Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Aftellen naar 14/10

Politiek Posted on za, september 15, 2018 13:23:26

Over negenentwintig dagen moeten we naar het
stemhokje. Verplicht. Opdraven en uw plicht vervullen! Het zijn
gemeenteraadsverkiezingen, normaal lig ik daar persoonlijk niet zo wakker van.
U moet weten, ik ben Antwerpenaar, maar ik woon op de parking. Heel eerlijk: de
campagne in mijn geboortestad interesseert me veel meer dan die op de plek waar
ik al veertien jaar woon. Op een schaal van 0 tot 10: óneindig veel meer. Al
zal het ook hier ongetwijfeld boeiend zijn. De vraag is: doorbreekt de N-VA de
hegemonie van de CD&V? Deze gemeente kent namelijk al sinds de fusie van gemeenten
in 1976 een absolute meerderheid van lokale christendemocraten. In 2006
behaalde de CD&V nog 78,54 procent van de stemmen. Dat is wat ze in Amerika
a landslide zouden noemen: de verzamelde
concurrentie stond niet op de foto (dat waren toen alle andere partijen sámen,
die zich voor de gelegenheid — er was over nagedacht, maar niet al te lang —
KARTEL hadden genoemd). Zes jaar geleden kwamen er vijf aparte partijen op en
zakte de CD&V naar 56,78%, de laagste score in tweeënveertig jaar. Paniek
in de oranje tent. En nu houdt de populaire burgemeester, al achttien jaar op
die stoel als opvolger van zijn nóg populairdere voorganger die vijfendertig
jaar de sjerp droeg tot hij letterlijk doodviel, het voor bekeken. Verdriet om
zijn (een paar jaar geleden) overleden vrouw en een kwakkelende gezondheid, zo
zegt hij zelf. Gesjoemel in de marge en niet meer zo gewenst binnen zijn eigen
partij, zo zeggen anderen. Dat is iets wat de autochtone bevolking ongetwijfeld
bezighoudt, het levert ook wat extra inkomsten op voor regionale verslaggevers,
maar als allochtoon die weigert te integreren gaat het bij mij het ene oor in
en het andere weer uit. Ik zou niet eens weten wie de kandidaten zijn en welke
partij het interessantste programma voor
mij
te bieden heeft. Wat De Wever, Beels, Van Besien, Peeters, Mertens en
De Backer bekokstoven interesseert me dan veel meer. Zou het toch iets zijn met
’t stad en de parking?

***

De bitsigheid van de toon waarmee tegenwoordig
campagne wordt gevoerd is ongezien. Ik mocht voor het eerst mijn verplichte
stemrecht uitoefenen op 8 november 1981, op m’n tweeëntwintigste. Voor het
eerst mochten 18-jarigen toen hun stem uitbrengen, iets wat ik zelf vier jaar
voordien dus nog niet mocht. De CVP van kortstondig premier Mark Eyskens verloor
veertien zetels, maar hield er wel drieënveertig over, ruim meer dan PVV, SP en
VU. Meer dan voldoende om weer de eerste minister te mogen leveren. Agalev
palmde voor het eerst twee zetels in het federale parlement in (niet mijn
verdienste), Vlaams Blok stuurde als nieuwkomer één volksvertegenwoordiger naar
Brussel (niet mijn schuld), de unitaire communistische partij behield nog twee
van z’n vier zetels (niets mee te maken).

Politici gebruikten soms harde taal in die
dagen: Leo Tindemans trad af omdat zijn coalitiepartners de grondwet als
“een vodje papier” behandelden, oppositieleider Louis Tobback noemde
premier Martens Caligula, da joenk
Verhofstadt liet zich evenmin onbetuigd met zijn radde tong, enzovoort,
enzoverder. Er werd al eens ruzie gemaakt binnen de coalitie en dan viel de
regering, maar nooit eerder werd er zo openlijk en zo permanent geruzied tussen
leden van een regering of van regeringspartijen als nu. Nooit eerder werden in
politieke discussies termen als ‘bloedhond’ gehanteerd door een lid van de
regering, of had een (voormalige) schepen het over ‘journalistenratten’. Nooit
eerder zei een burgemeester over de lijsttrekker van zijn voornaamste
coalitiepartner dat die z’n vis ging kopen bij een notoir lid van een
drugbende. Ze rollen voortdurend vechtend over de vloer. Als ploegmaats dat in
het voetbal zouden doen, kregen ze een rode kaart. In de politiek levert het
spektakel op en heel veel plaatsvervangende schaamte. De lieden die ons regeren
laten elke dag opnieuw merken dat ze gewrongen zitten in een verstandshuwelijk,
de lieden die daar oppositie zouden moeten tegen voeren kunnen er niet tegenop,
en wel om drie redenen: hun debatstijl is te krachteloos of te weinig
origineel, ze maken inhoudelijk te weinig het verschil én geen enkele
oppositietaal is sterker dan de zelfvernietigingskracht van ruziënde
coalitiepartners. Of is het allemaal schijn?
***

Negenentwintig dagen en ik weet niet voor wie
ik moet stemmen. Tweehonderd drieënvijftig dagen voor de zoveelste Moeder Aller
Verkiezingen — federaal, Vlaams én Europees — en ik zou begot niet weten wat ik moet doen, straks. Ik hoor en lees flarden
van partijprogramma’s die me aanstaan, anderen stoten me dan weer af. Ik hoor
en lees gekakel, maar word niet warm van de sociale media-politiek die wordt
opgevoerd. Een barslecht geregisseerd toneelstuk. Veel te vaak theater zoals te
verwachten en te voorzien was, de macht der theaterlijke dwaasheden loert om de
hoek, om het met de titels van een in opspraak gekomen kattensmijter te hebben.
Politiek is nooit echt een propere stiel geweest, maar ik herinner me niet dat
er ooit tevoren met zoveel bakken modder tegelijk is gesmeten, en dan nog wel naar
collega’s die de dag na de verkiezingen preferentiële partners blijken te zijn,
bij gebrek aan beter. Sommige partijen staan mijlenver van de doorsnee kiezer
af, anderen hebben de kloof tussen burger en politiek helemaal gedicht, zodanig
zelfs dat hatelijk populisme deel is gaan uitmaken van discours en beleid. Dan
liever die kloof, eerlijk gezegd: je verwacht van een politicus dat die over de
toekomst nadenkt, het beste met ons voor heeft, zich kan onttrekken van de waan
van de dag. Niet dat hij of zij zich vereenzelvigt met toogpraat en makkelijke,
sloganeske taal.

