Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

WK

Politiek, Sport Posted on za, november 19, 2022 11:16:28

Natuurlijk had dat WK nooit in Qatar mogen plaatsvinden.

De redenen zijn bekend en evident, een beknopte opsomming volstaat. (Ik schreef er zeven jaar geleden al over in mijn boek £X€£$$ United.)

1. Er is heel wat corruptie aan te pas gekomen in de aanloop naar de toekenning van het wereldkampioenschap voetbal aan Rusland en Qatar in 2010. Even terug in de tijd: in 1998 werd de Zwitser Sepp Blatter verkozen tot voorzitter van de wereldvoetbalbond Fifa. De toenmalige secretaris-generaal van de Fifa versloeg de Zweed Lennart Johansson — op dat ogenblik Uefa-voorzitter en zijn concurrent voor de opvolging van de afscheidnemende Fifa-voorzitter Joao Havelange — dankzij de steekpenningen die werden overhandigd door zijn kompaan Mohammed bin Hammam, een Qatarese voetbalbestuurder die deel uitmaakte van het Exco, het 24-koppige ‘Executive Committee’ (uitvoerend comité) van de Fifa. Hammam stak duizenden dollars in envelopjes die hij dan in de hotelkamers van vooral Afrikaanse vertegenwoordigers van voetbalbonden ging afgeven. In ruil stemden die op Blatter, die had beloofd het WK naar Afrika te brengen (wat hij in 2010 met enige vertraging ook zou doen). Blatter en Hammam hadden onderling afgesproken dat de Zwitser twee ambtstermijnen zou aanblijven en dat de Qatarees het dan zou overnemen.

Wat niet gebeurde, omdat Blatter per se wilde aanblijven. Macht en prestige, nietwaar. Hij verloor een bondgenoot en bij wijze van wiedergutmachung kondigde hij dan maar zelf aan dat Qatar kandidaat-organisator van het WK was, nog voor de Qatarezen die intenties naar buiten brachten. Blatter wist immers dat Qatar eind vorige eeuw de wens had uitgesproken dé internationale sportnatie van de 21ste eeuw te kunnen worden. Daarna kon Qatar niet anders dan zijn kandidatuur te stellen. De gewiekste Blatter — een soort peetvader die Don Corleone indachtig nooit zelf in de kamer aanwezig was wanneer daar een misdrijf werd gepleegd — kon zo nog even aanblijven. Ook al omdat Mohammed bin Hammam, die in 2011 Fifa-voorzitter wilde worden, net voor de voorzittersverkiezingen uit het Exco werd gezet wegens corruptie. Haha, handig.

2. Er is ook het geopolitieke wheelen & dealen dat tegen de borst stuit. In 2010 nodigde de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy de toenmalige Qatarese kroonprins (en huidige emir) Tamim bin Hamad al-Thani uit op het Elysée om hem aan te porren te investeren in zijn favoriete voetbalclub, Paris Saint-Germain, op dat ogenblik virtueel failliet. Al-Thani wilde dat wel doen, maar dan moest Frankrijk de Qatarese kandidatuur voor het WK steunen. Waarop Sarkozy er zijn vriend Michel Platini bij riep, toen voorzitter van de Europese voetbalbond Uefa, met de dringende vraag hem (en zijn club) te helpen. Platini zette daarop drie andere Uefa-vertegenwoordigers ertoe aan om voor Qatar te stemmen, wat zij ook deden. Twaalf jaar later pompte Qatar al meer dan een miljard euro in PSG, een artificiële topclub waarvan de vertegenwoordigers — bestuur en spelers — zich gedragen als Parvenus Sans Gêne. Niet zo toevallig kocht een Qatarese sportzender kort daarna de rechten op de Franse voetbalcompetitie, voor een bedrag dat veel hoger lag dan de werkelijke sportieve waarde. En de zoon van Michel Platini kreeg een lucratieve job aangeboden in Qatar. Toeval, uiteraard…

3. Nog in dat geopolitieke plaatje passend: Rusland, kandidaat-organisator 2018, en Qatar, kandidaat-organisator 2022, spraken daarop af om de economische gaskoek netjes te verdelen. Gazprom zou zich niet op de Arabische markt smijten, Qatargas zou niet proberen om Europa te veroveren. Zo geschiedde. Rusland lobbyde vervolgens om een stem uit te brengen op Qatar, en vice versa.

4. Qatar kent nauwelijks mensenrechten. De 300.000 stinkend rijke Qatarezen laten zich bedienen door 2,7 miljoen gastarbeiders, die voor een laag loon het vuile werk opknappen. Migranten worden gelokt uit landen waar ze geen werk hebben of nog veel minder kunnen verdienen, krijgen vervolgens slechts een fractie van het beloofde salaris uitbetaald (wat nog altijd meer is dan in de thuislanden van die migranten te verdienen valt), en moeten bovendien maanden wachten op hun eerste centen. Intussen kunnen ze niet terug naar huis, wegens geen of onderbetaald werk, prestigeverlies in de familie en… geen centen om de terugreis te betalen. Het kafala-systeem, een soort lijfeigenschap waarbij het paspoort van een gastarbeider werd in beslag genomen zodat die Qatar niet meer uit kon, werd onder internationale druk dan wel afgeschaft, in de praktijk kunnen de arme gastarbeiders geen kant op. Moderne slavernij.

Om de stadions, de hotels, de wegen en de rest van de infrastructuur op tijd af te krijgen, werden veiligheidsmaatregelen opzijgeschoven. Er zijn geen 6500 doden gevallen bij die werken, zoals The Guardian ooit concludeerde op basis van sterftecijfers van migranten waarin ook mensen die een natuurlijke dood waren gestorven werden opgenomen, maar ook geen drie, zoals het Qatarese organisatiecomité en de Fifa blijven beweren. Het zullen er zeker honderden geweest zijn, allicht meer dan duizend. Elke dode is een bloedvlek op het shirt van de deelnemende teams.

5. Vorige week nog zei de Qatarese WK-ambassadeur dat homoseksualiteit een mentale afwijking is. Vrouwen spelen in Qatar een ondergeschikte rol. Misschien minder erg dan in buurland Saudi-Arabië, maar toch: ze zijn hoofdzakelijk quantité négligeable. Weer die mensenrechten die alleen voor rijke, autochtone mannen gelden.

6. Er zijn ook twee sportieve redenen waarom dit WK niet in Qatar thuishoort. Een eerste is dat een toernooi in de traditionele WK-maanden juni en juli onmogelijk werd geacht vanwege de hoge temperaturen (tot 50 graden) in die maanden. De medische commissie van de Fifa adviseerde daarom om dat WK níet toe te wijzen aan Qatar, maar dat rapport werd terzijde gelegd. Na lang aarzelen werd het WK dan maar verplaatst naar november en december, wat als gevolg heeft dat alle competities moeten worden stilgelegd. Een anomalie die niet voor herhaling vatbaar is.

7. Een tweede sportieve reden is dat een WK nooit zou mogen worden georganiseerd door een land dat nog nooit op eigen kracht een kwalificatie heeft afgedwongen in het verleden. Qatar zou daar in geen honderd jaar in geslaagd zijn. Wat is de volgende stap, een WK in Luxemburg, Liechtenstein of Andorra?

***

Ik herhaal: we zouden ons de komende weken nooit hebben mogen vergapen aan een wereldkampioenschap voetbal in Qatar. Ik hoop dat voetbaljournalisten ginds ook voorbij het spelletje kijken en dingen aankaarten. Al mag je niet verwachten dat er iemand à la Jan Wauters in 1978 op zoek zal gaan naar protesterende of zieltogende mensen. Toen kon dat nog buiten het beeld van de lokale ordediensten gebeuren en stuurde hij mondjesmaat radioverslagjes uit, dapper en noodzakelijk, maar de Argentijnse junta beschikte nog niet over de moderne technieken om iedereen in het oog te houden. Dankzij Jan Wauters kwamen we hier meer te weten over de Dwaze Moeders, die op de Plaza de Mayo in Buenos Aires bijeenkwamen om de verdwijning van hun zonen aan te klagen. De Jan Wautersen van vandaag zullen niet in de buurt van de onderbetaalde gastarbeiders geraken in hun ‘concentratiekampen’. Ze zullen netjes gegidst worden van en naar de stadions, en zich alleen in de winkelcentra van Doha vrij mogen bewegen.

