Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Crommunicatie

Politiek Posted on za, april 25, 2020 17:47:35

“Surrealisme is de onmiddellijke kennis van de werkelijkheid,” zei René Magritte ooit. De Belgische grootmeester van het surrealisme zal het mij niet kwalijk nemen dat ik zijn citaat even leen en naar een hedendaagse context verplaats. Hij is ergens ver weg toch maar aan het wandelen met Georgette en de hond, terwijl hier de corona-oorlog woedt. Daar is ie mooi aan ontsnapt.

Dat surrealisme de onmiddellijke kennis van de werkelijkheid voorstelt, konden we gisteravond zien. Terwijl de bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad haar vijfde uur inging, konden journalisten voor de poorten van het Egmontpaleis en de Wetstraat 16 al letterlijk citeren wat er op dat eigenste moment in het grootste geheim bedisseld werd. Een reporter zei live op de Vlaamse televisie dat de vergadering misschien wel rekening hield met de vervroegde seizoenfinales van Thuis en Familie. (Alsof de Franstalige aanwezigen uitkeken naar de tussentijdse ontknoping van een Vlaamse soap.) Een andere journalist greep net op het ogenblik dat hij op tv aan het woord kwam naar zijn achterzak: berichtje op de smartphone, met een nieuwe stand van zaken. Vers voor de pers.

Eerder van de week was een voorlopige nota van het expertencomité gelekt. Hoera, we kunnen weer afspreken met maximum tien vrienden, was de niet zo voorzichtige conclusie. Waarop iedereen op de vingers probeerde uit te tellen aan hoeveel vrienden ze geraakten. Tegen dat ze aan tien zaten, bleek dat die versoepeling van de coronamaatregelen de ultieme adviestekst niet had gehaald.

Ceci n’est pas une crise.

René Magritte is een van onze grootste kunstenaars ooit, maar zoveel surrealistische fantasie zal hij wel niet gehad hebben, dat hij dit avondlijke scenario had kunnen bedenken. Al wat er ontbrak, was een man met bolhoed en een appel voor zijn gezicht die de persconferentie voorzat. En dat het na afloop mannen met bolhoed en kostuum begon te regenen.

Magritte stierf twintig jaar vóór Microsoft PowerPoint introduceerde. Geen surrealistische software maar je kunt er wel surrealistische presentaties mee maken, zo bewezen communicatievazallen van onze regeringsleiders. Een powerpointpresentatie kan op verschillende manieren gebracht worden, maar de vuistregels blijven steeds dezelfde: maximum zeven lijnen van maximum zeven woorden, een ondersteunend beeld zegt meer dan negenenveertig woorden, hou het simpel, zorg ervoor dat wat je op het scherm ziet de aandacht niet wegneemt van wat er op hetzelfde moment gezegd wordt.

Wie gisteren de presentatie in allerijl heeft gemaakt, was niet aanwezig de dag dat de vuistregels werden uitgelegd in de cursus PowerPoint for Beginners. Hij of zij heeft achteraf niet de nota’s van een andere student opgevraagd. “Och, dat ziet er niet moeilijk uit, het zal wel lukken,” u weet hoe dat gaat. Overmoed ontmoet hoogmoed, van lieden die vinden dat er zoveel mogelijk op die slides moet staan. En dus kregen we gisteravond tussen tien en halftwaalf een splitscreen te zien, met aan de rechterkant een pratend hoofd en aan de linkerkant een tekst die zelden geassocieerd kon worden met wat dat pratend hoofd op dat ogenblik aan het zeggen was. De powerpointpresentatie begon een eigen leven te leiden en dat leidde af van de boodschap. Ik kreeg er een powerpunthoofd van. Dit was geen communicatie maar crommunicatie. Kromspraak-met-visuele-ondersteuning. (Wie naar de radio geluisterd heeft, was aan het eind ongetwijfeld beter op de hoogte, helaas had ik die reflex niet.)

Op de microbubbel Twitter gonsde het van de reacties. De ene zei: dat is toch niet zo erg, de boodschap wordt sereen gebracht, je moet maar leren luisteren. De andere zei: wat een zootje, dit volgt niemand nog! Ik zweefde een tijdje tussen beide standpunten in, om uiteindelijk te belanden bij de tweede groep. Ik heb afgehaakt.

Ceci n’est pas une présentation.

Communicatie is een vak. Mijn gedacht: laat het staatshoofd of de premier in vijf minuten een wervende en wervelende tekst debiteren, recht uit hart en hersenen, waarin emotie en ratio hand in hand gaan en elkaar niet voor de voeten lopen. En laat de powerpoint dan over aan de mindere goden die wél getraind zijn om dit soort presentaties te geven.

Iemand schreef: zouden we dan beter af zijn met een president die de natie met een goed voorbereide tekst toespreekt? Daar moest ik even over nadenken. Ik denk: ja. Jazeker. Já, zeker! En toen realiseerde ik me: wie kan dit, bij ons? Wij hebben geen Macron, met zijn geparfumeerde woorden. Wij hebben geen Merkel, met haar geloofwaardige parler vrai. Wij hebben geen Johnson, met zijn highbrow English dat zijn boertige niveau een heel klein beetje opkrikt. Wij hebben, gelukkig, geen Trump, met zijn roep-maar-eender-watideetjes. Wij hebben ook geen Rutte, een halfwassen regeringsleider die soms wel de juiste toon vindt. Wij hebben — als het op verbale souplesse, geloofwaardigheid en kordate toon aankomt — welgeteld… niemand. Als je de gave van het woord niet hebt, moet je het eenvoudig en helder houden, wat, toegegeven, niet voor de hand ligt in minstens twee landstalen.

Ceci n’est pas facile.

Ofwel kunnen onze politici niet praten, ofwel geloof je ze niet, ofwel praten ze een beetje wollig en halfzacht. Wat er niet in zit, kan er niet uit komen.



Welkom in Kakofonië!

Politiek Posted on za, april 18, 2020 13:03:08

Het stond al een tijdje op mijn planning: een stukje onder de titel ‘In memoriam Politique Politicienne’. Over het nederige zwijgen van de meeste politici in coronatijden. Goed dat ik het niet geschreven heb. Het primaat van de politiek is terug in (on)ere hersteld. Het woord van de expert wordt al wat meer gecounterd door de daad van de minister. Zwijgen — en het woord aan de échte deskundigen laten — is niet langer goud. Na de Nationale Veiligheidsraad van woensdag gingen alle remmen los. Chaos troef. Onduidelijkheid regeert. Welkom in Kakofonië!

Ergens is het volstrekt onbegrijpelijk dat die ene maatregel over bezoek door één persoon aan iemand in een zorgcentrum prematuur gelanceerd werd. De experts vroegen ‘reflectie’ over de problematiek van in eenzaamheid verkommerende senioren, de Veiligheidsraad maakte er meteen een beperkte toelating tot bezoek van. Zonder goed en wel te beseffen dat een bezoeker die de voorbije veertien dagen geen symptomen van het coronavirus had vertoond, daarom niet werkelijk covid-19-vrij zal zijn. Zonder overleg met de sector, terwijl je wel een beetje kunt inschatten dat een woon-zorgcentrum met pakweg 150 inwoners ook 150 bezoekers zou ontvangen en dan liefst tegelijkertijd, want zo zijn de mensen, kijk naar de containerparkfiles. Je ziet het zo voor je, een broeihaard van nieuwe en oude ziektes. Zonder onderling overleg zelfs, want Vlaams minister van Welzijn Beke wist naar eigen zeggen van niets. Zijn hiërarchische overste, minister-president Jambon, had nochtans verklaard dat het toch niet zo moeilijk te organiseren moest zijn, zo’n bezoekmaatregel.