Het mag stilaan weer over inhoud gaan. Er is
heus niets mis met een politicus die een Grote Boodschap heeft. Liever dat dan
het constante kakken op elkaar.



Weg met de democratie?

Politiek Posted on za, mei 19, 2018 13:08:32

“Democratie is de slechtste vorm van
regeren, op alle andere na.”

***

Ik moest aan die legendarische, aan de Britse
staatsman Winston Churchill toegeschreven uitspraak denken, toen ik vorige
zaterdag rond middernacht zapte naar de puntentelling op het
Eurovisiesongfestival. Een jaarlijks moment van zelfkastijding waarop ergernis
en cynisch amusement elkaar kruisen. Ik weet niet of de goede Winston, bij het
roken van een stevige sigaar, de laatste negen jaar van zijn leven naar dat
liedjesfestival heeft gekeken, in de tijd dat deelnemers nog echt moesten
kunnen zingen en niet als kippen zonder kop rondliepen op het podium. Misschien
neuriede hij tien maanden voor z’n dood wel mee Non ho l’età.

Die democratie-uitspraak – die Churchill in
werkelijkheid leende van een voorganger – sprong me voor de geest toen de
punten van de volksjury’s die van de vakjury’s overruleden. Het zijn net verkiezingen, dacht ik. De stem van het
volk klinkt krachtiger dan de stem van opiniemakers en experten. Je kunt dat
‘democratie’ noemen, maar het wordt steeds beangstigender. En dan heb ik het niet
over die Israëlische nep-Björk die dankzij de stemmen van de massa triomfeerde.
Kan het mij wat schelen wie er wint op het festival van de wansmaak! Neen, ik
vind het beangstigend dat de stem van het volk steeds onvoorspelbaarder wordt
en dat ‘de mensen’ zich steeds meer laven aan grenzeloos populisme.

***

Als democraat mag je niet twijfelen aan de
democratie, zo gaat dat nu eenmaal. Ik ben een democraat, ik respecteer
verkiezingsuitslagen, maar ik respecteer ze intussen al een jaar of twintig tot
op het niveau dat ik er een beetje ziek van word. Ik ben oud genoeg om te weten
dat de verzuiling ons en andere landen in een wurggreep hield. Er waren pakweg
vijftig jaar geleden hooguit een handvol politieke partijen, meestal nog
unitair georganiseerd, en die waren gelinkt aan een vakbond, een ziekenfonds en
nog wat belangenorganisaties. Een systeem van ‘ons kent ons’ dat tot op zekere
hoogte functioneerde, maar dat ook verlammend en verstikkend was voor de
samenleving. De unitaire partijen hielden op te bestaan, de zuilen vielen weg,
het politieke landschap versplinterde, tot op het punt dat er nauwelijks nog
kan geregeerd worden. De kiezer was dat oude systeem terecht beu, maar een
belangrijke minderheid onder de kiezers heeft dan maar meteen de hele politiek
bij het groot huisvuil gezet. De foertstem dicteert. En de populistische
politicus speelt daar gretig op in. Bij ons en elders.

Een kwart Vlamingen stemde in 2004 op een
partij die kort voordien veroordeeld was vanwege aanzetten tot haat en
discriminatie. Brexit. Trump. Pseudo-groen en extreemrechts zullen samen Italië
besturen. Op een haar na kwam in Frankrijk en Oostenrijk een fascist aan de
macht. Wat staat er ons in oktober en in mei volgend jaar te wachten? Telkens
opnieuw moet je na een dag stemmen tellen concluderen: de kiezer heeft gekozen
en we moeten dat respecteren. Móeten we dat? Of wordt het tijd om de democratie
zelf in bescherming te nemen?

***

“Een pessimist ziet een probleem in elke
mogelijkheid. Een optimist een mogelijkheid in elk probleem.” (Churchill)

***

Ik schreef het hier eerder al: ik heb meer
respect voor een oprechte fascist die voor een fascistoïde, racistische partij
stemt, dan voor een foertstemmer die uit pure balorigheid tégen het systeem
stemt. Of denkt dat te doen, want hoe verklaar je dat een uitgesproken establishmentfiguur
als Donald Trump zich kan laten verkiezen door zich tégen het establishment op
te stellen? Ik mocht dat van sommigen in de aanloop naar de Amerikaanse
presidentsverkiezingen van november 2016 geen domheid noemen. Democratie, weet
u wel, de kiezer heeft altijd gelijk. Wel, de kiezer heeft weleens ongelijk.
Steeds vaker, trouwens. Vraag dat over een paar jaar aan de Britten die voor de
brexit hebben gestemd en die dan zullen merken hoezeer hun land erop
achteruitgegaan is. Ik weet het, het klinkt bijzonder hautain, maar soms moet
je de mensen tegen zichzelf in bescherming nemen.

Maanden gelezen las ik een interview met een
Amerikaanse politicoloog die mijn bezorgdheid deelde. Hij stelde voor om
deelname aan het democratisch proces te koppelen aan een soort toegangsexamen.
Ik dacht meteen: hé, dat is het. Of: dat zou het kúnnen zijn. Schaf, wat mij
betreft, onmiddellijk de opkomstplicht af, dat scheelt al een pak
ongemotiveerde kiezers (en foertstemmen). En peil bij diegenen die wel nog naar
het stemhokje trekken naar hun minimale kennis van onze politiek. Hoe heet onze
premier? Hoe heet de minister-president? Welke partijen zitten er in de
federale en de Vlaamse regering? Hoe heet de voorzitter van de Europese
Commissie?

De democratie is te belangrijk om ze over te
laten aan populisten, dilettanten en interne vijanden. Of, om Donald Tusk versus
Donald Trump te parafraseren: “Wie heeft er vijanden nodig, als je zulke
vrienden hebt?”

***

“Wanneer twee mensen altijd dezelfde
mening hebben is een van hen overbodig.” (Churchill)

***

Ik word een beetje bang van mijn eigen
woorden. Maar ik word nog banger van wat ons te wachten staat. Noem me elitair,
een hoogopgeleide lapzwans, een technocraat, een antidemocraat, al wat u wil, maar
naïef mag u mij niet noemen: als een op papier goed systeem van binnenuit
uitgehold wordt tot op het niveau dat het zelfdestructief werkt, kun je dat
systeem niet op de huidige manier laten bestaan. Want dan vernietig je
uiteindelijk jezelf: zo werkt dat met het klimaat, zo werkt het met de
mensenrechten, zo werkt het met de politieke democratie. Het werkt tot het niet
meer werkt en dan is het gedaan. Dan kunnen we ons naar een plek begeven die
overeenkomt met de initialen van Churchill en onszelf doorspoelen.

