Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Internationalisme

Politiek Posted on za, oktober 19, 2019 12:54:26

‘De enige efficiënte remedie tegen de Europese onmacht is meer Europa en minder natiestaat,’ schrijft Paul Goossens vandaag in zijn column in De Standaard. ‘Dat is precies het tegendeel van wat de nationalistische partijen in Vlaanderen en de rest van Europa in hun programma neerpenden. Hun gemekker over de onmacht van Europa is vooral een rookgordijn dat hun principiële bezwaar en gestook tegen een sterk Europa moet verbergen. Zoiets heet volksverlakkerij.’ Nou, die zit!

***

Mens. Man. Wereldburger. Europeaan. Belg. Antwerpenaar. Vlaming. Inwoner van een kleine gemeente in Vlaams-Brabant. Dat is zo’n beetje hoe ik mij voel in de wereld, in die volgorde van belangrijkheid, al durft dat weleens te verschuiven. Waar ik nu woon, is daarbij het minst belangrijk. Dat heeft te maken met liefde, toeval, persoonlijk kapitaal, beschikbare bouwgrond, en dat soort dingen. Wherever I lay my hat, that’s my home. Mijn afkomst, Antwerpen, schat ik hoger in dan de regio waar ik toevallig ter wereld ben gekomen, Vlaanderen. Antwerpen is waar ik ben opgegroeid, dat was 32 jaar lang mijn heimat en dat blijft — dankzij familie, vrienden en voetbalclub — altijd mijn stad. Het zal me niet beletten me te blijven ergeren aan de gemiddelde Antwerpenaar en zijn misplaatste arrogantie, betweterigheid en zelfgenoegzame blik op de wereld, die zelden verder reikt dan de historische stadsmuren.

België vind ik geen onprettig land om in te wonen. Het regent er nog altijd te veel, het is er lang aanschuiven op de wegen, het openbaar vervoer ligt op apegapen, er wordt gesjoemeld dat het een lieve lust is, en onze politici zijn met hun volgende verkiezing bezig, niet met het welzijn van volgende generaties, ook niet die van hun eigen kinderen en kleinkinderen. Doe wel en zie niet om, blijft hier een levensmotto. En we hebben deze zomer een paar dagen van veertig graden beleefd. Maar al bij al is het hier leefbaar. Laten we zeggen: een zesje, dat past naar het schijnt bij de onderwijscultuur. Politiek is de toestand hopeloos maar niet ernstig, om de titel van een radioprogramma uit het verleden te gebruiken, en drijven de twee taalgebieden steeds verder uit elkaar: een ‘linksig’ Wallonië versus een uitgesproken rechts Vlaanderen. Maïzena zal niet volstaan als blijvend bindmiddel. Moeten we daarom het volwassen kind België met het badwater wegspoelen?

maandans.frankvanlaeken.eu, zo luidt de url van deze blog, en die ‘eu’ staat er niet toevallig. Ik ben een overtuigde Europeaan. We moeten niet minder, maar meer Europa hebben, ik ben het volkomen eens met Paul Goossens. Hoe vlugger we Verenigde Staten van Europa creëren, hoe liever. De realiteit is: een écht verenigd Europa staat verder dan ooit van ons af. Dat ligt aan de Europese Unie zelf (gesloten machtsbastion, 28 — en binnenkort 27 — aangesloten landen die in de eerste plaats met en voor zichzelf bezig zijn, een ondoorzichtig besluitvormingskluwen, nauwelijks een gezamenlijk project buiten, niet onbelangrijk, een gemeenschappelijke munt en de slogan ‘Nooit meer oorlog!’), maar dat ligt ook aan het voortdurend wijzen naar de EU als schuldige van vele problemen. Neem de vluchtelingenproblematiek: een eendrachtige aanpak met een verantwoorde verdeling over álle lidstaten is een voor de hand liggende, maar afgewezen oplossing, waarna iedereen in een kramp schoot. Het NIMBY-syndroom, met de individuele EU-landen als backyards. Solidariteit is ver zoek als egoïsme, eigenbelang en angst voor nationalistische tendensen regeren. Internationalisme zit in de hoek waar de klappen vallen, die daar uitgedeeld worden door nationalisten. Natie en nazi klinken niet zomaar bijna hetzelfde: het nationalisme zoals dat door de nazi’s beleden werd, kon alleen maar ontstaan in de koker van bloed en bodem-heertjes, die van ‘Eigen volk eerst’ een moordzuchtig credo hadden gemaakt. Met z’n allen achter de vlag! (‘Ieder met zijn hymne / ieder met zijn vlag / ieder in dit landje / heeft zijn eigen feestjesdag’ zong Johan Verminnen in 1970 al.)

Niet elke nationalist is een potentiële nazi, uiteraard. Niet elke nationalist is een romanticus die blijft zweren bij 1302 als hoogtepunt uit de Vlaamsche geschiedenis, zeer zeker. Niet elke nationalist is tegen nieuwe gezichten met een andere huidskleur in hún maatschappij, ook dat is waar, maar toch al minder dan de vorige stellingen. Elke nationalist weigert wel het grotere plaatje te zien. Terugplooien op Vlaanderen — of Catalonië, Baskenland, Schotland, Corsica, enzovoort — staat haaks op een inclusieve samenleving. Van eigen volk eerst wordt niemand beter, in de eerste plaats dat eigen volk niet. Jezelf vastklikken aan een maatschappijbeeld van allemaal witte mensen, liefst een patriarchaat, is leven in het verleden. Een onafhankelijk Vlaanderen is niet de oplossing, maar zal nieuwe problemen met zich meebrengen. Net zoals het huidige België niet de oplossing is, niet meer althans. We moeten omhoogkijken, niet omlaag. We hebben een verrekijker nodig, geen microscoop. De blik moet op oneindig, niet op de eigen navel.

Dat is mijn stellige overtuiging, als internationalist, en ik heb respect voor wie er anders over denkt, maar het verleden geeft me gelijk. Nationalisme en communisme — dat heel sterk gelijkt op nationalisme in die zin dat het in zichzelf gekeerd is, vanuit het eigen Grote Gelijk en dus het ongelijk van de anderen vertrekt — hebben miljoenen mensenlevens geëist. Dat is de harde realiteit. Vandaag staat in Spanje het regionale nationalisme tegenover het staatsnationalisme, dat nog altijd een beetje Franco met zich meedraagt. De Catalaanse politici hebben wel degelijk een ernstige fout begaan, met het organiseren van een onwettig referendum. Dat is burgerlijke ongehoorzaamheid. Hen daarvoor tot dertien jaar in de cel steken, is dan weer vele bruggen te ver. Een rechtsstaat moet proportioneel reageren. De rechters hadden hen ook voor vijf of tien jaar uit hun burgerrechten kunnen ontzetten, bijvoorbeeld. Nu maken ze er martelaren van en zal het Catalaanse nationalisme eerder aanwakkeren dan inbinden. Niet dat die rechters rekening hadden moeten houden met de mogelijkheid van betogingen en gewelddadige reacties. Zij moeten onafhankelijk kunnen oordelen. Maar dan nog: proportie is belangrijk.

