Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Bartman

Politiek Posted on di, november 11, 2014 11:46:01

Karstmis
is den dag da ze nie schie-iete
“, zong Wannes Van de Velde lang
geleden, in één van zijn wrangste anti-oorlogsliederen. De bard was gisteren
precies zes jaar dood en wordt node gemist als muzikale tegenstem in het
gepolariseerde Vlaanderen. ’t Is 11 november, dan vieren we internationaal
Wapenstilstand (sinds 1918) en nationaal Vrouwendag (sinds 1971). Bedenk zelf
uw grap over de combinatie van die twee.

Hoe mooi zou het zijn dat ook de verbale
wapens en de geagiteerde pennenvruchten stil zouden staan vandaag, maar dat kan
helaas niet. Mijn meest welgemeende excuses, hiervoor! Ons land is in de ban van honderd-en-nog-wat heethoofden die
vorige donderdag een deel van Brussel in vuur en vlam zetten. De burgemeester
van de hoofdstad liep mee in de betoging tegen de regering-Michel (“Neen,
ik was aan het observeren”, poogde de brave man de flink geschaafde meubelen
te redden), zijn politiekorps voelde zich niet gesteund door de Grote Baas.
Force Mayeur verliep in mineur. En dan is er nog de voorzitter van het
parlement van de Franstalige Gemeenschap, die luttele dagen na het uitlekken
van LuxLeaks wilde nagaan wat er zoal allemaal aftrekbaar is in openbare
toiletten. Hij rukte af en hij rukte in, in die volgorde.

Toch wordt de show weer gestolen door één man,
net niet de slimste mens ter wereld, maar toch wel de machtigste man van het
land: voorzitter-burgemeester-parlementariër-officieuze eerste minister BDW, de
initialen zijn stilaan even vertrouwd als die van een Brusselse worstendraaier
van weleer. Een goed teken is dat doorgaans niet. Elk vraaggesprek met de
N-VA’er begint dezer dagen met :”Het staat niet in het
regeerakkoord”, gevolgd door “Het is de schuld van de
socialisten”, al kan het ook omgekeerd. (Hij zegt ‘socialisten’, zijn
achterban houdt het op ‘sossen’, dat bekt iets vlotter en ook wel iets
gemener.)

De burgemeester zet zich schrap tegen de
‘betoging’ van maandag 24 november in zijn stad. “Er zullen doden
vallen”, hoor je her en der zeggen, dus wordt vanaf ’t Schoon Verdiep een
grote ordemacht opgevorderd. De voorzitter blijft hameren op het regeerakkoord
om vooral geen duimbreed toe te geven aan de vakbonden, want zoals geweten zijn
dat allemaal ‘sossen’, ook die van het christen-democratische en liberale
syndicaat. De parlementariër, euh, die is weer even afwezig, vrees ik. Druk druk druk! De
officieuze eerste minister trekt de officiële premier geregeld bij het oor: bij
de les blijven, jongen! Het blijven drukke tijden, want het zijn voorwaar geen
mini-jobs (met uitzondering dan van dat parlementaire werk).
***

Betoging, daar had ik het over. Vorige week
hadden heel wat journalisten en zowat alle coalitiepartners het over een
‘staking’, terwijl er in Brussel werd betoogd. In de aanloop naar de actiedagen
van 24 november, 1, 8 en 15 december spreken velen – zelfs slecht geïnformeerde
oppositieleden – over ‘betogingen’, terwijl het om stakingen gaat. Verschil
onduidelijk? Op stakingsdagen wordt er niet betoogd en op betogingsdagen wordt
er niet, euh, ja, dat laatste is soms verwarrend, akkoord. Belet niet dat de
media niet mee moeten stappen in de framing
van links, rechts, averechts, centrum of uit welke richting de manipulatoren
van de informatiestroom ook mogen komen. Check, dubbelcheck, triple check, iemand
recent nog van die journalistieke begrippen gehoord?

Vierentwintig november: staking. Bedrijf per
bedrijf te bekijken. Géén betoging, zo benadrukken de vakbonden zelf. Dus: als
er toch wat onverlaten in groep op straat komen met spandoeken, is dat voor
eigen rekening en mogen die gerust worden opgepakt wegens openbare ordeverstoring. Al de rest is praat voor de vaak en voor de eigen achterban.

Ik begrijp best dat er wat onrust is, na wat
er in Brussel is gebeurd. Je kan niet tot in het oneindige sukkels die hun auto
in vlammen zien opgaan tegemoetkomen via crowdfunding. Er zijn grenzen aan
solidariteit, niet elk ‘slachtoffer’ is een knuffelbeer, zo diep zijn onze
zakken niet en na een tijdje treedt gewenning op. Goed dat de politie waakzaam
blijft, beter nog dat herrieschoppers worden opgepakt en streng gestraft. Veel
minder goed is dat de burgemeester van de grootste stad van Vlaanderen nu al
een angstpsychose voedt. “Er staat ons wat te gebeuren, maar ik sta
pal!”, is de achterliggende gedachte. (“Kom maar af!”, zullen op
rellen beluste idioten verstaan.) Olie op het vuur gooien, heet dat in fijne
beeldspraak.