We mogen ook niet te veel verwachten van bondscoaches en voetballers. Een regenboogarmband kan een voorzichtig signaal zijn, vooral doen! Hier en daar een boodschap op een T-shirt — ook al wil de Fifa dat verbieden —, vooral niet laten! Maar het zijn niet de elf hele of halve miljonairs op het veld die de situatie in Qatar zullen verbeteren. Het protest had dertien jaar geleden moeten opstijgen (toen Qatar zich kandidaat stelde) of twaalf jaar geleden (onmiddellijk na de bekendmaking dat Qatar het WK van 2022 kreeg toegewezen). Daar en dan hadden de voetbalbonzen een vuist moeten maken en niet lafhartig wegkijken. Nu is het te laat, zal het bij kleinschalige actietjes ter plekke en iets luidruchtiger protest uit het buitenland blijven. De bondsbonzen (kortweg: bobo’s) die destijds niet protesteerden, hebben schuldig verzuim gepleegd. Hadden ze zich toen succesvol verzet, dan zouden er in de loop van de jaren nadien geen slachtoffers zijn gevallen bij de bouw van stadions, hotels en andere infrastructuur.

(Ik vind het overigens even hypocriet om te stellen dat dit WK nuttig is omdat het tenminste de aandacht zal vestigen op de mensenrechtenkwestie in Qatar. Een week na het uitreiken van de beker kunnen de Qatarezen gewoon weer hun gang gaan en ligt er behalve Amnesty International of Human Rights Watch zo ongeveer niemand nog wakker van de situatie ginder. Vergeet niet dat we Qatargas hard nodig zullen hebben, zaken zijn zaken!)

***

Terwijl ik dit intik, heb ik net een interessant boek achter de kiezen. 90 minuten oorlog. De explosieve mix van politiek en het WK Voetbal, van de Nederlandse auteur Koen Janssen, WK-fanaat én redacteur aan de universiteit van Wageningen. Daaruit leer je dat de bewering van de Fifa dat je voetbal en politiek niet mag mengen, complete stierendrek is. Voetbal is altijd politiek geweest, vanaf het eerste WK in 1930 in Uruguay. Hetzelfde geldt trouwens voor Olympische Spelen.

In 1934 werd het WK gespeeld in fascistisch Italië, het scheidsrechterlijke trio bracht voor de aftrap van de finale de romeinse groet, minder dan twee uur later triomfeerde het gastland en zijn leider, Benito Mussolini. Twee jaar later gingen de Spelen door in nazi-Berlijn, met de Führer op de eretribune. In 1968 werden vlak voor de Olympische Spelen in Mexico-Stad heelder wijken ‘opgekuist’ door de militairen, zodat er vooral geen wanklanken zouden zijn tijdens de zestien dagen sportfeest. Twee jaar later mocht Mexico vrolijk het WK Voetbal organiseren. In 1978 was er dan Argentinië, het land van de niets en niemand ontziende junta, die dissidenten oppakte, in een vliegtuig duwde en boven de oceaan dropte. Het Rusland van Poetin was ook in 2014 (Olympische Winterspelen in Sotsji) en 2018 (WK) al een schurkenstaat. Mensenrechten in China, waar ze in 2008 de Zomerspelen mochten organiseren en vorig jaar de Winterspelen? Bwah… En ook in andere organiserende landen waren de mensenrechten in het gedrang of mochten er landen deelnemen die het niet zo nauw namen met rechten en vrijheden. Alleen Zuid-Afrika werd (volkomen terecht) jarenlang uitgesloten van grote sportevenementen vanwege de apartheid.

Qatar had dit WK nooit mogen organiseren en zou op vele vlakken terechtgewezen moeten (blijven) worden, maar het zou hypocriet zijn alleen dít WK te hekelen. De uitspraak ‘Voetbal is oorlog’ van de legendarische Nederlandse trainer Rinus Michels had al veel langer gecorrigeerd moeten worden tot ‘Voetbal is politiek’. Politiek met vuile manieren, ongebreidelde corruptie en de jacht op wereldwijd prestige, ten koste van de man in de straat (die wel mocht/mag juichen, maar voor de rest weinig of geen rechten heeft) en tot meerdere eer en glorie van het heilige manna. Ook dat is iets wat Sepp Blatter als vroegere marketingmanager van Adidas heeft geperfectioneerd, nadat zijn voorganger Havelange de commerciële belangen al had geïntroduceerd: voetbal is een uitermate geschikt vehikel om heel veel geld te verdienen, geld dat helaas niet als compensatie zal gaan naar die arme gastarbeiders en hun gezinnen die ver weg wonen.

Ik ga kijken, de komende vier weken: omdat het mijn job is, ik word geacht er stukjes over te schrijven, maar ook omdat bewust niet-kijken — noem het gerust: wegkijken — evenmin soelaas brengt voor die drommels in Doha en omgeving. Ik stel voor dat we niet meer wegkijken en tijdig protesteren wanneer Qatar, de ambitie om de grootste sportnatie ter wereld te worden deze eeuw indachtig, zich kandidaat stelt om de Olympische Spelen te mogen organiseren.

Frank Van Laeken, £X€£$$ United. Het geld van het voetbal, Houtekiet, 2015.

Heidi Blake, Jonathan Calvert, The ugly game: the Qatari plot to buy the World Cup, Simon & Schuster, 2015.

Koen Janssen, 90 minuten oorlog. De explosieve mix van politiek en het WK Voetbal, Prometheus, 2022.



Musk

Communicatie, Economie Posted on za, november 12, 2022 11:20:31

We moeten het alweer eventjes over de Kortrijkse N-VA-schepen Axel Ronse hebben, goede lezer van deze blog. Niet dat ik de man zo hoog inschat, maar voor de tweede keer op rij bezorgt hij me een ongewild opstapje naar een kritisch stuk. Vorige week door de ‘traditionele’ Zwarte Piet te blijven verdedigen, deze keer door Elon Musk te bewieroken. “Wat mij betreft de meest inspirerende ondernemer ooit”, poneerde Ronse-van-Kortrijk in een tweet. “Geef me 10 eeuwen en ik raak nog niet aan de positieve impact die hij op 1 dag realiseert. Dankbaar dat er zo’n magische mensen bestaan.”

Dat de heer Ronse tien of meer eeuwen nodig heeft om iets positiefs achter te laten op deze bol, kan ik me best voorstellen, maar Musk een ‘magische mens’ noemen, écht?

Elon Musk maakte een fortuintje met de verkoop van PayPal, een bedrijf dat hij niet zelf had opgericht en waar hij eigenlijk werd buitengewrikt, maar goed: zie het als slim kapitalisme om daar 22 miljoen dollar uit te puren. En hij kocht zich acht maanden na de oprichting in Tesla in, een bedrijf dat in 2003 niet door hem was opgericht, maar door Martin Eberhard en Marc Tarpenning. In 2008 nam Musk Tesla, Inc. in volle financiële crisis helemaal over. Hem het genie noemen dat de elektrische wagen introduceerde is een versnelling te hoog. Bovendien blijft aan de man het hardnekkige gerucht kleven dat hij alleen maar in zaken kon gaan dankzij het ‘bloedgeld’ dat zijn vader, Errol Musk, een Zuid-Afrikaanse zakenman, verwierf uit de opbrengsten van een diamantmijn in Zambia. Musk ontkent dat ten stelligste, net zoals zijn vader ontkent dat zijn zonen hem halfweg de jaren 90 financieel moesten bijstaan. Dat moeten leuke familiefeestjes zijn, daar in Musk Village.

Genoeg familiegeschiedenis en laten we het principe ‘ere wie ere toekomt’ huldigen: Elon Musk heeft de elektrische wagen (mee) op de kaart (en de weg) gezet, ook al blijkt de fameuze Wet op de Remmende Voorsprong hem nu parten te spelen, een wet die bepaalt dat wie eerst is meestal financieel-economisch voorbijgestoken wordt door wie achteraf instapt. Dat is geen verwijt, wel een vaststelling. Op de markt van de elektrische wagens praten wij hier, in West-Europa, niet in de eerste plaats over ‘een Tesla aanschaffen’. Zelfs niet in de tweede of derde plaats. Er zijn betere én goedkopere elektrische auto’s beschikbaar. Benieuwd hoe lang Tesla nog standhoudt in deze markt die steeds competitiever wordt. Maar goed, applaus om de wereld te laten kennismaken (en rijden) met een Tesla.