***

De mensen die deze week luid te keer gingen tegen het bestraffen van de burgerlijke ongehoorzaamheid in Catalonië, deden dat ook tegen andere vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid (gele hesjes, Extinction Rebellion, boerenacties in Nederland). De ene burgerlijke ongehoorzaamheid is de andere niet. Op zich klopt dat wel, maar je moet wel consequent blijven. Als je burgerlijke ongehoorzaamheid in één vorm acceptabel vindt, kun je niet andere vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid neersabelen omdát het om burgerlijke ongehoorzaamheid gaat. Het is het een of het ander (en dat geldt ook voor wie de omgekeerde redenering maakt). Consequent denken en handelen vereisen mentale discipline.



De ruggengraatlozen

Politiek Posted on za, oktober 05, 2019 12:37:03

Habemus Vlareg!

Daar hoorden toeters, bellen en enkele nachtelijke vergaderingen bij, want zoals algemeen geweten komen de beste ideeën naar boven rond zeven over vier ’s nachts, nadat je al minstens tien uur ononderbroken vergaderd hebt. Not! Die vergaderingen-tot-de-finish behoren tot het macho-gedoe dat in politieke kringen nog altijd bon ton is, zelfs nu de luitjes rond de tafel niet meer allemaal heertjes zijn. Vrouwelijke onderhandelaars willen niet onderdoen voor die testosteronbommen. Terwijl je zou denken: na meer dan vier maanden steekt het niet meer op een dag of twee. Beter een goed dan een snel akkoord.

Maar goed, we hebben een regeerakkoord, weliswaar nog zonder gedetailleerde begroting. Of zit die toch ergens verborgen in een lade, zoals de pas ingezworen minister-president Jambon donderdagavond op een half besloten bijeenkomst van het nationalistisch vriendenclubje van Doorbraak liet verstaan? Was dat een geval van machistische stoerdoenerij, van oppositietje-pesten of van preken voor eigen parochie? Of, nog simpeler, een leugentje om bestwil? Ligt het mapje met de begrotingscijfers misschien wel bovenop de dikke map met foto’s van dansende moslims na de aanslagen van 22 maart 2016?

Het is straf dat de nieuwe coalitie naar het parlement is gestapt zonder cijfers. Het is des te straffer dat de brave volgelingen van N-VA, CD&V en Open VLD op hun inderhaast bijeengeroepen congressen het regeerakkoord hebben goedgekeurd zónder de tekst integraal te hebben kunnen bestuderen en zónder indicatie dat het wel goed komt met de centen. Particratie, inderdaad. Ja-knikkers zonder ruggengraat. Lafheid in het halfrond. Zelfrespect is een luxe die weinigen zich nog durven te veroorloven in politieke middens.

***

Dat deze regering meer rechts dan centrum is geworden, is wel duidelijk. Dat kon, de kiezer had het zo gedicteerd. Je kunt dat betreuren, maar je moet niet zeuren over de uitkomst van een democratisch proces. Wel over de manier waarop dat proces ná die verkiezingen gevoerd werd. In tegenstelling tot federaal waren er op Vlaams niveau geen drie realistische mogelijkheden. Het voortzetten van de coalitie van de verliezers was de meest logische. Alleen omdat Bart De Wever verkoos wekenlang te praten met Vlaams Belang leek het even spannend — waardoor hij op haast perverse wijze druk zette op CD&V en Open VLD, die kleur moesten bekennen (duidelijk maken dat er voor hen niet met Belang kon gepraat worden, ‘Het is dus hún schuld, meneer Van Grieken!’, én dat ze wilden inbinden op hun principes om er zeker bij te kunnen zijn). Is het inruilen van een van de ‘Zweedse’ partijen voor sp.a ooit een realistische piste geweest, of eerder een stok achter de deur? Ik vermoed het laatste. Een eventuele derde piste, een minderheidsregering mét gedoogsteun van Vlaams Belang, was eveneens politieke fictie. House of cards speelt zich vooralsnog niet af in Vlaanderen.

Weg met Unia (maar niet meteen, zo blijkt, want de opzegtermijn is verstreken), weg met het Minderhedenforum, weinig of geen aandacht voor armoedebestrijding (armoede, zo blijkt, is even relatief als racisme voor Vlaams-nationalisten): het lijkt wel alsof N-VA, opgejaagd als ze is door Vlaams Belang, haar hele agenda heeft kunnen opleggen en nog wat kruimels gunde aan partijen die partijtjes zijn geworden, content met het weinige dat hen nog wordt toegeschoven. CD&V en Open VLD zijn de kleuters die per se willen meespelen, ook al betekent dit dat ze de hele tijd braafjes in een hoek van de speelplaats moeten blijven staan. Er niet bij zijn betekende zo goed als overbodig worden. Er wel bij zijn houdt het risico in dat ze naast een dominante N-VA en een in het regeerakkoord zeer aanwezig Vlaams Belang over vijf jaar overbodig worden. Damned if you do, damned if you don’t. Geen prettige uitgangspositie. En toch: wordt dergelijk gebrek aan ruggengraat volgende keer niet sowieso afgestraft? N-VA heeft de rol van brede volkspartij overgenomen van de CD&V en de rol van liberale partij van Open VLD. Wat rest die traditionele partijen nog?

***

Het signaal van dit regeerakkoord en deze regering is onmiskenbaar duidelijk.

Het Vlaamse niveau is belangrijker dan het federale. N-VA haalt politiek zwaargewicht Jan Jambon naar Vlaanderen, gewezen staatssecretaris Zuhal Demir is ook een van de pijlers van de partij. Bij CD&V kiezen een partijvoorzitter en een papieren kandidaat-partijvoorzitter eieren voor hun geld in de vorm van een Vlaamse ministerpost. Wie blijft er met al die grote namen — en met De Wever op het Schoon Verdiep — nog over om federaal te onderhandelen? CD&V en, in mindere mate, Open VLD hebben gekozen voor politiek gewin op korte termijn. Dat Gwendolyn Rutten voorlopig partijvoorzitter blijft, is een geluk bij een ongeluk. Van de kopstukken die (hopelijk) weldra federaal moeten onderhandelen blijven in Vlaanderen enkel Theo Francken, Koen Geens, Gwendolyn Rutten en Maggie De Block over — en niet te vergeten, uiteraard, de partijvoorzitter-burgemeester-Vlaams volksvertegenwoordiger, die het land/de natie bestiert vanop zijn troon. (In Wallonië is de politieke kapitaalvlucht overigens nog een pak groter: Charles Michel en Didier Reynders vluchten naar het Europese niveau — beter betaald, prestigieuzer, meer waardering en weg van het schier uitzichtloos gekrakeel in eigen land —, Elio Di Rupo is minister-president van zijn regio, Laurette Onkelinx heeft mentaal al afscheid genomen en helpt alleen nog wat depanneren als er moet onderhandeld worden, en waar zit ‘Madame Non’ eigenlijk?)