En altijd is er een welwillende journalist in
de buurt om hem een microfoon onder de neus te duwen. Dan kijkt hij eerst gemaakt
verbaasd, snuift even verachtelijk, neemt vervolgens een presidentiële pose aan
en begint aan een exposé dat vooral niet onderbroken mag worden, tenzij door
een Nederlandse praatgrage presentator, want hoeveel Vlamingen kijken er nou
naar Oog in Oog? (Daarin zei hij
binnen één antwoord eerst “Er is geen alternatief voor dit beleid”,
gevolgd door “De socialisten willen Frankrijk kopiëren”, wat – hoe
slecht het ook als voorbeeld moge zijn – wel degelijk een alternatief is, maar soit!) Er was een tijd, nog niet zo lang
geleden trouwens, dat zijn achtergrondkoor voortdurend ‘Regimezender’ of
‘Regimepers’ riep en schreef als een politieke tegenstander iets te vaak naar
hun zin zijn zegje mocht doen (dat wil zeggen: élke keer dat iemand van andere
politieke kunne aan bod kwam!). Nu is het verdacht stil. Die van de andere kant
zijn iets terughoudender wat dat betreft.

***

Antwerpen mag trots zijn op zijn superheld.
Als het op 24 november te heet wordt, trekt Bartman zijn cape aan, springt
achter het stuur van zijn Bartmobiel en redt in zijn eentje de koekenstad van
een gewisse ondergang. Duizenden stadsgenoten zullen hem in de daaropvolgende
dertig jaar eren door t-shirts te dragen met dat eenvoudig herkenbare embleem –
middelvinger en wijsvinger die samen het V-teken vormen -, daarboven, in Comic
Sans, de heldhaftige naam ‘Bartman’ en op de rugzijde het opschrift ‘Gotham City overleefde de
betoging’. Of was het een staking? Moeilijk te zeggen soms.



Domme lijn

Politiek Posted on ma, november 10, 2014 12:45:50

Timing is alles in het leven. In de dagen dat
de hele wereld de val van de Berlijnse muur herdenkt, kondigt staatssecretaris
voor Sociale Fraude, Privacy en Noordzee Bart Tommelein een kliklijn aan tegen
sociale fraudeurs, u weet wel, die luieriken die in hun hangmat kostbare eurocenten
aftroggelen van de hardwerkende Vlaming.

Vijfentwintig jaar geleden werd een
verschrikkelijk monument gesloopt, dat 28 jaar lang de grens had gemarkeerd
tussen ‘het vrije westen’ en ‘het verderfelijke communisme’, tenminste als je
dat door een westerse bril bekeek. De Deutsche Demokratische Republik, DDR, zou
het nog bijna een vol jaar uithouden, maar de uitwassen van dat regime
behoorden tot de verleden tijd, al blijven de wonden tot op de dag van
vandaag etteren. Het IJzeren Gordijn werd met een ruk opzij geschoven, het
Oostblok was niet meer, de Sovjet-Unie werd een reus op lemen voeten die kort
daarna vervelde tot GOS en later tot vijftien aparte staten, met Rusland als
grootste.

Er was geen werkloosheid in de DDR, zullen
hevige voorstanders u nog altijd proberen voor te spiegelen. Er was geen
armoede. Er was geen klassenonderscheid (officieel toch niet). Wat er ook niet was: vrijheid. En dat mag u in de letterlijke en
figuurlijke zin interpreteren. Het Ministerium für Staatssicherheit, in de
volksmond: Stasi, had een inlichtingendienst uitgebouwd die alle geledingen van
de bevolking bereikte. Zijn tentakels reikten tot in de slaapkamer van de
Oost-Duitse Otto of Helga. Aanvankelijk ging de overheid zelf op zoek naar spionnen
en landverraders, tot ze op het even schitterende als perverse idee kwamen om
burgers in te schakelen. Die sloegen vervolgens massaal aan het verklikken. Alles voor het regime en een zakcentje meer.

Tommelein wil dus een kliklijn voor sociale
fraudeurs. Zelf noemt hij het een meldpunt. Naar eigen zeggen is de
staatssecretaris van donkerblauwe signatuur het beu dat hij anonieme brieven
ontvangt van landgenoten die andere landgenoten willen aangeven als valsspelers
in het sociale circuit. Via dat meldpunt moeten waakzame burgers uit de
anonimiteit treden, in ruil krijgen ze bescherming. Dat Tommelein er nog niet
aan gedacht heeft om hen ‘pentiti’ te noemen, naar de Italiaanse burgers die
lijf en leden riskeren om maffiosi in hun hemd te zetten door hen te signaleren
bij de overheid!

De timing wordt nog fouter nu er niet alleen
die herdenking in Berlijn is, maar ook het uitgelekte dossier van de
Luxemburgse rekeningen waarlangs rijke Belgische families en bedrijven
belastingen ontduiken. Legaal, dat wel, maar daarom niet minder inciviek.
Achter hen aangaan gebeurt niet en zal ook niet gebeuren, want het staat niet
in het regeerakkoord en al wat niet in het regeerakkoord staat bestaat niet
volgens de grootste regeringspartner, N-VA. Ach, dat het hier om vele miljarden
gaat en dat je bij de sociale fraudeurs hooguit een paar miljoenen kunt
terugvinden, is een onbeduidend detail. “Het staat niet in het regeerakkoord” is het nieuwe mantra dat werd afgesproken op het Schoon Verdiep.