Ik vind dat bizar: overleg zou vandaag juist makkelijker moeten gaan. Geen tijdrovende verplaatsingen, zet de computer aan en praten maar! Meer netto tijd om na te denken en te overleggen.

De eigengereidheid van Jambon, de wijsneuzerigheid van onderwijsminister Weyts, die zelf weleens zou bepalen wanneer de scholen open zouden gaan, de onwetendheid van de bevoegde welzijnsminister: het vertrouwen in de capaciteit van onze leiders is deze week, op zijn zachtst gezegd, niet gestegen. Of ze nu in de federale regering zitten, of in een van de vele deelregeringen, want ook de nationale excellenties Geens en De Block bliezen warm en koud de afgelopen dagen. En premier Wilmès, de voorbije weken af en toe geroemd omdat ze de allure van een staatsvrouw begon te krijgen, las woensdag gewoon af van haar papiertje, zonder emotie, wat op zich goed is omdat we eerder nood hebben aan rationaliteit dan emotionaliteit, maar ook zonder empathie. Het klonk even wervend als voorlezen uit het Belgisch Staatsblad.

De oppositie zal hier garen uit spinnen, zo wordt gezegd. Vlaams Belang, met grote voorsprong, en PVDA/PTB gaven de voorbije weken het meest uit aan online-boodschappen. Strategisch niet onbegrijpelijk, maar waaróm: om te zeggen dat het beleid niet deugt, in tijden waarin enige samenhorigheid over de partijgrenzen heen wenselijk is? Die rekening kunnen ze achteraf nog maken, als de lockdown is opgeheven. Nu is het bijzonder ongepast en verwarrend.

De PS begint stilaan terug oppositie te voeren tegen een minderheidskabinet dat ze zelf heeft gesteund. Sp.a en Groen zijn wel heel stilletjes, op een paar kopstukken na. Vragen ze zich intern af of deze regeringsconstructie dan toch een democratische draak is? Hadden ze dan misschien niet beter wél steun kunnen geven aan tijdelijke volmachten en níet aan een minderheidsregering die opnieuw de eed mocht afleggen alsof er veel toekomst in deze gedoogformule zit?

Diepste dieptepunt van een week vol dieptepunten was de campagne van N-VA, waarin Antwerps burgemeester De Wever zei dat hij uitrusten op een bankje niet zou beboeten. ’t Is niet dat de advertentie gepubliceerd werd zonder zijn toestemming, want hij — in feite zijn team, maar hij is natuurlijk op de hoogte — voegde er zelf een tekstje aan toe in de sociale media: ‘Een kwestie van gezond verstand. Akkoord?’ Na de vele inbreuken op de coronamaatregelen tijdens het paasweekend kwam de dubbelzinnige boodschap als een boemerang terug. De Wever mocht het uitgebreid toelichten in Terzake. Velen verstonden dat hij een mea culpa sloeg en zich verontschuldigde. Maar als je goed luisterde, hoorde je hem alleen zeggen dat hij het betreurde dat de context verkeerd begrepen werd: hij wilde niet dat de Antwerpenaren en bij uitbreiding alle Vlamingen de regels aan hun laars zouden lappen, maar wees op het absurde van een boete voor iemand die even alleen gaat verpozen op een bankje — terloops: een mening die andere burgemeesters delen, maar zij verkozen om daar niet mee naar buiten te komen. Kortom, niet de boodschapper of de boodschap was fout, maar de boodschap was fout begrepen. Waar hebben we dat nog gehoord? Het geflipflop houdt niet op en heeft natuurlijk te maken met de coronacontext waarin het federale niveau het laatste woord heeft, een niveau dat N-VA eind 2018 vrijwillig heeft verlaten. N-VA speelt momenteel in 1B van de Belgische politiek. PS doet dat ook, maar daar hebben ze wel nog het (valse) gevoel dat ze de eerste periodetitel hebben gewonnen.

Flipfloppen is contraproductief in zo’n crisis. Velen verwijten Marc Van Ranst dat zijn boodschap vandaag anders klinkt dan twee maanden geleden, maar wie hem goed gevolgd heeft — elke dag in een journaal en minstens één duidingsmagazine —, moet toegeven dat zijn communicatie behoorlijk rechtlijnig was. Twee maanden geleden waren mondmaskers, om het daar maar weer even over te hebben, prioritair voor de zorgverleners, niet voor de man of vrouw in de straat. Dat verandert nu stilaan. Ná de lockdown zullen mondmaskers nuttig zijn.

Wie verkiest u: de rustig communicerende Marc Van Ranst of een vooraanstaand politicus die eerst zwart roept, een paar dagen later wit en die tussendoor langs vijftig tinten grijs is gepasseerd?

Nu pleiten voor méér mondmaskers in het sociale verkeer, is niet verkeerd, maar het zou geloofwaardiger zijn mocht het niet komen van lieden die anderhalve maand geleden dat hele virusje nog weglachten. Als je eerst absolutistisch en op een provocerend toontje Waarheid A verkondigt en daarna even absolutistisch en provocerend Waarheid B — u mag ze gerust ook Wit en Zwart noemen —, moet je niet verwonderd zijn dat mensen je niet prijzen om je voortschrijdend inzicht, maar dat ze je eerder zullen zien als onbetrouwbaar en opportunistisch. Wie zwijgt op het moment dat hij niet het woord heeft, zal later met meer allure kunnen spreken wanneer hij wel aan zet is.

Mensen zijn ongeduldige wezens. Een week lockdown, dat is zo eens iets anders. Twee weken lockdown, ach, dat overleven we wel. Drie weken lockdown, verdorie, de digicorder is helemaal leeg gekeken. Vier weken lockdown en de zon schijnt volop, dan voelt een kleine maar zeer zichtbare minderheid de onweerstaanbare drang om een barbecue of picknick te organiseren. Na vijf weken klinkt het geroep om het normale leven — wat dat verder ook moge betekenen — terug te hervatten steeds luider. Opiniemakers, economen en een deel van de politieke klasse wijzen op de weerslag op onze economie. Tussen de lijnen versta je: denk aan de jongere generaties en hun toekomst. (Jammer voor de oudjes die het coronavirus niet overleven, maar die gingen sowieso op korte termijn dood, dus…)

Ons geduld is op en dat wordt nog aangewakkerd door het ongeduld van wie aan het woord komt. Dat heeft te maken met een verschillende timing: media willen nu antwoorden op de vraag wat er morgen zal gebeuren, economen willen antwoorden op wat we overmorgen zullen doen, experten gaan stap voor stap. Zij zijn voorlopig, zelfs na een paar verbale uitschuivers, zowat de enige bevolkingscategorie die niet door overmoed geleid wordt. Houden zo.



