Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Politiek theater zoals te verwachten en te voorzien is

Politiek Posted on di, november 13, 2012 15:31:51

Morgen zijn we exact een maand na de gemeente- en
provincieraadsverkiezingen. Het inspireerde Antwerps kandidaat-burgemeester
Bart De Wever tot een persmoment om een stand van zaken mee te geven. Je zou
die kunnen samenvatten met de titel van een felgesmaakt radioprogramma van
weleer: “De toestand is hopeloos maar niet ernstig”.

Neen, natuurlijk is de toestand niet “hopeloos” en ze is
zeer zeker wel “ernstig”. Vandaar dat BDW de klemtoon legt op
“verantwoordelijkheid”. De Antwerpenaar heeft recht op duidelijkheid, die er
maar niet komt omdat de coalitieonderhandelingen hopeloos geblokkeerd zijn.
‘Een meerderheid vormen met de Stadslijst en met Groen’ is voor de N-VA geen
optie,’ staat er te lezen. Dat biedt het voordeel van de duidelijkheid. Voor de
N-VA is Groen geen optie, omdat dat op Vlaams niveau tot een breuk zou kunnen
leiden, omwille van de afwijkende mobiliteitsvisie van de groene partij. Hier
spreekt dus de BDW met het petje van partijvoorzitter op.

Als hij het petje van kandidaat-burgemeester opnieuw opzet,
een beetje schuin over zijn hoofd getrokken, doet hij plots een beroep op het
aanbod van de Stadslijst om in ‘in geval van een blokkering de voorwaarden
kenbaar te maken van hun steun vanuit de gemeenteraad aan het te vormen
college.’

Nog even recapituleren: de N-VA is de grote winnaar van de
verkiezingen in Antwerpen en is met één derde van de stemmen en 23 zetels op 55
“incontournable”. Een coalitie ter (extreem) rechterzijde met Vlaams Belang is nipt
mogelijk, maar zal niet tot stand komen. Daarvoor is BDW intelligent genoeg: 1)
het cordon sanitaire bestaat nog, 2) over anderhalf jaar zijn er nog veel
belangrijker verkiezingen voor zijn partij en dan ga je jezelf niet verdacht
maken, 3) je gaat niet eerst uitgebreid “shoppen” bij het kiezersclientèle van
VB, waardoor die partij eerder “Behang” dan “Belang” wordt in Antwerpen, om ze
vervolgens weer belangrijk te maken door ze mee in het bad te trekken.

Een coalitie met Open VLD levert lang geen meerderheid op (25 op 55).
Praten met Groen doet BDW niet, en dat geldt des te meer voor PVDA+. Sp.a wil
alleen maar onderhandelen als Groen wél mee aan tafel zit. Zelfs zonder
Pat(rick) Janssens aan tafel, zit je zo in een patstelling.

Tenzij… BDW erin slaagt om CD&V los te weken van de
sp.a (en de Stadslijst per definitie splitst). Met CD&V en Open VLD haalt
N-VA wel een redelijk comfortabele meerderheid (30 op 55). Bovendien nog eentje die een centrumrechts beleid kan
voeren. Probleempje: als CD&V in zo’n constructie wil stappen, heeft het
wel de goedkeuring (lees: de handtekeningen) van de sp.a nodig om schepenen te kunnen
leveren voor het stadsbestuur.

Er wordt volop gespind in die richting.
CD&V-onderhandelaar Marc Van Peel zegt enerzijds dat de Stadslijst één en
ondeelbaar is, anderzijds dat zijn partij niet in de oppositie wil. Voor sp.a
is zo’n oppositiekuur wel een optie, om te hergroeperen en richting 2018 te
werken. Dan krijg je, los van de vijfkoppige Belang-delegatie, een hele sterke
linkse oppositie met zowel sp.a, als Groen en PVDA+ (samen 20 zetels).