Net nu, 25 jaar na de val van de muur, bouwt
de regering-Michel I een muur tussen de rijken en machtigen en de rest van het
land, tussen wie heeft en wie niet heeft, tussen kapitaal en arbeid.
Ideologischer kan haast niet. Net nu, alsof die historische gebeurtenissen van
9 en 10 november 1989 hem ontgaan zijn, verklaart de staatssecretaris voor
Sociale Fraude de jacht geopend middels de installatie van een kliklijn. Net nu, op een moment dat duidelijk moet zijn
geworden dat noch kapitalisme noch communisme heilzaam waren, kiezen onze
federale en Vlaamse regeringen de kant van het grootkapitaal, wellicht uit
dankbaarheid dat het mee aan de basis ligt van de huidige economische crisis
(“Dank u, banken!”) en het grenzeloze fiscale incivisme. Een verkeerd signaal op een
verkeerd ogenblik, fouter kan haast niet.

Versta me vooral niet verkeerd: als er sociaal
gefraudeerd wordt, moet daar onverbiddelijk tegen opgetreden worden. Klaar en
duidelijk. Maar dat is een taak van de overheid, die heeft daar haar
controlemechanismen voor. Desnoods moet ze extra personeel in dienst nemen (“Jobs! Jobs! Jobs!”, nietwaar?). Het is niet de taak van de individuele burger om
buurman, overbuurvrouw of vroegere kennis te verklikken. Of gaat de
staatssecretaris voor Fraudebestrijding, Armoedebestrijding en
Wetenschapsbeleid, Elke Sleurs (N-VA), gelijkaardige initiatieven nemen tegen
fiscale fraudeurs en profiteurs? Het zou van enige kracht van verandering
getuigen, al blijf ik ook in dat geval verklikkertje spelen hekelen.

Ik weet het, het is een goedkope woordspeling,
maar die kliklijn van Bart Tommelein is in mijn ogen een hele domme
lijn.



Politiek

Politiek Posted on ma, oktober 27, 2014 11:43:10

Twee jaar en vijf dagen zit ik nu op Twitter
als mezelf (voordien was ik actief op de accounts van mijn werkgevers) en ik
zie al een hele maandagochtend de hashtag #iktweetnietoverpolitiek passeren. Ik
doe niet mee, #iktweetweloverpolitiek, maar ik begrijp waar dit initiatief
vandaan komt: in de aanloop naar de verkiezingen van 25 mei, nog veel meer
nadat de resultaten daarvan bekend waren en zeker sinds de samenstellingen van
de Vlaamse en federale regeringen is Twitter een vergaarbak van diepe frustraties
versus onvoorwaardelijke euforie geworden. Irritant, bij momenten. Véél
momenten. Héél irritant.

***

Ik tweet en schrijf wel nog over politiek, al
was het maar om u het oogkleppenloze interview met Björn Rzoska in De Morgen aan te bevelen. De ene
grootvader van Rzoska, wiens roots in
Polen liggen, stapte tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet, de andere
collaboreerde openlijk met de nazi’s. Op familiefeestjes leverde dat
discussiestof op voor vele jaren. Rzoska, Groen-fractieleider in het Vlaams
Parlement, pleit nu op een volwassen en onbevooroordeelde wijze voor amnestie,
bijna zeventig jaar na het einde van de oorlog. Ook Philippe Moureaux, al jaren
de luis in de pels van zijn eigen Parti Socialiste (een beetje de Frank
Vandenbroucke van de PS maar dan onbezonnener en minder intelligent), zette
vorige week de deur open voor amnestie, tot groot ongenoegen van de furies in
zijn partij.

Ooit stond amnestie hoog op de agenda van
federale regeringen. Ik spreek over meer dan dertig jaar geleden, toen die
verdomde oorlog nog veel aanweziger was in onze samenleving en
vergevingsgezindheid nog met een kleine letter v geschreven werd. Er kwam niets
van in huis, de ‘witten’ wilden de ‘zwarten’ nog lang niet pardonneren voor hun
gedrag vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner me
keukentafelgesprekken bij mijn grootouders waar ‘die zwarten’ niet echt op veel
sympathie moesten rekenen, iets wat ik als kleine rakker maar moeilijk kon
begrijpen.

Vandaag zijn die ‘zwarten’ bijna allemaal dood
en blijven enkel hun nazaten over. Een aantal daarvan is blijven dwepen met die
Hitleriaanse ‘idealen’, dat klopt. Anderen hebben hun voorgeschiedenis consequent afgezworen.
Enkelingen zwijgen er zedig over of zeggen dat de collaborateurs wel hun
redenen zullen gehad hebben. Die laatsten verwarren ‘amnestie’ met ‘amnesie’,
er is dan ook maar één letter verschil.

In een volwassen samenleving moeten we die
bladzijde eindelijk durven omslaan. Vergeven, maar niet vergeten. Er zijn dan
wel twee zeer strikte voorwaarden aan verbonden. Eén: wie historisch tot het kamp
van de ‘witten’ behoorde, moet durven vergeven. Twéé: wie historisch tot het
kamp van de ‘zwarten’ behoorde, moet durven toegeven dat de collaboratie niet
alleen een vergissing maar ook een fundamentele ideologische fout was.

Benieuwd wie, na Rzoska en Moureaux, de eerste
stap zet. Merkwaardig is alleszins al dat de N-VA de uitgestoken hand van
Moureaux niet heeft willen schudden. Ze zullen wel hun redenen gehad hebben.