Het Vlaamse niveau is belangrijker dan het lokale. De beste burgemeester van de wereld laat Mechelen achter zich. Veel succes, Bart Somers, om in deze constellatie inburgering onder je hoede te nemen, opgejut als je zult worden door de interne en externe oppositie.

Vlaanderen is belangrijker dan de wereld. Wat we zelf doen, doen we beter, zoals daar is: het terugplooien op jezelf. De Vlaamse canon is belangrijker dan het culturele venster op de wereld. Krampachtig zoeken naar en je vervolgens verankeren aan je identiteit is stilstaan, leven in het verleden. Identiteit is niet statisch, is altijd in beweging. Dat Cultuur geen aparte minister krijgt, maar een beetje wordt ondergeschoven bij de bevoegdheden van de minister-president zegt alles: cultuur moet ten dienste staan van het volk. Héél het volk. Als er straks dringend centen moeten worden gezocht, zal dat ten koste gaan van de cultuursector. Misschien ligt die map met de begrotingscijfers echt wel in een bureaula van de MP-annex-cultuurbaas…

Vlaanderen staat boven de wereld. We liggen hier niet wakker van het klimaat. Het klimaat moet betalen als het wil integreren, maar eens geïntegreerd is het welkom. Of was het nu geassimileerd? Of waren het nu de vreemdelingen — hún woorden — die moeten dokken en zwijgen? De Vlaming is klimaat- en vreemdelingenmoe. Dat wordt beloond. Après nous le déluge.

Vlaamse commerciële televisie is belangrijker dan de openbare omroep. Die moet zich gedeisd houden, moet binnenkort rekening houden met de canon, mag niet meestappen in het opbieden voor sportrechten. Voorlopig zullen de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, de Formule 1-prijs van Francorchamps en de finale van de Beker van België voetbal nog wel gratis te zien zijn, omdat ze op een lijst met beschermde sportevenementen staan die voor alle landgenoten toegankelijk moeten zijn. Maar steeds meer sport zal achter een betaalmuur verdwijnen. Of naar een commercieel station verhuizen, omdat die nog wel marktconforme bedragen mogen bieden. De VRT mag nog wel meedoen, maar met de handen op de rug gebonden en de voeten aan elkaar geketend. De openbare omroep mag alleen nog schuifelen, niet lopen en al zeker geen afstand meer nemen.

***

De grootste verdienste van deze Vlaamse regering is dat ze er is, niet dat ze er zal zijn.

Dit regeerakkoord ademt eigenbelang eerst. En ook: eigen Belang eerst. Is het al bijna 2024?



Links-rechts

Politiek, Samenleving Posted on za, augustus 24, 2019 12:39:29

Wie op z’n twintigste niet links is, heeft geen hart.

Wie op z’n veertigste nog altijd links is, heeft geen verstand.

Kent u dat gezegde, dat al in mijn jonge jaren te pas en te onpas werd gehanteerd? Vrij vertaald: onbezonnenheid hoort bij de jeugd, eens dat je in de echte wereld belandt (werken-brood verdienen-trouwen-kindjes op de wereld zetten) moet je dat jeugdig engagement afzweren en voor economisch realisme gaan. Vooral gebezigd door rechtse luitjes, die linksig gedrag pardonneerden tot je tot de zogeheten jaren van verstand kwam, daarna moest je genadeloos worden verketterd als je links bleef.

Linkse ratten, rolt uw matten!

Bij mijn weten is er geen vervolg op dat gezegde — waar ik het overigens nooit mee eens ben geweest —, maar mocht dat er zijn, zou ik vanuit mijn eigen leefwereld stellen: wie op z’n zestigste niet terug links is, heeft geen levenswijsheid. Ik ben begin dit jaar zestig geworden en ik word linkser met de dag. Lichtjes overdreven, maar ik bedoel: ik herken sommige (extreem)rechtse symptomen uit vervlogen geschiedenislessen. Lessen die ik meestal heb geleerd uit boeken en documentaires, niet op school, maar dit even terzijde. Links zijn is voor mij de normaalste zaak van de wereld. Mededogen hebben met wie het minder goed heeft, solidair zijn, rechtvaardig, bekommerd om de toekomst van planeet en mensheid, verontwaardigd om een te grote inkomensongelijkheid, internationaal denken, je meer wereldburger voelen dan Vlaming, evenveel Europeaan als Belg. En ja, ook boos zijn vanwege de knoeiboel die zogeheten linksen (communisten, marxisten, andere tisten) ervan gemaakt hebben. Noch het kapitalisme, noch het communisme hebben een betere wereld gecreëerd. In beide gevallen eerder het tegendeel. Ik zal dat blijven roepen tot ik geen stem meer heb, omringd door zand, onder een brandende zon.

Natuurlijk, ook wie zichzelf rechts noemt, zal beweren dat hij of zij solidair en rechtvaardig is. Maar houd den vreemde wel buiten, hé! We zullen hem wat aalmoezen toewerpen, hier zie, sukkelaars. Blijf in uw land of ga hooguit bij de buren aankloppen, wij hebben onze eigen zorgen. Die derde auto en dat buitenverblijf betalen zichzelf niet.

Wie rechts is, heeft evenveel reden van bestaan als wie links is. Uiteindelijk moeten we er samen iets van bakken, in de politiek, in de economie, in alle sectoren die ertoe doen. De links-rechts-tegenstelling is een realiteit, maar ze wordt stelselmatig overdreven. Boude bewering: dat is vooral de schuld van rechts. Meer nog: dat is de levenslijn van rechts. ‘Rechts is goed, omdat links slecht is’. Een losgeslagen terminologie bestaande uit ondingen als ‘linkse kerk’, ‘gutmenschen’ en ‘kansenparels’ zie ik bij links niet. Er wordt weleens iets onheus geroepen, daar niet van. Een Franstalige groene post al eens een karikatuur van Theo Francken in nazi-uniform. Zeer misplaatst, laakbaar en wat mij betreft mogelijk zelfs strafbaar, maar eerder uitzonderlijk.

Hoe dat komt? Rechts is georganiseerd, links niet. Andere partijen zullen ook wel debatfiches hebben, maar alleen bij N-VA en Vlaams Belang worden ze letterlijk en unisono voorgelezen in het openbaar. In groene en rode kringen telt, vreemd genoeg, het eigenbelang eerst. Vreemd, omdat je van partijen die opkomen voor solidariteit meer onderlinge eensgezindheid zou mogen verwachten. Over oranje en blauwe kringen zwijg ik dan nog zedig. Daar rolt men vechtend over de vloer. Het moedige midden van het canvas, gewoon doen!

