stem van het
volk klinkt krachtiger dan de stem van opiniemakers en experten. Je kunt dat
‘democratie’ noemen, maar het wordt steeds beangstigender. En dan heb ik het niet
over die Israëlische nep-Björk die dankzij de stemmen van de massa triomfeerde.
Kan het mij wat schelen wie er wint op het festival van de wansmaak! Neen, ik
vind het beangstigend dat de stem van het volk steeds onvoorspelbaarder wordt
en dat ‘de mensen’ zich steeds meer laven aan grenzeloos populisme.

***

Als democraat mag je niet twijfelen aan de
democratie, zo gaat dat nu eenmaal. Ik ben een democraat, ik respecteer
verkiezingsuitslagen, maar ik respecteer ze intussen al een jaar of twintig tot
op het niveau dat ik er een beetje ziek van word. Ik ben oud genoeg om te weten
dat de verzuiling ons en andere landen in een wurggreep hield. Er waren pakweg
vijftig jaar geleden hooguit een handvol politieke partijen, meestal nog
unitair georganiseerd, en die waren gelinkt aan een vakbond, een ziekenfonds en
nog wat belangenorganisaties. Een systeem van ‘ons kent ons’ dat tot op zekere
hoogte functioneerde, maar dat ook verlammend en verstikkend was voor de
samenleving. De unitaire partijen hielden op te bestaan, de zuilen vielen weg,
het politieke landschap versplinterde, tot op het punt dat er nauwelijks nog
kan geregeerd worden. De kiezer was dat oude systeem terecht beu, maar een
belangrijke minderheid onder de kiezers heeft dan maar meteen de hele politiek
bij het groot huisvuil gezet. De foertstem dicteert. En de populistische
politicus speelt daar gretig op in. Bij ons en elders.

Een kwart Vlamingen stemde in 2004 op een
partij die kort voordien veroordeeld was vanwege aanzetten tot haat en
discriminatie. Brexit. Trump. Pseudo-groen en extreemrechts zullen samen Italië
besturen. Op een haar na kwam in Frankrijk en Oostenrijk een fascist aan de
macht. Wat staat er ons in oktober en in mei volgend jaar te wachten? Telkens
opnieuw moet je na een dag stemmen tellen concluderen: de kiezer heeft gekozen
en we moeten dat respecteren. Móeten we dat? Of wordt het tijd om de democratie
zelf in bescherming te nemen?

***

“Een pessimist ziet een probleem in elke
mogelijkheid. Een optimist een mogelijkheid in elk probleem.” (Churchill)

***

Ik schreef het hier eerder al: ik heb meer
respect voor een oprechte fascist die voor een fascistoïde, racistische partij
stemt, dan voor een foertstemmer die uit pure balorigheid tégen het systeem
stemt. Of denkt dat te doen, want hoe verklaar je dat een uitgesproken establishmentfiguur
als Donald Trump zich kan laten verkiezen door zich tégen het establishment op
te stellen? Ik mocht dat van sommigen in de aanloop naar de Amerikaanse
presidentsverkiezingen van november 2016 geen domheid noemen. Democratie, weet
u wel, de kiezer heeft altijd gelijk. Wel, de kiezer heeft weleens ongelijk.
Steeds vaker, trouwens. Vraag dat over een paar jaar aan de Britten die voor de
brexit hebben gestemd en die dan zullen merken hoezeer hun land erop
achteruitgegaan is. Ik weet het, het klinkt bijzonder hautain, maar soms moet
je de mensen tegen zichzelf in bescherming nemen.

Maanden gelezen las ik een interview met een
Amerikaanse politicoloog die mijn bezorgdheid deelde. Hij stelde voor om
deelname aan het democratisch proces te koppelen aan een soort toegangsexamen.
Ik dacht meteen: hé, dat is het. Of: dat zou het kúnnen zijn. Schaf, wat mij
betreft, onmiddellijk de opkomstplicht af, dat scheelt al een pak
ongemotiveerde kiezers (en foertstemmen). En peil bij diegenen die wel nog naar
het stemhokje trekken naar hun minimale kennis van onze politiek. Hoe heet onze
premier? Hoe heet de minister-president? Welke partijen zitten er in de
federale en de Vlaamse regering? Hoe heet de voorzitter van de Europese
Commissie?