That 70’s Show

Politiek Posted on za, maart 07, 2020 12:59:17

Sinds deze week is het duidelijk: de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 3 november vormen voor het eerst in de geschiedenis een strijdtoneel van zeventigers. Aan de ene kant de zittende president, Donald Trump (tegen dan 74), aan de andere kant ofwel Joe Biden (net geen 78 op dat ogenblik), ofwel Bernie Sanders (79). That 70’s show zou je kunnen zeggen, ware het niet dat die tv-reeks rond een groep tieners aan het eind van de jaren 70 draait.

Van de Republikeinen zijn we het gewend dat ze binnen het partijestablishment gerijpte kandidaten afvaardigen. George W. Bush was een jonkie toen hij de eed aflegde (54), maar zijn vader was al 64, Ronald Reagan bijna 70, invaller Gerald Ford 60, Richard Nixon 56 (bij zijn eerste eedaflegging) en Dwight Eisenhower 62. Buitenbeentje Donald Trump mocht op zijn zeventigste aan zijn eerste ambtstermijn beginnen. In de naoorlogse geschiedenis was Harry Truman eerder de uitzondering bij de democraten: hij was 61 op zijn moment de gloire. Daarna kwamen John F. Kennedy (43), diens vervanger Lyndon B. Johnson (55), Jimmy Carter (52), Bill Clinton (46) en Barack Obama (47). Stuk voor stuk politici op het toppunt van hun kunnen.

Dat er op de democratische conventie straks zal gekozen worden tussen twee late zeventigers — nadat prille zeventiger Elizabeth Warren en gevorderde zeventiger Michael Bloomberg (78) er na Super Tuesday de brui aan gaven — is dus eerder uitzonderlijk, al zou je het ook symptomatisch kunnen noemen, na de nominatie van Hillary Rodham Clinton, op dat ogenblik 69, vier jaar geleden. Waar zijn de hemelbestormers gebleven, de veertigers en vijftigers die de democratische partij competitief en combattief maakten? Waar blijven de nieuwe Kennedy’s, Clintons of Obama’s? Wie durft zijn nek nog uit te steken? Wie mág zijn nek nog uitsteken?

Biden en Sanders — en reken daar ook Nancy Pelosi maar bij, de voorzitster van het Huis van Afgevaardigden die over drie weken 80 wordt — kunnen niet verhelen dat de democraten geen verhaal meer hebben. Ze zijn compleet uitverteld. Dat was bij de vorige verkiezingen al het geval, toen Hillary bij gebrek aan beter (en omdat die idioot van een Trump toch nooit zou winnen, weet u nog!), naar voor werd geschoven als verre van ideale kandidate, ‘maar we hebben niemand beter’. De relatieve jongeren Amy Klobuchar (bijna 60) en Pete Buttigieg (38) konden het nooit halen in de primaries. De eerste omdat ze een vrouw is, de tweede omdat hij homo is. De verkiezing van een zwarte president leek twaalf jaar geleden een half mirakel, maar dat had veel te maken met de minderheden die eindelijk naar de stembus trokken. Zwarten en hispanics zullen echter niet stemmen voor een vrouw, noch voor een man die openlijk homoseksueel is. Obama was nog een van hen, Klobuchar en Buttigieg blijven voor reactionaire, machistische, patriarchaal gestuurde kiezers een ‘no go’. Amerika stemt conservatief. Een zwarte die economisch blauw was (Obama zou bij ons een Open VLD’er zijn), dat kon nog net. Veel verder mag het niet gaan.

Dus moet er binnenkort een knoop worden doorgehakt: de blauwe Biden — een vazal van Obama — of de paarse Sanders. Ginder noemen ze Bernie Sanders een socialist, hier zou hij tot de linkervleugel van Open VLD behoren, of tot het ‘moedige midden’ van de sp.a. Sanders is ongeveer even links als de vroegere huisideoloog van de sociaaldemocraten, Mark Elchardus: niet zó links dus, eerder behoudsgezind met nog enkele resterende rode stipjes.

Niet zo gewaagde voorspelling: Donald Trump gaat voor ‘four more years’. Een ramp voor de Amerikanen en de wereld, niet eens een zegen voor de republikeinen (maar nu wint er tenminste niemand van de anderen en bovendien hebben ze zelf geen volwaardig alternatief voor de narcistische idioot). Trump dus, bij gebrek aan beter, zoals vier jaar geleden, al hadden de meeste waarnemers dat toen niet door, of keken ze verveeld de andere kant op om het niet te hoeven zien.

De Amerikaanse Democratische Partij is dood. Als Sanders het over een paar maanden verliest van Biden, rest hem nog één zinnige daad bij wijze van politieke erfenis: een nieuwe politieke beweging oprichten, links van democratisch centrumrechts, met Alexandria Ocasio-Cortez als boegbeeld. Een vrouw met een kleurtje, dat is een risico, maar misschien kan zij op haar 30ste de boel opschudden en al wie nog niet ingedut is in het politieke spectrum links van de republikeinen — in Vlaamse termen: al wie niet tot Vlaams Belang of de radicale vleugel van de N-VA behoort — een nieuw perspectief bieden. Anders zijn we vertrokken voor een langdurige republikeinse dominantie, die zelfs zal blijven voortduren wanneer er toevallig toch eens een establishment-vriendelijke democraat wordt verkozen, want die zet dan toch de bestaande politiek gewoon verder, met een iets centraler sausje eroverheen.

Het contrast tussen de liberals in de steden en de reactionaire rest van de Verenigde Staten wordt almaar groter. De spreidstand tussen gezond verstand (een beleid voor iedereen) en opportunistisch populisme (de conservatieven opvrijen met leugentjes en tegelijk de rijken stilletjes rijker maken) valt niet vol te houden. Toch gebeurt het. Het zegt veel over de intelligentie van het kiespubliek.

Trump is een vloek, maar het is niet sinds november 2016 dat Amerika een lachertje is geworden. Dat is al veel langer het geval. Go for it, Alexandria!



Peu is te weinig

Politiek Posted on za, februari 15, 2020 13:01:58

Er wordt minder gepest op school, was een van de hoofdpunten op het radiojournaal gisterochtend. Goed nieuws, ben je dan geneigd te denken, al gaat het om slechts enkele percenten minder en moet dit gegeven de komende jaren bevestigd worden. Maar toch… we trekken ons graag op aan het positieve. Vooruit met de geit!

Tot je dan, enkele tellen later, verneemt dat PS-voorzitter Magnette de definitieve doodsteek heeft gegeven aan het projectje van koninklijk opdrachthouder Geens. Geen paars-geel, no way, maar dan in het Frans en via een uitgekiende mediaselectie, zodat het nieuws echt wel zou doordringen tot in la Flandre profonde. Net zoals trop te veel is, is peu te weinig. Er is nog nauwelijks een raakvlak tussen de grootste politieke partijen van Vlaanderen en Wallonië, laat staan dat er overlappingen zijn tussen de partijprogramma’s. De Chinese muur tussen N-VA en PS lijkt een pak steviger dan die tussen N-VA en Vlaams Belang. Dat het land eerder snel dan langzaam uiteenvalt en het project-België geen toekomst lijkt te hebben, is daarbij meegenomen. Voor N-VA is dat de ultieme natte droom — zie artikel 1 van de statuten. Voor de PS is het geen schrikbeeld meer. Stel je voor dat het land splitst, dan is de Parti Socialiste gewoon de grootste partij van het land Wallonië. Dat is ook iets om je aan op te trekken.