Dat acties van met name extreemrechts veel beter gecoördineerd worden, bewijzen de Vlaamse vlaggen en de pestacties op Pukkelpop, flessen urine à volont(h)é. Achteraf ging het meer over het verwijderen van die vlaggen dan over waarmee het begon: het pesten van een klimaatmeisje. Toon mij één bewijs van een dergelijke linkse actie en ik geef u gelijk. Begin alvast te zoeken. Uw tijd gaat nu in. (Ik zal even een handje helpen: Theo Francken beletten om een lezing te geven komt dicht in de buurt.)

Ik tweette de dag na het Pukkelpop-incident: ‘Bange blanke mannen die vanuit hun eigen betekenisloosheid klimaatmeisjes het ergste wat je maar denken kunt, toewensen. Hoe zielig kun je zijn? Hoe misplaatst kan je je gedragen op het publieke forum? Hoe achterlijk moet je wel niet zijn om het licht van de zon te ontkennen?’ Iemand reageerde dat mijn stelling klinkklare onzin was, noemde het zelfs ‘zeer verontrustwekkend’ (sic) dat het alleen maar ‘blanke mannen’ zouden zijn die het klimaatprobleem ontkennen, negeren of minimaliseren. O ja? Graag de naam van een vrouw of een niet-blanke man die tot de categorie ‘klimaatnegationisten’ behoort. Uw tijd gaat opnieuw in.

Nog een voorbeeld: gisteren werd viroloog Marc Van Ranst van Twitter gesmeten omdat extreemrechtse luitjes hem en masse hadden gerapporteerd. U mag van Van Ranst zeggen wat u wilt — dat hij vaak onbezonnen en ongenuanceerd reageert, bijvoorbeeld —, maar hij heeft geen tenten opengeritst of met urine gegooid. Dergelijke gecoördineerde verklikactie gebeurde niet zo lang geleden nog met ‘Schuld & Vrienden’, een tot dan toe anonieme account die het fascistoïde clubje van Schild & Vrienden aan de kaak stelde. Begin deze week nagelde Vlaams Belang-voorzitter Van Grieken een meisje dat een Vlaamse vlag had verbrand — o, doodzonde! — nog aan de figuurlijke schandpaal, met naam en toenaam, een signaal voor de trollen om de jongedame on- en offline te beginnen pesten. Doxing heet dat. Mag ook met dubbele xx geschreven worden. Weer iets bijgeleerd.

Toeval is dat niet, net zomin als dat het toeval is wanneer de heren Francken Theo, De Wever Bart en Torfs Rik bijna gelijktijdig uithalen naar linkse journalisten, een gebrek aan kwaliteitskranten of de klimaat’hype’. De woordkeuze van de drie N-VA’ers — Torfs is het al, maar komt er nog niet openlijk voor uit — is bewust: maak andersdenkenden verdacht. Maak gebruik van de vrijheid van meningsuiting om te klagen dat je geen vrijheid hebt om je mening te uiten — gekker wordt het niet! (Het doet wat denken aan de zielenpoten die zich in de nasleep van #metoo afvroegen wat er dan nog wel mocht, man zijnde.) Maak de (mainstream) media verdacht, de ‘MSM’ zoals dat bij grofgebekte lieden klinkt. Roep ‘fake news’ als journalisten te dicht bij de waarheid komen. Doe zoals Trump: wijs met priemende vinger naar de slechte karakters achterin de zaal. Ooit neemt er een idioot een geweer en knalt hij de geaccrediteerde journalisten ter plekke neer. Het zal dan wel collateral damage heten.

Wellicht is het not done om dit te schrijven, maar deze acties doen heel sterk denken aan — komt-ie! — de jaren 30 van de vorige eeuw. Verdachtmakingen, verklikken, pesterijen, arrestaties. Pure Goebbels-stijl. U weet hoe dat geëindigd is. Dat mogen we niet tolereren. (Voor de rechtse man of vrouw die nog altijd meeleest: ja, je kunt gerust ook de vergelijking met de Sovjet-Unie sinds Stalin, het China van de Culturele Revolutie en de Oostbloklanden na de Tweede Wereldoorlog maken. Daar werd ook verklikt om er zelf beter van te worden. Of om zelf gerust gelaten te worden, want de verklikker was uiteraard een eerbare burger, die het algemeen belang boven het eigenbelang stelde.)

***

Ik denk dat ik weet hoe dat gezegde van in het begin verder gaat.

***

Wie op z’n twintigste niet links is, heeft geen hart.

Wie op z’n veertigste nog altijd links is, heeft geen verstand.

Wie op z’n zestigste niet terug links is, heeft geen levenswijsheid.

Wie op z’n tachtigste nog niet rechts is, is nog niet dement.

Ollekebolleke, riebezolleke!