***

“Het beste argument tégen democratie is
een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer.” (Nog zo’n uitspraak
die ten onrechte aan Churchill gelinkt wordt. Maar ze sneed, alweer, hout.)



Homeopathische politiek

Politiek Posted on za, april 28, 2018 13:16:30

Zo, eind april weten we al wie dit jaar de
Nobelprijs voor de Vrede zal ontvangen. Moon Jae-in en Kim Jong-un,
respectievelijk de verkozen president van Zuid-Korea en de Grote Leider van
grootvader-op-vader-op-zoon-op-de-toekomstige-generaties van Noord-Korea. Tot
voor zeer kort: een goeie en een slechte, in westerse ogen.

Een kernwapenvrij Koreaans schiereiland, daar
dromen beide heren en de rest van de wereld nu van. En het einde van de oorlog,
die achtenzestig jaar geleden begon en officieel nooit beëindigd werd, maar die
vrolijk overging in de strijd tegen de verderfelijke communisten in Vietnam en
daardoor vergeten geraakte. Bij ons toch.

Benieuwd of Kim Jong-un de scheldterm
‘dictator’ blijft behouden – dat zou overigens zeer terecht zijn! – of dat hij
dankzij die genormaliseerde relatie voortaan als ‘Noord-Koreaanse leider’ door
het leven zal gaan. Even benieuwd of de bewoner van het Witte Huis zich er nog
probeert tussen te wringen, in de hoop dat ook hij een tripje naar Oslo mag
boeken eind dit jaar.

***

In het licht van deze – ja, het mag nu –
historische gebeurtenis komt de politieke week in eigen land pas op de tweede
plaats. Ergens is dat jammer, want er viel wel wat te beleven. Het definitieve
afstel van een begrotingsevenwicht in deze regeerperiode, bijvoorbeeld. Het
bericht dat de Kaaimantaks amper een honderdste zal opleveren van wat er in de
begroting van dit jaar onder ‘Inkomsten’ genoteerd stond, nog zoiets.

Even leek het erop dat het Agentschap Wegen en
Verkeer, een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat
instaat voor de infrastructuur van ons wegennet en dat onder de Vlaamse minister
van Mobiliteit ressorteert, de opmerkelijkste uitspraak van de week had
geproduceerd. Op Twitter antwoordde een ijverige communicatiemedewerker op
vraag van ene Bart uit Veurne over omgekapte bomen langs de E313 ter hoogte van
Ranst: “Dag Bart, dit zijn snoeiwerken in het kader van
transmigratieproblematiek op parkings, op vraag van politie en gouverneur,
zodat transmigranten zich hier niet kunnen verstoppen. In de toekomst gaan we
dit onderhoud zeker mee opnemen tijdens ons hakhoutbeheer voor het broedseizoen.”
Wat volgt er hierna nog? Gebouwen mogen nog maximum één verdieping tellen om te
vermijden dat er zich mensen van het dak zullen storten? Aan de Antwerpse
Modeacademie worden alleen nog robots aanvaard als student? Treinen, trams en
bussen rijden op tijdstippen die afwijken van het vaste uurschema om te
vermijden dat mensen eraan kunnen wennen? (O ja, dat laatste gebeurt al een poos…)

Kan beter, moeten leden van de federale
regering jaloers hebben gedacht en dus lieten ze toe dat Cédric Frère benoemd
werd in de Regentenraad van de Nationale Bank, als opvolger van zijn vader
Gérald, die op zijn beurt stamvader Albert had opgevolgd. Nu vind ik sowieso
dat mensen die een accent aigu én een accent grave in hun naam hebben staan,
per definitie verdacht zijn, maar je zou natuurlijk van een partij die de
kracht van verandering propageert, mogen verwachten dat ze hier streng zou
tegen optreden. Quod non. Ze mogen namelijk een eigen mannetje pistonneren.
Voor wat, hoort wat, dus. Ik schreef op deze plek eerder al dat de N-VA een
traditionele partij als een andere is geworden. Quod erat nogmaals
demonstrandum.

Daar kan ik nog óver, moet Joke Schauvliege
gedacht hebben. Wie stress heeft op het werk, mag vanaf nu een natuurcoach
contacteren, om al wandelend in het bos de problemen aan te pakken. Hashtag
‘levenskwaliteit’, hashtag ‘dewegvooruit’. #zeverinpakskes. De Vlaamse minister
van Landbouw, Omgeving en het bevoordelen van de firma Essers laat voor één
keer geen bos omhakken, maar ze ziet er de bomen duidelijk niet meer door. Een
natuurcoach, verdorie. Welke opleiding zou zo’n onverlaat hebben gekregen? Waar
zal de 510 euro die de Vlaamse overheid daarvoor pér geval zal ophoesten
begrotingsgewijs gehaald worden? Wie controleert er of dat gesprek echt helpt? In
de krant lees ik: “Vind hier eens iets in het bos dat een mooi beeld geeft
van wie jij bent.” En: “Kijk eens naar dit kleine boompje en vertel
wat je hierbij voelt.” Ik denk: ik neem een afgewaaide tak, liefst een hele
dikke, en begin er die natuurcoach mee te slaan. Weg stress.

Om in de sfeer te blijven: wat zijn de mensen
die ons moeten besturen toch geweldig goed in het afzagen van de tak waarop ze
zitten. Een wijsheid van de deze week gefêteerde Herman De Croo, vijftig jaar
volksvertegenwoordiger: “Je mag de tak afzagen waarop je zit, maar nooit
tussen jou en de boom.”

Een natuurcoach, verdorie. Qua homeopathische
politiek kan dit tellen. Ondertussen worden noodzakelijke maatregelen verdund
tot op het niveau dat ze niets meer voorstellen. Iemand nog iets gehoord over
‘werkbaar werk’, of kan die discussie de boom in?