De democratie is te belangrijk om ze over te
laten aan populisten, dilettanten en interne vijanden. Of, om Donald Tusk versus
Donald Trump te parafraseren: “Wie heeft er vijanden nodig, als je zulke
vrienden hebt?”

***

“Wanneer twee mensen altijd dezelfde
mening hebben is een van hen overbodig.” (Churchill)

***

Ik word een beetje bang van mijn eigen
woorden. Maar ik word nog banger van wat ons te wachten staat. Noem me elitair,
een hoogopgeleide lapzwans, een technocraat, een antidemocraat, al wat u wil, maar
naïef mag u mij niet noemen: als een op papier goed systeem van binnenuit
uitgehold wordt tot op het niveau dat het zelfdestructief werkt, kun je dat
systeem niet op de huidige manier laten bestaan. Want dan vernietig je
uiteindelijk jezelf: zo werkt dat met het klimaat, zo werkt het met de
mensenrechten, zo werkt het met de politieke democratie. Het werkt tot het niet
meer werkt en dan is het gedaan. Dan kunnen we ons naar een plek begeven die
overeenkomt met de initialen van Churchill en onszelf doorspoelen.

***

“Het beste argument tégen democratie is
een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer.” (Nog zo’n uitspraak
die ten onrechte aan Churchill gelinkt wordt. Maar ze sneed, alweer, hout.)



Homeopathische politiek

Politiek Posted on za, april 28, 2018 13:16:30

Zo, eind april weten we al wie dit jaar de
Nobelprijs voor de Vrede zal ontvangen. Moon Jae-in en Kim Jong-un,
respectievelijk de verkozen president van Zuid-Korea en de Grote Leider van
grootvader-op-vader-op-zoon-op-de-toekomstige-generaties van Noord-Korea. Tot
voor zeer kort: een goeie en een slechte, in westerse ogen.

Een kernwapenvrij Koreaans schiereiland, daar
dromen beide heren en de rest van de wereld nu van. En het einde van de oorlog,
die achtenzestig jaar geleden begon en officieel nooit beëindigd werd, maar die
vrolijk overging in de strijd tegen de verderfelijke communisten in Vietnam en
daardoor vergeten geraakte. Bij ons toch.

Benieuwd of Kim Jong-un de scheldterm
‘dictator’ blijft behouden – dat zou overigens zeer terecht zijn! – of dat hij
dankzij die genormaliseerde relatie voortaan als ‘Noord-Koreaanse leider’ door
het leven zal gaan. Even benieuwd of de bewoner van het Witte Huis zich er nog
probeert tussen te wringen, in de hoop dat ook hij een tripje naar Oslo mag
boeken eind dit jaar.

***

In het licht van deze – ja, het mag nu –
historische gebeurtenis komt de politieke week in eigen land pas op de tweede
plaats. Ergens is dat jammer, want er viel wel wat te beleven. Het definitieve
afstel van een begrotingsevenwicht in deze regeerperiode, bijvoorbeeld. Het
bericht dat de Kaaimantaks amper een honderdste zal opleveren van wat er in de
begroting van dit jaar onder ‘Inkomsten’ genoteerd stond, nog zoiets.

Even leek het erop dat het Agentschap Wegen en
Verkeer, een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat
instaat voor de infrastructuur van ons wegennet en dat onder de Vlaamse minister
van Mobiliteit ressorteert, de opmerkelijkste uitspraak van de week had
geproduceerd. Op Twitter antwoordde een ijverige communicatiemedewerker op
vraag van ene Bart uit Veurne over omgekapte bomen langs de E313 ter hoogte van
Ranst: “Dag Bart, dit zijn snoeiwerken in het kader van
transmigratieproblematiek op parkings, op vraag van politie en gouverneur,
zodat transmigranten zich hier niet kunnen verstoppen. In de toekomst gaan we
dit onderhoud zeker mee opnemen tijdens ons hakhoutbeheer voor het broedseizoen.”
Wat volgt er hierna nog? Gebouwen mogen nog maximum één verdieping tellen om te
vermijden dat er zich mensen van het dak zullen storten? Aan de Antwerpse
Modeacademie worden alleen nog robots aanvaard als student? Treinen, trams en
bussen rijden op tijdstippen die afwijken van het vaste uurschema om te
vermijden dat mensen eraan kunnen wennen? (O ja, dat laatste gebeurt al een poos…)