The Reagan Show

Politiek Posted on za, juli 27, 2019 12:33:54

O, wat haatte ik Ronald Reagan en Margaret Thatcher en die hele neoliberale, reactionaire, op maat van één procent van de bevolking en de militaire industrie regerende zwik. De jaren 80 waren duistere jaren. Geen werk, geen geld, gedaan met de seksuele vrijheid dankzij het vierletterige monster aids, uitzicht op een kernwapengevecht onder de grootmachten, oerconservatieve yankees versus oerconservatieve sovjets. Spierballengerol. De wereld als een spelletje Stratego of Risk. Navelstarende kapitalisten versus navelstarende communisten, twee systemen die zodanig op hun Grote Gelijk geënt waren, dat ze alleen maar ongelijk konden hebben. (Er bestaat geen sluitende ideologie, elk -isme is onvolmaakt.)
Donderdagavond laat zond de VPRO de documentaire The Reagan Show uit, gemaakt met amateuropnamen uit de periode 1983-1988, zeg maar het einde van zijn eerste en zijn volledige tweede ambtstermijn. Niet verwonderlijk dat de eerste acteur die het Oval Office mocht betreden, ook de eerste was die voortdurend camera’s toeliet in zijn omgeving. Je ziet ‘m ongegeneerd ‘You’re Mister T., right?’ vragen aan acteur B.A. Baracus, op bezoek in het Witte Huis. Want zo had een van zijn medewerkers dat in zijn oor gefluisterd. Je ziet ‘m doen alsof hij de luid toegeroepen journalistenvragen niet hoort, omdat hij geen zinnig antwoord weet te verzinnen. Je ziet ‘m een ondersteunende tekst inlezen voor een republikeinse kandidaat-gouverneur in de staat New Hampshire, maar hij krijgt de klemtoon op diens naam niet goed. John Sununu. Súnunu? Sunúnu? Sununú? Een zeldzame kijk achter de schermen: de president wil een partijgenoot die hij van haar noch pluim kent een electoraal zetje geven door er zijn volle gewicht tegenaan te smijten. ‘Súnunu!’ (De man won de gouverneursverkiezingen nog ook.)
Reagan stond voor mij onveranderlijk voor ‘reaganomics’ (een economische ‘visie’ die de rijken rijker, de armen armer en de financiële putten van de staat dieper maakte), ‘star wars’ (escalatie van de kernwapendreiging) en ‘Irangate’ (in ruil voor de illegale en stiekeme verkoop van wapens aan het land van de ayatollahs, lieten die Amerikaanse gijzelaars vrij).
Marionet van het grootkapitaal, handpop van de haviken, buikspreker van de industrie, acteur die de grootste rol uit zijn leven mocht spelen. Zo zag ik Reagan (en zo zie ik hem, voor alle duidelijkheid, nog altijd). Viel het pietluttige Grenada binnen om de aandacht af te leiden van de problemen in eigen land. Het mocht wat kosten, achtentachtig mensenlevens bijvoorbeeld. De Britse Iron Lady was geen gepermanent haar beter. Die trok naar de Falklands om de geschiedenisboeken te halen. Daartegenover stond Michail Gorbatsjov, de eerste Sovjetleider die manieren leek te hebben en die niet onmiddellijk uit was op de vernietiging van het Westen.
In The Reagan Show kreeg je ongetwijfeld een té positief beeld opgehangen van de gelijknamige Amerikaanse president. Op de plekken waar écht beslist werd, mocht de cameraman hem niet volgen. Van de momenten waarop hij bij gebrek aan kennis door de mand viel, bestaan nauwelijks beelden. De ontelbare keren dat zijn entourage hem dicteerde wat hij moest doen of zeggen, zijn niet gedocumenteerd. Maar toch… Je zag een man die twijfelde, die liefhad (‘Did the earth move for you, Nancy?’ zong Simply Red in Money’s too tight to mention), die lachte om zijn eigen versprekingen, die niet dadelijk begon te tieren op iedereen die toevallig in de buurt stond. Je zag een president die niet naar pussies greep en daar openlijk plezier in schepte. Je zag — ik krijg het nauwelijks uit mijn klavier getoverd — een mens, waarvoor je — het wordt steeds moeilijker nu! — zelfs enige sympathie zou kunnen koesteren.
*herpakt zich*
Ik blijf Reagan, Thatcher en de Sovjetbonzen vóór Gorbatsjov verafschuwen, omdat ze de jaren 80 hebben verziekt met hun haantjesgedrag. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar ik zie nu ook de menselijkheid (Reagan), de eloquentie (Thatcher) en de oplossingsbereidheid (Gorbatsjov). Vergelijk dat met Trump, Johnson en Poetin, en je weet: het tweede deel van de jaren 10 van de 21ste eeuw is minstens even duister als die jaren 80. Politieke etiquette bestaat nauwelijks nog en je wint er geen stemmen mee. We hebben de leiders die we verdienen, wordt geregeld gezegd, maar verdienen die leiders wel om die functie te hebben?
Heimwee naar Ronald Reagan? Neeeuuuuuh. Maar soms was het vroeger toch een tikkeltje beter. ‘De grootste leider is niet noodzakelijk diegene die de grootste zaken verwezenlijkt,’ zei Reagan in een bevlogen moment. ‘Het is diegene die de mensen de grootste zaken doet verwezenlijken.’ Kijk, daar ben ik het nu eens volmondig mee eens. In tegenstelling tot: ‘Ik heb gemerkt dat iedereen die pro abortus is zelf al geboren is.’ Maar wel een fijne oneliner. Net zoals deze: ‘Hoe herken je een communist? Dat is iemand die Marx en Lenin leest. En hoe herken je een anticommunist? Dat is iemand die Marx en Lenin begrepen heeft.’
Geef toe, het klinkt iets verhevener dan ‘Grab ‘em by the pussy’, ‘Go back to your country’ of ‘I’m a stable genius’. Alleen ‘Make America great again’ zeiden ze allebei. Die slogan heeft Trump dus gewoon gejat van zijn republikeinse voorganger. Benieuwd naar de uitzending van de docu The Trump Show in 2050.
‘Póetin? Poetín?’



21 juli

Politiek Posted on zo, juli 21, 2019 13:01:04

Twee argumenten, een opportunistisch en een
moreel, weerhielden me er deze week van om een foto van gesticulerende of
juichende indianen te gebruiken met als bijschrift ‘Ga terug naar jullie eigen
land? Wat een geweldig idee, meneer de president!’ om de racistische retoriek
van de heer D. Trump op bescheiden niveau — een huiskamer in een minuscule
Vlaams-Brabantse gemeente — te counteren. Eén, ik ging ervan uit dat iemand
anders die — laten we wel en eerlijk wezen: voorspelbare — ‘grap’ al zou
gemaakt hebben. Twee, ik zou de indianen in de hoek van de racisten en andere
Trumpaanhangers plaatsen, iets wat je niet eens je ergste vijand toewenst, laat
staan mensen die de voorbije eeuwen in reservaten werden samengebracht, een
soort concentratiekampen-met-vrije-uitloop voor native Americans. Ze hebben al genoeg afgezien.

Nauwelijks een half jaar na haar overstap van
de Franstalige MR naar de Nederlandstalige N-VA vond Assita Kanko, zelf zwart
en van Burkinese origine, de ‘Go back to your country’-tweet van Trump richting
‘The Squad’, vier democratische vrouwelijke politici met een niet-blanke
huidskleur en wortels in het buitenland, ‘niet eens racistisch, hooguit
onbeleefd of onaardig’. Probeer te begrijpen: de Amerikaanse president, wiens
voorouders in Schotland leefden, wil in de Verenigde Staten geboren politici
met de Amerikaanse nationaliteit terugsturen naar landen waar ze nooit gewoond
hebben, en dat is níet racistisch?

Je kunt de debatfiches uit het hoofd leren en
vlekkeloos oprakelen wanneer daarom gevraagd wordt, maar ergens moet je toch
nog een beetje denkvermogen overhouden, of wordt de mantra ‘Racisme is
relatief’ en het calimerogedrag er zodanig vaak ingepompt dat het je
natuurlijke habitat wordt? Eigenlijk zegt het kersverse Europese Parlementslid
van de N-VA niet meer of niet minder dan dat je haar gerust mag zeggen dat ze
naar haar eigen land, Burkina Faso, terug moet. Ze zal dat hooguit onbeleefd of
onaardig vinden. Begrijpe wie begrijpen kan. (Ik niet, in elk geval.)

De, bijzonder zwakke, democratische
presidentskandidate Hilary Clinton kreeg drie jaar geleden de wind van voren
omdat ze een deel van de Trumpfans ‘a basket of deplorables’ had genoemd.
Vertaal gerust vrij als ‘een bende idioten’. Of: ‘een resem zielenpoten’. Mag
ook: ‘verzameling achterlijken’. Soms doet de waarheid pijn. Soms verlies je er
verkiezingen door. Maar Clintons politieke curriculum moet ook dit zinnetje bevatten:
soms had ze gewoon gelijk. Wie nu nog op Trump stemt, wie ‘Send her back!’
meebrulde op die rally deze week, wie het beleid van de narcistische idioot in
het Witte Huis blijft verdedigen, moet ofwel ziekelijk zijn, ofwel achterlijk,
ofwel een fascistoïde racist, ofwel een combinatie van de drie. Sta me toe even
een pretentieuze uitspraak te doen: geen enkel zinnig mens zal Donald T. nog verdedigen.
Kies uw kamp!