***

Ik tweet en schrijf wel nog over politiek, al
was het maar om de aanstelling van Matthias Storme tot bestuurder van het
Interfederaal Gelijkekansencentrum onder de aandacht te brengen. Storme is een
Vlaams-nationalist die tien jaar geleden na de veroordeling wegens racisme van
Vlaams Blok riep dat hij nu wel verplicht was om extreem-rechts te stemmen,
waarop hij prompt uit de N-VA werd gebonjourd.

Diezelfde Storme, inmiddels gerehabiliteerd
bij de Nieuw-Vlaamse Alliantie, vindt dat discriminatie moet kunnen. In een
bijzonder cryptisch vraaggesprek in De
Standaard
van vandaag nuanceert hij dat min of meer: “Ik pleitte nooit
voor het recht op discriminatie, maar voor de vrijheid om te
discrimineren.” Nuance!

Even verderop braakt de Leuvense professor het
volgende uit: “Men bekijkt discriminatie altijd onmiddellijk als iets
negatiefs, terwijl, als je lang genoeg doorvraagt, je bij iedereen op dit soort
discriminatie stoot.” Storme vindt het bijvoorbeeld geen enkel probleem
dat passagiers een blanke taxichauffeur eisen. Hij vergelijkt het zelfs met de
keuze van je bakker. Ja, ’t is een pateeke,
onze Matthias, zullen ze in Vlaams-nationalistische kringen denken, ze zullen
de hele heisa rond zijn benoeming ongetwijfeld “een Storme in een glas
water” vinden.

In de slotparagraaf kreeg de professor van, nota
bene, allerlei soorten Recht me helemaal in de gordijnen. Hij verwees daarin
naar Frankrijk, waar bedrijven die zich niet houden aan opgelegde quota bij de
indienstneming van gehandicapten die burgerlijke ongehoorzaamheid kunnen afkopen door een
bedrag te storten in een apart fonds, waarvan de inkomsten worden verdeeld onder
de bedrijven die wel de wet respecteren.

Geen probleem dat u een racist bent, hoor,
stort gewoon een bijdrage in de pot. Alsof je recidivistische snelheidsovertreders nooit hun rijbewijs zou afnemen, zolang ze maar hun boetes betalen.

Makak!”
(5 euro in de pot)

“U bent nog van plan om zwanger te
worden, mevrouw? Sorry, we zoeken iemand anders!” (10 euro in de pot)

“Hahaha, denkt u echt dat u in die
rolstoel hier kunt komen werken, sukkelaar!” (15 euro in de pot)

***

Ik tweet en schrijf dus nog wel over politiek
deze week, al was het maar omdat er in deze boeiende tijden volop materiaal is
om te gebruiken en u het desondanks niet in de eindejaarsshow van Geert Hoste te horen zult krijgen.



Hallo, Shanghai?

Politiek Posted on wo, oktober 15, 2014 12:43:33

Zaterdag:
twee ministers en een staatssecretaris van N-VA leggen de eed af door
ostentatief het V-teken te maken.

“Ha, de Steven Vandeput, zie, hoe was ’t
in ’t paleis vandaag, meneer de minister van Defensie?”

“Fantastisch, Bart! En weet ge: we hebben
het V-teken gemaakt, tof hé.”

“Wablieft?”

“Ja, Jan, Theo en ik.”

“Godverdegodver”

“Allee, Bart, vindt ge dat geen
goed…”

Tuuttuuttuut

***

Maandag:
minister van Binnnenlandse Zaken Jan Jambon zegt in
La Libre Belgique iets over de collaboratie.

“Dag Jan, alles oké daar?”

“Zeker Bart, en bij u?

“Ik heb gisteren voor de tv-camera’s
gezegd dat ze hier in Shanghai precies nog in de tijd van priester Daens
leven, hahaha.”

“Tof! Ik heb hier iets gezegd over de
collaboratie en dat die mensen zo hun redenen hadden.”

Tuuttuuttuut

***

Dinsdag:
extreem-linkse kringen lekken dat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo
Francken, in het gezelschap van Vlaams minister Ben Weyts, aanwezig was op het
verjaardagsfeestje van de 90-jarige Bob Maes, collaborateur, oprichter van het VMO.

“Dag Theo, hoe is ’t daar?”

“Goed Bart, zondag naar een tof verjaardagsfeest geweest.”

“Ha, van wie dan?”

“Van den Bob hé.”

“Bob wie?”

“Bob Maes.”

Tuuttuuttuut

***

Woensdag:
Kortrijks N-VA-gemeenteraadslid Steve Vanneste wil dan toch niet dat er een
Mandelaplein komt in zijn stad, want de Zuid-Afrikaanse leider was volgens hem in de eerste plaats een
terrorist.

(zucht)
Alles oké, Liesbeth?”

“Och, Bart, ge wilt het nie weten. Nu heeft
er weer ne pipo van Kortrijk Mandela nen terrorist genoemd.”

“Ene van ons?”

“Ene van ons Bart.”

(lange
stilte)

“Ik kom niet meer terug, Liesbeth, ik
blijf in Shanghai!”

“Mor Bart, dat kunt ge toch nie…”

Tuuttuuttuut

***

Donderdag:
wait and see…

***

Een perfectere illustratie van het spreekwoord
‘Zwijgen is goud, spreken is zilver’ dan we de jongste dagen kregen, is
ondenkbaar. De partijdiscipline die de N-VA tijdens de formatiegesprekken
oplegde – wat de partij al eerder deed rond de aanwezigheid van de Rode Duivels
op het WK Voetbal – blijkt nu, na de eedaflegging, compleet verdwenen. Tip voor
BDW: zwijgplicht klinkt niet erg democratisch, maar als je dat intern consequent toepast
zou het u vele vervelende en dure telefoontjes besparen. Graag gedaan!