En dus gaat de arrogante winnaar van 14 oktober 2012 nu door
het stof. BDW: ‘In het belang van een snelle en stabiele coalitievorming in
Antwerpen, stel ik in alle nederigheid de vraag aan de Stadslijst of het
mogelijk is om met 1 van de componenten van dit kartel afzonderlijk verder te
onderhandelen.’ Versta: mag ik alstublieft praten met Van Peel en de CD&V?

Het vervolg laat zich raden: sp.a zal eerst nog wat formeel
tegenpruttelen, maar dan ‘in het belang van de Antwerpenaar’ de toestemming geven. De bestuursgeile CD&V
zal maar wat graag afscheid nemen van de Stadslijst en gaan praten met BDW.
N-VA, CD&V en Open VLD zullen er snel uit zijn. N-VA wil absoluut de sjerp
(en, ik herhaal het, is sowieso nodig om een coalitie te kunnen vormen),
CD&V wil absoluut mee in de coalitie stappen en Open VLD heeft zodanig
zware klappen gekregen dat het alleen nog in een coalitie iets te zeggen zal
hebben en wil dus absoluut mee in het bestuur (in de gemeenteraad is de Open
VLD-fractie zowaar kleiner dan die van Groen en PVDA+).

En dus: N-VA levert de burgemeester (BDW, begin 2014
opgevolgd door Liesbeth Homans, omdat Antwerpen minder belangrijk is dan
Vlaanderen voor de N-VA), CD&V krijgt enkele belangrijke schepenposten
(Marc Van Peel zal bijvoorbeeld mogen aanblijven als havenschepen), Open VLD
moet tevreden zijn met één zwaarwichtige schepenzetel (waarom niet Financiën?).
Iedereen min of meer gelukkig. Sp.a kan zich opnieuw een smoel proberen aan te meten
in de oppositie. Misschien krijgt sp.a als beloning voor het positief reageren
op de “nederigheid” van BDW wel een troostprijs in de vorm van het
OCMW-voorzitterschap, niets is ondenkbaar op dit niveau.

Voorspelling: op 5 december, laat in de avond, wordt de
coalitie bekendgemaakt, op Sinterklaasdag mag BDW zijn nieuwe ploeg op een druk
bijgewoonde persconferentie voorstellen. De symboliek van 6 december en ‘het
cadeau voor de Antwerpenaar’ komt dan goed van pas in de begeleidende
perstekst.



Four more years: T.I.N.A.!

Politiek Posted on di, november 06, 2012 13:13:25

Straks worden de Amerikanen wakker en gaat zowat de helft
onder hen naar de stembus, om voor ‘four more years’ of ‘change’ te kiezen. Een
beetje bizar, want ‘change’ was net het Leitmotiv van Barack Obama in 2008, zeg
maar zijn ‘kracht van verandering’ die er tegen alle verwachtingen in voor
zorgde dat de US of A voor het eerst in hun 232 jaar oude geschiedenis een
zwarte als president kregen. De ‘Yes, we can’-speech die erop volgde, blijft in
ons geheugen gegrift.

Barack Obama of Mitt Romney? In de Verenigde Staten, waar
ideologie een bastaardwoord is, lopen hun politieke lijnen niet zo ver uit
elkaar als we uit de negatieve campagnes mogen geloven. De republikeinen die
Obama een ‘socialist’ noemen, dat is een billenkletser. Obama verhoudt zich tot
het socialisme, zoals Bart De Wever dat doet tot het fascisme: het is gewoon
een intellectueel oneerlijke vergelijking. Maar goed, voor de Amerikanen waren
onze premiers Jean-Luc Dehaene en Guy Verhofstadt ongetwijfeld ook
‘socialisten’ (Elio Di Rupo zal dan wel een ‘communist’ zijn, maar ja, dat vinden ook onze werkgeversorganisaties…).