Kan beter, moeten leden van de federale
regering jaloers hebben gedacht en dus lieten ze toe dat Cédric Frère benoemd
werd in de Regentenraad van de Nationale Bank, als opvolger van zijn vader
Gérald, die op zijn beurt stamvader Albert had opgevolgd. Nu vind ik sowieso
dat mensen die een accent aigu én een accent grave in hun naam hebben staan,
per definitie verdacht zijn, maar je zou natuurlijk van een partij die de
kracht van verandering propageert, mogen verwachten dat ze hier streng zou
tegen optreden. Quod non. Ze mogen namelijk een eigen mannetje pistonneren.
Voor wat, hoort wat, dus. Ik schreef op deze plek eerder al dat de N-VA een
traditionele partij als een andere is geworden. Quod erat nogmaals
demonstrandum.

Daar kan ik nog óver, moet Joke Schauvliege
gedacht hebben. Wie stress heeft op het werk, mag vanaf nu een natuurcoach
contacteren, om al wandelend in het bos de problemen aan te pakken. Hashtag
‘levenskwaliteit’, hashtag ‘dewegvooruit’. #zeverinpakskes. De Vlaamse minister
van Landbouw, Omgeving en het bevoordelen van de firma Essers laat voor één
keer geen bos omhakken, maar ze ziet er de bomen duidelijk niet meer door. Een
natuurcoach, verdorie. Welke opleiding zou zo’n onverlaat hebben gekregen? Waar
zal de 510 euro die de Vlaamse overheid daarvoor pér geval zal ophoesten
begrotingsgewijs gehaald worden? Wie controleert er of dat gesprek echt helpt? In
de krant lees ik: “Vind hier eens iets in het bos dat een mooi beeld geeft
van wie jij bent.” En: “Kijk eens naar dit kleine boompje en vertel
wat je hierbij voelt.” Ik denk: ik neem een afgewaaide tak, liefst een hele
dikke, en begin er die natuurcoach mee te slaan. Weg stress.

Om in de sfeer te blijven: wat zijn de mensen
die ons moeten besturen toch geweldig goed in het afzagen van de tak waarop ze
zitten. Een wijsheid van de deze week gefêteerde Herman De Croo, vijftig jaar
volksvertegenwoordiger: “Je mag de tak afzagen waarop je zit, maar nooit
tussen jou en de boom.”

Een natuurcoach, verdorie. Qua homeopathische
politiek kan dit tellen. Ondertussen worden noodzakelijke maatregelen verdund
tot op het niveau dat ze niets meer voorstellen. Iemand nog iets gehoord over
‘werkbaar werk’, of kan die discussie de boom in?

***

Ik weet het, ik schreef hier vorige week nog
dat we wat vriendelijker moeten zijn voor de politiek, maar de actualiteit
noopt me daar niet toe. Mocht ik ijdel zijn, dan zou ik kunnen vermoeden dat
vooraanstaande politici mijn blogpost van vorige week hebben gelezen en per se
willen aantonen dat ze écht wel dom en kortzichtig zijn. Maar wellicht zijn
sommigen dat gewoon zo al.



Wit konijn

Politiek Posted on za, april 21, 2018 13:48:21

Het is weer de tijd van de witte konijnen.
Minder dan een half jaar voor verkiezingen komen die vrolijk uit Vlaamse velden
gehuppeld om op een net wel/net niet-verkiesbare plaats van een politieke lijst
te gaan staan. Tom Dice en zijn gitaar komen op voor Groen in Eeklo, kwamen we
deze week te weten. Aron Berger komt niet op voor de CD&V in Antwerpen, al
was dat wel de bedoeling.