***

Ik weet het, ik schreef hier vorige week nog
dat we wat vriendelijker moeten zijn voor de politiek, maar de actualiteit
noopt me daar niet toe. Mocht ik ijdel zijn, dan zou ik kunnen vermoeden dat
vooraanstaande politici mijn blogpost van vorige week hebben gelezen en per se
willen aantonen dat ze écht wel dom en kortzichtig zijn. Maar wellicht zijn
sommigen dat gewoon zo al.



Wit konijn

Politiek Posted on za, april 21, 2018 13:48:21

Het is weer de tijd van de witte konijnen.
Minder dan een half jaar voor verkiezingen komen die vrolijk uit Vlaamse velden
gehuppeld om op een net wel/net niet-verkiesbare plaats van een politieke lijst
te gaan staan. Tom Dice en zijn gitaar komen op voor Groen in Eeklo, kwamen we
deze week te weten. Aron Berger komt niet op voor de CD&V in Antwerpen, al
was dat wel de bedoeling.

O ironie, in de stad die haar naam dankt aan
een handwerpende held kwam een man die weigert vrouwen een hand te geven enkele
etmalen lang in het oog van een stormpje in een glas Scheldewater te staan, zij
het dat stormpjes in de politiek tegenwoordig dankzij de media altijd de indruk
geven dat ze een tsunami veroorzaken. Uit respect, doet de heer Berger dat
niet, vrouwen een hand geven. Respect voor de vrouw, begrijp hem niet verkeerd.
Dezelfde man bleek een tijdje geleden losse handjes te hebben gehad, want hij
zou een oude, zieke man een kleine dertigduizend euro te hebben afgetroggeld.
Hij werd schuldig bevonden door de rechtbank van eerste aanleg. Nu zou je
kunnen veronderstellen dat een politieke afdeling nieuwe kandidaten uitvoerig
screent (tik op Google de naam van de potentiële politicus in en je komt vrij
snel dingen te weten), maar neen, hoor. Wisten ze niet.

Nu vind ik de reden om te weigeren handjes te
schudden met leden van het andere geslacht heel flauw: het doet sterk denken
aan religieus fundamentalisme, is dat waarschijnlijk ook. Maar als ik met mijn
beste vrienden afspreek, schudden we ook zelden handjes. We begroeten elkaar
met een zwaai en een kwinkslag en doen alsof we het vorige gesprek gewoon
voortzetten, ook al zijn er ondertussen een paar maanden overheen gegaan. Veel
erger is Bergers standpunt over gemengde scholen: de man noemde dat
kindermishandeling. Ook dat standpunt kun je redelijk snel googelen. Zo’n man
moest dus een verruimingskandidaat worden op de lijst van de Antwerpse
CD&V. Enerzijds is het een fanatieke malloot, anderzijds kon de partij zo
de joodse stem proberen binnen te halen. Enerzijds, anderzijds: tsjeverij van
de kwalijkste soort. Vóór de luidruchtige intrede van de sociale media en de
nieuwssites kwam je daar nog behoorlijk vlotjes mee weg, nu niet meer. Had de
CD&V kunnen inschatten.

***

Chassidische joden zijn niet geïnteresseerd in
‘de’ Antwerpenaar, moet u weten. Zij leven in een eigen coconnetje, een zeer
gesloten leefgemeenschap waar je niet in- of uitgeraakt. Ik kan het (een
beetje) weten, want ik heb een aantal jaren gewoond vlak naast wat de lokale
gemeenschap weinig minzaam ‘de Jodenbuurt’ noemde. Ik ging weleens naar hun favoriete
bakkerij, Kleinblatt, in de Provinciestraat. Je kon er donder op zeggen dat de
joodse klanten die ná jou de winkel binnenliepen, eerst werden bediend. Loop je
in ‘hun’ buurt op het trottoir, dan zal jij moeten uitwijken naar de straat als
ze druk keuvelend met drie naast elkaar lopen. In andere contexten wordt daar
weleens de term ‘racisme’ voor gebezigd. Maar er is nu eenmaal dat bezwaard
verleden, die schandvlek van de Tweede Wereldoorlog, de collaboratie en het
wegvoeren naar de kampen, waar al bij al weinig verzet tegen was. Dat
collectieve schuldgevoel maakt dat de joodse gemeenschap zich veel meer mag
permitteren dan de moslimgemeenschap en dat de burgemeester zich graag
aanschurkt tegen hen: noem het een poging tot Wiedergutmachung van iets wat
niet goed te maken valt.

Zolang ze worden gerust gelaten, zijn de
Antwerpse joden niet in politiek geïnteresseerd, maar ‘ons kent ons’ kennen ze
evengoed als wij. Zullen we de zaken even benoemen? Mocht het zijn doorgegaan,
Aron Berger op de CD&V-lijst, dan zou de man dat alleen maar gedaan hebben
om zijn eigen achterban te plezieren. Op zich is dat niet uitzonderlijk, vele honderden
kandidaten zullen dat na 14 oktober 2018 proberen te doen. Dienstbetoon is des
mensen. Maar zég dat dan ook. Bruggen slaan naar de andere gemeenschappen – wat
sommige analisten gaarne hadden zien gebeuren – zou nóóit de bedoeling geweest
zijn van Berger.

***

Witte konijnen, worden ze genoemd: onverwachte
kandidaten op verkiezingslijsten, plots uit het sociale leven geplukt om
zieltjes te winnen in het stemhokje. Op zich een verdienstelijk idee, in een
wereld die voordien werd beheerst door semi-nepotisme. Politiek in België, dat
was heel lang een zaak van vader op zoon, af en toe vader op dochter, bijna
nooit moeder op zoon of dochter. Nieuwe impulsen en inzichten welkom, anders
blijf je toch maar hangen in het eigen Grote Gelijk. Alleen is de vaststelling
dat politiek een stiel is, misschien zelfs een roeping, iets waar je vol moet
voor gaan, een leven lang. Opportunisme is de politiek niet vreemd, maar
opportunisten houden het er zelden lang vol.

Vernieuwingsoperaties lukken zelden in de
politiek. Witte konijnen voegen weinig toe, of ze vluchten weg nog voor ze hun
stempel kunnen drukken. Omdat de politieke mallemolen te traag rondjes draait.
Omdat er te veel in achterkamertjes beslist wordt en niet in het halfrond.
Omdat er zelden rechtdoor gehandeld wordt. Het is een wereld van gekronkel en gekonkel,
en dat bedoel ik niet eens negatief. Democratie vereist onderhandelen, oneindig
veel geduld, compromissen sluiten die liefst niet té compromitterend zijn, het
grotere plaatje proberen te zien. Het algemeen belang, net wat u zegt.