In de Nederlandstalige media werd het weer geframed alsof Magnette de onverzettelijke, egoïstische, alleen aan het eigenbelang denkende partijvoorzitter is. Op het vlak van de media is het land alleszins al gesplitst. Eigen politiek volk eerst. Terwijl, als je tenminste de moeite doet om naar hem te luisteren of zijn interview in Le Soir te lezen, Magnette gewoon herhaalt wat hij al een poos zegt, en wat ook de conclusie was van de preformateurs Bourgeois en Demotte begin november, ruim drie maanden geleden dus: paars-geel lukt niet. Het water is veel te diep. Magnette zei ook niet dat de enige uitweg uit deze impasse paars-groen aangevuld met CD&V is — de zogeheten Vivaldi-collectie —, want je kunt niet alleen proberen een regering te vormen zonder N-VA en de ‘extreme partijen’ (Vlaams Belang en PTB-PVDA), benadrukte hij, maar ook zonder PS. Er blijven dan 101 zetels over, vijfentwintig meer dan nodig is voor een meerderheid. Nieuwe verkiezingen schrikken de PS evenmin af, liet Magnette nog weten.

Wat Magnette nu zegt (‘Niet met N-VA!’), zei Bart De Wever al op 26 mei, verkiezingsavond (‘Niet met PS of Ecolo!’). Als het gaat om de timing wie wanneer wie heeft uitgesloten, mag dat gegeven niet genegeerd worden — nog zoiets waar Vlaamse media ‘sterk’ in zijn. De moedwil komt van beide kanten. Je kan het die partijen verwijten, je kan het ook zien als standvastigheid. Tussen confederalisme en gedeeltelijke herfederalisering van bevoegdheden gaapt een diepe kloof. Je mag van de N-VA niet verwachten dat ze opnieuw vijf jaar geduld vraagt van haar initiële doelpubliek, de Vlaams-nationalisten. Je mag van de PS niet verwachten dat ze het land verder laat uithollen. Wat je wel mag verwachten: dat politici zoeken naar een compromis dat zo weinig mogelijk compromitterend is. Daar drijft dit land al decennia op. Die goodwill, dat voluntarisme is momenteel verdwenen. Van verkozenen des volks mag je zowel consequentie (vasthouden aan de voornaamste programmapunten van hun partij) als inconsequentie (toegevingen doen om een zo breed mogelijk gedragen consensus te vinden) verwachten. Vandaag houdt de grootste partij van elke regio vast aan die consequente en tegelijk onverdraagzame houding. Wie eerst met de ogen knippert, verliest. Niet toegeven.  

Blijft de vraag waar de therapeutische hardnekkigheid van de CD&V vandaan komt. Dat de rechtervleugel van die partij (De Crem, Bogaert) de N-VA in de regering wil, is logisch: dan zal het regeerakkoord er een pak rechtser uit zien. Dat ook de nieuwe voorzitter, Joachim Coens, en de meest verstandige man van de christendemocraten, Koen Geens, alleen maar voor paars-geel wilden rijden, is dat veel minder. Ten tijde van het kartel was de liefde een pak koeler. Overigens was het gisteren precies zestien jaar geleden dat het ‘Valentijnskartel’ tot stand kwam, een beetje symbolisch dat net op die datum Geens de oranje handdoek in de ring wierp.

Wil de CD&V misschien opnieuw een kartel, zij het dan vanuit de omgekeerde overweging van 2004? Toen was dat de laatste reddingsboei voor de Vlaams-nationalisten, op dat moment nog één zetel rijk in het Vlaams parlement, nu lijken sommige christendemocraten hun treintje te willen aanhaken aan de intussen veel grotere N-VA, wetende dat de eigen partij stilaan richting overbodigheid dendert. De partij die de N-VA destijds gered heeft, wil nu op haar beurt gered worden, zou het zo simpel kunnen zijn?

Tussen de constatering van het duo Bourgeois-Demotte op 5 november en het vroegtijdig teruggeven van het mandaat van Geens op 14 februari, liggen precies honderd en een dagen. Drie maanden en een dikke week waarin rondjes werden gedraaid.

Wat een schaamteloos dralen.

Wat een kostbaar tijdverlies.

Wat een slecht amateurtoneel.

België als draaideurenkomedie die uitdraait op een tragedie. Rien N-VA plus (ter verschoning: deze uitdrukking komt niet van mij, ik leen ze hier even). We hebben nu al vijf informateurs (twee duo’s en de eenzaat-Magnette), een duo preformateurs en een koninklijk opdrachthouder versleten, wat nu, koning? De burgers van dit land zijn meer waard, zou je kunnen stellen. Ware het niet dat diezelfde burgers deze patstelling mee tot stand hebben gebracht op 26 mei. La belle gigue, zong André Bialek al in 1976. Mais la belle gigue, gigue / Gigue qu’on leur fera danser / Quand les vieilles digues, digues / Diguedon les fera tomber / Si c’est possible. België als absurd woordspelletje in een liedje. We blijven nu eenmaal het land van Magritte.

Ceci n’est pas une formation.



Boe!

Politiek Posted on za, februari 08, 2020 13:03:10

Yesssss!

Dat was, kort samengevat, mijn binnensmondse reactie toen ik de beelden zag van Nancy Pelosi die ostentatief de uitgeprinte versie van de State of the Union verscheurde vlak nadat de president was uitgesproken. Iets meer dan de helft van de zaal applaudisseerde machinaal voor de leider van het land, de andere helft verroerde geen vin. (Of verroerde wel een vin en stapte op).

***

Zo, als u het daar niet mee eens bent, kunt u nu nuttiger dingen gaan doen.

***

De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden die zich openlijk afkeert van de belangrijkste toespraak van het jaar in de Verenigde Staten: de beleidsverklaring van de zittende president. Zijn nieuwjaarsbrief, als het ware. Zo braaf zijn we geweest, zo goed doen we het, zo welstellend zullen jullie allemaal worden dankzij mij, daar komt het telkens weer op neer. Maar dan meestal eloquenter verwoord, altruïstischer geformuleerd en niet verpakt als één grote egotrip. Donald Trump is wie hij is, de grote oranje vogel zingt zoals hij gebekt is.

Not done, zeiden de meeste waarnemers, ook wie een duidelijke voorkeur heeft voor de Democraten (of een duidelijke afkeur tegen Trump). Het is onbeleefd, je verlaagt je tot het niveau van het heerschap op het spreekgestoelte en je bezorgt hem alleen maar een onverhoopte opstoot van populariteit. Allemaal waar, ongetwijfeld. Dat de geste van Pelosi contraproductief kan zijn voor de prestatie van de democratische presidentskandidaat op 3 november, die kans is meer dan reëel. (Het was trouwens de week van Trump: eerst het geknoei op de democratische voorverkiezing in Iowa, dan de boze Pelosi, en weer een dag later de verwachte stopzetting van de impeachmentprocedure in de Senaat. Donald Trump is de winnaar, voor het eerst leunt zijn approval rating tegen de vijftig procent aan.)