O ironie, in de stad die haar naam dankt aan
een handwerpende held kwam een man die weigert vrouwen een hand te geven enkele
etmalen lang in het oog van een stormpje in een glas Scheldewater te staan, zij
het dat stormpjes in de politiek tegenwoordig dankzij de media altijd de indruk
geven dat ze een tsunami veroorzaken. Uit respect, doet de heer Berger dat
niet, vrouwen een hand geven. Respect voor de vrouw, begrijp hem niet verkeerd.
Dezelfde man bleek een tijdje geleden losse handjes te hebben gehad, want hij
zou een oude, zieke man een kleine dertigduizend euro te hebben afgetroggeld.
Hij werd schuldig bevonden door de rechtbank van eerste aanleg. Nu zou je
kunnen veronderstellen dat een politieke afdeling nieuwe kandidaten uitvoerig
screent (tik op Google de naam van de potentiële politicus in en je komt vrij
snel dingen te weten), maar neen, hoor. Wisten ze niet.

Nu vind ik de reden om te weigeren handjes te
schudden met leden van het andere geslacht heel flauw: het doet sterk denken
aan religieus fundamentalisme, is dat waarschijnlijk ook. Maar als ik met mijn
beste vrienden afspreek, schudden we ook zelden handjes. We begroeten elkaar
met een zwaai en een kwinkslag en doen alsof we het vorige gesprek gewoon
voortzetten, ook al zijn er ondertussen een paar maanden overheen gegaan. Veel
erger is Bergers standpunt over gemengde scholen: de man noemde dat
kindermishandeling. Ook dat standpunt kun je redelijk snel googelen. Zo’n man
moest dus een verruimingskandidaat worden op de lijst van de Antwerpse
CD&V. Enerzijds is het een fanatieke malloot, anderzijds kon de partij zo
de joodse stem proberen binnen te halen. Enerzijds, anderzijds: tsjeverij van
de kwalijkste soort. Vóór de luidruchtige intrede van de sociale media en de
nieuwssites kwam je daar nog behoorlijk vlotjes mee weg, nu niet meer. Had de
CD&V kunnen inschatten.

***

Chassidische joden zijn niet geïnteresseerd in
‘de’ Antwerpenaar, moet u weten. Zij leven in een eigen coconnetje, een zeer
gesloten leefgemeenschap waar je niet in- of uitgeraakt. Ik kan het (een
beetje) weten, want ik heb een aantal jaren gewoond vlak naast wat de lokale
gemeenschap weinig minzaam ‘de Jodenbuurt’ noemde. Ik ging weleens naar hun favoriete
bakkerij, Kleinblatt, in de Provinciestraat. Je kon er donder op zeggen dat de
joodse klanten die ná jou de winkel binnenliepen, eerst werden bediend. Loop je
in ‘hun’ buurt op het trottoir, dan zal jij moeten uitwijken naar de straat als
ze druk keuvelend met drie naast elkaar lopen. In andere contexten wordt daar
weleens de term ‘racisme’ voor gebezigd. Maar er is nu eenmaal dat bezwaard
verleden, die schandvlek van de Tweede Wereldoorlog, de collaboratie en het
wegvoeren naar de kampen, waar al bij al weinig verzet tegen was. Dat
collectieve schuldgevoel maakt dat de joodse gemeenschap zich veel meer mag
permitteren dan de moslimgemeenschap en dat de burgemeester zich graag
aanschurkt tegen hen: noem het een poging tot Wiedergutmachung van iets wat
niet goed te maken valt.

Zolang ze worden gerust gelaten, zijn de
Antwerpse joden niet in politiek geïnteresseerd, maar ‘ons kent ons’ kennen ze
evengoed als wij. Zullen we de zaken even benoemen? Mocht het zijn doorgegaan,
Aron Berger op de CD&V-lijst, dan zou de man dat alleen maar gedaan hebben
om zijn eigen achterban te plezieren. Op zich is dat niet uitzonderlijk, vele honderden
kandidaten zullen dat na 14 oktober 2018 proberen te doen. Dienstbetoon is des
mensen. Maar zég dat dan ook. Bruggen slaan naar de andere gemeenschappen – wat
sommige analisten gaarne hadden zien gebeuren – zou nóóit de bedoeling geweest
zijn van Berger.

