(Deze bijdrage verscheen maandag 18 februari in De Standaard in de reeks ‘De Bankzitter’).

Ruim verdiende zege van Club Brugge in de topper tegen
KRC Genk. De kloof bedraagt weliswaar nog altijd acht punten, maar zoals bekend
kan zo ongeveer alles met het Belgische play-offsysteem. Veel zal de komende
maanden afhangen van de aan- of afwezigheid van Alejandro Pozuelo in Genk.

‘Wie zondag wint, is de beste ploeg van het
land.’ Het was een boude uitspraak van Club-trainer Ivan Leko in de aanloop
naar de topper van gisteren. En vooral: ze sloeg nergens op. We wisten na vijfentwintig
speeldagen al wie de beste ploeg is: KRC Genk, zonder enige twijfel. Over de
beste keeper en verdediger kan nog geredetwist worden, maar de beste flankspeler
(Maehle), de beste middenvelder (Pozuelo), de beste aanvaller (Samatta) en de
beste trainer (Clement) zijn kort voor het einde van de reguliere competitie al
bekend.

Meer dan wat peptalk spuwen kan het niet
geweest zijn, wat Leko deed. Je moet al een diehard-Clubsupporter zijn om niet
in te zien dat Genk er tot nog toe ver bovenuit stak. Beste aanval, beste
verdediging, leukste voetbal, positiefste ingesteldheid, ga zo maar door.

De interessante vraag blijft wel: wie wordt er
over precies drie maanden landskampioen? Want ‘de beste’ zijn betekent in een
spelletje waarin geluk en toeval een grote rol spelen niet automatisch ‘de
eerste’ zijn. Ook het mentale aspect is belangrijk: na een goede tweede helft
tegen Salzburg en een zeer degelijke wedstrijd tegen Genk is het geloof bij
Club helemaal terug, terwijl de competitieleider Een Probleem heeft.

Gegokt
en verloren

Philippe Clement startte met elf apostelen,
Judas Pozuelo begon op de bank. Keuze van de trainer of gaf de spelmaker vooraf
aan dat hij niet helemaal fit is? Veel onbegrijpelijker was de tactische keuze
van de Genkse trainer. Hij opteerde voor een 3-5-2, het spiegelbeeld van de
tactiek van Ivan Leko, hoewel Genk met een soepele 4-3-3 furore had gemaakt.
Dat je je tegen Barcelona of Manchester City aanpast is normaal; tegen een hooguit
evenwaardige tegenstander was het vreemd.

Club had moed geput uit de metamorfose tegen
Salzburg. Het voetbalde gretig, gemotiveerd, alert, nam vanaf het eerste
fluitsignaal het initiatief. Genk zette daar helemaal niets tegenover. De
eerste vijftien minuten werden de bezoekers weggedrukt, al vielen de doelpunten
pas in het tweede en derde kwartier. Twee-nul bij de rust was een juiste
weergave van de verhoudingen.

Gegokt en verloren, moet Clement tijdens de
rust gedacht hebben, terwijl onderaan het tv-scherm geregeld de boodschap liep
dat één euro inzetten op een uitzege, negen euro kon opbrengen. Ondanks alle
kritiek op de verwevenheid van het profvoetbal met de gokindustrie, liggen
gokbedrijven en tv-zenders nog altijd niet wakker van ethische dilemma’s die
verbonden zijn aan gokken en de menselijke drama’s die er het gevolg van zijn.

Valse
kapitein

Alejandro Pozuelo mocht na de pauze alsnog
opdraven. De Genkse supporters klapten in de handen, maar pakten ook uit met
een waarschuwende tekst: ‘In Genk geen plaats voor valse kapiteinen, glorie
voor zij die strijden tot het einde’. Rijmen deed het niet echt en poëzieprijzen
win je er niet mee, maar het illustreerde perfect de gemoedsgesteldheid bij de
Limburgse fans. Tegen Slavia Praag had Pozuelo al bewezen dat hij het verschil
kan maken, dat wil dus nog niet zeggen dat hij zich alles kan permitteren.

Genk was meer aanwezig in die tweede helft, al
behield Club de controle en reageerde het prompt op een tegengoal die een
kwartier voor tijd letterlijk uit de lucht kwam vallen. 3-1, een correcte
weergave van het spelverloop in deze topper. Doelpuntenmaker Vormer omarmde
zijn trainer, het publiek omarmde het elftal. Het komt wel goed met die
contractverlenging voor Ivan Leko, zou je geneigd zijn te denken.

Een van de uitblinkers was scheidsrechter Eric
Lambrechts. Hij had de wedstrijd uitstekend in de hand, greep in waar nodig. De
videoref zat werkloos toe te kijken in zijn busje. Wat een contrast met
zaterdag, toen Hannes Van der Bruggen er na Kortrijk-Charleroi zelfs voor
pleitte om Vertenten en Delferière terug te laten fluiten. Ethisch besef en
respect voor de rechtsstaat zijn niet de sterkste punten van profvoetballers. Hoeft
ook niet, maar laat hen dan best zwijgen.

Toronto

Het bestuur van KRC Genk staat voor een onmogelijke
keuze. Pozuelo zijn zin geven en een transfer naar Toronto FC gunnen, komt neer
op toegeven aan chantage: het zou andere spelers op ideeën kunnen brengen, nu
en in de toekomst. Hem naar de B-kern verwijzen — waar hij, laten we wel wezen,
na zijn fratsen thuishoort — komt neer op kapitaalvernietiging. Dan is hij
straks geen acht miljoen euro waard, maar misschien nog een kwart van dat
bedrag. Noch Pozuelo, noch de Genkse fans zouden dat aanvaarden. Die zijn
opportunistisch genoeg om hun sterspeler tijdelijk vergiffenis te schenken, als
hij opnieuw een beslissende rol zou spelen.

Dit is een situatie waar — behalve mogelijk de
bankrekeningen van de heer Pozuelo, zijn makelaar en nog wat tussenpersonen —
geen winnaars zijn. Genk zit met een ontevreden werknemer. Dat weegt op de
sfeer, die maar beter sereen kan zijn de komende maanden. De trainer moet
keuzes maken: kiest hij voor de betere voetballer die een Judas is, of voor een
trouwe kernspeler die net iets minder goed is. Pozuelo zelf zit met zijn hoofd duidelijk
elders. In een competitie waar hij veel meer zal verdienen, maar nooit meer de
sportieve waardering zal genieten die hij hier krijgt. Zou hij weten dat
Toronto in Canada ligt? Technisch directeur De Condé hoopt nu Toronto FC ervan
te overtuigen om de speler pas op 20 mei aan te trekken, na het einde van
play-off 1. Dat zou een gewiekst compromis zijn.

Ergens stond te lezen dat Pozuelo naar een
competitie met weinig aanzien zal vertrekken, als hij een contract ondertekent
voor een club in de Amerikaanse MLS of — als eventueel alternatief — de Chinese
Super League. Euh, en de Jupiler Pro League geniet wel internationaal aanzien
dan? Kijk gerust even rond: hier loopt geen Renato Augusto, Hulk, Oscar, Dembélé
of Fellaini rond (China), of een Van der Wiel, Vela, Rooney of Ibrahimovic
(Amerika).

Neen, je mag de Major League Soccer niet
verwarren met een échte topliga. Het is veelzeggend dat de beste speler uit
onze competitie zich daar onder een pak dollars wil begraven.