Het Amerikaanse politieke spectrum beperkt zich niet alleen
tot slechts twee partijen (de onafhankelijke kandidaten vergeten we
gemakshalve, omdat ze nauwelijks wat voorstellen), het situeert zich ook heel
centraal. De democraten bewegen zich van centrumlinks tot centrumrechts, de
republikeinen van centrum tot bijna extreem-rechts. Dat laatste is niet
onbelangrijk. ‘White supremacy’ leeft nog altijd bij een flink deel van de
republikeinse achterban, leden van de Ku Klux Klan zullen zeker niet voor een
democraat stemmen (dat geldt a fortiori voor een zwarte democraat!). De
luidruchtige en invloedrijke belangengroepering Tea Party getuigt eveneens van
ideeën, als we dat woord mogen gebruiken, die aanleunen bij het rechtse
extremisme. De tv-zender Fox News propageert een reactionaire samenleving. Maar
je hebt net zogoed gematigde republikeinen, die bij ons in pakweg CD&V, Open VLD
of N-VA zouden actief zijn.

Het palmares van Barack Obama oogt nochtans vrij schraal. Een
veelbelovend begin, geschraagd door de ‘Yes we can’-retoriek en de hoop dat
deze gekleurde medemens het verschil zou maken, al snel (veel té snel, achteraf
bekeken) beloond met een Nobelprijs voor de Vrede, een aanzet tot drastische
hervorming van de ziekteverzekering, en daarna… weinig of niets. Dat heeft te
maken met twee aspecten. Eén: halfweg een presidentiële ambtstermijn wordt er in
de VS een nieuwe Kamer van Volksvertegenwoordigers verkozen. Omdat daar sinds november 2010 een
republikeinse meerderheid zit, die niets liever doet dan filibusteren en de
zittende democratische president tegen te werken, is de maneuvreerruimte van de
Amerikaanse regering quasi nihil. De jongste twee jaar moest de
Obama-administratie zich beperken tot een soort processie van Echternach.

Twéé: in Europa stellen we ons altijd te veel voor bij het
verschil tussen democraten en republikeinen, een verschil dat – zoals ik
hierboven al aangaf – vrij miniem is, zeker in het centrum. Obama is
allesbehalve een ‘socialist’, je zou hem hoogstens een centrumlinkse liberaal
kunnen noemen. Maar ook iemand die door zijn entourage en zijn partij verplicht
wordt om niet te veel tegelijk te willen. Een belangrijke fractie van de democratische
partij is immers conservatief en is – net als de republikeinen – tegen al te
veel overheidsinmenging en regeltjes. Vergeet niet dat de huidige
financieel-economische crisis een gevolg is van een deregulering die in de jaren
negentig onder (de democraat) Bill Clinton werd ingevoerd.

En dus is Obama er niet in geslaagd een aantal beloften waar
te maken. De oorlog in Irak is weliswaar voorbij, maar Irak blijft een kruitvat, net
zoals Afghanistan. De gevangenis op Guantanamó is nog altijd in gebruik,
ondanks niet mis te verstane beloften. De grootbanken, die net voor de presidentsverkiezingen
van 2008 implodeerden, hebben nog altijd veel macht; wie schuld had aan de economische
crisis is niet gestraft, wel integendeel. Op internationaal vlak spelen de Verenigde
Staten hoe langer hoe minder een dominante rol. Dat klinkt op het eerste gehoor
vrij positief, maar zelfs op plekken waar je hun bijdrage dringend verwachtte,
gaven ze niet thuis.

Onder Obama, maar daarom niet door zijn schuld!, is de USA
meer dan ooit een grootmacht op lemen voeten geworden, die zich steeds meer
isoleert van de rest van de wereld. USA
today
, da’s navelstaren van ’s ochtends tot ’s avonds, alleen maar geïnteresseerd
in het eigen Grote Gelijk en bijna uitsluitend actief in eigen land.

Maar toch: T.I.N.A.! There Is No Alternative! Ik pik even
een slogan die vaak door Margaret Thatcher werd gehanteerd. Tegenover het
weinige dat Obama heeft gedaan, staat het vele dat diens voorganger, George W.
Bush, heeft misdaan. Tegenover het weinige dat Obama zal doen – ook al heeft
een president tijdens zijn tweede ambtstermijn doorgaans iets meer lef en
doorzettingsvermogen, hij moet immers niet meer herverkozen worden -, staat het
vele dat Romney kan fout doen.