***

In 1981 introduceerde de kortstondige premier
Mark Eyskens Robert Vandeputte in zijn regering, de gepensioneerde gouverneur
van de Nationale Bank. Op zijn 73ste kon de man als minister van Financiën
weinig toevoegen. Op dat moment ontspoorde onze begroting, maar laten we dat
vooral niet in de schoenen van Vandeputte schuiven. En toch: hij stond erbij,
keek ernaar en verdween al snel weer in de coulissen. Maart 1993 werd Mieke
Offeciers weggeplukt op de studiedienst van de werkgeversorganisatie VEV
(vandaag: Voka) om minister van Begroting te worden in de eerste
regering-Dehaene. Ze hield het een jaar vol, keerde dan terug naar het VEV,
promotie erbovenop.

Roland Duchâtelet, gewiekst ondernemer,
probeerde het een tijdje met een eigen partij, Vivant, en weldoordachte ideeën,
onder meer over het basisinkomen. Hij sloot later aan bij Open VLD, werd zelfs
schepen in Sint-Truiden, maar raakte gedegouteerd door de nationale en lokale
politiek, en stortte zich dan maar op het voetbal. Met even weinig succes.
Fernand Huts zat eind vorige eeuw vier jaar lang in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers namens de VLD. De flamboyante baas van Katoen Natie
verveelde er zich steendood en gaf er de brui aan.

Zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Er
zijn weinig uitzonderingen. Philippe Muyters is er een van. Minister van, onder
meer, Werk en Sport in de Vlaamse regering, nu toch al negen jaar lang, voordien
gedelegeerd bestuurder van Voka. Patrick Janssens deed het ook niet onaardig,
als partijvoorzitter, her(uitvinder) van de sp.a en burgemeester. En, ach ja,
er is ook Jean-Marie Dedecker. Brulboei van ’t
zeetje
.

Maar het beste voorbeeld dat het in theorie
wel kán, de overgang van de bedrijfswereld naar de politiek, is… Kris
Peeters, die in 2004 door de CD&V als gedelegeerd bestuurder van Unizo werd
gevraagd om minister te worden in de Vlaamse regering. U kent dat spreekwoord:
uitzonderingen bevestigen de regel. Peeters kent blijkbaar noch de uitzondering,
noch de regel goed genoeg, want wat bezielde hem om Aron Berger in te lijven?
Naïviteit? De hoop dat er massaal stemmen van de al bij al kleine en nauwelijks
in politiek geïnteresseerde Joodse gemeenschap naar de CD&V zouden stromen?
Of wilde hij gewoon Bart De Wever vliegen afvangen, de man die zich al sinds
hij op het Schoon Verdiep zit als grote vriend van de Antwerpse joden profileert
en er, bijvoorbeeld, voor zorgt dat er geen vervelende affiches met schaars geklede
dames in hun buurt te zien zijn. (Soumission, jawel.)

***

Een politieke carrière begint stilaan op de
fameuze ‘fifteen minutes of fame’ te gelijken. Ze is voorbij nog voor ze goed
en wel begonnen is. Dat is buitengewoon jammer en dat heeft de politiek aan
zichzelf te danken (te veel gekronkel en gekonkel). En aan ú. U, kiezer, bent
zo wispelturig als een veertje in de wind. De man of vrouw die ooit het halve
scheldwoord polletieker heeft
bedacht, zou (wellicht postuum) gesanctioneerd moeten worden, vanwege de
negatieve connotatie die eraan vastkleeft. Ooit was politicus een beroep met
aanzien. Nu ben je als politicus per definitie verdacht. Resultaat is dat
politieke partijen moeite hebben om hun lijsten kwalitatief te vullen. Kneusjes
genoeg, aan opportunisten geen gebrek, maar zeer zelden een witte raaf. Dan
maar op zoek naar witte konijnen, maar die vluchten pijlsnel terug naar hun veilige
holen.

Politicus zou terug een eerbaar beroep moeten
worden, vertrekkend vanuit een ideologie en een volwaardig programma, weg van
de kretologie en de scheldtirades in 280 tekens. Of we dat nu willen of niet,
we hebben de politiek nodig. En zij ons.



Gewoon doen

Politiek Posted on za, april 07, 2018 12:11:15

Gewoon doen. Eigenlijk vind ik dat, in alle
eerlijkheid, een prima politieke slogan, vanwege die dubbele boodschap. Gewóón
doen en gewoon dóen, u heeft dat er zelf ook wel in gelezen. Toch kreeg de
partij die de slogan liet bedenken, Open VLD, de hele sociale mediameute over
zich heen. Hoongelach van hier tot in Pyongyang, en terug. Twitteraars zijn
ongenadig hard, bij momenten. Bij steeds
meer
momenten, moet dat eigenlijk zijn.

Ons wantrouwen tegenover de politiek is –
behalve bij diehard-aanhangers van de
N-VA – bijzonder groot. Alleen de grootste partij van Vlaanderen kan zich nog
zowat alles permitteren. Helfies lanceren, bijvoorbeeld. De medestanders steken
dan ook spontaan hun hand op. Dat de tegenstanders er de spot mee drijven, ach:
haters gonna hate. Andere partijen
krijgen niet zoveel krediet, zelfs niet – en misschien vooral – van hun eigen
achterban.

De oorzaak moeten we niet ver zoeken. De
traditionele partijen – en voor één keer reken ik de N-VA daar niet toe, ook al
is ze dat in de praktijk wel al geworden – weten van geen hout nog pijlen te
maken, laat staan dat ze woorden in een geschikte slogan kunnen gieten. Hoe
socialistisch is de sp.a nog? Hoe christelijk de CD&V? Hoe liberaal Open
VLD? Het kiezerskorps van die partijen kalft steeds verder af. Op 31 maart
1968, precies vijftig jaar en een week geleden, behaalden de nog unitaire
traditionele drie gezamenlijk 80,6 procent van de stemmen. De Volksunie – pleegmoeder
van de N-VA – beleefde haar grote doorbraak: 9,8%, goed voor twintig
volksvertegenwoordigers, twaalf meer dan bij de vorige stembusgang. Op 25 mei 2014 kwamen CD&V, cdH, Open VLD,
MR, sp.a en PS samen uit op 56,5%, 24,1 procent minder dan destijds. De N-VA
kwam, federaal, uit op 20,3%, meer dan het dubbele van de Volksunie van toen.
En daarnaast is er de versnippering, want groene en extreemrechtse partijen
waren er destijds nog niet in het parlement, en de communisten waren in ’68 al
in vrije val.