Maggie

Politiek Posted on ma, oktober 13, 2014 12:27:38

Alles draaide dit weekend om Maggie De Block (pun intended). De kersverse minister van
Volksgezondheid en Sociale Zaken legde in een toepasselijk blauw gewaad de eed
af bij de Koning, had vooraf netjes ingestudeerd dat ze de vorst zou
toefluisteren dat dit ‘een droom’ voor haar was, was buitengewoon opgetogen
over een hagiografisch boek dat maandag (vandaag) gepresenteerd zou worden (Buitengewoon Maggie) en kreeg tal van
steunbetuigingen nadat een tweet van Amerika-correspondent Tom Vandeweghe haar
geloofwaardigheid had aangekaart.

Even naar die tweet, die eigenlijk bestond uit
twee delen. Letterlijk stond er (inclusief tikfout): “Vaststelling 1: in
een land geplaagd door obesitas vormt een zwaarlijvige presidentskandidaat
zoals governeur Chris Christie een probleem.” “Vaststelling 2: België
krijgt minister v volksgezondheid die obees is. Kritiek wordt afgedaan als
flauwekul, maar wat met geloofwaardigheid?”

Embonpoint

Klinkt best hard, zeker als dit verpakt wordt
in 140 tekens, maar het is wel een legitieme vraag. Ik heb me dat ook
afgevraagd toen de postjesverdeling officieel werd medegedeeld. De Block is dokter, maar
ze ziet eruit als een ongezonde patiënt. Ik weet niet of ze obees is door een
ongezond voedingspatroon, dat ze een lichamelijke afwijking heeft of dat dit in
de familie zit. Het interesseert me niet en het gaat me ook niet aan.

Ik heb ook niet het recht om haar politieke
functioneren omwille van haar figuur in vraag te stellen, want dan had ik dat
vijftien jaar geleden ook moeten doen toen Luc Van den Bossche, een man met een
embonpoint om Uuuuuuuu tegen te zeggen, diezelfde bevoegdheid kreeg. Toen
werden die opmerkingen bij mijn weten niet gemaakt. Ja, dat is seksistisch, een
vrouw wordt nog altijd meer op haar uiterlijk beoordeeld dan een man. Dat is onaanvaardbaar.

Toch blijft de vraag: kan iemand die zelf
obees is straks maatregelen uitvaardigen tegen één van dé ziekten van deze
moderne tijd, obesitas, zonder dat ze zelf in het oog van de storm komt te
staan én zullen de Belgen haar beslissingen dan volgen?

Ik weet het niet, maar ze verdient wel het
voordeel van de twijfel. Het gaat om de inhoud, niet om de vorm, schreef Bart
Eeckhout vandaag in het commentaarstuk in De
Morgen
en zo is het maar net. Op Twitter vroeg men zich af: moet een minister
van Landbouw zelf boer zijn? Kan een gewetensbezwaarde minister van Defensie
worden? Een ex-bankier als minister van Financiën, willen we dat wel? Ik denk
dat het antwoord telkens ‘Ja’ moet zijn, op voorwaarde dat de minister (m/v)
inhoudelijk sterk en consequent is.

Hamvraag

De hamvraag (pun again intended) is dus: is Maggie De Block vakbekwaam? Het
antwoord daarop zullen we pas over een paar jaar kunnen geven, want als
staatssecretaris van Asiel en Migratie werd ze ook al na een paar dagen met de
grond gelijkgemaakt door diezelfde krant die nu stelt dat ze op inhoud moet
beoordeeld worden. Ze voerde een hard beleid, gebaseerd op de wettekst, wat op
zich lovenswaardig is. Ik schreef er op 27 september 2013 een blogpost over,
onder de titel ‘Het spel en de regels’: “In België worden de regels al te
vaak tijdens het spel gewijzigd. We zijn een land van gefoefel en schimmige
deals in achterkamertjes. Het is niet slecht dat je dan iemand hebt als Maggie
De Block die zich verzet tegen regelingen à
la tête du client
, hoe onmenselijk dat ook mag lijken voor Navid (Sharifi, fvl).”

De vraag of ze wel geloofwaardig is in deze
specifieke functie mag echter wel gesteld worden. Meer nog: ze móet gesteld
worden. Niet via Twitter, maar in een face-to-face interview met de minister.
Helaas durft niemand dat blijkbaar, zodat zo’n tweet als die van Tom Vandeweghe
eruit sprong. “Kunt u, mevrouw de minister, op een geloofwaardige manier
de strijd tegen obesitas aangaan?” is een harde, maar tegelijkertijd
pertinente en terechte vraag. Waarom wordt ze dan niet gesteld?

De Block wordt ontzien. Deels omdat we het
onbeleefd vinden om dikke mensen te confronteren met hun zwaarlijvigheid, maar
vooral, vermoed ik, omdat De Block al een tijdje de populairste politicus van
het land is en journalisten schrik hebben om hun eigen
kijkers/luisteraars/lezers tegen de haren in te strijken. Dus blijven kritische
vragen veeleer achterwege.