Mitt Romney heeft zich aanvankelijk geprofileerd als een
hardliner, met stevige back-up vanuit de Tea Party. Nadat hij de republikeinse
nominatie op zak had, is ie zich gaan matigen, om ook de twijfelende kiezer te
overtuigen. Maar het is niet Romney die Amerika zal besturen als hij verkozen
geraakt, het is zijn reactionaire achterban. En die staat voor een gevaarlijke
internationale politiek (oorlog tegen Iran? economische wedloop tegen China?)
en een ronduit dramatische nationale aanpak (weg met de beperkte hervormingen
in de ziekteverzekering, afslanken van de overheid, de 1% superrijken worden
nog meer stinkend rijk, de armen worden straal genegeerd, ethische
verrechtsing).

Neen, There Is No Alternative. Liever een president die vier
jaar aan handen en voeten gebonden is en weinig besluitvaardig kan zijn, dan
een president die van Amerika een harde, in zichzelf gekeerde samenleving zal
maken. Stilstaan is achteruitgaan, luidt het spreekwoord. In de Verenigde
Staten is stilstaan vanaf morgen vooruitgang.



Val De Wever niet aan met varkenskoppen, maar met argumenten

Politiek Posted on ma, oktober 29, 2012 15:06:18

De geschiedenis herhaalt zich. Googelen helpt je niet echt
om te weten te komen van wie die vaak gebruikte uitspraak origineel afkomstig
is. Je wordt richting Marx en Hegel gestuurd, maar bij hen vind je alleen variaties
en afgeleiden. Volgens Wikipedia dateert de uitspraak van halfweg de
negentiende eeuw, maar is de inspirator anoniem gebleven.

De geschiedenis herhaalt zich, bis. Toen het Vlaams Blok
zijn grote doorbraak kende bij de verkiezingen van 24 november 1991, doopten de
andere partijen, SP en Agalev voorop, de datum om tot “Zwarte Zondag”. De
verkiezingsoverwinning van N-VA bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen
van 14 oktober 2012 werd door N-VA-voorzitter Bart De Wever zelf omschreven als
“Zwart-gele Zondag”. In 1991 ontstond er spontaan een anti-racistische
groepering die zich Charta 91 noemde en werd, onder impuls van Agalev-topman
Jos Geysels, toen fractieleider in de Vlaamse Raad, een “cordon sanitaire” rond
het Blok geweven. Dat “cordon” werd toegejuicht én bekritiseerd, maar wordt tot
op de dag van vandaag gerespecteerd. Vlaams Blok/Belang werd nooit uitgenodigd
om coalities te vormen.

De oorsprong van het “cordon” was respectabel en zat hem in
het afschermen van de democratie: Vlaams Blok was immers een partij wiens
standpunten in vele gevallen haaks stonden op die democratie. Een
anti-democratische partij die van de democratie gebruik wilde maken om een
Vlaamse dictatuur te installeren, zo kon je de vrees van progressieve
bewegingen samenvatten. En dus moest de democratie verdedigd worden tegen
racistische en fascistoïde elementen.

De geschiedenis herhaalt zich, ter. Vandaag is de grootste
partij in Vlaanderen er opnieuw één die de onafhankelijkheid van dit
landsgedeelte vooraan in de statuten heeft verankerd. De overwinning van N-VA
was eclatant en voor de andere partijen degoûtant en ronduit gênant. Maar dat
mag geen reden zijn om Bart De Wever en de zijnen in dezelfde hoek te drummen
als Dillen, Dewinter, Annemans & co destijds, laat staan dat een nieuw
“cordon sanitaire” zich opdringt. De N-VA is wél een democratische partij.
Zelfs als je het met haar principes niet eens bent, moet je haar respecteren en
de kans bieden om mee te besturen daar waar zich dat opdringt. Je kan iets
zeggen over de organisatie van onze verkiezingen (ik deed dat zelf recent op
deze plek met een oproep om de “stemplicht” af te schaffen), maar je mag niet
de spelregels wijzigen tijdens de wedstrijd en je mag zeker niet achteraf de
uitslag proberen te manipuleren.