Kiezers terugwinnen doe je ofwel door beleid
(gewoon dóen), ofwel door een geloofwaardig en realistisch programma uit te
bouwen met oog voor de ideologische onderbouw (gewóón doen). Daar slagen de
traditionele partijen al vele jaren niet meer in. En dat maak je niet goed door
een goed gevonden slogan, die hooguit een tijdelijk effect kan ressorteren.
Bovendien: het prima ‘Gewoon doen’ volgt na de belabberde pogingen ‘Mensen
hebben vleugels’ en ‘Goesting in de toekomst’. De Open VLD had beter vier jaar
geleden een beetje gewoon gedaan, in plaats van nietszeggende zinnetjes te
brouwen.

Gewoon doen. Eigenlijk is dat een prachtige
metafoor voor wat de gewezen Grote Drie al jaren fout hebben begrepen. Je moet
niet de anderen achternalopen en proberen een kruimeltje mee te pikken van
andermans electoraal succes door een beetje naar (extreem)rechts of (f)links op
te schuiven. Dat is zowel op korte als op middellange termijn contraproductief.
De kiezer doet weleens iets doms, maar niet altijd en zeker niet de hele tijd. Back to basics, daar komt het op neer. Maar
dan moet je je als partijbons natuurlijk nog wel herinneren wat die
basisprincipes waren… Misschien nog eens de beginselverklaring lezen? Gewoon
dóen!



Eergevoel

Politiek Posted on za, maart 24, 2018 13:13:54

Mmm, zou ik vandaag iets schrijven over de
niet zo excellente excellentie Steven Vandeput of zijn al evenmin uitblinkende
Vlaamse collega Sven Gatz? In geval van twijfel, dan maar de twee, zei een niet
nader geïdentificeerd stemmetje in mijn hoofd.

***

Die ochtend tijdens een intercontinentaal
telefoongesprek.

“Sven, we gaan bloeden, je moet iets
doen. Adverteerders zullen weglopen.”

“Ja, maar, ik kan als liberaal toch
moeilijk mensen verplichten om naar reclame te kijken?”

“Komaan, Sven, het is dat of het einde
van commerciële televisie!”

Die avond in de media.

“We zullen het doorspoelen van reclame
tijdens het uitgesteld kijken verbieden.”

***

Dat een liberale minister van Media van nature
vriendelijk is voor commerciële media is op zich geen probleem. Samen met de
chronisch ontevreden christendemocraten, die vonden dat té kritische
post-’68-journalisten van de openbare omroep hen voor de voeten liepen, zetten
de liberalen in de tweede helft van de duistere jaren tachtig van de vorige
eeuw de deuren immers wagenwijd open voor commerciële televisie. En in het
kielzog van de gedoogde vrije radio’s kwamen ook door reclame-inkomsten
gedreven radiostations eraan. Het werd een ramp (Big Brother, Temptation
Island
, algehele verkleutering, BV’s van het zevende knoopsgat in een
eindeloze stoet panelprogramma’s, gewauwel in de ether, …). Het werd een
zegen (de VRT die gedwongen werd zichzelf heruit te vinden, de opflakkering van
de Vlaamse beeldcultuur, Moeder, waarom
leven wij?
, De laatste getuigen, Twin Peaks, Wat als?, Safety first, …).

Maar dat net een liberaal de vrijheid van de
individuele kijker wil beperken, is natuurlijk een paar bruggen te ver, zo vond
ook het Orakel van Aarschot, in het gewone leven voorzitster van de partij van
die Gatz. “Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk
vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet
beperkt,” klinkt de definitie. Wat Gatz voorstelde, was het
tegenovergestelde daarvan. Het deed me denken aan het slothalfuur van A Clockwork Orange, waarin Alex de Large
(Malcolm McDowell) verplicht wordt met letterlijk opengesperde ogen naar de
vreselijkste beeldfragmenten te kijken, zodat hij – de moordlustige nozem – zou
kunnen genezen. (En als dat niet lukte, hadden de autoriteiten hem tenminste toch
een koekje van eigen sadistisch deeg kunnen geven.)

Is het dát wat Gatz wil? Mensen die tegen hun
zin naar reclamespots kijken? Wil hij eventueel nog een stap verder gaan en
krantenlezers verplichten om elke pagina te doorploegen, schaarse advertenties
inbegrepen? Kunnen we straks op het internet niet meer scrollen zonder eerst
die blitse top topical gezien te
hebben? Sire, zijn er nog liberalen?

Wie al eens de moeite doet om Vlaamse
reclamespots te bekijken of te beluisteren, weet wat ik bedoel. Ongeïnspireerd,
zoutloos, humor om vooral niet mee te lachen: het is ergernis- en
deerniswekkend. Kijk en luister af en toe eens naar de STER-reclame op de
Nederlandse tv en radio, het verschil is aanzienlijk. Spitsvondig, vaak écht
grappig, gedurfd: ik blijf soms hangen bij zo’n spot, voel dan niet eens de
aandrang om snel door te spoelen. Bij ons krijg je grijze saaiheid, bedacht
door vermeende grapjurken, daarna flink afgezwakt door opdrachtgevers die
vooral niemand tegen de borst willen stuiten, vervolgens van elk scherp randje
ontdaan door het reclamebureau, met als resultaat bloedeloze antireclame, met
uitzondering dan van de basstem van Guy Mortier, die ochtend op de radio.

Als mensen niet naar reclame willen kijken,
dan komt dat omdat ze a) geen zin hebben in flauwekul, b) geen tijd hebben voor
flauwekul, en c) hechten aan hun vrijheid die hen toelaat om te ontsnappen aan
flauwekul. Als een minister het doorspoelen wil verbieden, dan is dat dus niet
meer of niet minder dan flauwekul. Dan vraag je je af of zo iemand wel
mediaminister kan blijven.

***

Die ochtend op het partijbureau.

“Verdomme, Steven zit nu echt wel in de
put. Verdient hij ons vertrouwen nog?”

“We zullen hem niet laten vallen, dan
lijden wij ook gezichtsverlies. Kunnen we niet iets bedenken om de aandacht af
te leiden?”