Alle andere activiteiten van Musk vallen onder de noemer trial and error: probeer maar, we zullen wel zien wat ervan komt, áls er al iets van komt. Ondernemerschap moet worden toegejuicht, het nemen van risico’s-om-het-risico niet. Zeker niet als het lot van duizenden personeelsleden daarvan afhangt. En al helemaal niet in een land als de Verenigde Staten, met zijn nauwelijks bestaande sociale zekerheid, waar je niet alleen van de ene op de andere dag zonder werk kunt afvallen, maar ook zonder inkomen tout court. Dan is het heel sneu dat rijkeluiskinderen grote sier kunnen maken tot ze een nieuwe hobby hebben gevonden.

Allemaal mooi en wel, die letterlijk en figuurlijk verre dromen als SolarCity (elektrische batterijen voor de opwekking van energie via zonnepanelen), SpaceX (vliegen naar en leven op Mars) of Hyperloop (een hogesnelheidssysteem om mensen te vervoeren tussen Los Angeles en San Francisco), maar figuren als Musk kunnen dit alleen maar realiseren met tonnen subsidies (geld van de belastingbetaler dus) en de inzet van veel slimmere werknemers dan hijzelf. Met welk eindresultaat?

De nieuwste hobby van Elon Musk heet Twitter. Vierenveertig miljard dollar gaf hij uit aan zijn nieuwe speeltje, een bedrag dat ver boven de marktwaarde ligt van een sociaal medium dat nog nooit winstgevend was en het allicht nooit zal worden. Binnen de eerste week na de overname ontsloeg hij het voltallige management en liet hij via een cryptische mail weten dat er geen job meer was voor de helft van het personeelsbestand, zo’n 3.700 mensen die van vandaag op morgen zonder werk zaten. Of toch weer niet, want er hangt veel onduidelijkheid rond die beslissing. Je kunt niet zomaar de ene dag de helft van je werkvolk wegsturen en er de volgende dag vanuit gaan dat de boel blijft draaien, terwijl je jezelf tot CEO bombardeert, met ook nog eens al die andere verantwoordelijkheden binnen andere bedrijven (of tellen die even niet meer mee?). Niet alleen de communicatie was een complete ramp, de managementbeslissingen zelf zijn tot nog toe een opeenstapeling van onwetendheid, onbezonnenheid en regelrechte domheid. En dat allemaal in een mum van tijd. Faut le faire! Wat een ‘magische’ man…

Wil je op Twitter gezag hebben, dan moet je als ietwat bekende persoon binnenkort een blauw vinkje kopen tegen 7,99 dollar per maand, liet Musk heel snel weten. Een paar dagen geleden klonk het al dat iedereen die maandelijkse som zal moeten neertellen, willen je tweets nog voor iedereen zichtbaar blijven (en niet verdwijnen zoals e-mails in een spamfolder, zijn vergelijking). Lang niet zeker dat dit zal doorgaan — Musk verandert vaker van gedacht dan van onderbroek —, maar als dat wel het geval is, dan valt te voorspellen dat Twitter zal leeglopen. Wie overblijft, koopt zich voor 7,99 dollar per maand het recht om luid te roepen, en dat mag zowel de waarheid zijn als een halve of hele leugen. Er zal toch niemand overblijven om het waarheidsgehalte van tweets te controleren. Twitter zal dan helemaal in handen komen van fake news-verspreiders, bedenkers en aanhangers van complottheorieën zullen in hetzelfde rad blijven draaien als hamsters in hun dagelijkse zinloze race naar nergens, de polarisatie zal met name in de Verenigde Staten alleen nog maar toenemen.

Als Twitter betalend wordt, geef ik mijn portie aan Fikkie, dat mag u gerust weten. (Hoor ik daar in de verte sarcastisch gejuich opstijgen?)

Apropos, Musk riep deze week — uiteraard via een tweet — op om op republikeinse kandidaten te stemmen tijdens de Midterms, omdat dit volgens hem democratisch interessanter is: zit er een democratische president in het Witte Huis, dan moeten het Huis van Afgevaardigden en de Senaat in meerderheid bevolkt worden door republikeinen, zo redeneert de man. Wat Musk propageert is niet een betere democratie, maar de totale blokkage, algemene chaos en nog meer polarisatie. Geniaal idee? Het is zijn manier van ‘denken’, met name: niet denken, gewoon eender wat doen.

Elon Musk doet in zijn communicatie heel sterk denken aan die andere roeptoeter in de States, Donald Trump. Nog zo’n man die met het geld van zijn rijke papa grote sier heeft kunnen maken, die tien ondernemingen opstartte waarvan er negen failliet gingen, die zelden of nooit belastingen betaalt, die als zittende president een coup probeerde te plegen, net wat Musk nu in Twitterland doet. In tijden van polarisatie zijn er heel wat simpele zielen die in al hun naïviteit meelopen in het spoor van dit soort schijnprofeten, terwijl linkere personages proberen een graantje mee te pikken zolang het goed draait. Bij de minste tegenslag zijn ze weer weg. Makkelijk zat. En Musk, die omringt zich, net als Trump, met jaknikkers, de beste garantie om bedrijven overkop te laten gaan. O ja, die andere sociale media-gigant, Mark Zuckerberg, blijkt zijn hand overspeeld te hebben met Meta, of hoe heet dat ding ook weer? De mensen willen misschien wel fake news of complottheorieën, waardoor ze per definitie in een soort virtuele realiteit terechtkomen, maar ze willen niet openlijk kiezen voor zo’n virtuele wereld.

Einstein was een genie, en Chaplin, en Edison (ook al was die vooral opportunistisch en handig), en Da Vinci, en nog heel wat andere kunstenaars & uitvinders. Musk is dat heel nadrukkelijk niet. Nikola Tesla, die was geniaal. Elon Musk niet. Dat is een voorlopig nog stinkend rijke blaaskaak met heel vervelende maniertjes en een veel te groot ego. Zijn magie beperkt er zich toe om de grond te verbranden waarop hij zich met geld van anderen mag voortbewegen, alsof het de napalm uitstrooiende Amerikaanse luchtmacht is ten tijde van de Vietnamoorlog. De tactiek van de verschroeide aarde is typisch voor après nous le déluge­-typetjes. Overmorgen interesseert hen niet, morgen hooguit een fractie van een seconde, alles draait rond vandaag. Voluntarisme is Musk vreemd. Als Elon Musk investeert in zonnepanelen en elektrische wagens, doet hij dat niet omdat hij wil helpen om de klimaatopwarming een halt toe te roepen, maar omdat hij er winst kan in maken. Op zich geen probleem, als dat ten goede van ons allemaal komt, maar de dag dat het lucratieve aspect verdwijnt, verdwijnt ook Musk, op zoek naar andere inkomensbronnen, of een andere dure hobby.

Kort voor de eeuwwisseling maakte ik voor wat toen nog De Financieel-Economische Tijd heette een reportage over Belgen in San Francisco en de Bay Area, in volle informaticabubbel. Een door de beursspeculanten gecreëerde zeepbel, zo zou kort daarna blijken, en dat kon zelfs een leek als ik toen reeds voorspellen. De piramides in Egypte blijven eeuwenlang overeind staan, zakelijke piramides storten echter vroeg of laat in. Benieuwd hoelang de zeepbel van Musk blijft rond dwarrelen.



Zwarte P.

Geschiedenis, Samenleving Posted on za, november 05, 2022 11:18:47

We moeten het weer eens over Zwarte Piet hebben. ’t Is er de tijd van het jaar voor. Over een maand regent het zoals elk jaar cadeautjes, ouders maken hun jongste kinderen wijs dat het de sint is die de waardevolle dingetjes via de schoorsteen tot in de klaarstaande schoentjes heeft gedropt. Leugentje om bestwil, ach, voor kinderen is dit gewoon een spannende en prettige periode. Dat Sinterklaas niet bestaat, komen ze later wel te weten. Houden zo, er is al genoeg miserie in de wereld.