Een gerespecteerd politicoloog presteerde het
deze week om de racistische tweet van Trump ‘strategie’ te noemen. Ik geloof
daar niet in. Trump heeft geen adviseurs (hij luistert naar niemand) en stelt
geen strategie op (heeft hij geen tijd voor). Hij gaat puur af op buikgevoel.
Laten we eens iets in de groep gooien en als het niet teruggekaatst wordt, blijven
we het herhalen. Veel meer is het niet. Veel minder evenmin. Trump is niet de
eerste president die zich door marketingprincipes laat leiden, hij is wel de
eerste die elke dag een nieuw principe uitvindt.

***

21 juli/21 juillet/21. Juli.

Weinig reden om te feesten. Behalve in de
Duitstalige gemeenschap, een morzel grond groot, en het Brussels Gewest, niet
onbelangrijk, is het wachten op het vormen van regeringen. Federaal en in Vlaanderen
is het zelfs wachten op de eerste aanzetten tot formatiegesprekken. Vlaams
heeft Bart De Wever zich vermeid met gesprekken met ‘de winnaars van de
verkiezingen’. Federaal is het wachten op initiatief van… ja, van wie
eigenlijk?

Dat dit land richting complete blokkade neigt,
werd de afgelopen dagen pijnlijk duidelijk door het dispuut binnen Open VLD.
Voorzitter Rutten is boos omdat haar Brusselse partijgenoten Gatz en Vanhengel
mee een regering hebben gevormd zónder Franstalige zusterpartij MR. De kwalijke
invloed van de particratie werd zelden duidelijker. Een visie en een plan voor
een land of een regio zijn ondergeschikt aan strategische spelletjes op korte
termijn. Angst voor een volgend pak slaag van de kiezer domineren het discours
veel meer dan het pogen om nieuwe kiezers te bereiken of twijfelende kiezers
opnieuw binnen te halen. Kruimels die van de onderhandelingstafel vallen worden
interessanter bevonden dan het realiseren van ideologische doelstellingen. Niet
verwonderlijk dat partijen onderling inwisselbaar worden en dat de kiezer
steeds meer kiest voor uitschieters.

Sinds de verkiezingen van 26 mei hoor je de
voorzitters van de drie traditionele partijen nauwelijks. Ze weten het niet
meer. Ze wisten het voordien ook al niet meer. En ze denken dat ze door zich
gedeisd te houden het verlies in de toekomst zullen beperken. Lafheid regeert
het politieke landschap. Ergens zal er wel een politicoloog te vinden zijn die
dat ‘strategie’ noemt, maar het is volstrekt uitzichtloos. Braafjes wachten ze
tot de grootste van de klas zegt welk spel ze zullen spelen op de politieke
speelplaats, in de stiekeme hoop dat hij zal struikelen en dat ze dan een
stukje van zijn populariteit kunnen inpikken. Meelopers zullen de samenleving
niet veranderen.

Bart De Wever zegt: we leggen de Vlaamse
formatiegesprekken stil en kijken eerst naar het federale niveau. De andere
partijvoorzitters zeggen niets. Dus beamen en berusten ze. Het is nochtans
perfect denkbaar dat je de Vlaams-nationalistische logica — snel een Vlaamse
regering vormen en kiezen voor een verrottingsstrategie op federaal vlak — op
zijn kop zet. Vorm een federale regering, desnoods zonder grootste partij, desnoods
met een minderheid in het qua populatie omvangrijkste deel van het land, desnoods
met als gevolg een flinke ruzie tussen de Vlaamse partijen, en kijk dan eens
wat er op Vlaams niveau gebeurt. Rutten en Beke durven dat niet aan, Crombez
heeft nu al te vaak electorale tikken rond de oren gekeken dat hij beseft dat
hij niet aan zet is, Almaci moet de ‘overwinningsnederlaag’ nog verwerken. De
Wever krijgt de facto gelijk.

Dit land heeft nood aan moedige politici,
vrouwen en mannen van stavast, mensen met een plan voor de toekomst en de
bereidheid om te proberen wat goed is voor land en volk te realiseren, ook al vindt
het volk dat op het eerste gezicht niet zo oké. We hebben bevlogen en onthechte
politici nodig, geen marketeers, korte-termijndenkers, napraters en
copypaste-verkozenen. ‘Wees immer u zelf, en ongeknecht, / Het woord getrouw
dat g’ onbevreesd moogt spreken’. Misschien moeten onze politici de tekst van
het volkslied toch maar eens nader bestuderen.



Meer! Meer! Meer!

Politiek Posted on za, juni 01, 2019 11:42:08

“Verbondenheid heeft mijn leven gered. We
mogen ons niet opsluiten in ons eigen denken. We moeten onze geesten openen en
verdeeldheid wegduwen. De tijd dringt.”

Geen introspectieve woorden van een
verliezende politicus, die na 26 mei opeens de filosofische toer opgaat. Geen goedkope
woorden van een dure goeroe, die mensen geld aftroggelt in ruil voor Geluk met
een hoofdletter. Geen bevlogen woorden van een geestelijke leider, die
eindelijk tot inzicht is gekomen. Neen, heldere woorden van een rockzanger op
leeftijd. Nick Cave. Woensdagavond uitgesproken in De Roma, een grote,
plechtstatige zaal die gevoelsmatig werd omgetoverd tot huiskamerformaat. Een
unieke ervaring.

De woorden van Cave zinderen nog na, want ze
zeggen veel over zijn eigen wedervaren, troost zoekend na de dood van zijn zoon
Arthur, vier jaar geleden. Ze waren ook veelbetekenend voor de gelukkige
bezitters van een ticket voor die magische avond, die inzicht kregen in het
wezen van een geliefde artiest en die tegelijk ook kennismaakten met lotgenoten
die hun eigen verhalen vertelden of lastige vragen stelden. Maar ze zeggen ook
alles over wat we na 26 mei met dit land moeten aanvangen. Met als sleutelbegrippen
‘verbondenheid’, ‘geesten openen’ en ‘de tijd dringt’.

***

Waarschuwing: de volgende frasen zouden kunnen
klinken als waren ze afkomstig van iemand die zich wijzer acht dan alle anderen,
die het beter denkt te weten, die een analyse maakt van de analyses, die
politieke ambities koestert. In dat geval: excuus.

***

We moeten niet minder met elkaar verbonden
zijn, maar meer. (Wie niet mee wil, tant pis.)