Populaire
Maggie

Wat mij heel sterk verwondert is hoe het kan
dat Maggie De Block momenteel onze populairste politicus is. Ik begrijp dat
Bart De Wever in de Top 3 staat: ik deel zijn visie absoluut niet, maar je kan
niet ontkennen dat de man een boodschap heeft en dat hij die helder en
duidelijk kan brengen. Ik begrijp al veel minder dat de wollige Kris Peeters zo
immens populair is, een man die op het WK Rond-de-pot-draaien het podium zou
mogen ambiëren. En ik begrijp dus allerminst dat De Block die, voor de rest
verwaarloosbare, populariteitspoll aanvoert.

Het gaat nu even niet over haar uiterlijk, al
zal dat op de achtergrond ongetwijfeld wel een rol spelen, vooral bij diegenen
die op haar hebben gestemd. Vlamingen houden nu eenmaal van underdogs en dikke
mensen zijn underdogs in deze samenleving. Belangrijker is: waar staat ze voor?
Wie is Maggie De Block, de politica? Wat is haar algemene visie en hoe denkt ze
in het bijzonder over volksgezondheid en sociale zaken, haar nieuwe
bevoegdheden?

Heeft iemand De Block al op een origineel idee
kunnen betrappen? Kan ze anders praten dan in nietszeggende clichés? De
zeldzame keren dat ze in een tv- of radio-studio zat, geloofde ik haar niet: ze
speelde een stukje volkstoneel. Op basis van een slecht geschreven tekst, nog
wel, in heel simpel Nederlands. Zou zo iemand ons land kunnen leiden? Zou zo
iemand ons kunnen vertegenwoordigen in het buitenland (nogmaals: probeer door
haar uiterlijke verschijning heen te kijken – pun once again intended – en let op wát ze zegt en hóe ze het
zegt)?

Ach, ik gun het haar wel dat ze alle criticasters een poepje laat ruiken (no pun at all!) door haar uitmuntende werk in het rariteitenkabinet-Michel I: buitengewoon Maggie in een hoe langer hoe meer
buitengewoon land.



V

Politiek Posted on za, oktober 11, 2014 13:11:01

De eed afleggen ten paleize, dat doe je dus
door de wijs- en middelvinger van je rechterhand omhoog te steken, hand naast
het hoofd, de twee uitgestoken vingers netjes tegen elkaar als waren ze aan
elkaar gelijmd met colle-tout, en dan
een ingestudeerd zinnetje te declameren. Zelfs als je opgewonden en
hypernerveus bent, ADHD’er, Alzheimerpatiënt, je rechterarm geamputeerd werd of
je nog andere malheuren hebt
meegemaakt in het leven, kan je dat makkelijk onthouden. Je kan erop oefenen, thuis voor de
spiegel.

Drie N-VA’ers in de regering-Michel I maakten
het V-teken, dat ze zich in de voorbije kiescampagne hebben toegeëigend. De V
van Verandering, Vooruitgang, Vertrouwen en, bovenal, allemaal samen:
Vlaanderen. “Het was niet opzettelijk”, verdedigde Jan Jambon zich
achteraf. Wat het excuus van Steven Vandeput en Theo Francken was, is vooralsnog
onduidelijk. Niet opzettelijk? Op die symbolische plek? Op dit symbolisch
moment? Met al die camera’s op hen gericht? Als u dat gelooft, bent u wel zéér
goedgelovig.

De minister van Binnenlandse Zaken en die van
Defensie, zowat de twee enige federale posten die altijd zullen overblijven
zolang België bestaat, maakten van dat unieke podium gebruik om hun achterban
te tonen waar hun werkelijke bekommernis ligt. In de afbouw van België. Meer
moet je er echt niet achter zoeken, minder ook niet. Misschien was het wel een
reactie op de negatieve peilingen, waaruit moet blijken dat de N-VA nog voor de
start van de ambtstermijn van de federale regering drie procent inlevert, die
nagenoeg integraal terugkeren naar Vlaams Belang. Peilingen, je moet ze
relativeren, maar ze geven toch een indicatie: in dit geval wellicht van de
ontevredenheid van de rechtervleugel van een rechtse partij, die op méér
Vlaanderen en minder sociaal-economische accenten had gerekend. Zoals de
linkervleugel van de CD&V op dit ogenblik voor sp.a en Groen zou stemmen:
CD&V verliest 5 procent volgens de poll van Het Laatste Nieuws, sp.a en Groen winnen er respectievelijk 4 en 1.
De linkervleugel van de CD&V en de rechtervleugel van de N-VA, de twee
uitersten in deze regering, zijn nu al malcontent. Da’s verdomd rap.

De reacties aan Waalse kant waren heftig en,
zoals gebruikelijk, ongenuanceerd: MR zal nu nog meer als verrader van Wallonië
worden beschouwd, als enige Franstalige partij die in bad is gekropen met
(centrum)rechts Vlaanderen en dan vooral die ‘staatsgevaarlijke’ Vlaams-nationalisten. Je kan dat wegwuiven en het toeschrijven aan Waalse furie
of jaloerse toeschouwers aan de zijlijn, maar het zou wel eens kunnen wegen op de
viereneenhalf jaar die Charles Michel en de zijnen voor de boeg hebben.

En dan is de vraag: zal die ludiek ogende
boodschap voor de vendelzwaaiende achterban van Jambon, Vandeput en Francken –
“Jongens, het komt wel goed, nog even geduld en we kunnen het vehikel
België van ons afschudden!” – niet als een molensteen om de nek van de
leden van deze regering blijven hangen. Als het bij deze ene ‘uitschuiver’
blijft, tant pis, kan gebeuren, maar
als N-VA-ministers vaker en plein public
nationalistische reflexen zullen tonen, zal dat de cohesie in Michel I allesbehalve ten
goede komen.