Een varkenskop op de oprit van Bart De Wever droppen, is
beneden alle peil. Een vers gepensioneerde topman van ACOD-Spoor die vindt dat
De Wever niet aan politiek zou mogen doen en vervolgens op zijn Facebook-pagina
orakelt dat er “een grote leider met racistische (anti Waalse) principes (is)
opgestaan” vergaloppeert zich verschrikkelijk. Hij schrijft ook: “De Walen van
nu lijken wel de joden van destijds.” Dat is geen historische vergelijking,
maar een hysterische. Om in zijn eigen werksfeer te blijven: Jos Digneffe, de
zelfbenoemde “Locomotief van Limburg”, is helemaal ontspoord. Vrijheid van
meningsuiting is een belangrijk uitgangspunt, maar een beetje zelfrelativering en
nuance zou op zijn plaats geweest zijn. De man viel al nauwelijks nog ernstig
te nemen met zijn standpunten rond de recente spoorstaking, maar hier raakt hij
helemaal het spoor bijster.

Al wie zich links en progressief noemt, zou goed moeten
nadenken voor ze N-VA en Bart De Wever blijven stigmatiseren zoals ze dat nu
proberen te doen. Ondanks zijn machtspositie in Vlaanderen houdt De Wever van
de underdog-positie. Als je zo iemand fysiek bedreigt of om de oren slaat met
onzinnige en zelfs wansmakelijke historische vergelijkingen, zal dit zijn
populariteit alleen maar versterken, want de Vlaming houdt nu eenmaal van
underdogs. Wie haat zaait tegen De Wever, zal alleen maar nieuwe verkiezingsoverwinningen
van N-VA oogsten. Ook dat bewijst de geschiedenis herhaaldelijk.

Het is zinloos en dom om het éénentwintig jaar oude, bestofte
scenario om het Blok af te stoppen van onder de mottenballen te halen en
vervolgens op de repeat-knop te drukken. Je moet De Wever niet aanvallen op
zijn persoon, maar op zijn argumenten. It’s
the content, stupids!
Hou de discussie inhoudelijk, in het volle besef dat
de man een uitstekend debater is en je onder tafel kan praten. En vooral: kom
met een eigen verhaal als alternatief voor het separatistisch, anti-Waals, anti-syndicalistisch
en ongenuanceerd pro-werkgevers discours van de man en zijn partij.

Links moet dringend rechtsomkeer maken in zijn retoriek. In
herhaling vallen zal alleen maar tot meer nederlagen, grotere frustratie en
uiteindelijk zelfvernietiging leiden. Die plaat is al grijsgedraaid. Dus: ‘Zet
die ploat af, want ze blèft hange!’. Creëer een positief alternatief voor het
huidige rechtse klimaat: niet door zonder na te denken in te hakken op rechts,
niet door de maatschappijkritiek van (centrum)rechtse partijen te negeren, niet
door blind te blijven voor de problemen van de multiculturele samenleving, maar
wel door een coherent en consequent verhaal op te bouwen. Dat vergt ongetwijfeld
tijd, tijd die je beter niet verliest door in het wilde weg te slaan. Juni 2014
komt er snel aan.

‘De geschiedenis herhaalt zich, eerst als tragedie, dan als
klucht.’ Die is wel van Karl Marx.



Schaf de stemplicht af!

Politiek Posted on wo, oktober 24, 2012 14:15:50

Anderhalve
week na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen blijven de reacties en de
analyses toestromen. Niet onbegrijpelijk, want de aardverschuiving die de N-VA
veroorzaakte is ongezien in de Belgische politieke geschiedenis. Dat de N-VA
ervoor zorgde dat Vlaams Belang de grote verliezer van deze stembusgang werd,
is – vanuit democratisch oogpunt – mooi meegenomen.

