Er wordt minder gepest op school, was een van de hoofdpunten op het radiojournaal gisterochtend. Goed nieuws, ben je dan geneigd te denken, al gaat het om slechts enkele percenten minder en moet dit gegeven de komende jaren bevestigd worden. Maar toch… we trekken ons graag op aan het positieve. Vooruit met de geit!

Tot je dan, enkele tellen later, verneemt dat PS-voorzitter Magnette de definitieve doodsteek heeft gegeven aan het projectje van koninklijk opdrachthouder Geens. Geen paars-geel, no way, maar dan in het Frans en via een uitgekiende mediaselectie, zodat het nieuws echt wel zou doordringen tot in la Flandre profonde. Net zoals trop te veel is, is peu te weinig. Er is nog nauwelijks een raakvlak tussen de grootste politieke partijen van Vlaanderen en Wallonië, laat staan dat er overlappingen zijn tussen de partijprogramma’s. De Chinese muur tussen N-VA en PS lijkt een pak steviger dan die tussen N-VA en Vlaams Belang. Dat het land eerder snel dan langzaam uiteenvalt en het project-België geen toekomst lijkt te hebben, is daarbij meegenomen. Voor N-VA is dat de ultieme natte droom — zie artikel 1 van de statuten. Voor de PS is het geen schrikbeeld meer. Stel je voor dat het land splitst, dan is de Parti Socialiste gewoon de grootste partij van het land Wallonië. Dat is ook iets om je aan op te trekken.

In de Nederlandstalige media werd het weer geframed alsof Magnette de onverzettelijke, egoïstische, alleen aan het eigenbelang denkende partijvoorzitter is. Op het vlak van de media is het land alleszins al gesplitst. Eigen politiek volk eerst. Terwijl, als je tenminste de moeite doet om naar hem te luisteren of zijn interview in Le Soir te lezen, Magnette gewoon herhaalt wat hij al een poos zegt, en wat ook de conclusie was van de preformateurs Bourgeois en Demotte begin november, ruim drie maanden geleden dus: paars-geel lukt niet. Het water is veel te diep. Magnette zei ook niet dat de enige uitweg uit deze impasse paars-groen aangevuld met CD&V is — de zogeheten Vivaldi-collectie —, want je kunt niet alleen proberen een regering te vormen zonder N-VA en de ‘extreme partijen’ (Vlaams Belang en PTB-PVDA), benadrukte hij, maar ook zonder PS. Er blijven dan 101 zetels over, vijfentwintig meer dan nodig is voor een meerderheid. Nieuwe verkiezingen schrikken de PS evenmin af, liet Magnette nog weten.

Wat Magnette nu zegt (‘Niet met N-VA!’), zei Bart De Wever al op 26 mei, verkiezingsavond (‘Niet met PS of Ecolo!’). Als het gaat om de timing wie wanneer wie heeft uitgesloten, mag dat gegeven niet genegeerd worden — nog zoiets waar Vlaamse media ‘sterk’ in zijn. De moedwil komt van beide kanten. Je kan het die partijen verwijten, je kan het ook zien als standvastigheid. Tussen confederalisme en gedeeltelijke herfederalisering van bevoegdheden gaapt een diepe kloof. Je mag van de N-VA niet verwachten dat ze opnieuw vijf jaar geduld vraagt van haar initiële doelpubliek, de Vlaams-nationalisten. Je mag van de PS niet verwachten dat ze het land verder laat uithollen. Wat je wel mag verwachten: dat politici zoeken naar een compromis dat zo weinig mogelijk compromitterend is. Daar drijft dit land al decennia op. Die goodwill, dat voluntarisme is momenteel verdwenen. Van verkozenen des volks mag je zowel consequentie (vasthouden aan de voornaamste programmapunten van hun partij) als inconsequentie (toegevingen doen om een zo breed mogelijk gedragen consensus te vinden) verwachten. Vandaag houdt de grootste partij van elke regio vast aan die consequente en tegelijk onverdraagzame houding. Wie eerst met de ogen knippert, verliest. Niet toegeven.  

Blijft de vraag waar de therapeutische hardnekkigheid van de CD&V vandaan komt. Dat de rechtervleugel van die partij (De Crem, Bogaert) de N-VA in de regering wil, is logisch: dan zal het regeerakkoord er een pak rechtser uit zien. Dat ook de nieuwe voorzitter, Joachim Coens, en de meest verstandige man van de christendemocraten, Koen Geens, alleen maar voor paars-geel wilden rijden, is dat veel minder. Ten tijde van het kartel was de liefde een pak koeler. Overigens was het gisteren precies zestien jaar geleden dat het ‘Valentijnskartel’ tot stand kwam, een beetje symbolisch dat net op die datum Geens de oranje handdoek in de ring wierp.

Wil de CD&V misschien opnieuw een kartel, zij het dan vanuit de omgekeerde overweging van 2004? Toen was dat de laatste reddingsboei voor de Vlaams-nationalisten, op dat moment nog één zetel rijk in het Vlaams parlement, nu lijken sommige christendemocraten hun treintje te willen aanhaken aan de intussen veel grotere N-VA, wetende dat de eigen partij stilaan richting overbodigheid dendert. De partij die de N-VA destijds gered heeft, wil nu op haar beurt gered worden, zou het zo simpel kunnen zijn?

Tussen de constatering van het duo Bourgeois-Demotte op 5 november en het vroegtijdig teruggeven van het mandaat van Geens op 14 februari, liggen precies honderd en een dagen. Drie maanden en een dikke week waarin rondjes werden gedraaid.

Wat een schaamteloos dralen.

Wat een kostbaar tijdverlies.

Wat een slecht amateurtoneel.

België als draaideurenkomedie die uitdraait op een tragedie. Rien N-VA plus (ter verschoning: deze uitdrukking komt niet van mij, ik leen ze hier even). We hebben nu al vijf informateurs (twee duo’s en de eenzaat-Magnette), een duo preformateurs en een koninklijk opdrachthouder versleten, wat nu, koning? De burgers van dit land zijn meer waard, zou je kunnen stellen. Ware het niet dat diezelfde burgers deze patstelling mee tot stand hebben gebracht op 26 mei. La belle gigue, zong André Bialek al in 1976. Mais la belle gigue, gigue / Gigue qu’on leur fera danser / Quand les vieilles digues, digues / Diguedon les fera tomber / Si c’est possible. België als absurd woordspelletje in een liedje. We blijven nu eenmaal het land van Magritte.

Ceci n’est pas une formation.