94 doelpunten in 32 wedstrijden. Halfweg het WK zitten we
nog altijd aan een gemiddelde van 2,94. Positief, aanvallend, doelgericht
voetbal met, toegegeven, hier en daar een doelman die opvallend in de fout
gaat, hoewel die Brazuca niet zo’n zwabberbal is als die Jabulani van vier jaar
geleden. En ook de verdedigers maken niet altijd een even secure indruk, dat
speelt vanzelfsprekend mee in de onverwacht hoge productiviteit.

Als die 2,94 wordt gehandhaafd, zullen we aan het eind van
het toernooi net onder het mythische WK van 1970 zitten (2,97), maar een heel
eind boven de rest sinds 1958. Duitsland 2006: gemiddeld 2,52. Zuid-Afrika 2010: amper 2,30. En op de derde
speeldag in de groepsfase wordt er traditioneel veel gescoord: de vermoeidheid
gaat een rol spelen, sommige landen kunnen ontspannen spelen omdat ze al
gekwalificeerd of uitgeschakeld zijn, spelers die eindelijk aan de aftrap komen
grijpen hun kans. Gokje: donderdagnacht zitten we weer boven de drie gemiddeld.

Ik hou van dit WK!

***

Nederland, Chili, Colombia, Costa Rica, Argentinië en België
hebben zich al geplaatst voor de achtste finales. Drie Zuid-Amerikaanse landen,
één natie uit Midden-Amerika en de Lage Landen bij de Noordzee. Spaans,
Nederlands en een mondje Frans praten helpt, al vind ik dat zelf niet direct
een empirisch en statistisch heldere verklaring. Uitgeschakeld: Australië,
Bosnië-Herzegovina, Kameroen, Engeland en, vooral, Spanje.

Dat de Engelsen er in de ‘groep des doods’ uit liggen is
niet zó vreemd. Uruguay en Italië zijn sterke tegenstanders, het
verbazingwekkende Costa Rica – dé verrassing van het toernooi – gooide nog meer
roet in het Engelse eten. Engeland is aan een generatiewissel toe. Terry, Ferdinand en
Ashley Cole hebben al ‘Bye bye’ gezegd, Gerrard en Lampard zullen dat
binnenkort ook doen. Het is nu aan de jonkies (en toch nog Wayne Rooney?) om het over te
nemen.

Wel totaal onverwacht is de snelle eliminatie van Spanje.
Europees kampioen 2008 en 2012, wereldkampioen 2010, de dominantie van het
heerlijke tiki-taka: in twee keer negentig minuten wordt dat niet zomaar van de
tabellen geveegd, maar de kleinering door Nederland en Chili was opmerkelijk.
En plots waren daar de deskundige en minder deskundige analyses.

“Tiki-taka (2008-2014)” las ik op een inderhaast gephotoshopte grafsteen. Zou kunnen. Ik
schreef eerder al dat het belang van balbezit kleiner is geworden de jongste
seizoenen. Het gaat nu om snel omschakelen, vertikaal voetballen, de
tegenstanders in enkele bewegingen verrassen in plaats van hen eerst tureluurs te
draaien en dan pas toe te slaan.

Een onverlaat wierp op dat het einde van de samenwerking met
de verdachte dokter Fuentes ook het einde van de Spaanse wereldheerschappij
betekende. Hier aarzel ik: die jongens kunnen echt wel “ballen” (om
Johan Boskamp even te citeren), al zou de invloed van soepel met rare middelen
omspringende dokters op de Spaanse topsport best nader onderzocht mogen
worden.

“Einde van een generatie”, werd heel vaak
opgeworpen. O ja? Xavi is 34 en niet meer de briljante metronoom met de vier
longen, dat klopt. Xabi Alonso wordt later dit jaar 33, die heeft ook zijn
beste jaren gehad. Iker Casillas is eveneens 33, wat normaal voor een doelman
geen pensioenleeftijd hoeft te zijn. Maar deze Casillas is niet eens een
schaduw van de ongenaakbare ‘San Iker’ uit het recente verleden. En Andrès
Iniesta is net dertig geworden, misschien is die ook stilaan over de absolute top. De
rest van de kern is echter nog relatief jong: Sergio Ramos (28), David Silva
(28), Gerard Piqué (27), Cesc Fabregas (27), Pedro (bijna 27) Sergio Busquets
(26), Jordi Alba (25) en de meeste anderen kunnen gerust nog twee grote
toernooien mee.

Mij lijkt het probleem eerder van tactische aard te zijn.
Een bonkige spits als Diego Costa rendeert perfect in het vertikale, fysieke
spelsysteem van Atlético Madrid, maar niet in de context van tiki-taka.
Fernando Torres is al enkele jaren volkomen van slag, David Villa oud en
versleten. Spanje heeft geen spits van wereldformaat meer. Ook het spelen met
twee controlerende middenvelders (Busquets en Xabi Alonso) heeft zijn beste
tijd gehad, zo bleek. En de centrale as achterin (Casillas, Piqué, Ramos)
flaterde dat het een lieve lust was. Een keeper met bibberende benen en armen,
met daarvoor twee houten klazen, da’s allesbehalve een garantie op succes.

Wat ook zou kunnen: de honger is een beetje weg. Na drie
grote eindzeges hoeft het niet zo nodig meer voor deze generatie. Al zal deze
klap hard aankomen. Hou de Spanjaarden dus maar in het oog over twee jaar in
Frankrijk!