De man met de baard zorgt voor weinig controverse, tenzij hij, Toon Hermans indachtig, een tafelkleed draagt als mantel en uit zijn bek stinkt, een mengeling van alcohol en sigaretten. Dat hij niet echt uit Spanje komt, maar uit Turkije, och ja, laat maar zitten. Wel controverse is er al een poos rond de zwarte knecht van Sinterklaas. Nog net iets heviger bij onze noorderburen, maar ook hier zorgt de donkere helft van het duo in het najaar voor enig heen-en-weer gediscussieer. In Kortrijk benadrukten ze begin deze week nog dat ze vasthouden aan de traditie: Zwarte Piet moet zwart blijven. Want dat is nu eenmaal onze manier van sinterklaas vieren en die is ‘eeuwenoud’, zoals schepen van Cultuur Axel Ronse (N-VA) opwierp. In Aalst knikten ze goedkeurend, ook daar speelt N-VA een prominente rol. En er is niets racistisch aan Zwarte Piet, zo wordt in die kringen, waar ze racisme doorgaans relatief noemen, gretig geroepen.

Laten we toch even de juiste context schetsen.

In de alleroudste sinterklaasliederen is nog geen sprake van een zwarte knecht. Het oorspronkelijke sinterklaasfeest gebeurde zonder poespas. Hoezo, Zwarte Piet is traditie? Van Zwarte Piet was geen sprake. Dus, als je het op de traditie werpt, is het eenvoudig. Het sinterklaasfeest verloopt zonder Piet. Punt.

Pas in 1828 dook voor het eerst een ‘kroesharige n****’ op die de naam ‘Pieter me knecht’ kreeg toebedeeld. Acht jaar later maakte de Nederlandse rijksarchivaris Laurens Philippe Charles van den Bergh gewag van ‘den zwarten knecht van St. Nikolaas’, maar in de alleroudste sinterklaasliederen is er van een zwarte knecht nog lang geen sprake. Nogmaals, hij behoort niet tot de aloude traditie.

Onze hedendaagse versie van het sinterklaasfeest hebben we te danken aan de Nederlandse onderwijzer Jan Schenkman. De man was in zijn vrije tijd dichter, prominent lid van het genootschap Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen — die sinds haar oprichting in 1784 streefde naar individuele en maatschappelijke ontplooiing op het vlak van onderwijs en cultuur —, schrijver van kinderboeken en bedenker van het poppenspelpersonage Jan Klaassen. Zijn prentenboek Sint Nikolaas en zijn knecht uit 1850 introduceerde de sint zoals we die nu nog kennen: in een rood priestergewaad, met een lange, witte baard, een staf en een mijter op zijn hoofd. ‘Zie, ginds komt de stoomboot, uit Spanje weer aan’, schreef Schenkman bij een van de eerste plaatjes. Aan de zijde van Sint Nikolaas stond een zwarte page, een knecht zoals de meeste rijke kooplieden die in die tijd hadden. Dat personage had dan nog geen naam.

Mogelijk liet Schenkman zich inspireren door het vijf jaar eerder verschenen jeugdboek Struwwelpeter van de Duitse schrijver Heinrich Hoffmann, waarin een zwarte jongen tegen pesterijen van blanke kinderen wordt beschermd door ‘grosze Nikolas’, een grote man met een lange baard. Maar de oorsprong kan nog veel vroeger liggen, bij de literaire onderwereldfiguur Schwarze Peter uit de middeleeuwen. Zwarte knechten pasten in een lange traditie die samenviel met de transatlantische slavenhandel. Met andere woorden: in een tijd van opkomend kolonialisme kan Zwarte Piet onmiddellijk gelinkt worden aan slavernij en absolute onderdanigheid van mensen met een andere huidskleur, die dan ook nog eens een gebrekkige intelligentie blijken te bezitten, tenminste… volgens witte westerlingen.

In de jaren 1870 dook de knecht in prenten voor het eerst op als schoorsteenveger. Hij kreeg de naam Zwartjan. In de volksmond werd dat algauw ‘zwartejan’. Pas tegen het einde van de 19de eeuw werd er opnieuw, net als in 1828, gesproken over Pieter-me-knecht, de bestraffer van stoute kinderen, die rammelde met kettingen en soms sloeg met een roe, en die op een ezel reed naast Sinterklaas op zijn schimmel. De naam Zwarte Piet werd vanaf 1895 gemeengoed. Een angstaanjagende man moest hij voorstellen, niet al te slim, een krom taaltje brabbelend, ideaal om de kleintjes bij de les te houden: wie braaf is, krijgt lekkers, wie stout is, de roe.

In de loop van de decennia evolueerde Zwarte Piet zachtjes aan van boosaardige knecht naar kindervriend. Hij stopte geen kinderen meer in zijn zak, maar stak die vol met snoepgoed, die hij vervolgens tot groot jolijt van de kleintjes uitdeelde. Wie jong was in de jaren 1960 herinnert zich nog de goedheiligman die, in het gezelschap van een of meerdere pieten, op een geïmproviseerde troon zat in de supermarkt. Handig voor de ouders, konden ze daar meteen hun cadeautjes kopen. Nog veel handiger voor de winkel: kassa, kassa. Op menige, intussen vergeelde, foto’s zie je piepjonge jongens en meisjes verschrikt kijken of zelfs huilen. Zo prettig was het blijkbaar allemaal niet.

Het was wachten tot 1992 alvorens Vlaanderen zijn eigen Sinterklaas op tv kreeg, met dank aan Bart Peeters en Hugo Matthysen, en ook aan Jan Decleir (Sinterklaas), Frans Van der Aa (Zwarte Piet) en de schimmel Slecht-weer-vandaag. Dag Sinterklaas was een prettig gestoorde kinderserie waarin Zwarte Piet geen dommige boeman meer was, maar een welbespraakte gezel. Een emancipatorisch figuur.

De roetpiet, die recenter geïntroduceerd werd, is een stap weg van de door kolonialisme geïnspireerde zwarte knecht van weleer. Als politici als Axel Ronse en pro-Zwarte Piet-activisten blijven pleiten voor het handhaven van de traditie — die dus geen echte traditie is, zie hierboven —, weigeren ze in het beste geval te beseffen dat de figuur van Zwarte Piet wordt ingegeven door een raciale kijk op de wereld: witte mensen zijn de baas, mensen van kleur zijn de onderdanen. Dat werd ooit als normaal bevonden, maar iedereen met een klein beetje gezond verstand, historisch inzicht en empathisch vermogen zou moeten inzien dat die Zwarte Piet een diepe belediging is ten opzichte van mensen van kleur, die in deze discussie nooit aan bod komen. In het slechtste geval zijn de Zwarte Piet-voorstanders gewoon racistisch. Dat kan het ook best zijn in Vlaanderen en Nederland, uiteraard. Zwarte Piet past maar in één traditie: de traditie om mensen met een andere huidskleur of afkomst als minderwaardig te beschouwen.

Heeft er al eens iemand van die voorstanders de mening gevraagd van kinderen met een donkere huidskleur? Neen, dus, want het is ónze traditie (wat niet klopt!) en daar moeten anderen afblijven (wat vloekt met een multiculturele omgeving). Zwarte Piet is ongetwijfeld een stereotype van de zwarte medemens, zoals kolonialisten die destijds zagen en zoals hun nakomelingen dat zonder pruttelen overnamen.

Een volwassen samenleving gaat hierover in dialoog, op basis van historische informatie en actuele samenlevingsgegevens. Die dialoog wordt nu geweigerd. Weigeren te praten over Zwarte Piet komt neer op het oude ‘Waarom?’ ‘Daarom!’ dat ongeduldige ouders hun kroost toebeten, om vooral niet te moeten nadenken over hun eigen gedrag en hun eigen beslissingen. Een open samenleving laat zich niet dicteren door de angst voor verandering.

Tiens, was er nu geen partij die opkwam onder de slogan ‘Kracht van verandering’?

Meer over dit en andere stereotypes in het boek We have a dream! Racisme vroeger en nu, Paul Beloy en Frank Van Laeken, Houtekiet, 24,99 euro.