***

Witte konijnen, worden ze genoemd: onverwachte
kandidaten op verkiezingslijsten, plots uit het sociale leven geplukt om
zieltjes te winnen in het stemhokje. Op zich een verdienstelijk idee, in een
wereld die voordien werd beheerst door semi-nepotisme. Politiek in België, dat
was heel lang een zaak van vader op zoon, af en toe vader op dochter, bijna
nooit moeder op zoon of dochter. Nieuwe impulsen en inzichten welkom, anders
blijf je toch maar hangen in het eigen Grote Gelijk. Alleen is de vaststelling
dat politiek een stiel is, misschien zelfs een roeping, iets waar je vol moet
voor gaan, een leven lang. Opportunisme is de politiek niet vreemd, maar
opportunisten houden het er zelden lang vol.

Vernieuwingsoperaties lukken zelden in de
politiek. Witte konijnen voegen weinig toe, of ze vluchten weg nog voor ze hun
stempel kunnen drukken. Omdat de politieke mallemolen te traag rondjes draait.
Omdat er te veel in achterkamertjes beslist wordt en niet in het halfrond.
Omdat er zelden rechtdoor gehandeld wordt. Het is een wereld van gekronkel en gekonkel,
en dat bedoel ik niet eens negatief. Democratie vereist onderhandelen, oneindig
veel geduld, compromissen sluiten die liefst niet té compromitterend zijn, het
grotere plaatje proberen te zien. Het algemeen belang, net wat u zegt.

***

In 1981 introduceerde de kortstondige premier
Mark Eyskens Robert Vandeputte in zijn regering, de gepensioneerde gouverneur
van de Nationale Bank. Op zijn 73ste kon de man als minister van Financiën
weinig toevoegen. Op dat moment ontspoorde onze begroting, maar laten we dat
vooral niet in de schoenen van Vandeputte schuiven. En toch: hij stond erbij,
keek ernaar en verdween al snel weer in de coulissen. Maart 1993 werd Mieke
Offeciers weggeplukt op de studiedienst van de werkgeversorganisatie VEV
(vandaag: Voka) om minister van Begroting te worden in de eerste
regering-Dehaene. Ze hield het een jaar vol, keerde dan terug naar het VEV,
promotie erbovenop.

Roland Duchâtelet, gewiekst ondernemer,
probeerde het een tijdje met een eigen partij, Vivant, en weldoordachte ideeën,
onder meer over het basisinkomen. Hij sloot later aan bij Open VLD, werd zelfs
schepen in Sint-Truiden, maar raakte gedegouteerd door de nationale en lokale
politiek, en stortte zich dan maar op het voetbal. Met even weinig succes.
Fernand Huts zat eind vorige eeuw vier jaar lang in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers namens de VLD. De flamboyante baas van Katoen Natie
verveelde er zich steendood en gaf er de brui aan.

Zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Er
zijn weinig uitzonderingen. Philippe Muyters is er een van. Minister van, onder
meer, Werk en Sport in de Vlaamse regering, nu toch al negen jaar lang, voordien
gedelegeerd bestuurder van Voka. Patrick Janssens deed het ook niet onaardig,
als partijvoorzitter, her(uitvinder) van de sp.a en burgemeester. En, ach ja,
er is ook Jean-Marie Dedecker. Brulboei van ’t
zeetje
.

Maar het beste voorbeeld dat het in theorie
wel kán, de overgang van de bedrijfswereld naar de politiek, is… Kris
Peeters, die in 2004 door de CD&V als gedelegeerd bestuurder van Unizo werd
gevraagd om minister te worden in de Vlaamse regering. U kent dat spreekwoord:
uitzonderingen bevestigen de regel. Peeters kent blijkbaar noch de uitzondering,
noch de regel goed genoeg, want wat bezielde hem om Aron Berger in te lijven?
Naïviteit? De hoop dat er massaal stemmen van de al bij al kleine en nauwelijks
in politiek geïnteresseerde Joodse gemeenschap naar de CD&V zouden stromen?
Of wilde hij gewoon Bart De Wever vliegen afvangen, de man die zich al sinds
hij op het Schoon Verdiep zit als grote vriend van de Antwerpse joden profileert
en er, bijvoorbeeld, voor zorgt dat er geen vervelende affiches met schaars geklede
dames in hun buurt te zien zijn. (Soumission, jawel.)