“Zeg, de informatie werd gelekt via de
socialisten, kunnen we niet…?”

Die avond in alle media.

“Het is de schuld van de sossen!”

***

Makkelijk zat, dat riedeltje. Alles wat in het
verleden fout liep, is de schuld van de sociaaldemocraten. Alles wat vandaag
fout loopt? Schuld van de socialisten! Alles wat in de toekomst fout zal lopen,
daar kun je donder op zeggen: de sossen, uiteraard. Dat de minister van
Defensie intussen de minister van Defenestratie is geworden, omdat de hoogste
militaire top cruciale informatie verborgen hield voor hem, wordt dan even
bijzaak. De perceptie moet zijn dat hij een slachtoffer is, en geen onbekwame
bestuurder die op zijn eigen kabinet en in de kringen die hij geacht wordt aan
te sturen, doodgemoedereerd gepasseerd wordt. Alsof hij niet bestaat. Zo
bekijken ze dat allicht ook bij de luchtmacht: hoe lang zit die passant daar
nog?

Deze minister is aangeschoten wild, hij zal
nooit nog de geloofwaardigheid (her)winnen om dat departement te leiden,
hoeveel sossen je ook in diskrediet probeert te brengen. In het Engels heet dat
‘a lame duck’, een zwakkeling. Wie
gelooft die man nu nog?

Het zou met VDB niet waar geweest zijn. Die
zou zelf een hand gehad hebben in gefoefel en gesjoemel. “Ik heb de
vliegtuigen zien vliegen en ze vliegen goed,” zei die ooit op een
vervelende vraag van een lastige reporter. Als ik me goed herinner ging dat
over de aankoop van de F-16’s. Ha, Vanden Boeynants: zo corrupt als de pest,
maar hem zou de legertop nooit belazerd hebben. VDB leidde zijn departement met
ijzeren hand en geopende bankrekening. VDP is VDB niet. Een regeringsmededeling
door VDB, daar bleef je naar kijken. Een regeringsmededeling door VDP, zou je
zo snel mogelijk willen doorspoelen. Misschien een ideetje voor de Vlaamse
mediaminister: de herinvoering van de regeringsmededeling, doorspoelen
verboden! A Clockwork Blue.

***

Om de eer aan jezelf te kunnen houden, moet je
natuurlijk in de eerste plaats een eergevoel hebben en in de tweede plaats een
eer die het waard is om verdedigd te worden.



DNA

Politiek Posted on za, maart 03, 2018 13:17:13

Je moet het de vertegenwoordigers van de
grootste partij van Vlaanderen nageven: qua top
topical
-reacties zijn ze onovertroffen. Inhaken op de actualiteit wordt hen
ingegeven door een alert communicatieteam. Dus is het niet verwonderlijk dat
aan het eind van een week waarin Kendrick Lamar een kleine aardverschuiving
veroorzaakte op de grens van Merksem en Deurne, een concert dat overigens opende
met DNA, een N-VA-politica uitpakt
met een ideetje om van alle pasgeborenen een DNA-staal af te nemen. ‘Ideetje’,
geen wetsontwerp of -voorstel, geen uitgewerkte resolutietekst, geen doorwrocht
opiniestuk in een toonaangevende krant. Neen, een ideetje, uit de mond van een
minder bekende volksvertegenwoordiger, niet herhaald door een partijkopstuk: even
peilen van waar de wind komt en dan beslissen of er voldoende steun is om ermee
door te gaan, waarna de grote namen het zullen overnemen of het ideetje in de
prullenmand terechtkomt, bij al die andere ideetjes.

Er moet een nationale DNA-databank komen, riep
de procureur van Veurne, een ideetje dat de bekende strafpleiter Walter Damen
wel genegen is, waarna federaal parlementslid Kristien Van Vaerenbergh het
overnam. Ik heb haar even moeten wikipediaën en moest vaststellen dat ze zowaar
een kwartiertje van mij vandaan woont, in het doorgaans idyllische
Pajottenland. Zou ze
naar het concert van Kendrick Lamar geweest zijn, opgehitst door die
begintonen, “I got, I got, I got, I
got- / Loyalty, got royalty inside my DNA / Cocaine quarter piece, got war and
piece inside my DNA / I got power, poison, pain and joy inside my DNA / I got
hustle though, ambition flow inside my DNA”
, vroeg ik me af.

Want, uit dat DNA kun
je veel afleiden, zeggen mensen die veel slimmer zijn dan ik. Of je later zwaar
ziek zult worden, bijvoorbeeld. Of er een crimineeltje in die jonge botten
huist, wie weet wel zo’n ettertje dat later zichzelf zal opblazen in een vol
metrostation. Stel dat we die dader snel kunnen opsporen dankzij het DNA dat we
uit zijn peuterbotten hebben gepeuterd… Geweldig, toch?

“I got dark, I got evil, that rot inside
my DNA / I got off, I got troublesome heart inside my DNA.”

Van Vaerenbergh kreeg
al snel bijval van Raf Terwingen, federaal volksvertegenwoordiger voor de
CD&V. “In deze decennia primeert veiligheid op privacy,” liet hij
optekenen in Het Nieuwsblad. Hoezo,
‘in deze decennia’, dacht ik meteen. Was veiligheid voordien dan minder
belangrijk? Leven we nu in onveiliger tijden dan vijfentwintig of vijftig jaar
geleden? (Het antwoord is neen, u moet die gegevens zelf maar even opzoeken.) En
is het eigenlijk nog wel nodig om te benadrukken dat het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens vierkant tegen zo’n DNA-databank is, of zijn die hoge dames
en heren definitief gecatalogeerd als ‘wereldvreemde juristen’?

We hebben leren leven
met het opofferen van onze privacy. Facebook weet meer over ons dan onze
vrienden en familieleden. We ontvangen mails met voorstellen op maat, omdat Het
Internet heeft ontdekt dat we veel tijd steken in een welbepaalde dure hobby.
Big Brother kijkt over onze schouder mee. Voor advocaat Walter Damen is dat net
een extra reden om dat DNA-staal af te staan, want het “maakt echt niet
veel verschil meer.” Van Vaerenbergh en Terwingen, beiden eveneens
advocaat, knikken. Dat de N-VA nog niet zo lang geleden met een standpunt op de
partijwebsite liet weten dat het “radicaal tegen een databank voor alle
burgers is”, och ja, de mensen vergeten dat wel. Denk aan artikel 1 van de
statuten, een beetje opportunisme moet kunnen.