Liever een Purnelleke dan een Zuhalleke

Samenleving Posted on zo, oktober 30, 2022 12:15:55

Macht corrumpeert. Niet bij iedereen in een machtspositie, misschien zelfs alleen bij een kleine minderheid, maar alleen al het bezit van macht maakt het verleidelijk om die macht te gebruiken, op onnatuurlijke wijze uit te breiden en jezelf onaantastbaar te wanen.

Absolute macht corrumpeert absoluut. Gewoon enkele namen vermelden volstaat hiervoor: Mussolini, Hitler, Poetin. Niet toevallig drie voorbeelden van politici die op democratische wijze een opstapje kregen om de democratie vervolgens brutaal uit te schakelen.

Deze week ging het uiteraard over die verkrachtingszaak in Barcelona uit 2016, met professor F.D. als dader en een onbekende jonge studente als slachtoffer. Terloops gezegd, opmerkelijk dat iemand alleen met zijn initialen genoemd wordt in een artikel, ook al is hij intussen juridisch formeel schuldig verklaard. Wie een beetje googelt, diept al snel de ware identiteit van de man op, maar de terughoudendheid van de media is opmerkelijk (en, voeg ik er snel aan toe, aanbevelenswaardig in het geval van beschuldigden die nog niet veroordeeld werden en die dus geacht worden om onschuldig te zijn tot het tegendeel bewezen wordt).

Over machtsstructuren las ik vrijdag een prachtig opiniestuk van Bieke Purnelle in De Standaard, over #metoo enerzijds en de manier waarop de samenleving daarmee omging en omgaat anderzijds. Omdat ik daar weinig aan toe te voegen heb, verwijs ik u gaarne door naar die bijdrage (Waarom was #metoo ook weer nodig?). Ik ben geneigd om te zeggen dat de directeur van Rosa, kenniscentrum voor gender, feminisme en gelijke kansen, opnieuw een Purnelleke heeft gedaan. Dat wil zeggen: een bijzonder lezenswaardig, ogen openend, weinig aan de verbeelding overlatend stuk schrijven.

Een Purnelleke valt niet te verwarren met een Zuhalleke. Vlaams minister Demir liet vorige zondag stoer weten dat ze een projectsubsidie voor de KU Leuven tijdelijk bevroor, tot er duidelijkheid was over de verkrachtingszaak. Versta: ze vond dat de universiteit had meegewerkt aan een doofpotoperatie. In De zevende dag van vandaag verklaarde de minister van Omgeving, Justitie, Toerisme en Energie dat ze zich voor die tweet en die demarche had gebaseerd op artikels in kranten. Ironisch toch, iemand uit een partij waar zowat elk persartikel met argusogen en vaak meewarig bekeken wordt, die zich voor een beleidsdaad laat inspireren door, jawel, een persartikel. Als ze in die tweet had gewezen op de vele slachtoffers van seksueel misbruik en de angst die velen voelen om naar de politie te stappen, dan had ze een reëel probleem aangekaart in de marge van die verkrachtingsaffaire. Nu liet ze zich verleiden door profileringsdrang, niet gehinderd door enige dossierkennis.

Een Zuhalleke betekent: impulsief en zeer luidruchtig reageren op een maatschappelijk probleem met als ultieme doel zelf in het centrum van de belangstelling te komen staan. Een Purnelleke wil zeggen: vanuit wetenschappelijke bevindingen en betrouwbare studies het maatschappelijke probleem dieper duiden. Ze produceren daarbij allebei voldoende decibels om gehoord te worden, maar in het geval van een Zuhalleke is de bedoeling vooral om zelf in the picture te komen staan, een Purnelleke heeft als belangrijkste doel de problematiek zelf onder de aandacht te brengen of houden. Dat tweede is nodig, dat eerste meestal overbodig of voorbarig.

Terug naar de essentie. Omdat het juist heel verleidelijk is om in een machtspositie de ware omvang van die macht groter te achten dan ze in werkelijkheid is, heb je meer controle nodig. Organismen die waken over zij die macht hebben. Mensen die veel alerter toezien op mogelijke vormen van machtsmisbruik dan vandaag gebeurt. Structuren die toelaten om preventief te werken en — als dat niet gelukt is — kordater in te grijpen achteraf. Dat het slachtoffer van die ene verkrachtingszaak absolute discretie had gevraagd, moeten we uiteraard honoreren, maar zelfs dan nog moet het mogelijk geweest zijn om discreet te achterhalen wat die professor F.D. nog allemaal aangericht had. Een patroon van machtsmisbruik, seksueel grensoverschrijdend gedrag en een gevoel van onaantastbaarheid kan je snel detecteren, als je dat tenminste wil. F.D. kon jarenlang zijn gang gaan, hier en in Nederland. Je moet het wel wíllen zien, natuurlijk.

Universiteiten zouden na de herfstvakantie, die hen gegund is, alles moeten doen om dringend en dwingend een structuur op te zetten met meer vertrouwenspersonen, die daadwerkelijk gehoord worden, en met meer momenten waarop het functioneren van het academisch personeel wordt afgetoetst aan wat maatschappelijk en universitair wenselijk is. Het moet mogelijk zijn om wie beschuldigd wordt, tijdelijk op een zijspoor te zetten. Niet om het aantal verdachtmakingen de hoogte in te jagen of om een heksenjacht te organiseren, maar om in het geval van betrouwbare informatie of veelvuldige aantijgingen over één persoon, die man (en hoogst uitzonderlijk die vrouw) even op een zijspoor te zetten, tot de zaak (of zaken) is (zijn) uitgeklaard.

Dat is het minste wat we voor de slachtoffers kunnen doen, zonder hen daarom zelf in beeld te brengen. Wat het gerecht er daarna eventueel mee doet, is weer een andere zaak. Het is niet omdat een slachtoffer anoniem wil blijven — wat absoluut gerespecteerd moet worden —, dat de dader mag verder gaan alsof er niets aan de hand is.



Onmensen

Communicatie, Samenleving Posted on za, oktober 22, 2022 11:09:51

De blokkeerknop op Twitter heeft deze week weer zijn dienst bewezen. Ik deed iets wat ik de jongste tijd uit lijfsbehoud steeds minder vaak doe, ik las de reacties onder nieuwsberichten dat Meryame Kitir tijdelijk moet afhaken als minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedelijk Beleid. Voor haar ‘mentale welzijn’, schreef ze zelf op Facebook. Ze geeft terecht alle aandacht aan haar geestelijke gezondheid, bevestigde haar partijvoorzitter Conner Rousseau. De premier en collega-ministers wensten haar een voorspoedig herstel toe. Onder al die tweets werd gif gespuid, alsof dat momenteel in flinke afslag staat in de gifwinkels. Soms werd dat gif zelfs begeleid door een gifje.

Diezelfde dag publiceerde Knack een artikel waarin stond dat het momenteel een zootje is op het kabinet van Kitir. Medewerkers die afhaken, een burn-out krijgen, gedegouteerd zijn door de chaos die er heerst. Wie ben ik om aan een bijdrage in een gerespecteerd weekblad te twijfelen? Maar het sluit niet uit dat Kitir én een slecht georganiseerde minister is én het zelf mentaal moeilijk heeft. Dat kan perfect samenvallen. In dat geval zou ze best niet terugkeren op haar ministerpost, maar verdient ze nog altijd mededogen en een adequate behandeling. (Net zoals Sihame El Kaouakibi het verdient om beoordeeld te worden op haar vermeende misdrijven — een zaak voor de rechtbank, niet voor het volksgericht — en niet op haar uiterlijk of afkomst. In een Vlaams Belang-filmpje op Facebook werd ze met racistische en seksistische ondertoon ‘sjoemelpoedel’ genoemd, degoutant gewoon!)

Dat gegeven was niet besteed aan tientallen verzuurde, walgelijke onmensen. Anders kan ik ze niet omschrijven. Bijna zonder uitzondering te situeren in de (extreem)rechtse hoek. De hoek waar ze Knack als een extreemlinks blaadje bestempelen, maar nu het hen uitkwam werd er volop uit geciteerd.