Ik ben geen
politicoloog, volg de politiek vanop respectabele afstand, maar ben wel
uitermate geïnteresseerd. Wat ik in alle ronkende verklaringen achteraf mis, is
een grondige analyse van de gevolgen van de stemplicht in ons land. Ik ben er
namelijk van overtuigd dat de stemplicht
tot gevolg heeft dat heel wat ongeïnteresseerde, ongemotiveerde en ronduit
balorige kiezers hun stem uitbrengen zonder na te denken. Als “foert”-stem, als
tegenstem, of als steun aan iemand die ze uiterlijk sympathiek vinden, maar van
wie ze niet weten voor welke politiek die man of vrouw staat.

Ooit was het
afschaffen van de stemplicht een thema. Met name begin jaren negentig, bij de
omvorming van PVV tot VLD, werd het wel vaker op tafel gegooid. De liberalen
wilden het, de katholieken en sociaal-democraten niet, uit vrees dat een deel
van hun traditionele electoraat zou afhaken, met alle gevolgen vandien.

Ik citeer Guy
Verhofstadt, toenmalig oppositieleider namens de Vlaamse Liberalen en
Democraten, uit zijn boek “Angst, afgunst, en het algemeen belang” uit 1994:
‘Niet de belangrijkste maar in de tijd wel de allereerste hervorming waar we
aan toe zijn, is de afschaffing van die plicht en de invoering van het
stemrecht. De veel bezongen democratische plicht om in beginsel elke vier jaar
naar de stembus te gaan, is absurd. Met even veel logica zou men kunnen
voortschrijven dat iedereen op 11 juli de Vlaamse Leeuw hoort te zingen, op
straffe van gerechtelijke vervolging.”

En Verhofstadt
gaat in zijn bevlogen, maar ook ietwat drammerige stijl door: ‘De stemplicht is
namelijk een borstwering tussen de politici en de afkeuring die het
kiezerskorps gebeurlijk voor ze voelt. De bewindslieden hoeven geen
voorafgaande inspanning te doen, om de kiezer ervan te overtuigen aan de
democratie deel te nemen. Dit verklaart mee de in ons land gangbare schraalheid
van het electorale debat. Geen burger kan zeggen: mij niet gezien.’

Op dat laatste
punt heeft Verhofstadt niet helemaal gelijk, vind ik. Of: niet meer. De
verkiezingsresultaten van de jongste twintig jaar tonen precies aan dat de
burger die ‘Mij niet gezien’ uitdrukt door een negatieve stem uit te brengen.
Het succes van Vlaams Blok/Belang is daar een gevolg van geweest. Je maakt mij
niet wijs dat één op vier Vlamingen in juni 2004, ten tijde van de Vlaamse
verkiezingen, vóór de onafhankelijkheid van Vlaanderen, tégen de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens, xenofoob en islamofoob was. Nochtans
haalde Vlaams Blok toen 24,2% van de stemmen en werd het de tweede partij in
Vlaanderen. Zondag 13 juni 2004 was nog veel gitzwarter dan die allereerste
Zwarte Zondag, 24 november 1991. Was in oktober 2006 één op de drie
Antwerpenaren er werkelijk van overtuigd dat Vlaanderen zich moet afscheuren
van België en ging ie meteen ook maar akkoord met het veelbesproken 70-puntenprogramma?
Je kan veel zeggen over de gemiddelde Antwerpenaar, maar zoveel
onverdraagzaamheid schrijf ik hem niet toe.

De analyse van
Verhofstadt dateert inmiddels al van achttien jaar geleden en was toen nog zeer
sterk gefocust op de zogeheten “traditionele” partijen. Inmiddels is het
kieslandschap serieus veranderd en is de versnippering doorgezet. Tot bij de
federale verkiezingen van 2010 de N-VA
van Bart De Wever de immense populariteit van hun voorzitter kon verzilveren:
27,8% van de stemmen, 27 zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, in één
klap de grootste partij van Vlaanderen. Het optreden van De Wever in “De
slimste mens ter wereld” is zeer zeker een deel van de verklaring van dit
succes, al kun je dat de makers van het programma niet verwijten: andere
politici kregen dezelfde kans om televisueel te scoren, maar deden dat niet. De
figuur van De Wever: recalcitrant, treiterig, sarcastisch en soms cynisch,
sprak/spreekt de Vlaming aan. “Contraire”, zoals Filip Dewinter, maar zonder het
ranzige.