Ik las nog in Het Nieuwsblad, zonder aanhalingstekens
maar het had een citaat kunnen zijn: “Het zou bovendien zorgen voor een
ontradingseffect. Wie weet dat zijn of haar gegevens ergens liggen opgeslagen,
denkt twee keer na vooraleer een misdaad te begaan.” A ja? Je gaat er de
zelfmoordterroristen niet mee tegenhouden, vermoed ik. Kan het hen wat schelen
dat we post mortem te weten komen wie ze zijn. En wie echt ver heen is op het
pad van de misdaad, ligt daar heus niet wakker van. Zou het Renaud Hardy hebben
kunnen tegenhouden?

“Bitch, your hormones prolly switch inside
your DNA / Problem is, all that sucker shit inside your DNA / Daddy prolly
snitched, heritage inside your DNA / Backbone don’t exist, born outside a
jellyfish, I gauge.”

Ja, maar uw DNA wordt
veilig opgeslagen in een centrale databank, niemand kan daar aan, klinkt een
argument pro. Ik durf te wedden dat ietwat intelligente hacker al heel snel
toegang zal hebben tot die gegevens. En als het dan ook nog eens een onethische
hacker is, zal hij die met veel plezier doorverkopen aan de hoogstbiedende. DNA
als handelswaar.

Bovendien: stel nu dat
een meerderheid in het parlement dit goedkeurt en dat iedereen voortaan van na
de eerste schreeuw weet welke ziekten hij of zij onder de leden heeft, wíl je
dat dan weten? Móet je dat dan weten? Behoort dat soort informatie niet tot het
strikte privé-terrein, waarop iedereen op volwassen leeftijd maar voor zichzelf
moet uitmaken hoeveel hij of zij wil prijsgeven qua privacy? Partijen die zich
openlijk afkeren van besnijdenis van jonge jongetjes pleiten nu voor het
afstaan van DNA, heel vreemd. Oké, pijnloos, dat wel, in tegenstelling tot die
besnijdenis, maar kun je dat een pasgeborene aandoen, wetende dat het net
zogoed onomkeerbaar is?

Ach, er zijn al veel
ideetjes de revue gepasseerd, het ene al gekker dan het andere, sommige zijn
zelfs in wetteksten gegoten, andere belandden in de vergeetput met losse
gedachten. Best mogelijk dat die DNA-databank niet verder geraakt dan die
vergeetput. Maar het is goed om af en toe ¡No
pasarán!
te roepen. Tot hier en niet, nooit!, verder.

Benieuwd of dit wordt
opgepikt door de King Kunta van de
politiek. Misschien toch ook eens kijken naar de rest van de setlist van
Kendrick Lamar, daar stond onder meer HUMBLE
tussen. Al wanen heel wat van onze politici zich tegenwoordig een GOD in het diepst van hun gedachten,
waarmee we bij het enige bisnummer van Lamar zijn aanbeland.

Ik loop nog liever de
rest van mijn leven met een vergiet op mijn hoofd rond, dan dat ik vrijwillig een
DNA-staal afsta.



MacMerkel (Hé Hé!)

Politiek Posted on za, juni 03, 2017 12:56:51

Stomme
idioot, narcist van al die Staten,

tweetende malloot, Bannonkop vol gaten

kikvorst, potentaat

hansworst, orangeade

dommeclimatechangeontkenner

arrogante
volksmenner

Hé hé, wat
’n feest,

lang genoeg
beleefd geweest!

(vrij naar Hé Hé van
Jan De Wilde)

***

De démarche
van Trump zal Europa verenigen, lees je nu overal. Dat dacht ik eerst ook. Macron
en Merkel, ze zaten weer op één as. Het is wachten tot iemand hen ‘MacMerkel’
gaat noemen. (Hé hé, ’t is gebeurd!) Onze Charles Michel, de brave man, sprak
de Amerikaanse president rechtstreeks aan op Twitter: hij veroordeelde diens
mededeling dat Amerika uit het klimaatakkoord van Parijs zal stappen. Zelden
onze premier zo weten roepen, al kan dat met die tijdelijke doofheid te maken
hebben. Maar de Europese Unie, dat is ook Orbán en nog wat van die potentaten.
Malloten. Bokkenrijders. Hobbelpaarden van Troje die zich in de Europese burcht
gewurmd hebben. Nee, die eenheid is nog niet voor morgen, zelfs niet als straks
de Britten de unie zullen hebben verlaten. Europa is nog lang niet verenigd,
net zomin als dat de Verenigde Staten een (h)echte unie vormen. Verenigd is een
adjectief, dat staat er als aanvulling, om iets te omschrijven. Verenigen is een werkwoord.

***

Hé hé, dat
lucht op, ram het in hun domme kop!

***

Die Macron,
daar gaan we nog van horen. Links-liberaal en ook wel een beetje gladde aal.
Werd verkozen omdat de Fransen die andere kandidate niet wilden, eerder dan om
zijn eigen welomlijnde ideeën, want die is hij nog volop aan het ontwikkelen
tegen de parlementsverkiezingen. Stapte na zijn overwinning naar het
spreekgestoelte op de tonen van Ode an
die Freude
. Hij verkoos Ludwig van Beethoven boven Claude Joseph Rouget de
Lisle, de Europese hymne boven de Marseillaise, Europa boven Frankrijk. C’est symbolique, quoi! En na de speech
van het oranje gevaar in het Witte Huis tweette hij: ‘Make this planet great
again’. Een Franse president die verder denkt dan de eigen landsgrenzen, c’est remarquable. Hoopgevend, voor het
Europese project. De weerbarstige Britten eruit, de Fransen er terug helemaal
in. En avant la musique!

***

Hé hé, zie
je wel, die daar springt al uit z’n vel!

***

We hebben
nood aan méér Europa, niet minder. Europese Unie, bedoel ik dan, want meelopers
die alleen maar een graantje van de economische eenheid willen meepikken kunnen
we missen als de builenpest. De nieuwe generatie leiders (veertigers zonder
buikje en een voluntaristisch Mädchen)
zal het moeten rechttrekken. Los van Amerika, weg van het Verenigd
Koninkrijk. Zoals een volksvertegenwoordiger ooit op een nogal ongepast moment riep: “Vive la République d’Europe!”

***

Hé hé, wat
’n lol, ik viel even uit m’n rol.



« VorigeVolgende »