De reden waarom ik er zovelen heb geblokkeerd, had niet zozeer te maken met wat er in Knack stond, maar in de steeds terugkerende opmerking — trollen zijn niet bijster origineel en bovendien bedient één trol vaak meerdere accounts — dat Kitir ‘ons’ geld had verbrast aan ontwikkelingssamenwerking, in het kader waarvan ze talloze ‘snoepreisjes’ had gemaakt. Zo stond het er dikwijls letterlijk: ‘snoepreisjes’. Diezelfde trollen die de traditionele media niet lusten omdat ze in hun (extreem)rechtse ogen te links zijn, maar die bezwarende artikels voor (centrum)linkse politici in diezelfde media naar eigen goeddunken helpen verspreiden, zeggen doorgaans dat we de vluchtelingencrisis ter plaatse moeten aanpakken, zodat mensen in nood niet naar hier moeten vluchten, maar als er dan geld aan uitgegeven wordt, is dat opeens weer ‘ons’ geld dat toekomt aan ‘onze’ mensen. Ontwikkelingssamenwerking wordt in hun ogen maar best afgeschaft.

Alleen wie het zelf goed heeft, kiest voor dit ieder voor zich-principe.

Help uzelf.

Ieder voor zich.

Consequent zijn ze dus niet, die trollen. Luidruchtig wel, en dat is net het probleem. Zo krijg je de indruk dat ze met heel veel zijn, ja, dat ze zelfs ‘de’ stem van ‘de’ Vlaming vertolken. Omdat er bij de meerderheid hoofdzakelijk zwijgers zitten, lijkt het alsof die luidruchtige minderheid de meerderheid vertegenwoordigt. Het is een les voor wie de samenleving niet zo cynisch bekijkt als die trollen: we mogen niet langer zwijgen over onrecht en ongelijkheid. We moeten opstaan tegen elke vorm van discriminatie. En we moeten duidelijk maken dat de trollen níet ‘de’ stem van ‘de’ Vlaming vertolken. Terwijl de rest van het café de tirades van de decibels producerende dronkenlappen ondergaat, in de hoop dat die snel een ander etablissement zullen opzoeken, gaan die lawaaimakers ervan uit dat ze zich onder gelijkgestemden bevinden, omdat niemand hen tegenspreekt. Ze krijgen gelijk, omdat niemand nog openlijk durft te zeggen dat ze ongelijk hebben. Zo komt het dat tafelspringers meer gedaan krijgen dan bedachtzame lieden.

Daar moeten we iets aan doen.

Daar moeten onze politici dringend iets aan doen. Ze moeten ophouden zich te laten leiden door de meest recente peiling of stennis op sociale media. Ze mogen zich niet alles laten dicteren door hun partijhoofdkwartieren. Ze moeten terug naar de basis, hun ideologische principes, dat wat hen in den beginne dreef, in plaats van zich te laten leiden door opportunisme. Laat dat aan de populisten over. Om even populair te proberen worden als Theo Francken moet je vooral niet zelf Theo Francken te proberen worden. Zoek je eigen stem, je eigen identiteit, je eigen authenticiteit, en wees consequent. Buikgevoel is soms beter dan het achternalopen van ingebeelde ratio.

***

Trollen liggen niet wakker van kinderen die in Brussel op straat moeten slapen, bij gebrek aan tijdelijke opvang. Creperen mogen ze. Het is niet voor niets dat de populairste politici in deze contreien jarenlang Maggie De Block en Theo Francken zijn geweest, beleidsmakers die asielzoekers alleen maar als een last beschouwden en hun strengheid graag voor de camera’s uitten.

De huidige asielcrisis is klein bier in vergelijking met die van 2015. “We worden niet ‘overspoeld’, tenzij door dodelijk cynisme”, schreef de immer lezenswaardige Bieke Purnelle gisteren in haar column in De Standaard. Zo is het maar net. Als cynici de toon gaan bepalen, verhardt een maatschappij. Liefst hadden de trollen gezien dat de vluchtelingen in eigen land crepeerden, maar als het dan toch hier moet, dan niet in hun achtertuin maar in een Brusselse straat, waar ze hen toch niet zien liggen.

Wat niet weet, wat niet deert.

Wat wel weet, maar niet ziet, evenmin deert.

Onmenselijkheid is een kanker die lelijk huishoudt in onze steden en gemeenten.

***

Daar staat dan weer tegenover dat er ook activisten bestaan voor de Goede Zaak, die niet altijd de slimste acties bedenken. Neem nu die twee die een blik tomatensoep over de — door glas afgeschermde — Zonnebloemen van Vincent van Gogh kieperden in de National Gallery in Londen. “Wat is meer waard? Kunst of leven?”, schreeuwden ze na hun daad. “Is het meer waard dan voedsel? Meer waard dan gerechtigheid? Maakt u zich meer zorgen over de bescherming van een schilderij of de bescherming van onze planeet en mensen?”

Wat een kortzichtige domheid! Viseerden de leden van Just Stop Oil Van Gogh omdat hij een Nederlander was, het land van Shell? Of omdat er zoiets bestaat als zonnebloemolie? Blijkbaar niet. Zelfs op dat niveau was het niet doordacht.

Als er iets is wat het verdient om de eeuwigheid te doorstaan, is het (grote) kunst. Dat staat los van de klimaatdiscussie. Door deze ondoordachte actie heeft dit duo de o zo noodzakelijke en dringende aanpak van het klimaatprobleem niet in goede zin onder de aandacht gebracht, wel integendeel. Voor ecorealisten en klimaatontkenners vormt dit gebeuren een excuus om voor de zoveelste keer de actievoerders te viseren en hun boodschap te negeren, om de man te spelen en niet de bal. Contraproductiever wordt het niet. Het jarenlange, volhardende werk van Greta Thunberg & co is niet gediend van dit soort lompigheid. Dat zouden ze morgen op de klimaatmars in Brussel weleens mogen benadrukken. Gooi die soep dan tegen de voorgevels of in de inkomhallen van ministeries waar onwillige of onbekwame ministers en hun kabinetsmedewerkers huizen. Of doe dat bij bewust vervuilende bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid weigeren op te nemen. Niet in een museum. Van Gogh heeft geen oren naar hun boodschap.

Kunst vernietigen of (proberen te) beschadigen zit op dezelfde lijn als boekverbrandingen, een activiteit die we associëren met dictatoriale regimes, waarvan de leiders bang zijn voor hun eigen schaduw en waar paranoia troef is. Wil je je daarmee werkelijk associëren als actievoerder? Of vind je het best wel oké dat je tot op het niveau van de pesterige trollen afdaalt?



Sorry

Communicatie, Radio en Televisie Posted on za, oktober 15, 2022 11:11:19

‘Sorry seems to be the hardest word’ zong Elton John zesenveertig jaar geleden. Dat was midden de jaren 70. In het daaropvolgende decennium heb ik heel kortstondig een lief gehad die vond dat ik te vaak sorry zei. Dat kwam, geef ik grif toe, in de eerste plaats omdat ik vervelende dingen deed of zei waarvoor achteraf een excuus nodig was. Had ik maar vooraf beter moeten nadenken over mijn woorden of daden. Sorry daarvoor.

Zoals voorkomen beter is dan genezen, is nadenken over wat je doet of zegt beter dan oprechte verontschuldigingen aanbieden. Maar als het kwaad dan toch geschied is, moet je door het stof. Soms komt zo’n welgemeende ‘Sorry’ te laat of is het onvoldoende om het aangerichte leed te verzachten of krijg je te maken met iemand die je liever naar de geestelijke verdoemenis helpt dan je excuses te aanvaarden. In de meeste gevallen creëert het echter een opening, naar een betere verstandhouding, naar meer begrip, naar een optimalere vorm van samenleven.

Neem nu Bart De Pauw. Als hij in 2017 ‘Sorry’ had gezegd voor zijn opdringerig gedrag — van flirterige sms’en tot regelrechte pogingen om zijn macht als werkgever te misbruiken —, dan zouden die wellicht aanvaard geweest zijn. Dan zou hij nu allicht nog als die eeuwige kwajongen met de blinkende ogen te zien zijn op de Vlaamse openbare omroep. Dan zouden zijn slachtoffers — want dat waren het! — meer dan waarschijnlijk niet de stap naar de rechtbank hebben gezet. Dan zou ons een pijnlijke en overbodige brede maatschappelijke discussie bespaard zijn gebleven — de feiten waren immers duidelijk. Dan hadden alle betrokkenen vijf jaar geleden reeds samen door dezelfde deur kunnen stappen en nieuwe professionele plannen maken.