***

Als er een Top 5 zou worden gemaakt van de slechtste
wedstrijden op dit WK, dan staan de Rode Duivels daar twee keer in. Tegen
Algerije was het driekwart match belabberd, tegen Rusland nog erger. Redelijke
start, dan gezamenlijk indommelen tot de laatste acht minuten. “Het kan
niet altijd met champagnevoetbal gebeuren”, liet de bondscoach in één van
onze kranten optekenen. De journalist durfde blijkbaar niet vragen wanneer we
dan wel champagnevoetbal hadden gebracht de afgelopen jaren.

Ik heb die Marc Wilmots wel door, hoor. 81 minuten slecht
spelen, dat is natuurlijk die 90% van Georges Leekens nog. Noem het een
eigenzinnige hommage aan zijn praatgrage maar erelijstloze voorganger. En die 9
minuten flitsen, dat is die resterende tien procent. Het dak op het huis.

Even ernstig: voor het eerst sinds de oprichting van de
allereerste Belgische voetbalclub in 1880 hebben we een generatie voortgebracht
van spelers die in staat zijn dominant te voetballen, vanuit de eigen (multiculturele!) kracht.
Weg met die underdogmentaliteit! Wat deed Wilmots tegen Rusland: hij bracht
Vermaelen in om de in zijn ogen al te offensieve Vertonghen te vervangen.
Kortom, weer eens pasten we ons aan de tegenstander aan. Behoorlijk groot zijn en je klein gedragen, ligt het in onze volksaard? Noest,
bescheiden, stil… Neen, we moeten niet hoog van de toren blazen, maar we
mogen wel laten weten dat we op die toren staan en niet ergens onderaan de trap.
Als de Russen in de eerste helft die open doelkans afwerken en een strafschop
krijgen, hadden we nu niet van “Hoera, hoezee” geroepen en had
Wilmots geen excuus om met een halfslachtige analyse weg te komen.

Ook tegen Rusland was het te traag, te weinig geïnspireerd,
te lateraal, te laf, te voorspelbaar, te slordig. Te ‘vanalles’, eigenlijk. Maar zeker
niet: te pruimen. Ja, die 6 op 6 is zeer oké, net als het feit dat we al na
twee wedstrijden in de volgende ronde staan. Dat is ongezien, proficiat, goed
gedaan, jongens. Maar de manier waarop was lamentabel. Mag dat eigenlijk in
alle kritiekloze euforie nog gezegd worden? Of ben je dan een zagevent, een
zuurpruim, een pretbederver? Nou, laat me dat dan maar in volle glorie zijn.

Nooit eerder speelden de Rode Duivels zó slecht tijdens de
eerste twee wedstrijden van een WK. Niet tijdens het door heimwee overschaduwde
WK van 1970, zelfs niet in dat verschrikkelijk snel afgelopen WK van 1998 of de
al even weinig memorabele openingsfase in Japan van twaalf jaar geleden. Of ja,
toch wel, in 1986 was het ook huilen met de pet op. Dat zijn we collectief
vergeten. Tegen thuisland Mexico en voetbaldwerg Irak maakten we ons net niet
belachelijk, dank zij een ultiem gelijkspel tegen Paraguay haalden we als één van de
beste derden op het nippertje de achtste finales. De rest is geschiedenis.

Die wereldtitel kan ons dus niet meer ontglippen.

***

Het nadeel van heel slecht spelen en toch winnen is dat alle
successupporters nu nóg meer blind zullen zijn voor onze tekortkomingen en dat
de bondscoach een excuus zal hebben om gewoon verder te doen waarmee hij bezig
is. Criticasters zullen nog meer hun mond moeten houden, op straffe van
standrechtelijke executie door een tricolore volksgerecht. Wie een stoute vraag
durft stellen aan de bondscoach, de spelers of de entourage zal nog sneller
afgeblaft worden. Want de communicatie die de N-VA oplegde aan haar
mandatarissen, zal nu worden doorgetrokken naar alle geledingen van de
samenleving: “De Rode Duivels zijn goed bezig!”.

***

Waarde bondscoach, geachte heer Wilmots, beste Marc, blij
dat u er nog bent. Ik blijf supporteren, hoor. Tegen de Russen nam u mijn
suggestie voor het basiselftal op één naam na over (ik had Vermaelen in de
plaats van Van Buyten gebracht, niet in die van Vertonghen), maar dat vergeef
ik u. Hierbij mijn voorstel voor de startelf tegen Zuid-Korea, rekening houdend
met het feit dat we al gekwalificeerd zijn (maar nog geen groepswinnaar), dat
er een paar jongens op het randje van een gele schorsing rondlopen
(Alderweireld, Vertonghen, Witsel), een lichte blessure hebben (Kompany,
Vermaelen) en dat we toch best die Koreanen niet onderschatten (herinner je
Saudi-Arabië in 1994, Marc, weet je nog: die wedstrijd waarin je elvendertig
doelkansen de nek omwrong, waarna we alsnog tegen die verderfelijke Duitsers
moesten in de achtste finales. Bespaar ons dat gruwelijke lot dit keer!).

Hier gaan we: Courtois; Vanden Borre, Van Buyten, Kompany
(Ciman vind ik echt geen optie, helaas, dus toch maar risico nemen met onze aanvoerder), Lombaerts; Defour, Fellaini, De
Bruyne; Mirallas, Hazard, Origi. En laat die Januzaj een halfuurtje meespelen
en breng Lukaku in bij 3-0. Tot donderdag. (Uw kritische supporter in goede en
kwade dagen. PS: vandaag ben ik behoorlijk kwaad, ja.)