De weg is lang, de gids onervaren, de
schoonmoeder op het Schoon Verdiep ongeduldig, de achterban verdeeld: boeiende
tijden staan ons alweer te wachten.



Wijven

Politiek Posted on vr, oktober 10, 2014 17:21:16

“Wijven moeten zoveel complimenten niet
maken”. Ik probeer me het zenuwachtig gekuch voor te stellen op de
plechtige banken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het gegniffel, het
openlijke gelach, de boze vuisten van woede, de verontwaardigde kreten van de
weinige vrouwelijke verkozenen. De uitspraak dateert niet van vlak na de
oprichting van dit land, evenmin uit de periode dat onze vorst Leopold II heette, noch
van het interbellum, zelfs niet van de jaren vijftig of zestig van de vorige
eeuw. Ze werden in 1972 uitgesproken door Louis Major, toenmalig minister van
Arbeid en Tewerkstelling in de roomsrode regering Eyskens-Cools, voordien
jarenlang algemeen secretaris van het ABVV, een sos. Major fulmineerde toen tegen ene Nelly Maes, fris verkozene namens de
Volksunie, die het had aangedurfd om te eisen dat haar collega’s haar met haar
meisjesnaam zouden aanspreken, zoals het in een moderne, geëmancipeerde
maatschappij hoort.

Neen, modern en geëmancipeerd was de op dat
moment zeventigjarige übersocialist Major niet. ‘Scheldmajoor’ noemden ze hem, zowel in zijn eigen partij als tot ver daarbuiten. Major leidde toen ook op buldertoon
het dagblad De Volksgazet, de
voorloper van De Morgen. Ja, dat kon
toen allemaal nog, want modern en geëmancipeerd waren onze media en onze politici
nog lang niet, tot grote ergernis van ‘Rode Nelly’ en andere Mieten Smet.

Zijn we dan vandaag wel zo modern en
geëmancipeerd? Af te leiden aan de samenstelling van de regering-Michel I zou ik
dat niet direct durven stellen. We sluiten een periode af waarin de eerste
minister openlijk homoseksueel was, we bij aanvang van diens regeerperiode vijf
vrouwelijke ministers telden, van wie zelfs twee vice-premiers, en één
vrouwelijke staatssecretaris. 38,5% van de ministers in Di Rupo I was vrouw,
als je de hele ploeg bekijkt daalt dat percentage naar 31,6%. Zes op negentien.
Laten we naar boven afronden: één op drie. Dat leek ons drie jaar geleden oké, maar ook niet veel meer dan dat. Normaal, quoi.

Charles Michel zal een ploeg leiden bestaande
uit achttien man: de premier, dertien ministers (+ 1), vier staatssecretarissen
(- 2). Bij de ministers welgeteld drie vrouwen (21,4%), bij de
staatssecretarissen één (20%). Totaal: vier op achttien, oftewel 22,2%. Laten
we opnieuw naar boven afronden: één op vier. Eentje minder dan in de vorige regeringsploeg.

Minder vrouwen, die dan ook nog eens minder
zware bevoegdheden te beheren krijgen (we hadden: Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid
en Sociale Zaken, Justitie, Middenstand/KMO’s/Zelfstandigen en Landbouw, en
Werk, en vooral niet te vergeten twee vice-premiers; we krijgen:
Volksgezondheid en Sociale Zaken, Energie en Duurzame Ontwikkeling, en
Mobiliteit). “Een regering van de twintigste eeuw”, schreef iemand.
Gevoelsmatig vind ik dat nog niet sterk genoeg klinken. Het lijkt wel alsof de
geest van Louis Major in de lange onderhandelingen is geslopen en we terug
gekatapulteerd werden naar 1972. “Wijven moeten niet zoveel complimenten
maken”, behalve wanneer ze de populairste politicus van het land zijn
geworden of geen enkel haantje geïnteresseerd is in hun zachte postjes
(Energie, Mobiliteit).

Ik mag vooral niet vergeten te vermelden dat de MR ook de
voorzitster van de Senaat levert, een instelling die zichzelf de komende
legislatuur mag opdoeken. Ook dat klinkt haast symbolisch. “Zet daar maar
een vrouwtje neer, in dat rode pluche mogen ze wel complimenten maken, dat
hoort toch niemand!” Ik denk niet dat de naam Christine Defraigne veel zal
rondzingen in de media en in de politieke coulissen.

Spontaan associeer ik de huidige
regeringspartijen met besloten cenakels, waar mannen bij het roken van een dure
sigaar en het drinken van een dure borrel gore bakken vertellen. Gelach
verzekerd. De aanwezige excuustruzen lachen mee, ze hebben geen andere keuze in
een wereld die wordt geregeerd door bange blanke mannen. Het zijn masculiene
barakken waar vrouwen ternauwernood getolereerd worden. Tussendoor regelen de staatsmannen staatszaken, zoals het hoort.

Ik dacht tot nog toe dat ik bevooroordeeld
was, dat (centrum)rechts wel degelijk voor een aanvaardbaar evenwicht zou gaan.
Is CD&V niet die standenpartij waar de groepering ‘Vrouw en Maatschappij’
iets in de pap te brokken heeft? Is N-VA niet die partij die nieuwe Belgen,
niet zelden van vrouwelijke kunne, een prominente plaats op verkiezingslijsten
gunt? Wordt Open VLD niet geleid door een voorzitster?

