Deze verkiezingen draaien rond identiteit, zei
de voorzitter van de populairste partij van Vlaanderen tijdens een gastcollege
eerder deze week. De Nederlandse taal en verlichtingswaarden als vrijheid en
gelijkheid zijn vitale componenten, zo preciseerde hij. Identiteit is de
schraag waarop onze democratie rust, het is “een natuurlijke behoefte van
de mens”. Uit zijn toespraak: “Wij zijn geen solitaire
dieren. Het unieke vermogen van de homo sapiens om abstract te denken maakt het
ons mogelijk om een collectieve identiteit te delen met mensen die we niet
persoonlijk kennen. Het vormen van grote groepen mensen die elkaar erkennen en
herkennen als medespeler van hetzelfde team maakte ons tot meesters van de
schepping. Het zorgt er ook voor dat we een democratisch bestel kunnen doen
functioneren en het creëert een ethische verbinding die de basis legt onder
solidariteit via herverdeling binnen de groep.”

Ik probeer dat te vatten en kan er me tegelijk
veel en weinig bij voorstellen. Ja en neen. Warm en koud. Zin en onzin. Open en
gesloten. Wat is mijn eigen identiteit? Ik denk:
Mens-Man-Wereldburger-Europeaan-Belg-Vlaming-Antwerpenaar-inwoner van een
kleine gemeente in het Pajottenland. Niet noodzakelijk altijd in die volgorde,
maar meestal wel. En Beerschot-supporter natuurlijk, dat ook. Daar identificeer
ik me mee. Dus ja, vrijheid en gelijkheid, dat zijn fundamentele waarden, maar
die Nederlandse taal is eerder toevallig, omdat ik nu eenmaal hier geboren ben.
Ik ben een Vlaming omdat ik uit de regio Vlaanderen afkomstig ben, maar
beschouw dat niet als een verdienste noch als een bewijs van deugdelijkheid. Ik
voel mij meer Europeaan dan Vlaming. Ik heb meer affiniteit met een inwoner van
New York dan met een doorsnee plattelander hier. Identiteit bestaat,
fluctueert, is niet zo statisch als nationalisten willen doen uitschijnen. Heel
eerlijk, dat zei die voorzitter van de week ook letterlijk: “Wie wij zijn
is niet wie wij waren en wie wij zullen zijn”. Maar net daarom vond ik de
rest van zijn discours zo teleurstellend voorspelbaar, want het is net wel op hic et nunc gericht. Een samenleving
evolueert, anders zou het niet ‘samenleving’ genoemd wordt, maar
‘samenstilstand’, of zoiets. En natuurlijk moet je basiswaarden verdedigen,
maar wat zijn die? De Tien Geboden? Niet doden, niet stelen, niet bedriegen,
niet liegen, niet jaloers zijn: akkoord. Maar bovenal één God beminnen en de dag
des Heren heiligen, zijn aan deze atheïstische jongen niet besteed. De Grondwet
en een dosis gezond verstand kunnen een leidraad bieden.

***

Zou een inwoner van een sociale woning in Gent
wakker liggen van zijn of haar identiteit? Of denkt die eerder aan die dakbalk,
die dreigt neer te storten op zijn hoofd? De schimmel op de muur. De penetrante
geur die in huis blijft hangen. De rekeningen die moeten betaald worden. De
modale mens heeft nood aan het vervullen van zijn basisbehoeften: eten, drinken,
een dak boven het hoofd, met een gerust gemoed kunnen slapen, een veilige
omgeving, graag zien en gezien worden. Die stelt zich niet de vraag: wat is nu
mijn identiteit ook alweer? Maar wel: zal er op het eind van de maand nog een
stukje loon overblijven? Of erger: zal er op het eind van mijn loon nog een stukje
maand overblijven?

Gemeenteraadsverkiezingen draaien nog veel
minder rond identiteit dan federale, Vlaamse of Europese. Het gaat om lokale
behoeften, micro machtsverhoudingen, wie het met wie wil doen en waarom en hoe
je daar zelf beter van wordt. Grote ideologieën zijn niet besteed aan een dorp.
Ik deed mee aan een paar stemtesten en kwam amper boven de vijftig procent uit
van standpunten die aanleunen bij de mijne. Ik kwam uit bij politici en
gelegenheidspartijtjes die ik van haar noch pluim ken (en wil kennen), een
samenraapsel van populistische ideetjes om toch maar de zittende (absolute)
meerderheid naar af te sturen. En met die partij aan de macht heb ik ook al
niets. Ik ken beter mijn weg in buitenlandse steden dan in mijn eigen dorp, en
dat vind ik best zo. Ik identificeer mij nadrukkelijk niet met dit kabbelende
leven, maar ik vertoef er wel graag, in alle rust. De lokale identiteit? Connais pas. De lokale taal? Ik weiger
ze te spreken. Ja, in mijn woonplaats hamer ik op het Nederlands.

Ik vind Vlaanderen wel een prettige regio om
in te wonen, maar vraag me niet om me ermee te identificeren. Al word ik inwendig
woest als een vertegenwoordiger van een telefoonmaatschappij me in het Frans
belt om te proberen me een abonnement aan te smeren. Dat vind ik onbeleefd, dus
ja, meneer de voorzitter, laten we zo goed en zo kwaad als dat kan een
gemeenschappelijke taal hanteren — en dat mag best het Nederlands zijn — en
vrijheid en gelijkheid respecteren, maar daar mag het wat mij betreft ophouden.

***

Er was vorig weekend veel te doen rond
Curieuzeneuzen, een onderzoek van De
Standaard
dat de luchtkwaliteit had gemeten in heel Vlaanderen. Dat bleek
in sommige gevallen flink tegen te vallen. Heel wat plekken scoorden rood (slecht),
sommige paars (slechter). Niet zo toevallig was de toestand in de grootstad A
belabberd, de stad waar de identiteitsvoorzitter van hierboven burgemeester is.
En dus, zo concludeerden zijn aanhangers, was dit een gekleurd onderzoek.
Daarmee bedoelden ze niet ‘rood’ en ‘paars’, maar links. Iemand die zichzelf
Een Heel Groot Licht waant, fanatieke flamingant en tevens hoofdredacteur van
een opiniewebsite die zeer eenzijdige opinies publiceert, ging zover het
onderzoek activistisch te noemen, een met voorbedachten rade opgesteld plan van
(s)linkse pennenridders om vlak voor de verkiezingen bestuurders in diskrediet
te brengen. Alsof dat het opzet was van dit onderzoek!

Schone lucht is een mensenrecht. Dat
garanderen is verdorie een plicht van politici. En als die dat niet doen, is
het de verdomde plicht van journalisten om dit naar buiten te brengen. Tenzij
je een verborgen agenda hebt, zoals die ene opiniewebsite. Je gaat me niet
horen zeggen dat er geen vooringenomenheid is in de journalistiek: vooroordelen
en voorkeuren zijn des mensen. Maar de activistische (pseudo)journalisten vind
je eerder buiten dan binnen de mainstream
media
.

***

Mijn stemadvies: ga stemmen!

***

Volgende week zondag presenteer ik vanaf 16
uur mee het verkiezingsprogramma op TV Oost. De dag voordien is er een uitgebreide
generale repetitie en moet ik studeren op de samenstelling van de coalities in
27 steden en gemeenten, geen tijd dus om een doorwrochte blogpost te schrijven.
Tot ‘in den draai’, na de verkiezingen.