Trein, tram en bus zijn altijd te laat, voor
je verbinding moet je crossen.

(Niet over nadenken: ’t is de schuld van de
sossen)

Dat gat in de begroting valt maar niet op te
lossen.

(Kijk naar ’t verleden: schuld van de sossen)

We kunnen nog altijd met onze nieuwe
vliegtuigen geen schot lossen.

(Met al hun mails: schuld van de sossen!)

Tijdens de Sudancrisis heeft een
staatssecretaris heel wat tranen zitten versmossen.

(Een schande, schuld van de sossen)

U heeft een parking nodig? Geen probleem, we kappen
de bossen.

(En wie denkt u dat het gedaan heeft? Schuld
van de sossen)

Aan wie ligt het dat we geen traditie meer
hebben in kantklossen?

(Wat dacht u? Schuld van de sossen)

Arme mensen kunnen hun schuld weer niet
aflossen.

(Natuurlijk: schuld van de sossen)

Onze jeugd weet niet meer dat 2 x 144 is: 2
grossen.

(Hé hé, schuld van de sossen)

De Seleçao ligt eruit, bij onze uitblinkers zat
een rossen.

(Schuld van de (Braziliaanse) sossen)

Dat je je binnenkort op de tweede zit weer
piekfijn moet uitdossen.

(Schuld van de sossen)
Een senior writer schrijft: links is dood, ze zijn aan ’t brossen.
(Schuld van de sossen)

Overal extra bewaking, aan de ingangen staan
kolossen.

(Schuld van de sossen)

We vroegen stieren en kregen een stel ossen.

(Schuld van de sossen)

De tuin wordt overwoekerd door glibberige mossen.

(Schuld van de sossen)

Club Brugge verspeelt de titel door een owngoal
van Jelle Vossen.

(Schuld van de sossen)

Het is al heel lang geleden dat we nog een
wereldkampioen hadden in ’t motorcrossen.

(Schuld van de sossen)

Laatste bergrit en in het zicht van de streep
moet Thomas De Gendt lossen.

(Schuld van de sossen)

Er wordt te veel gezopen op al die
cyclocrossen.

(Schuld van de sossen)

Op 11 en 21 juli is er weinig feest, mensen
willen niet meer hossen.

(Schuld van de sossen)

Daarstraks kreeg ik tandpijn van het flossen.

(Auw, schuld van de sossen)

We spelen wind tegen, verkeerde keuze bij het
tossen.

(Schuld van de sossen)

In de krant staan te veel opiniestukken en te
weinig epossen.

(Schuld van de sossen)

Heel zelden gooien we in dit land los alle
trossen.

(Schuld van de sossen)

In Planckendael hebben ze een schrijnend
tekort aan rinocerossen.

(Schuld van de sossen)

Er zijn te veel Maria’s en te weinig Jossen.

(Schuld van de sossen)

’t Water blijft niet warm, het gaat achteruit
met de kwaliteit van onze thermossen.

(Schuld van de sossen)

Oei, de toiletdeur is langs de buitenkant afgesloten,
kan iemand mij komen verlossen?

(Schuld van de sossen)

Ik dacht: ik probeer eens iets leuks, maar ik
kan weer de verwachtingen niet inlossen.

(Allemaal úw schuld, sossen!)