De hashtag #zesvrouwenofgeenvertrouwen
circuleert nu op Twitter. Ik weiger die te gebruiken, omdat we dan weer in de
sfeer van de quota belanden en dan kan je net zo goed
#dehelftvrouwenofgeenvertrouwen tweeten. Maar het is wel goed dat deze gang van
zaken gehekeld wordt, want in het veertiende jaar van de éénentwintigste eeuw blijkt
politiek in België nog altijd een mannenzaak.

Als de politieke stok in ons land binnen de familie wordt
doorgegeven is het bijna altijd van vader op zoon, heel af en toe van vader op
dochter (Marleen Vanderpoorten, schiet me te binnen), nooit van moeder op
dochter. Het is een gesloten circuit, waar buitenstaanders worden geweerd, zo’n
beetje zoals in de Antwerpse haven jarenlang de opvolging van werknemers
verzekerd werd. We zijn, met andere woorden, terug bij de man die in 1972 een
wet opstelde om alleen erkende havenarbeiders toe te laten havenarbeid te
verrichten. “’t Is altijd wat met die wijven, meneer Major!”
“Kameraden, ze moeten hun bakkes leren houden!”

Destijds waren die van de Volksunie het
compleet oneens met de boertige, gezette socialist. Vreemd dat de nazaten van
de Vlaams-nationalistische partij van weleer en hun medestanders in de nieuwe
federale coalitie op dezelfde lijn blijken te zitten als een socialist van de
oude stempel.



Slechte verliezer, slechte winnaar

Politiek Posted on do, oktober 09, 2014 10:04:31

Afgelopen weekend, ruim anderhalf etmaal vóór
er witte rook uit de schouw van de vergaderzaal van de regeringsonderhandelaars
kwam, bulderde Elio Di Rupo, uittredend premier, dat dit een rechtse regering
tegen het volk zou gaan worden. Harde woorden voor een eerste minister van
lopende zaken (nog altijd druk in de weer met het superviseren van onze
F-16-aanwezigheid boven Irak en met het enigszins op orde houden van de
begroting, zou je denken en hopen), woorden die getuigen van weinig staatsmanschap. Hoe
teleurgesteld je ook bent met de gang van zaken en het vooruitzicht om in een
niet zo verre toekomst federaal buitenspel te staan, dit doe je niet. Punt aan de lijn.

Elio Di Rupo is een slechte verliezer.

Dat hij geen aanleg heeft voor geluk of
vreugde, zo gaf Bart De Wever al op de voor zijn partij triomfantelijke
verkiezingsavond aan tegenover Paul Jambers. Hij heeft niet gelogen. We hebben
de N-VA-voorzitter niet kunnen betrappen op hartelijke accolades of stevig
handjes schudden, zelfs niet wanneer hij net de succesvolle millionaire matchmaker van een rechts
zakenkabinet was geworden. De triomf van de politicus en historicus De Wever,
een (centrum)rechtse regering installeren in de twee landsgedeelten die hem
interesseren (Vlaanderen én België), was hem niet aan te zien. Integendeel,
gisteravond op RTBf liet hij niet na om de PS nog een flinke trap na te geven.
“J’ai mis les socialistes dehors partout”, zei hij met uitgestreken
gezicht. “J’aimerais ne plus les revoir”. Ook die uitspraak getuigt
van bijzonder weinig staatsmanschap, eerder van kleine politique politicienne, kinderachtig tegenstandertje jennen.

Bart De Wever is een slechte winnaar.

Alleen bomen komen elkaar nooit tegen, zegt
het spreekwoord, al weet je maar nooit met een federale regering die het alleen
maar over economie heeft en het ecologische volledig links laat liggen. Neen,
de regering-Michel I zal niet bekend staan als ‘groene Michel’, de straffe toebak zal hem in de besparingen
en de maatregelen voor de ondernemingen moeten liggen.

In de politiek kom je elkaar altijd opnieuw tegen,
omdat elke verkiezingsuitslag noopt tot andere onderhandelingen, met andere
accenten en op basis van andere tegenstrijdige programmapunten. Stel, trouwens,
dat de N-VA een paar procenten minder had gehaald, dan had De Wever niet zo
moeten rondbazuinen dat de socialisten wat hem betreft definitief passé waren. Stel dat de PS iets meer had
gehaald… Stel, vooral, dat Di Rupo niet de historische en eigenlijk ook
hysterische fout had begaan om direct een entente
met de CdH aan te gaan in Wallonië, waardoor de MR werd buitengesloten en er
bij de Franstalige liberalen gevoelens van revanchisme konden opborrelen die
sterker waren dan hun afkeer van het Vlaams-nationalisme. Zo dom en kortzichtig
van de PS! En met zijn anti-socialistisch gefulmineer zou De Wever wel eens een
boomerang kunnen gesmeten hebben. Tenzij hij echt niet meer wakker ligt van het
federale niveau, natuurlijk.

Slechte verliezer, slechte winnaar, weinig
staatsmanschap. Misschien kan de kiezer dit best onthouden en over viereneenhalf
jaar ontdekken dat er meer modellen zijn dan alleen die van de N-VA en de PS.



« VorigeVolgende »