Kreetjes van vreugde, ook bij mensen die ik
ervan verdenk dat ze wel eens een moeilijk boek in de hand durven nemen of naar
een Iraanse film zonder ondertitels gaan in een klein achterafzaaltje. Reden
van die mini-euforie: ‘onze’ Loïc Nottet was er gisteravond iets voor elven in
geslaagd de finale van het Eurovisiesongfestival te bereiken, a small step for
mankind, maar een giant leap voor de meeste Belgische deelnemers. Een Waal die
in het Engels zong dan nog, kaakslag/caqueslag!

Ik heb gekeken, ja. Een vreemde mengeling van
acute Twitterverslaving, kitschdrang en een ziekelijke neiging om een portie
uitlachtelevisie te nuttigen overvalt me elk jaar rond deze periode. Even
schakel ik dan de intellectuele modus helemaal uit (grapje!) en ga ik totaal
los, al begint mijn maag doorgaans van bij de eerste noot oprispingen te maken
en eindig ik onveranderlijk total loss, met een schuldgevoel over het
tijdverlies.

Het Songfestival was heel lang geleden een
etalage voor zangers en zangeressen die zichzelf al bewezen hadden. Artiesten
die – stel u voor! – echt konden zingen, drie minuten bewegingsloos centraal op
het podium door een microfoon op staander stonden te kwelen en vervolgens werden
beoordeeld door een deskundige jury. Ik hield niet van die melige liedjes, die
pathetische voordracht en die statische show, maar er werd wel gezongen, door
lieden die al wel eens een zangles of twee, drie hadden gevolgd en hadden
geleerd om te articuleren in hun eigen taal.

Ik vind Après
toi
van Vicky Leandros een draak van een nummer, maar het mens kon wel
zingen. Ik zal Eres tu van Mocedades
nooit een favoriete song noemen, maar het verhoudt zich tot de inzendingen van
vandaag zoals Stafke Fabri zich verhoudt tot Bob Dylan. Ik moest niets hebben
van die Séverine, maar Un banc, un arbre,
une rue
zou vandaag kunst worden genoemd in vergelijking met wat we de
jongste jaren geserveerd krijgen. En die blonde van Abba mocht Waterloo altijd wel eens persoonlijk
komen zingen op mijn puberkamer, dat weet ze (en toch kwam ze nooit langs en nu
is het te laat).

Le
dernier qui a parlé
van Amina, 1991, moet zowat de
laatste inzending zijn geweest die me kon bekoren. Meer nog: ik vind dat een
geweldig nummer. Uiteraard won ze niet (ze werd tweede). Toen kwam de omslag:
de implosie van de Sovjet-Unie en de burgeroorlog in Joegoslavië. Politiek en
oorlog, zult u zeggen, maar nee: een vermenigvuldiging van het aantal
deelnemers aan het Europese voetbal, de voorrondes van WK’s en EK’s, én het
Songfestival. Met dan nog buurlanden die elkaar steunen, ook al stonden ze
mekaar nauwelijks twee decennia geleden nog voor het leven. Ons kent ons, maar
dan in het Russisch of Servo-Kroatisch. De Australiërs – ja, onoplettende
lezers, de Aussies nemen dit jaar
deel aan het Eurovisiesongfestival,
omdat dat zestig jaar bestaat – zullen het nog ondervinden: zonder vriendelijke
buren die op je stemmen, wordt het niks.

Kunnen zingen is bijzaak geworden. Alles
draait om het toneeltje dat wordt opgevoerd: schaars geklede meisjes en
jongens, een overuren draaiende windmachine, confetti die uit de denkbeeldige
hemel fladdert, tot in den treure ingeoefende danspasjes, acrobatie,
travestieacts (meestal afkomstig uit landen waar holebi’s opgejaagd wild zijn).
Het ooit zo dominante orkest met een aparte dirigent per deelnemend land is
ergens weggemoffeld in de coulissen. Wordt er eigenlijk nog wel live gezongen?

Ik pleit voor een nieuw IJzeren Gordijn tussen
Oost-Europa en de rest van dit continent (het kleed van de Servische
deelneemster kan daarvoor dienen). Ik wil een Reviewcommissie die kwalitatief
ondermaatse inzendingen uit competitie haalt. Ik eis dat de deelnemers niet
worden gekozen omwille van hun smoeltje, maar omdat ze welluidende klanken uit
hun strot kunnen toveren. Zo lang dat niet gebeurt zal ik dit ‘gebeuren’ vanaf
de zijlijn bespugen en scheef becommentariëren.

Voor wie het gisteren gemist heeft: u heeft
niets gemist. En er komt nog een halve finale. En een finale, waarvoor ik nu al
een geldig excuus heb om ‘m te missen.

***

Mijn inzendingen:

‘”Hé, gij daar, gij trekt een beetje op
ne jonge Sting, doe maar mee!”‘ (Moldavië)

‘Dit is liftmuziek. En ik neem de trap. Naar
het 37ste.’ (Armenië)

‘Alweer een compleet foute keuze: WILMOTS
BUITEN!!!’ (België)

(iemand schreef: ‘De Fyra-landen achter
mekaar’, en ik repliceerde) ‘En dan nog Treintje Oosterhuis ook.’ (Nederland)

‘De Finnen stuurden mensen met een mentale
beperking. Alle andere landen stuurden deelnemers met een volledige beperking.’
(Finland)

‘O jeetje. Snel, drachme hier vandaan!’
(Griekenland)

‘Est nog nie gedaan?’ (Estland)

‘#Eurovision2015, waar een spraakgebrek eerder
een troef dan een nadeel is.’ (Macedonië)

‘Er zijn voor minder burgeroorlo…
*gecensureerd*’ (Servië)

‘Fan van Hongarije! (Hoe is het met klank?)’
(Hongarije)

‘Waarom zitten wij eigenlijk in de reeks met
alle Oostbloklanden? Al die verre verplaatsingen.’

‘”He’s after my violin”‘
(Wit-Rusland)

‘”Dit jaar sturen we een vamp”.
*Russische inzending* “Een VAMP, heb ik gezegd, geen RAMP!”‘
(Rusland)

‘”Laten we onze band Anti Social Media
noemen!” “Geweldig idee! Kondig jij het aan op Facebook en
Twitter?”‘ (Denemarken)

‘Dit zou Enver Hoxha nooit getolereerd hebben.
#ouwezakkentweet’ (Albanië)

‘Altijd gedacht dat Dimitri Leue een Roemeen
was.’ (Roemenië)

‘Morticia Addams, verdorie. Maar waar blijven
Uncle Fester, Lurch en Thing?’ (Georgië)