Maar De Pauw toonde niet de minste vorm van schuldinzicht. Hij bleef zichzelf in de slachtofferrol maneuvreren, het waren de anderen die hém hadden misbegrepen, niet andersom (en alleen daarvoor wilde hij zich verontschuldigen, wat er eigenlijk op neerkwam dat hij ‘Sorry’ zei voor de domheid van anderen, adding insult to injury). De Pauw had de polarisatie — tussen diegenen die hem een sjofele kerel bleven vinden en die vrouwen afschilderden als aandachthoeren, en de anderen die onmiddellijk woorden als ‘stalking’, ‘belaging’ en ‘machtsmisbruik’ in de mond namen — die er nu is ontstaan, kunnen voorkomen, door heel eenvoudig excuses aan te bieden, duidelijk te maken dat hij besefte waar en hoe hij in de fout was gegaan, en te benadrukken dat hij zijn attitude zou bijsturen.

Zijn gedrag zou fout gebleven zijn, maar iedereen zou verder hebben gekund met zijn leven. Nu niet. Nu moesten we eerst vele duizenden woorden verdragen over wat er al dan niet gebeurd was. Nu kregen we op sociale media een gevecht tussen believers en non-believers. Nu kwam er een flink gemediatiseerd proces van, waarop De Pauw nog altijd niet het minste schuldbesef toonde, weigerde zijn verantwoordelijkheid te nemen en voor een aantal gevallen van stalking en belaging effectief veroordeeld werd, ondanks enkele voorafgaande vrije podia die hem werden aangereikt door bevriende media.

***

‘It’s sad, so sad / It’s a sad, sad situation / And it’s getting more and more absurd’.

***

Deze week verloor Bart De Pauw ook nog eens het proces dat hij had aangespannen tegen de VRT, wegens onrechtmatig ontslag en het bevlekken van zijn imago, waarbij hij 13 miljoen euro schadevergoeding had geëist voor hem, zijn gezinsleden en zijn mediabedrijf. De rechter maakte zijn kromme juridische redenering in duidelijke bewoordingen met de grond gelijk. De Pauw is geen paria omdat de toenmalige directie van de openbare omroep dat heeft gewild, maar omdat hij zich destijds voortdurend misdragen heeft, geen enkele vorm van erkenning of excuses de wereld instuurde, en nu ook nog eens schaamteloos dacht langs de kassa te mogen passeren. Eigen schuld, etcetera.

Eigenlijk is het intriest. Ik was een fan van ’s mans werk, een van de verfrissendste tv-figuren van de voorbije dertig jaar. Maar voor mij is het goed dat hij nu uitgerangeerd is. Hij is in de fout gegaan. Punt. De Pauw is in het echte leven de man van Melle gewórden, hij deed het voor zijn eenzaamheid. Ocharme toch.

***

Er zijn er nog die weigeren om zich te verontschuldigen. Vlaams parlementsvoorzitter Liesbeth Homans, bijvoorbeeld, voor haar onbehouwen uitspraak over de vaders die de kinderen wel kunnen opvangen als de moeders uit werken gaan. Wereldvreemd tot en met. (Ze mag zich ook nog altijd excuseren voor het feit dat ze er niet in geslaagd is de kinderarmoede te halveren, zoals ze had beloofd bij haar aantreden als Vlaams minister van, onder meer, Armoedebestrijding in 2014. Niet alleen slaagde ze niet in haar opzet, ze deed er niet eens moeite voor!)

Jan Fabre bleef zich ook gedragen als de vermoorde onschuld. Ook hij moest een proces ondergaan, ook hij had dit kunnen voorkomen door toe te geven dat hij in de fout was gegaan.

Ik moet trouwens zelf ook een — weliswaar iets minder zwaarwegend — excuus uitspreken voor een tweet van woensdagavond, waarin ik over ‘een schande’ sprak, na de uiteindelijk dan toch niet toegekende strafschop voor Club Brugge. De Nederlandse scheidsrechter Makkelie liet zich overrulen door de VAR. Het was geen schande (‘Sorry!’), maar ik blijf wel bij mijn interpretatie dat het geen overtreding was van Club-speler Buchanan en toch een penalty, omdat de Atlético-speler pas geraakt werd nadat die zijn maaibeweging op de benen van Buchanan al had ingezet (‘Not sorry!’). Het isj nie moeilijk, het isj makkeliek.

***

(Sorry voor deze blogpost.)



De Larry David in ieder van ons

Radio en Televisie, Samenleving Posted on za, oktober 08, 2022 11:36:26

Ik ben rond, beste lezer. Neen, dit wordt geen klaagzang over overgewicht, ik ben rond met het kijken naar de geweldige tv-serie Curb your enthusiasm, wat zoveel betekent als ‘Verwacht er maar niet te veel van’ (iets wat, terloops gezegd, in het algemeen ook voor mijn blogposts geldt). Ik heb de serie pas in 2011 ontdekt, in de tweede aflevering van het achtste seizoen. Intussen werden, met een beetje vertraging, ook seizoenen negen tot en met elf ingeblikt, telkens goed voor tien afleveringen, honderd en tien in totaal. Maar er bleef dat gat van die eerste zeven seizoenen plus die ene aflevering van seizoen acht.

Dankzij een gewijzigde abonnementsformule kon ik een paar maanden geleden in de wonderbaarlijke tv-theek eindelijk die oude reeksen beginnen op te vragen. Opeens was hoofdrolspeler en bedenker Larry David geen man van vijfenzeventig meer, wat hij nu is, maar werd hij tweeëntwintig jaar terug in de tijd gekatapulteerd, een prille vijftiger. Die David is overigens de medebedenker van de succesvolle sitcom Seinfeld, die tussen 1989 en 1998 te zien was op de Amerikaanse televisie. Hij heeft daar naar verluidt een slordige tweehonderd miljoen dollar aan verdiend. Pretty, pretty, pretty, pretty good!

Excuus, misschien kunt u niet volgen. Die laatste uitspraak doet Larry David namelijk de hele tijd in Curb your enthusiasm. Mocht u de serie niet kennen: 1) shame on you!, 2) haal uw schade alsnog in, het loont de moeite. In Curb… speelt Larry David zichzelf, zoals het personage van George Costanza in Seinfeld ook gebaseerd was op de sociaal gehandicapte David. Hij heeft dus de gewoonte om zichzelf als personage te portretteren. Ik hoop dat het een uitvergrote versie van zijn eigen leven is, vol overdrijvingen, anders geeft het te denken. Het hoofdpersonage, Larry David dus, is een rijke, joodse scenarioschrijver-producer die hoofdzakelijk rentenierend, golfend, uitgebreid lunchend en commentaar op alles en iedereen gevend door het leven stapt. De dialogen zijn summier uitgeschreven, er wordt duchtig geïmproviseerd voor de camera, wat de montage naar het schijnt tot een helse job maakt. Elke aflevering duurt ongeveer een halfuur en omvat een tweetal verhaallijnen die naar het einde samenkomen. Elk seizoen bevat bovendien een overkoepelende verhaallijn die tien afleveringen meegaat en eindigt in een apotheose, meestal een anticlimax voor de hoofdfiguur.

Wat Larry David (het personage) zo interessant maakt, is dat hij in ieder van ons zit. In het beste geval een beetje, in het slechtste geval een grote hap. Hij zeurt constant, heeft altijd gelijk, vindt dat hij in alle omstandigheden mag zeggen wat hij wil zeggen, gaat overal en met iedereen in discussie. Larry David is Twitter, beste lezer, maar dan om te lachen, en je hebt er niet eens een lachband voor nodig.

Sommigen vinden dat Curb your enthusiasm de witte cisgender levensstijl propageert, maar het tegendeel is waar: dit is kritiek op de gelijkhebberige boomer, en niet zo subtiel ook. Larry David is seksistisch, racistisch en homofoob, maar hij is dat niet op een Filip Dewinterachtige wijze, neen, hij is de verzinnebeelding van de tolerante progressieve witte man die niet beseft hoe onverdraagzaam hij in werkelijkheid is. U moet de boeken van Robin DiAngelo maar eens lezen, White fragility en Nice racism, over hoe mensen die zichzelf progressief, tolerant en intelligent noemen toch voortdurend in de fout gaan, en daardoor in hetzelfde schuitje belanden als de ‘Ik ben geen racist maar…’-toeteraars. Die eerste aflevering van De tafel van vier waarin geprovoceerd werd met het n-woord? Daar had Larry David kunnen zitten, hij zou vrolijk meegedaan hebben (het personage, hopelijk niet de persoon zelf).