We moeten niet minder open staan voor andere
gedachten dan de onze, maar meer. (Wat niet wil zeggen dat we ons denken opzij
moeten schuiven of onderdanig maken.)

We moeten niet minder nadenken, maar meer.
(Misschien vergissen we ons wel.)

We moeten niet zoeken naar wat ons scheidt,
maar naar wat ons bindt. (Al is dat vaak weinig.)

***

Tegenover de boodschap van haat die een flink
deel van de 18 procent Vlaams Belangkiezers wil verspreiden, moeten we meer empathie
zetten.

Als vier op de tien Vlamingen zegt dat mensen
in nood hun plan moeten trekken, moeten die andere zes zich niet uit hun lood
laten slaan en net méér energie steken in hulp, hier en ginder.

Eigen volk is belangrijk, maar meer universele
menselijkheid is dat nog veel meer.

Wanneer het woord confederalisme valt in
combinatie met ‘oplossing’ en op de achtergrond de slogan ‘There Is No
Alternative’ zoemt, is het des te meer noodzaak om aan te geven dat er altijd
wel ergens een alternatief te vinden is: TINA woont niet in onze straat. Mensen
van goede wil kunnen dat.

De uitslag is wat hij is, dat kan en mag je
niet negeren, maar zelfs déze uitslag is multi-interpretabel. Er is meer
mogelijk dan we tussen onze tranen van vreugde, verdriet of verbijstering inzien.

We moeten niet in dialoog proberen te gaan met
de fascistoïde racisten en de racistische fascisten, zij zijn reddeloos
verloren. Maar we moeten wel beginnen te praten met de weifelaars, de
twijfelaars en zij die — laten we dat grootmoedig toegeven — aan hun lot
overgelaten zijn: willen zij niet luisteren, jammer, maar we moeten het
tenminste proberen. Anders plegen we schuldig verzuim. We moeten minder woorden
gebruiken en meer zeggen.

Misschien moeten we de term ‘Zwarte zondag’
wel definitief opdoeken, hem terug flitsen naar 1991, waar hij thuishoort. Je
kan die ene partij dan wel zwart (of bruin) noemen, net als een deel van haar
clientèle, maar je mag geen 800.000 Vlamingen stigmatiseren, ook al kan je in vele gevallen objectief aantonen dat kiezers die zonder kennis van een partijprogramma een bolletje rood maken, even kortzichtig en, ja, toch wel, dom zijn geweest dan diegenen die voor Trump stemden omdat die zogezegd anti-establishment was. Dan gaan die
alleen maar meer blijven steken in dat eigen (on)gelijk. Per slot van rekening
zijn zij ook politieke vluchtelingen.

Politici moeten uitkomen voor hún waarden en
normen, hún ideologie, hún ideeën, niet ageren tégen die van de anderen. Deze
verkiezingen draaiden uit op een één tegen allen-gebeuren. Allen tegen Groen,
terwijl Groen in zijn bubbel bleef hangen. Als het negativisme overheerst, plukt
een negativistische partij daar de vruchten van, dat is electorale logica.
Partijen moeten niet minder maar veel meer zeggen waar zij voor staan.
In mijn eigen vakgebied, de journalistiek, moet er veel minder aandacht gaan naar de makkelijke clickbait, de scorende koppen, de mediagenieke bokskampen en het braken van breekpunten, en oneindig veel meer naar waar het écht om draait. De inhoud. De verklaring. Het nieuws achter het nieuws.

We hebben grosso modo vijf jaar min één week
om dit te bewerkstelligen. Dat is minder lang dan je zou denken, maar meer dan voldoende
tijd om de boodschap over te dragen. We zullen met z’n allen iets meer ons best
moeten doen.

Het subjectieve aanvoelen is nu dat de democratie
ons de das omdoet, dat we het misschien met wat minder moeten stellen. Dan roepen
we toch gewoon ‘Meer! Meer! Meer!’?



Weg met de opkomstplicht!

Politiek Posted on za, mei 25, 2019 12:54:28

Mijn allereerste bijdrage op deze plek dateert
van vlak na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 2012, straks zeven
jaar geleden. Mens, wat worden we oud! En wat vallen we in herhaling, want ik
ga die openingsworp nog eens dunnetjes overdoen. Ik pleitte toen voor de
afschaffing van de opkomstplicht. En ik durfde het aan om te citeren uit Angst, afgunst en het algemeen belang,
een inmiddels een kwarteeuw oud boekje van de nog jonge en zeer bevlogen
oppositieleider Guy Verhofstadt. Hij schreef toen: ‘Niet de belangrijkste maar
in de tijd wel de allereerste hervorming waar we aan toe zijn, is de
afschaffing van die plicht en de invoering van het stemrecht. De veel bezongen
democratische plicht om in beginsel elke vier jaar naar de stembus te gaan, is absurd.
Met even veel logica zou men kunnen voorschrijven dat iedereen op 11 juli de
Vlaamse Leeuw hoort te zingen, op straffe van gerechtelijke vervolging.’

Van de week las ik allerlei beschouwingen van
heel slimme mensen over de film die we morgen verplicht zullen zien: The return of the son of the Mother of all Elections.
Tot mijn verbazing zeiden een aantal tot intellectueel uitgeroepen medeburgers
dat ze blanco zouden stemmen. Kyra Gantois, een van de gezichten van de
klimaatspijbelaars, riep in Humo
blanco stemmen uit tot ‘een middenvinger naar de politiek’. Terwijl blanco net
het tegenovergestelde resultaat heeft. Het is geen proteststem, het is zeggen: “Doe
maar, ik leg me erbij neer.” Het is geen middenvinger, het is een
opgestoken duim: “Doe maar, het kan me niet schelen wie er regeert.”
Het is volstrekt zinloos. Tijdverlies.

Blanco zou pas zinvol zijn als die stem zich
ook zou vertalen in het parlement. Twintig procent blanco, twintig procent lege
zitjes, zoiets. Veertig procent blanco, veertig procent lege zitjes. Het zou
niet prettig zijn, want vindt maar eens een twee derde meerderheid dan. Maar alleen
dan zou blanco een middenvinger zijn én een vingerwijzing naar deze generatie
politici. (Of het een oplossing zou zijn voor een aantal impasses is zeer de
vraag, maar da’s weer een andere kwestie.)

Thuisblijven is veel consequenter dan blanco
stemmen. Ik vind dat mensen het recht hebben om niet te gaan stemmen. Ik zou
het jammer vinden, maar uiteindelijk niet onoverkomelijk, dat tien, twintig,
dertig, misschien wel vijftig procent van de potentiële kiezers niet zou gaan
stemmen. Je kunt mensen niet verplichten naar een feestje te gaan, ook al is
dat het vijf- of zesjaarlijks feest van de democratie, en zou je de uitnodiging
in feite moeten koesteren. Zonder al die blanco-, ongeldig- en foertstemmers
zou ons politieke landschap veel realistischer ogen. Wie geïnteresseerd is,
maakt een keuze. Wie niet geïnteresseerd is, doet dat ook, door geen politiek keuze
te maken. Lijkt me volstrekt legitiem.