De eerste vraag is: had Pelosi in se gelijk met haar verscheuract? Stond het wiebelende oranje gevaarte voor haar de hele tijd te liegen of de waarheid te verdraaien? Ja. Had hij oog voor álle Amerikanen in zijn toespraak? Neen. Is die man een gevaar voor zijn land en, bij uitbreiding, de hele wereld? Ja. Stel dat u gezegend bent met een portie hersens die voldoen om redelijk te kunnen redeneren, dan zou u nooit op Trump stemmen, mocht u de kans hebben. Wie wél op Trump stemt, is een kortzichtige domoor. Mag ik dat nog zeggen? Heeft de waarheid nog haar rechten?

De andere vraag is: had Pelosi dit móeten doen, rekening houdend met de reacties op het publieke forum en de mogelijke boemerang die ze smeet? Had Hillary Clinton tijdens de verkiezingscampagne van vier jaar geleden een deel van het kiespubliek van Trump ‘a basket of deplorables’ (vrij vertaald: een bende betreurenswaardige lieden) mogen noemen? Neen, allicht niet, het zal haar geen goed hebben gedaan. Hetzelfde geldt, waarschijnlijk, voor de partij van Pelosi in, opnieuw, een verkiezingsjaar. Hadden de twee democratische boegbeelden gelijk? Ja, natuurlijk. Pelosi reageerde zich af op een bullebak die haar geen blik, en ook geen hand, waard achtte bij het begin van de ceremonie en die vervolgens de hoofdrol speelde in de Amerikaanse versie van Het Leugenpaleis. Clinton had en heeft gelijk: wie stemt op een man die beweert dat hij tégen het establishment is (terwijl hij er zelf middenin zit), die allerlei onhaalbare beloften doet, die zich seksistisch en racistisch gedraagt, en die met zijn onbezonnen uitspraken de broze evenwichten in de wereldpolitiek in gevaar brengt, mag je gerust achterlijk noemen. Gatachterlijk, zelfs. Alleen… zíj had dat tóen beter niet gedaan.

Net zoals Pelosi beter niet die papieren had verscheurd, toch niet voor de camera. Want: eerlijk zijn, de waarheid vertellen, hoort nu eenmaal niet in de politiek. Het is een wereld waarin hypocrisie heerst. Je mag je tegenstander in een debat kleineren, maar als je zijn moment de gloire afneemt, dan word je een slechte (toekomstige) verliezer. Je mag tientallen argumenten aandragen waarom het programma van een narcistische idioot nergens op slaat en compleet onrealistisch is, maar je mag zijn potentiële aanhangers geen idioten noemen, ook al zijn ze dat wel (tenzij wie rijk, seksistisch, racistisch en oorlogszuchtig is, uiteraard).

Wat Nancy Pelosi deed, was de waarheid tonen met enkele simpele handgebaren. Deze toespraak is niets waard, bijna elke letter is gelogen, uit de duim gezogen of schromelijk overdreven. Dus: dank u, mevrouw Pelosi, voor die geste die alle mensen met een beetje gezond verstand zouden willen doen in uw plaats, maar kom niet wenen als de verkiezingen over negen maanden weer een knaloranje bejaarde baby ter wereld brengen.

***

‘Ik steek mijn vinger in het gaatje van uw God,’ zei een zestienjarig Frans, lesbisch meisje tegen een stalkende moslimjongen. Het Instagramfilmpje ging viraal. Kan dit? Mag dit? Er kwam een hashtag van: #jesuismila. Gelanceerd door ongure, extreemrechtse types die het wel leuk vonden dat een assertieve meid de islam beledigde. We worden overspoeld, nietwaar, #soumission nog aan toe. Na de doodsbedreigingen en andere verwensingen aan haar adres gingen ook anderen overstag. De vrijheid van meningsuiting mag niet gekaapt worden door radicale racisten en godsdiensthaters (’t is te zeggen, die ene verre godsdienst, niet die andere nabije).

Mila heeft het recht om te zeggen wat ze gezegd heeft. Daar valt geen speld tussen te krijgen. Hooguit kun je opwerpen dat een meisje van zestien haar manieren moet leren. Een opdringerige jongeman brutaal afschudden is één ding, maar er meteen zijn religieuze afhankelijkheid bij halen en daarmee een hele geloofsgemeenschap beledigen is dan weer un pont trop loin. Maar zelfs dan blijft het binnen de perken van de vrije meningsuiting. Zaak gesloten (hopelijk). Een uurtje strafstudie volstaat, voor meisje én jongen.

***

Een minister-president slash minister van Cultuur uitjouwen, mag dat? Het overkwam Jan Jambon tijdens de MIA’s, het jaarlijkse masturbeermoment van de Belgische muziekindustrie. Hij mocht de hoofdprijs uitreiken, ‘Hit van het jaar’, nota bene aan een Franstalige zangeres. Toen hij werd aangekondigd, weerklonk er boegeroep. Die culturo’s toch: op het Vlaams Nationaal Zangfeest zie of hoor je ze nooit, en nu gaan ze een beetje ‘Boe!’ roepen naar de man die ocharme net wat subsidiekraantjes heeft dichtgedraaid van obscure gezelschappen die wij, oprechte Vlamingen, niet eens kennen!

Om op de vraag bij het begin van de vorige paragraaf te antwoorden: ja, natuurlijk mag dat. En waarom niet eigenlijk? Moet je politici een beleefd aanwezigheidsapplausje gunnen als je weet dat de partij van de minister-president er alle baat bij heeft dat de federale onderhandelingen niet van de grond komen en zich ook zo gedraagt, dat er in de Vlaamse regering een aantal harteloze maatregelen werden genomen, en dat er vóór de vorming van die regering uitgebreid werd gepraat met een partij die blijft dwepen met de Cyriel Verschaeves van deze wereld?

Het wekt eerder verbazing dat het niet vaker gebeurt. Soms zie je op Twitter een reactie passeren van een partijvoorzitter of minister die juicht om een knappe sportprestatie van een landgenoot, waarna er in een vingerknip respons komt in de aard van ‘Zoudt ge niet beter doen wat ge moet doen, in plaats van hier de populaire proberen uit te hangen?’ Weet u wat: die onbeleefderiken hebben gelijk. In de beste der werelden, waarin er geen begrotingstekort is, de mensen in nood worden geholpen, de politieke leiders niet worstelend over de vloer rollen en maatregelen worden genomen waar we allemaal beter van worden op de lange termijn, mogen vooraanstaande politici wat mij betreft een graantje meepikken van een uitzonderlijke prestatie van een landgenoot. Maar, alstublieft, niet nú, niet híer. Doe eerst waarvoor u verkozen bent.

Kanttekening: het is nog maar de vraag of de boeroepers, die er net als Nancy Pelosi overtuigd van zijn dat ze gelijk hebben, dat gelijk ook zullen halen. De populariteit van Jan Jambon zal niet gedaald zijn na donderdagavond, wees daar maar zeker van. En de sympathie van Jan Modaal voor de cultuursector zal niet gestegen zijn. En toch: soms moet je je eigen versie van de waarheid durven te zeggen (of roepen), ook al word je daar niet onmiddellijk beter van.