Soms zit je goedkeurend te kijken naar wat er op het scherm gebeurt. Een voorbeeld: Larry David loopt binnen in een ijssalon en raakt geïrriteerd omdat de vrouwelijke klant voor hem álle smaken eventjes wil proeven, alvorens ze toch maar vanille bestelt. Ik zou óók verontwaardigd zijn over haar egoïsme en het verlies van mijn kostbare tijd, we hebben dat allemaal al weleens meegemaakt. Alleen gaat David zó lang door met klagen, dat je op den duur wel de kant van die vrouw moét kiezen. Gelijk hebben is nog iets anders dan gelijk halen.

Ander voorbeeld, uit de allereerste aflevering die ik ooit zag en die ik eergisteren opnieuw heb gezien: twee vrouwen staan voor het roomijsdepartement in een supermarkt, de ene weent, de andere probeert haar te troosten. En Larry David probeert hen — eerst vriendelijk, daarna pusherig — naar links of naar rechts te maneuvreren, waardoor hij aan zijn portie Ben & Jerry’s kan. Typisch is dan dat de troostende vrouw, die een safe house in Davids buurt blijkt te runnen, hem nadien uitnodigt om zich te verontschuldigen, waar hij na enig aandringen op ingaat, maar waardoor hij, zoals steeds, de zaak nog erger maakt. Want na zijn ‘I’m sorry’ volgt dan zonder uitzondering een opsomming van waarom hij toch vindt dat hij gelijk had. Natuurlijk begrijpt hij niet waarom mensen dan nóg bozer worden.

De Larry Davids van deze wereld lopen stuntelig en struikelend door het leven, maar ze denken dat ze kaarsrecht lopen en trots mogen zijn op wie ze zijn, wat ze doen en, vooral, wat ze zeggen. Dat is een beetje zielig. Wat de serie zo geniaal maakt, is dat Curb your enthusiasm je tegelijkertijd laat lachen om die stunteligheid van het hoofdpersonage, verontwaardigd worden over diens hardleersheid en meewarig laat doen over de levensstijl van rijke, witte mensen in Rijkewittemensenland. Het is de ideale afsluiter van een lange dag, mijn echtgenote en ik proeven dit a rato van één aflevering per avond (‘Nog een Curbke?’).

Er zit een Larry David in u. Er zit een Larry David in mij. In het verkeer wórd ik Larry David. Ik erger mij over alle andere weggebruikers tot op het niveau dat die andere weggebruikers zich alleen maar kunnen ergeren over mij. Ik vond bijvoorbeeld al lang voor het invoeren van het verplichte ritsprincipe dat het logisch is om zo ver mogelijk door te rijden op een rijstrook die gaat verdwijnen en pas op het einde in te voegen. Dan moeten de chauffeurs in die invoegstrook slechts één wagen laten voorsteken. Heel logisch, ik heb daar gelijk in. Alleen helpt het niet om daarover te blijven zeuren en heb ik mij ongetwijfeld in andere verkeerssituaties te gelijkhebberig gedragen. Larry David! U heeft dat waarschijnlijk ook, zij het in andere domeinen. Of misschien bent u wel die chauffeur die mij niet wil laten invoegen, omdat u mij een opportunist vindt. (U heeft ongelijk.)

Benieuwd wat Larry David zou vinden van het afknippen van haarlokken uit solidariteit met de vrouwen in Iran. Hij zou dat allicht niet ‘Pretty, pretty, pretty, pretty good!’ vinden. En wij zouden eerst goedkeurend zitten knikken vanwege zijn logisch klinkende reactie en na de nodige drammerigheid toch een andere mening beginnen te vormen. Misschien komen we het wel te weten in seizoen twaalf van Curb your enthusiasm, dat in de maak is.

‘Ik doe dit niet voor mezelf maar voor de samenleving,’ roept David tegen een vrouw met een hond, vlak nadat hij zijn eigen terechte opmerking (hondenpoep op zijn gazon, de eigenaar van het dier moet dat uiteraard opruimen) heeft omgezet in een eindeloze klaagzang, waardoor je als kijker finaal meer gaat sympathiseren met de persoon die in de fout is gegaan (de vrouw met de hond) dan met de klager. Typisch Larry David!



Blijf extreemrechts vooral extreem noemen

Journalistiek, Politiek Posted on za, oktober 01, 2022 11:01:49

In rechtse kringen wordt weleens gezegd dat je de dingen moet durven te benoemen zoals ze zijn en die raad ga ik, die me niet in hetzelfde universum bevindt als die lieden, ter harte nemen in deze blogpost. Er is namelijk iets met ons taalgebruik dat mij niet zint. We zijn te soft geworden en dat geldt a fortiori in een journalistieke omgeving. Niet omdat we allemaal msm’ers zijn, nuttige idioten in dienst van machtige mensen zoals critici beweren, maar net het omgekeerde. We moeten, jawel, de dingen vaker durven te benoemen.

Toen bekend raakte dat Fratelli d’Italia de parlementsverkiezingen in Italië had gewonnen en Giorgia Meloni de eerstvolgende premier van dat land zal worden, kon je her en der lezen dat radicaalrechts aan de macht komt in de laars. Ook in eerdere berichtgeving werden partijen als Vlaams Belang of politici als Filip Dewinter, Dries Van Langenhove of Viktor Orbán radicaalrechts genoemd. Ik vind dat geen goed idee. Zelf ben ik ook soms radicaal. Ik ben radicaal tegen racisme en discriminatie. Ik ben radicaal tegen elke vorm van ongelijkheid in de samenleving. Ik ben radicaal tegen onrecht. Mocht u mij radicaallinks willen noemen, dan ga ik daar niet per se (radicaal) tegen in opstand komen. Ik hoef geen etiket, maar u doet maar.

Door figuren als Meloni, die schatplichtig zijn aan het fascisme van Mussolini, radicaalrechts te noemen, maak je hen aaibaarder, menselijker en empathischer dan ze in werkelijkheid zijn. Idem dito met Orbán, Trump, Poetin of Bolsonaro. Als we de dingen dan toch moeten durven te benoemen, moet je hen extreemrechts blijven noemen, zoals we dat jarenlang gedaan hebben. Want dat zijn ze: hun radicalisme is extreem. Extreem onverdraagzaam. Extreem onrechtvaardig. Extreem anti-emancipatorisch. Extreem rechts, dus. Radicaalrechts kunnen we dan behouden voor een tussencategorie. En dus mogen we zeker ook niet spreken over de ‘centrumrechtse regering’ van Meloni, zoals Theo Francken op Twitter deed. Maar zo gaat dat: hoe rechtser je zelf bent, hoe linkser al de anderen zijn.

Ik wil hier zelfs een suggestie doen om politici van bij ons voortaan als volgt te catalogeren.

Extreemrechts: Filip Dewinter, Dries Van Langenhove, Tom Van Grieken (ooit radicaal, nu extreem), Sam Van Rooy.

Radicaalrechts: Gerolf Annemans, Jean-Marie Dedecker, Theo Francken.

Rechts: Bart De Wever, Peter De Roover, Ben Weyts, Hendrik Bogaert, Pieter De Crem.

Centrumrechts: zowat de hele CD&V en Open VLD, Geert Bourgeois, Zuhal Demir, Valerie Van Peel.

Als we fascisten, neonazi’s, vreemdelingenhaters en al wie sympathiseert met dat soort ideeën radicaal blijven noemen, dan verzachten en vergoelijken we hun gedachten en toekomstige daden. We kunnen als empathische wezens niet genoeg benadrukken hoe fout sommige ideologieën waren, zijn en blijven. Blijf dit vooral extreem noemen, dat is tenminste duidelijk. Op dat vlak moeten wij, tolerante mensen, ook wat meer ‘prepper’ worden.



« VorigeVolgende »