Mag ik nog heel even de 41-jarige Verhofstadt
citeren? “De stemplicht is namelijk een borstwering tussen de politici en
de afkeuring die het kiezerskorps gebeurlijk voor ze voelt. De bewindslieden
hoeven geen voorafgaande inspanning te doen, om de kiezer ervan te overtuigen
aan de democratie deel te nemen. Dit verklaart mee de in ons land gangbare
schraalheid van het electorale debat. Geen burger kan zeggen: mij niet
gezien.”

‘Mij niet gezien’ zou moeten kunnen.

Mij zullen ze morgen wel zien.

Maak de voor u juiste keuze.



Brexit

Politiek Posted on za, maart 30, 2019 12:53:13

“March
29th, 2027 — Theresa May brings a single page of her Brexit deal before
Parliament. DUP confirm they will vote the page down as they’re not happy with
the font size.”

***

Zelfspot is een Britse
deugd, zelfs in uiterst warrige tijden. Ik vond dit grapje terug op de
Twitter-account van Have I got news for
you
, de satirische BBC-nieuwsshow die momenteel niet op antenne is, maar
wel via andere media het nieuws in een nóg lachwekkender jasje steekt. Volgende
vrijdag beginnen de tv-uitzendingen opnieuw: tien uur ’s avonds op BBC One.
Aanrader.

(Nog een
tweet van diezelfde account om het af te leren: “As Theresa May ‘chops her
deal in half’ in order to get it in front of Parliament, some suggest chopping
it several more times and then setting fire to it.”)

De grapjurken die de
account van HIGNFY (afkortingetje
voor de fans) beheren, schrijven ‘Parliament’ vooralsnog met een hoofdletter,
terwijl een kleiner dan kleine ‘p’ gepast zou zijn. (Ze schrijven zelfs ‘brexit’ met een hoofdletter, ook al volstaat een kleine ‘b’.) De Britse politiek werd
drie jaar geleden gekaapt door een stel brulboeien-met-achterban die het
typische gedrag van pyromanen vertoonden: je steekt de boel in de fik en
vervolgens loop je hard weg, om op de hoek van de straat halt te houden, genietend
van het vurige spektakel dat je hebt veroorzaakt. Dat knetteren en knisperen
klinkt als muziek in hun oren. Het laaft hun zieke brein. Pyromaan begint niet
toevallig met de letter ‘p’, net als parlement en populist.

Het toneelstuk dat een
of andere ‘Shakespeare van de Lidl’ — het moet niet altijd den Aldi zijn — heeft geschreven en dat tegenwoordig bijna
dagelijks wordt opgevoerd, niet zoals gebruikelijk in een theaterzaal in de
West End, maar in het plechtstatige Palace of Westminster, houdt ons allen
bezig. Wij kunnen er eens om lachen, als we weer een episode op tv zien
passeren. De Britse parlementsvoorzitter John Bercow is intussen bekender dan
onze eigen parlementsvoorzitters, hoe hard Siegfried B. en Jan P. ook hun best
doen om op te vallen. Misschien moeten ze wat vaker ‘Order! Ooooooorder!’ roepen. Of moeten ze hopen dat de populisten
de boel ook bij ons versjteren. Niet dat ze hier hun best niet doen, de
patjepeeërs, maar hun pogingen verzinken in het niet bij wat Nigel Farage en
Boris Johnson uitrichten aan de overzijde van de Noordzee. Om nog maar te
zwijgen van de hoogmoed van voormalig premier Cameron, toen hij dat vermaledijde
referendum van 23 juni 2016 uitschreef, met in het achterhoofd ‘Triumph! Triiiiiiiumph!’, terwijl het
volk antwoordde met ‘Disorder!
Disoooooorder!’

***

Wat zich nu al drie
jaar afspeelt in het allesbehalve Verenigd Koninkrijk geeft prima aan wat er gebeurt
wanneer populisten het laatste woord krijgen. Niet dat er bij ons geen
populisten rondlopen (lijst op eenvoudig verzoek verkrijgbaar), maar het lot
van een land in handen leggen van met desinformatie overspoelde en sowieso al weinig
geïnteresseerde burgers is iets wat we hier nog niet hebben meegemaakt.

Verkiezingen, zegt u?
Klopt gedeeltelijk. Een gevolg van stemrecht zonder opkomstplicht? Ook waar,
want de jongere Britten die in 2016 met een gerust gemoed dachten dat ze niet hoefden
deel te nemen aan het referendum, hebben daar nu dik spijt van. Overdreven mediatisering
van scabreuze uitspraken van megafoonpolitici? Zeer zeker, lees uw krant en u
vindt wel wat dingetjes terug.

En toch… Ik maak me
sterk dat wat nu in Groot-Brittannië gebeurt, bij ons voorlopig onmogelijk is. Dat
heeft te maken met ons parlementaire systeem. Onwerkbaar, zeggen steeds meer
mensen, maar net die ingewikkelde, ietwat kafkaïaanse, op lichtjes
compromitterende compromissen gestoelde structuur zorgt ervoor dat extremisten
nog enigszins aan de leiband worden gehouden. Onze eigen Farage — ja, ik kijk
naar u, Jean-Marie D. — is niet veel meer dan een hofnar, die iets te vaak een
microfoon voor de neus geschoven krijgt, dat wel, maar die voor de rest toch
vooral wordt behandeld als wat hij is: een curiosum. Dan is een Farage veel
gevaarlijker, wat ook gebleken is. En een onverbeterlijke opportunist als Boris
Johnson heeft maar één ultiem doel: premier worden. Ten koste van alles. Dat
hij daarvoor zijn land de dieperik moet insturen, is in zijn hoofd hooguit collateral damage. Johnson is de gids
die zijn volk naar de ravijn leidt, hen dan aanspoort om nog een laatste stap
voorwaarts te zetten en dan wegrent van de dramatische scène.

***

Boris Johnson is een
verder verleden een paar keer te gast geweest in Have I got news for you, waar hij dan op de korrel werd genomen
door de vaste panelleden. Zeg maar: hij werd vierkant uitgelachen. Hij lachte
schaapachtig mee, poneerde iets semi-grappigs als repliek en dacht vooral: weer
aan populariteit gewonnen. Populisten zeggen domme dingen, maar ze zijn slimmer
dan u denkt. Nodig ze dus niet uit in tv-shows, in het parlement en in uw
woonkamer, want voor u het goed en wel beseft staat de boel in lichterlaaie.

Hoed u voor mensen die
zeggen dat zij zeggen wat u denkt, want zij kennen u niet, hebben niet de
minste interesse in u, willen alleen uw stem, eens om de zoveel jaar.

Hoed u voor politieke
opportunisten.

Hoed u voor volksvreemde
populisten.

Kijk naar HIGNFY!



« VorigeVolgende »