***

Een politieke carrière begint stilaan op de
fameuze ‘fifteen minutes of fame’ te gelijken. Ze is voorbij nog voor ze goed
en wel begonnen is. Dat is buitengewoon jammer en dat heeft de politiek aan
zichzelf te danken (te veel gekronkel en gekonkel). En aan ú. U, kiezer, bent
zo wispelturig als een veertje in de wind. De man of vrouw die ooit het halve
scheldwoord polletieker heeft
bedacht, zou (wellicht postuum) gesanctioneerd moeten worden, vanwege de
negatieve connotatie die eraan vastkleeft. Ooit was politicus een beroep met
aanzien. Nu ben je als politicus per definitie verdacht. Resultaat is dat
politieke partijen moeite hebben om hun lijsten kwalitatief te vullen. Kneusjes
genoeg, aan opportunisten geen gebrek, maar zeer zelden een witte raaf. Dan
maar op zoek naar witte konijnen, maar die vluchten pijlsnel terug naar hun veilige
holen.

Politicus zou terug een eerbaar beroep moeten
worden, vertrekkend vanuit een ideologie en een volwaardig programma, weg van
de kretologie en de scheldtirades in 280 tekens. Of we dat nu willen of niet,
we hebben de politiek nodig. En zij ons.



Gewoon doen

Politiek Posted on za, april 07, 2018 12:11:15

Gewoon doen. Eigenlijk vind ik dat, in alle
eerlijkheid, een prima politieke slogan, vanwege die dubbele boodschap. Gewóón
doen en gewoon dóen, u heeft dat er zelf ook wel in gelezen. Toch kreeg de
partij die de slogan liet bedenken, Open VLD, de hele sociale mediameute over
zich heen. Hoongelach van hier tot in Pyongyang, en terug. Twitteraars zijn
ongenadig hard, bij momenten. Bij steeds
meer
momenten, moet dat eigenlijk zijn.

Ons wantrouwen tegenover de politiek is –
behalve bij diehard-aanhangers van de
N-VA – bijzonder groot. Alleen de grootste partij van Vlaanderen kan zich nog
zowat alles permitteren. Helfies lanceren, bijvoorbeeld. De medestanders steken
dan ook spontaan hun hand op. Dat de tegenstanders er de spot mee drijven, ach:
haters gonna hate. Andere partijen
krijgen niet zoveel krediet, zelfs niet – en misschien vooral – van hun eigen
achterban.

De oorzaak moeten we niet ver zoeken. De
traditionele partijen – en voor één keer reken ik de N-VA daar niet toe, ook al
is ze dat in de praktijk wel al geworden – weten van geen hout nog pijlen te
maken, laat staan dat ze woorden in een geschikte slogan kunnen gieten. Hoe
socialistisch is de sp.a nog? Hoe christelijk de CD&V? Hoe liberaal Open
VLD? Het kiezerskorps van die partijen kalft steeds verder af. Op 31 maart
1968, precies vijftig jaar en een week geleden, behaalden de nog unitaire
traditionele drie gezamenlijk 80,6 procent van de stemmen. De Volksunie – pleegmoeder
van de N-VA – beleefde haar grote doorbraak: 9,8%, goed voor twintig
volksvertegenwoordigers, twaalf meer dan bij de vorige stembusgang. Op 25 mei 2014 kwamen CD&V, cdH, Open VLD,
MR, sp.a en PS samen uit op 56,5%, 24,1 procent minder dan destijds. De N-VA
kwam, federaal, uit op 20,3%, meer dan het dubbele van de Volksunie van toen.
En daarnaast is er de versnippering, want groene en extreemrechtse partijen
waren er destijds nog niet in het parlement, en de communisten waren in ’68 al
in vrije val.