***

Als ik van de VRT was — wat ik soms ben — zou ik Donald Trump volgend jaar, kort na zijn herverkiezing, uitnodigen om de hoofdprijs uit te reiken op de MIA’s. Benieuwd wat de reactie van de zaal zal zijn.



Hoera, onze partijen zijn niet perfect!

Politiek Posted on za, januari 11, 2020 13:09:48

Twee nieuwe politieke initiatieven in minder dan een week tijd: wat een luxe. 2020 is nu al memorabel. In menig partijhoofdkwartier wordt gesidderd ende gebeefd, want de vernieuwing is op komst. Ach, het zal wel meevallen met dat bibberen en beven, en evenzeer ach, het zal wel tegenvallen met die vernieuwing. Zoals alle voorbije vernieuwingen als puntje bij paaltje kwam een scheet in een fles waren. De geur was niet te harden.

Maandag werd ik op Facebook uitgenodigd om lid te worden van de ‘2020Beweging’ die geassocieerd is met Karel Van Eetvelts aankondiging dat er nood is aan een nieuw politiek initiatief. Ik wilde, zoals ik wel vaker doe, de kat uit de boom kijken en gewoon even koekeloeren wie er al lid was van de beweging die — zo las ik — ‘geen politieke partij’ is. ‘Hier voeren en voeden we het noodzakelijke debat over politieke en maatschappelijke vernieuwing. Minder particratie, meer participatie. Minder eigen gelijk, meer concrete oplossingen. We zitten niet vast in één ideologie of overtuiging. We zijn meerstemmig, zoals de samenleving. Het land in beweging zetten met mensen van goeie wil, daar is het ons om te doen.’

Ik kon die goedbedoelde tekst alleen maar lezen omdat ik dan toch op het knopje om lid te kunnen worden heb geduwd, puur uit nieuwsgierigheid om te zien wie er achter het initiatief zat en wie er net als ik al op dat knopje had geduwd. Wie waren die mensen van goeie wil? Ik zag bekende namen, mensen waarvan ik pertinent zeker weet dat ze van goeie wil zijn. En dan zag ik er anderen tussen staan, van wie ik vermoed dat hun slecht karakter de doorslag zal geven als het er echt op aan komt. Er stond een Vlaams volksvertegenwoordiger tussen, fractieleider zelfs, die dus al in een partij zit. Een voormalige Unia-topvrouw. Behoorlijk wat mensen met een profielfoto die voor twee derde door een geel blokje wordt overlapt, wat zoveel wil zeggen als: géén cultuurbesparingen als het aan ons ligt, meneer Jambon. Maar ook lieden die stevig tegen bestaande rechtse partijen aan schurken. Culturo’s en ondernemers, samen onder één dak? Ik kan me de eerste vergadering al voorstellen. Punt één, zijn we het er allemaal over eens dat we om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen te verzekeren een begroting in evenwicht nodig hebben? Alle handen spontaan en tegelijk de lucht in. En hoe gaan we dat dan doen? Grote stilte, gevolgd door een kakofonie van ideeën. Besparen in de sociale zekerheid. Migratie beteugelen, asielzoekers weigeren. Geen grote militaire aankopen meer. Fiscale fraude eindelijk aanpakken. Ik bedoel maar: zo werkt het niet, hoe sympathiek ik het uitgangspunt ook vind en hoezeer ik Karel Van Eetvelt ook apprecieer als ondernemingsgezinde ondernemende ondernemer. Sommige ondernemingen zijn gedoemd om te falen. Andere — zoals het lotingideetje van David Van Reybrouck — zullen dat zijn na een paar experimenten in kleinere gemeenschappen. Winston Churchill en Joël De Ceulaer hebben gelijk: hoera, de democratie is niet perfect, maar is wel het enige houvast dat we hebben. En moeten koesteren.

(O ja, er was nog die stelling van Michel Van den Brande, wereldberoemd in Vlaanderen sinds zijn boertige passage in The sky is the limit, dat hij ook een partij wil starten. Samen Voor Vooruitgang, of zoiets. Komaan, Willy Naessens en Jeff Hoeyberghs, jullie beurt!)

***

Politieke vernieuwing klinkt prima op papier, maar is niet realistisch. En dat is helemaal niet zo erg. Wat we nodig hebben is politieke standvastigheid. Rustige vastheid, om iemand van een traditionele partij te citeren. Vasthouden aan de idealen en de ideologie, vertaald naar de noden van vandaag. Christelijk voor de enen, liberaal voor de anderen, socialistisch voor een derde (van roze tot donkerrood), Vlaams-nationalistisch voor een volgende (van geel tot bruin), ecologisch voor nog een vijfde.

Zoals het bijna altijd is geweest, inderdaad. Na de Tweede Wereldoorlog was er even een stuiptrekking van de communistische partij, maar die was in de jaren zestig alweer voorbij. Daarna waren er linkse splinterpartijtjes: naast de KP had je Amada (nu PVDA) en de RAL (later SAP). Allemaal communisten, maar opgedeeld in stalinisten, maoïsten en trotskisten. Haalden samen veertig jaar lang nooit de kiesdrempel, laat staan apart. Wie Monty Python’s Life of Brian had gezien, herkende er de achterkamertjesruzies in van de People’s Front of Judea versus de Judean People’s Front en de Judean Popular People’s Front. Potato, potahto, tomato, tomahto. Konden niet samen door één deur, maar snoepten wel stemmen af van de sociaaldemocraten, wat dan weer vervelend was als je je politieke hart links droeg.

De enige nieuwe partijen die het goed deden en nog altijd doen, ontstonden eind jaren zeventig. Vlaams Blok (nu Vlaams Belang) in 1978, uit de Volksunie. Agalev (nu Groen), als autonome ecologische partij in 1979, in de nasleep van de eerste dramatische rapporten over onze leefomgeving, en toch ook wel geïnspireerd door, jawel, de Volksunie, die als eerste partij milieu en klimaat op de agenda plaatste. Sindsdien moeten we het met die partijen stellen, occasioneel opgefleurd door iets als Lijst Dedecker (ontstaan in de boezem van de liberale partij). N-VA is uiteindelijk een afscheuring van de Volksunie, die eind vorige eeuw implodeerde in een linker- en een rechtervleugel. De rechtervleugel hield stand en boog zich om tot de meest succesvolle Vlaamse partij van het voorbije decennium. Máár: de Nieuw-Vlaamse Alliantie is géén echte nieuwe partij, ze speelt mee in een vervolgverhaal. Een succesvolle spin-off van een gematigd populair feuilleton.

Nieuwe partijen zijn gedoemd om ingekapseld te worden in het politieke bestel. In de Verenigde Staten gaat de strijd al sinds mensenheugenis tussen democraten en republikeinen, af en toe opgeschrikt door een groene activist of een steenrijke zakenman die meedoet aan de verkiezingen. Zonder succes, maar wel ten koste van een van beide traditionele partijen. In Groot-Brittannië zijn er de Tory’s en Labour, met een heel eind achter hen aan de Libdems en one issue-partijen als UKIP.