Plots was er
een partij waarop je wel tégen de anderen kon stemmen en het toch niet
verborgen hoefde te houden. En dus is een deel van de balorige kiezers
overgestapt van de ene naar de andere separatistische partij: eentje die niet
xenofoob en islamofoob is, en die wel rekening houdt met de universele
mensenrechten. Dat is goed, of op zijn minst: beter, maar het is nog altijd een
stem vanuit degoutantisme en niet vanuit overtuiging en reëel engagement.

Het is de stem
van de kiezer (m/v) die niet weet waarvoor ie stemt.

Ik weiger te
geloven dat ongeveer 40 procent van de Vlamingen vandaag voorstander is van de
onafhankelijkheid van Vlaanderen. Hoeveel van die foert-kiezers hebben de
statuten van de Nieuw-Vlaamse Alliantie ooit ter hand genomen en artikel 1.1, zin
3 gelezen: ‘In haar streven naar een beter bestuur en meer democratie kiest de
Nieuw-Vlaamse Alliantie logischerwijs voor de onafhankelijke republiek
Vlaanderen, lidstaat van een democratische Europese Unie.’?

Versta me niet
verkeerd: ik heb helemaal niets tegen een democratische partij als de N-VA. Ik
hou ook niet per se vast aan die hele vreemde constructie die België altijd is
geweest, want ik voel mij eerder Europeaan en geloof hartstochtelijk in de
Verenigde Staten van Europa. Maar ik vrees dat de kiezer door die verdomde stemplicht
dit land (en dan bedoel ik: België) laat afstevenen op de totale
onbestuurbaarheid, terwijl dat niet eens zijn/haar bedoeling is. Al wat ie wil
zeggen is: ‘Mij niet gezien’.

Waarom kunnen
we die ‘Mij niet gezien’ niet letterlijk interpreteren? Waarom vervangen we de
stemplicht niet door het algemeen enkelvoudig stemrecht, eventueel zelfs vanaf
zestien jaar? Het gevolg zal ongetwijfeld zijn dat er meer gemotiveerde kiezers
in het stemhokje staan. Blijkt dat N-VA dan nog altijd de grootste partij is, dan
is het duidelijk dat ik mij vergis en dat er wel degelijk een belangrijke
onderstroom van de Vlamingen voorstander is van de onafhankelijkheid en dan
moet je daar ook rekening mee houden.

Dit lijkt me
een belangrijk, maar helaas ietwat vergeten aandachtspunt voor de
“traditionele” drie partijen: wat Verhofstadt in 1994 schreef, en waar CVP en
SP toen tegen waren uit vrees voor een te groot stemmenverlies ten opzichte van
de VLD (laten we wel wezen!), blijft actueel. Vandaag hebben CD&V, sp.a en
Open VLD er alleen maar bij te winnen. Net zoals de democratie in dit land.

Vrienden
zeggen me dat de afschaffing van de stemplicht niets zal oplossen. ‘Kijk maar
naar het succes van Fortuyn en Wilders in Nederland, en Le Pen in Frankrijk,’
zeggen ze dan. Mààr: hoe jammer je de doorbraak en het succes van die politici ook
kunt vinden, ze zijn wel verkozen door mensen die bewust een stem hebben
uitgebracht en die daarvoor ongedwongen naar het kieslokaal zijn getrokken (of
die kiezers dan wel goed geïnformeerd zijn is weer een heel ander verhaal, maar
da’s hier niet aan de orde).

Laat de
woorden van Guy Verhofstadt van bijna twee decennia geleden een mantra worden:
‘Niet de belangrijkste maar in de tijd wel de allereerste hervorming waar we
aan toe zijn, is de afschaffing van die plicht en de invoering van het
stemrecht.’ Het uitroepteken zet ik er zelf wel achter!



« Vorige