Kiezers terugwinnen doe je ofwel door beleid
(gewoon dóen), ofwel door een geloofwaardig en realistisch programma uit te
bouwen met oog voor de ideologische onderbouw (gewóón doen). Daar slagen de
traditionele partijen al vele jaren niet meer in. En dat maak je niet goed door
een goed gevonden slogan, die hooguit een tijdelijk effect kan ressorteren.
Bovendien: het prima ‘Gewoon doen’ volgt na de belabberde pogingen ‘Mensen
hebben vleugels’ en ‘Goesting in de toekomst’. De Open VLD had beter vier jaar
geleden een beetje gewoon gedaan, in plaats van nietszeggende zinnetjes te
brouwen.

Gewoon doen. Eigenlijk is dat een prachtige
metafoor voor wat de gewezen Grote Drie al jaren fout hebben begrepen. Je moet
niet de anderen achternalopen en proberen een kruimeltje mee te pikken van
andermans electoraal succes door een beetje naar (extreem)rechts of (f)links op
te schuiven. Dat is zowel op korte als op middellange termijn contraproductief.
De kiezer doet weleens iets doms, maar niet altijd en zeker niet de hele tijd. Back to basics, daar komt het op neer. Maar
dan moet je je als partijbons natuurlijk nog wel herinneren wat die
basisprincipes waren… Misschien nog eens de beginselverklaring lezen? Gewoon
dóen!



Eergevoel

Politiek Posted on za, maart 24, 2018 13:13:54

Mmm, zou ik vandaag iets schrijven over de
niet zo excellente excellentie Steven Vandeput of zijn al evenmin uitblinkende
Vlaamse collega Sven Gatz? In geval van twijfel, dan maar de twee, zei een niet
nader geïdentificeerd stemmetje in mijn hoofd.

***

Die ochtend tijdens een intercontinentaal
telefoongesprek.

“Sven, we gaan bloeden, je moet iets
doen. Adverteerders zullen weglopen.”

“Ja, maar, ik kan als liberaal toch
moeilijk mensen verplichten om naar reclame te kijken?”

“Komaan, Sven, het is dat of het einde
van commerciële televisie!”

Die avond in de media.

“We zullen het doorspoelen van reclame
tijdens het uitgesteld kijken verbieden.”

***

Dat een liberale minister van Media van nature
vriendelijk is voor commerciële media is op zich geen probleem. Samen met de
chronisch ontevreden christendemocraten, die vonden dat té kritische
post-’68-journalisten van de openbare omroep hen voor de voeten liepen, zetten
de liberalen in de tweede helft van de duistere jaren tachtig van de vorige
eeuw de deuren immers wagenwijd open voor commerciële televisie. En in het
kielzog van de gedoogde vrije radio’s kwamen ook door reclame-inkomsten
gedreven radiostations eraan. Het werd een ramp (Big Brother, Temptation
Island
, algehele verkleutering, BV’s van het zevende knoopsgat in een
eindeloze stoet panelprogramma’s, gewauwel in de ether, …). Het werd een
zegen (de VRT die gedwongen werd zichzelf heruit te vinden, de opflakkering van
de Vlaamse beeldcultuur, Moeder, waarom
leven wij?
, De laatste getuigen, Twin Peaks, Wat als?, Safety first, …).

Maar dat net een liberaal de vrijheid van de
individuele kijker wil beperken, is natuurlijk een paar bruggen te ver, zo vond
ook het Orakel van Aarschot, in het gewone leven voorzitster van de partij van
die Gatz. “Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk
vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet
beperkt,” klinkt de definitie. Wat Gatz voorstelde, was het
tegenovergestelde daarvan. Het deed me denken aan het slothalfuur van A Clockwork Orange, waarin Alex de Large
(Malcolm McDowell) verplicht wordt met letterlijk opengesperde ogen naar de
vreselijkste beeldfragmenten te kijken, zodat hij – de moordlustige nozem – zou
kunnen genezen. (En als dat niet lukte, hadden de autoriteiten hem tenminste toch
een koekje van eigen sadistisch deeg kunnen geven.)

Is het dát wat Gatz wil? Mensen die tegen hun
zin naar reclamespots kijken? Wil hij eventueel nog een stap verder gaan en
krantenlezers verplichten om elke pagina te doorploegen, schaarse advertenties
inbegrepen? Kunnen we straks op het internet niet meer scrollen zonder eerst
die blitse top topical gezien te
hebben? Sire, zijn er nog liberalen?