Nederland, zegt u? De Lijst Pim Fortuyn stelde iets voor zo lang de oprichter leefde. Zo zal ook de PVV in elkaar stuiken als Geert Wilders het voor bekeken houdt. En hangt het Forum voor Democratie honderd procent af van het fysieke en geestelijke welzijn van Thierry Baudet. Het zijn eenmanspartijen-met-leden. Over pakweg tien jaar spreken we niet meer over de PVV en als Thierry Baudet zijn politieke speeltje beu is — of Nederland hem en zijn gladde praatjes —, is het over en uit. Op middellange termijn leveren ze hooguit gevloek op binnen de traditionele partijen, waar ze hun stemmen ronselen. Zie ook het kortstondige fenomeen ROSSEM, begin jaren negentig. Of zoals het succes van de PVDA bij ons ten koste gaat van sp.a en Groen. En zoals die nieuwe partij van Van den Brande misschien wel iets weg zal knabbelen bij radicaalrechts en donkerblauw. Bromvliegen zijn het: dat maakt wat vervelend lawaai, vliegt een beetje in je weg en verdwijnt dan spoorloos.

***

Als we ontevreden zijn over de gang van zaken in de politiek — en wie is dat tegenwoordig niet, van extreemrechts tot extreemlinks — zullen we daar van binnenuit iets aan moeten doen. Als kiezer, door goed na te denken over wie onze stem waard is en door invloed uit te oefenen op de partijen die onze voorkeur zouden kunnen dragen. Als politicus, door het volk te leiden en je niet te laten leiden door het volk. Als partij, door compromisbereidheid en het zoeken van consensus zo goed en zo kwaad als dat kan te koppelen aan ideologische standvastigheid en een consequente langetermijnvisie. Een goed begin zou al zijn dat partijen hun krachtigste, maar soms ook lastigste figuren koesteren in plaats van hen veel te jong af te serveren, waardoor de middelmaat regeert. Op de banken van onze parlementen heerst geen zesjescultuur, het is minder, minder, minder. Maar dat is mede onze schuld: wij hebben die mensen daar gezet.

Tig nieuwe initiatieven zullen daar niets aan wijzigen. Het is wat het is. We zullen het moeten doen met het materiaal dat voorhanden is. Beter de bestaande partijen hervormen, hen opnieuw wat dichter bij het originele gedachtengoed brengen, ver weg van populisme en kortetermijnreflexen, dan te proberen het warm water heruit te vinden. Dat is er al. Je moet alleen de juiste kraan opendraaien.

Kortom: hoera, onze partijen zijn niet perfect!

Maar ook: help, daar moet dringend iets aan gedaan worden!



De armste week

Politiek Posted on za, december 21, 2019 12:53:31

Best mogelijk dat minister-president Jambon gisterochtend een stevige vloek heeft gelost toen hij vernam dat farmaceutisch bedrijf Novartis honderd kinderen via loting zal aanduiden om genezen te worden met hun onbetaalbare medicijn. Had ie dat zelf maar bedacht vóór al die culturo’s protesterend op zijn stoep stonden. Het ware verdorie de ideaaloplossing geweest. Je loot honderd kunstenaars — nou, neen, doe maar vijftig, of mag vijfentwintig ook? — en die ontvangen subsidies, de rest moet hopen dat ze er volgend jaar bij zijn. Geen discussie, eerlijk toch? Het leven als in een Euromillionsspotje op de radio. Hopen op een mirakel. ‘Win for life’. Of ‘lose forever’. Russische roulette, maar dan omgekeerd: die ene kogel redt je leven. De bevriende cineast Jan Verheyen kan alvast een scenarioschrijver inhuren.

Van cynisme wordt een mens cynisch. Ik las in verschillende kranten bedenkingen van ethici, sommigen vonden het toch niet eens zó slecht, want ja, die honderd gelote kinderen kunnen er maar baat bij hebben, hé? Dat een bedrijf dat miljoenen winst genereert door veel te dure medicijnen te fabriceren met een moderne vorm van het opsteken van de Romeinse keizerlijke duim kan bepalen wie wel en wie niet geholpen wordt, ach, een detail. Van ziek naar ziekelijk is slechts vijf letters verschil. We staan erbij en we kijken ernaar, morgen is er alweer een andere onverlaat die zo’n ideetje lost. (Reactie van Elke Neuville op Twitter op het loterijbericht: ‘Joepie, goed nieuws! En daarnaast loten we ook elke maand 100 multinationals die we op hun reële winst belasten.’)

***

Ze zullen de komende dagen weer gretig aanschuiven op het Nelson Mandelaplein in Kortrijk, envelopje met een cheque in de hand, onze niet zo excellente excellenties. Waarom heet dat hier niet het Cyriel Verschaeveplein, zal er zich eentje bedenken, maar die houdt dat gelukkig binnensmonds. ’t Is een linkse zender, nietwaar, die StuBru. ’t Zijn allemaal linkse rakkers in de media, laten we ’t simpel houden. Ze zullen hun bekommernis tonen. Hun goede hart. En vervolgens tot de orde van de dag overgaan. De Warmste Week zou exclusief voor warme mensen moeten voorbehouden worden en niet voor koele kikkers die daar alleen staan met het oog op hun eigen populariteit, want wie weet zijn ’t binnenkort vervroegde verkiezingen, je kan zo’n campagne niet vroeg genoeg starten.

***

De Vlaamse regering treft niet alleen de cultuursector, deze week kwamen ook geplande besparingen in de zorg naar voren. Tot de minister van Welzijn, Wouter Beke, zich bedacht dat dat waar kan zijn, van die vervroegde verkiezingen. Wat volgde was crisiscommunicatie van het soort dat een crisis alleen maar erger maakt. Minder geld voor suïcidepreventie (nu heel even teruggeschroefd, maar de grote besparingen komen er nog aan), minder geld voor de centra die kindermishandeling of geestelijke gezondheidszorg aanpakken. Lineair besparen —3,8 of 6 procent zijn de percentages die rondzingen — werkt niet: dat is alsof je Jeff Hoeyberghs zou vragen om zes procent lichaamsgewicht te verwijderen, waarna de vrouw zonder borsten en de man zonder piemel naar huis stapt. Zes procent is zes procent!

Er komt ook geen kilometerheffing weten we nu al, maar er moet ingezet worden op het openbaar vervoer om de chauffeur uit zijn auto te krijgen en in de bus, de tram of de trein. Terwijl De Lijn al jaren het achtergestelde kindje is van de Vlaamse regering en de NMBS van de federale. Kunnen we niet via loting bepalen wie er nog de weg op mag en wie er zich die dag mag ergeren aan late of afgeschafte bussen, trams of treinen?

Herinnert u zich nog die Vlaamse minister die zei dat ze haar beleidsdaden mochten afrekenen op een daling met de helft van de kinderarmoede? Wel, armoede en kansarmoede zijn alleen maar gestegen in het ‘rijke’ Vlaanderen anno 2019, en zullen dat ook de komende vijf jaar blijven doen. Daar helpt geen chequeje tegen en een verzoeknummer — ‘Doe maar Imagine van John Lennon, dat heeft een mooie boodschap waar ik helemaal achter sta’ — ergens op een plein in Kortrijk. ‘Zolang armoede bestaat, is er geen echte vrijheid,’ zei Mandela ooit. Denk daar even aan als je bij die drie presentatoren met hun niet meer zo frisse kop staat, beste politicus. Die goede Nelson zei ook nog: ‘Armoede is door de mens veroorzaakt en kan alleen door de mens worden overwonnen en uitgewist.’

(W)Arm Vlaanderen, in deze (w)armste week. Als je heel eerlijk met jezelf en de mensheid bent, beste politicus, ga dan niet naar Kortrijk. Of keer net voor je aan het woord komt, op je stappen terug. Er staan warmere mensen achter je in de rij, die begrijpen wat Lennon bedoelde met de zinssneden ‘Imagine no possessions / I wonder if you can / No need for greed or hunger / A brotherhood of man’. Dat is niet úw leefwereld, beste politicus, aan idealen doet u niet. Doe niet alsof, alstublieft, dat is pathetisch.

***

Even niet cynisch: hoe haal je het in je hoofd om in een land met zowat het hoogste suïcidecijfer en het hoogste aantal zelfmoordpogingen te besparen op preventie? Alleen al voor het opperen van die besparingsmaatregel verdien je een impeachment. Dit is de overtreffende trap van wanbeleid, het moment waarop je als minister zegt: het kan me niet meer schelen, doe maar. Op verkiezingsborden zou niet moeten staan ‘Kies voor mij, ik meen het goed met u!’, maar ‘Kies voor mij, al kan het mij geen kloten schelen hoe het met u gaat!’.

Ik verzeil algauw terug in cynische modus, ik besef het. Dat er nog niemand op het gedacht is gekomen om de aan onmenselijkheid grenzende, hyperrationele koudheid van onze Vlaamse rentmeesters in te zetten tegen de klimaatopwarming: ze maken het geheid een paar graden killer. Mission accomplished. Dan zou deze regering toch íets goed hebben gedaan voor Vlaanderen en de wereld.



Financial Fair Play

Politiek Posted on za, december 07, 2019 11:44:34

KV Oostende-Anderlecht, dat leek mij een voor de hand liggend thema te zijn voor mijn wekelijkse ‘Bankzitter’ in De Standaard. Mijn uitgangspunt was, los van het sportieve resultaat, dat Marc Coucke, de ex van KVO, niet het recht heeft om zijn centen op te eisen. Nou, daar kreeg ik toch wel tegenwind voor. Dat die nieuwe voorzitter-eigenaar (Frank Dierckens) de boeken maar beter had moeten controleren. Akkoord, maar zonder deze nieuwe wilde weldoener, die het overnam van een copain van Coucke, bestond de club niet meer. Je kunt meneer Dierckens dus gerust naïef en kortzichtig noemen, maar hij heeft wel een hart voor de club. Dat kan niet gezegd worden van Coucke, die als zelfverklaard aanhanger van Club Brugge zes jaar geleden voor een prikje een club in handen kreeg geschoven, die weliswaar net gepromoveerd was naar de hoogste klasse, maar niet de middelen had om daar te overleven.

Enter de tweetende miljardair, die als alleenheerser Oostende niet alleen hielp overleven, maar er met zijn centen ook een flinke middenmoter van maakte, resulterend in twee opeenvolgende deelnames aan Play-off 1, met als toetje een Europese kwalificatie (voor een voorronde, maar dat telt niet aan de kust, Europees is Europees!). Weireldploegsje! Coucke stak als mecenas veel geld in de club, betaalde salarissen die ze in het Albertpark normaal nooit zouden kunnen ophoesten, bouwde een nieuwe tribune en… verdween dan naar Anderlecht.

Je kan dat opportunistisch noemen, maar het is zijn geld en ambitie wordt in die kringen meestal met een dikke vette hoofdletter geschreven. Wat Coucke niet had mogen doen: een deel van zijn geld terugeisen en de afbetaling van de tribune afwentelen op Oostende. Hij, en hij alleen, heeft beslist om financiële doping toe te dienen. Hij, en hij alleen, besliste wat er gebeurde bij Oostende. Dus is het ook logisch dat hij, en hij alleen, daar de verantwoordelijkheid voor moet dragen, en niet de andere bestuurders uit verleden, heden of toekomst. Alle uitgaven die gebeurd zijn vóór zijn vertrek aan de kust, behoren tot het verleden en daar moet ie verder niet over zeuren. KVO heeft het al moeilijk genoeg met het betalen van salarissen van overroepen spelers die nog door Coucke en zijn rechterhand Devroe gehaald zijn.

Marc Coucke heeft vier en een half seizoen lang de regels van de Financial Fair Play getart. Kon het hem wat schelen, dat er regeltjes waren. Die ene keer dat Oostende Europees speelde, was FFP nog niet zo streng. Tegenwoordig mag je maximum vijf miljoen euro verlies draaien over drie seizoenen. Onder Coucke deed Oostende dat jaar na jaar na jaar en zou de club geen Europese licentie hebben verkregen. Ze zouden bij het toekennen van Belgische licenties even streng mogen zijn, pardon: móeten zijn. Door financieel wanbeleid gaan clubs over de kop en blijven supporters verweesd achter.

***

Het principe van Financial Fair Play zou gerust ook in de politiek geïntroduceerd mogen worden. Als een voetbalclub de verliezen blijft opstapelen, omdat de bestuurders niet goed weten hoe ze uitgaven en inkomsten tegenover elkaar moeten zetten — de regel is: de inkomsten worden grof overschat, de uitgaven even grof onderschat —, zou dat strenger bestraft mogen worden. Als een regering een begroting met verlies opmaakt, óf de realiteit aangeeft dat er meer uitgaven en minder inkomsten zijn dan voorspeld, dan zou dat ook moeten afgestraft worden. In het voetbal vertaalt zich dat in een hoge boete (nog meer schulden!) of een schorsing, waarom kan dat ook niet in de politiek?

Begroting niet in orde en geen aanwijsbare maatschappelijke reden (een onverwachte bankencrisis, bijvoorbeeld), dan verliezen de regeringsleden 25 procent van hun wedde. Want elke eurocent die nu te veel wordt uitgegeven, is er niet meer in de toekomst — of zal ons nog met meer intresten opzadelen. Onverantwoord besturen mag/moet aangepakt worden. Ooit zei de nogal corrupte Waalse socialist Guy Mathot dat het begrotingstekort er vanzelf was gekomen en dat het dus ook wel vanzelf weer zou verdwijnen. Parafraserend zou je kunnen stellen dat een politicus die er vanzelf is gekomen en die dit soort nonsens uitkraamt, ook best vanzelf weer zou verdwijnen.

En zo kunnen we nog wel even doorgaan:

– Wie minder dan 25 procent van de tijd aanwezig is in het parlement waarvoor hij of zij verkozen is: geen wedde.

– Wie minder dan 50 procent van de tijd aanwezig is: helft van de wedde terugbetalen.

– Wie minder dan 75 procent van de tijd aanwezig is: kwart van de wedde kwijt.

Niet op tijd een klimaatplan hebben en daardoor niet kunnen deelnemen aan een belangrijke internationale conferentie: alle ministers een stevige boete, die van klimaat dubbele portie.

Het geïnde boetegeld kan dan geïnvesteerd worden in de zorg en in de culturele sector.

Financial Fair Play in de politiek. Een ideetje.



« VorigeVolgende »