Wie al eens de moeite doet om Vlaamse
reclamespots te bekijken of te beluisteren, weet wat ik bedoel. Ongeïnspireerd,
zoutloos, humor om vooral niet mee te lachen: het is ergernis- en
deerniswekkend. Kijk en luister af en toe eens naar de STER-reclame op de
Nederlandse tv en radio, het verschil is aanzienlijk. Spitsvondig, vaak écht
grappig, gedurfd: ik blijf soms hangen bij zo’n spot, voel dan niet eens de
aandrang om snel door te spoelen. Bij ons krijg je grijze saaiheid, bedacht
door vermeende grapjurken, daarna flink afgezwakt door opdrachtgevers die
vooral niemand tegen de borst willen stuiten, vervolgens van elk scherp randje
ontdaan door het reclamebureau, met als resultaat bloedeloze antireclame, met
uitzondering dan van de basstem van Guy Mortier, die ochtend op de radio.

Als mensen niet naar reclame willen kijken,
dan komt dat omdat ze a) geen zin hebben in flauwekul, b) geen tijd hebben voor
flauwekul, en c) hechten aan hun vrijheid die hen toelaat om te ontsnappen aan
flauwekul. Als een minister het doorspoelen wil verbieden, dan is dat dus niet
meer of niet minder dan flauwekul. Dan vraag je je af of zo iemand wel
mediaminister kan blijven.

***

Die ochtend op het partijbureau.

“Verdomme, Steven zit nu echt wel in de
put. Verdient hij ons vertrouwen nog?”

“We zullen hem niet laten vallen, dan
lijden wij ook gezichtsverlies. Kunnen we niet iets bedenken om de aandacht af
te leiden?”

“Zeg, de informatie werd gelekt via de
socialisten, kunnen we niet…?”

Die avond in alle media.

“Het is de schuld van de sossen!”

***

Makkelijk zat, dat riedeltje. Alles wat in het
verleden fout liep, is de schuld van de sociaaldemocraten. Alles wat vandaag
fout loopt? Schuld van de socialisten! Alles wat in de toekomst fout zal lopen,
daar kun je donder op zeggen: de sossen, uiteraard. Dat de minister van
Defensie intussen de minister van Defenestratie is geworden, omdat de hoogste
militaire top cruciale informatie verborgen hield voor hem, wordt dan even
bijzaak. De perceptie moet zijn dat hij een slachtoffer is, en geen onbekwame
bestuurder die op zijn eigen kabinet en in de kringen die hij geacht wordt aan
te sturen, doodgemoedereerd gepasseerd wordt. Alsof hij niet bestaat. Zo
bekijken ze dat allicht ook bij de luchtmacht: hoe lang zit die passant daar
nog?

Deze minister is aangeschoten wild, hij zal
nooit nog de geloofwaardigheid (her)winnen om dat departement te leiden,
hoeveel sossen je ook in diskrediet probeert te brengen. In het Engels heet dat
‘a lame duck’, een zwakkeling. Wie
gelooft die man nu nog?

Het zou met VDB niet waar geweest zijn. Die
zou zelf een hand gehad hebben in gefoefel en gesjoemel. “Ik heb de
vliegtuigen zien vliegen en ze vliegen goed,” zei die ooit op een
vervelende vraag van een lastige reporter. Als ik me goed herinner ging dat
over de aankoop van de F-16’s. Ha, Vanden Boeynants: zo corrupt als de pest,
maar hem zou de legertop nooit belazerd hebben. VDB leidde zijn departement met
ijzeren hand en geopende bankrekening. VDP is VDB niet. Een regeringsmededeling
door VDB, daar bleef je naar kijken. Een regeringsmededeling door VDP, zou je
zo snel mogelijk willen doorspoelen. Misschien een ideetje voor de Vlaamse
mediaminister: de herinvoering van de regeringsmededeling, doorspoelen
verboden! A Clockwork Blue.

***

Om de eer aan jezelf te kunnen houden, moet je
natuurlijk in de eerste plaats een eergevoel hebben en in de tweede plaats een
eer die het waard is om verdedigd te worden.



« VorigeVolgende »