Yasmine Kherbache is niet langer fractieleidster
van de Antwerpse sp.a. U kon dat gisteren en vandaag uitgebreid lezen in de
snelle en de trage media. Afhankelijk van de anonieme bron vernam u dat die afdeling van
de Vlaamse sociaal-democratische partij een krabbenmand dan wel een wespennest
is, naargelang de voorkeur van de journalist voor schaaldieren of insecten.

Na de verkiezingsnederlaag van oktober 2012
ligt de sp.a in A op apegapen. Patrick Janssens huilde toen symbolisch uit op
de schouder van vriend Gène Bervoets. Bij uitbreiding huilt de hele sp.a er nu,
maar er is zo stilaan geen vriendelijke schouder meer die zich spontaan
aanbiedt. Dat Kherbache, gewezen kabinetschef van premier Di Rupo, afscheid
neemt van het lokale en zich zal toeleggen op haar rol als Vlaams parlementslid
wordt als een afrekening beschouwd. Als een terugkeer naar het
biefstukkensocialisme, zo u wil. Daar past een nieuwe Belgische blijkbaar
minder goed in. De hevigste tegenstemmen kwamen dan gisteren ook van mensen met
een migratieachtergrond, die in Yasmine Kherbache, een prille veertiger met
Algerijnse roots (kortom, op papier het ideale profiel voor een progressieve
partij van de toekomst), meer dan een doorbraakfiguur zagen. Hun hoop wordt nu
weggenomen. In de plaats komt ongetwijfeld een blanke man of vrouw die hier
geboren en getogen is. En dat in symboolstad Antwerpen. Een rechtse gang van zaken in een pseudo-linkse partij.

***

Deze pijnlijke evolutie is voor politieke
waarnemers niet zo verrassend. Ook bij de lijstvorming voor de verkiezingen
van 25 mei 2014 werd Kherbache al naar achteren geduwd. Progressief en
socialistisch zijn dure woorden die in dagen van opportunisme en postjesjacht
al snel vergeten worden. Dat geldt voor de sp.a trouwens niet alleen in
Antwerpen. Voorzitter Bruno Tobback laat intussen vrolijk begaan. Hij beperkte
zich vandaag tot volgende analyse in De
Morgen
: ‘Nationaal hebben we de switch van meerderheidspartij naar
oppositiepartij sneller en beter kunnen maken (dan in Antwerpen).”

Ja, er heeft altijd een sit-down comedian
verscholen gezeten in zoon Tobback. Veel interessanter waren de afwijzende
reacties van John Crombez en Freya Van den Bossche, die hun woede over het
terugtreden van Yasmine Kherbache niet onder stoelen of banken staken.
Vijfentwintig jaar meespelen op beleidsniveau heeft een aantal sociaal-democraten duidelijk
losgerukt van de realiteit. Anderen kunnen niet wachten tot de partij weer een
duidelijke smoel krijgt. Tobback behoort tot de eerste categorie, Crombez en
Van den Bossche tot de tweede.

In Antwerpen was die band met de realiteit al
vele decennia zoek. Dat is geen verwijt aan de koele en zakelijke Patrick
Janssens, burgemeester maar zeker geen ‘burgervader’, noch aan zijn volksere
voorgangster Leona Detiège, maar aan de burgemeesters en schepenen die ‘de partaai‘ in de vele jaren voordien
leverde. Afstandelijke, hautaine bestuurders die geen voeling meer hadden met
de Antwerpenaar en die daar verder ook niet van wakker lagen, zolang ze hun
postjes maar mochten blijven bezetten. Het signaal van de Antwerpenaren, die eind
jaren tachtig, begin jaren negentig massaal overliepen van de ‘sossen‘ naar het Vlaams Blok, werd straal
genegeerd. Aan de toog van café Den Engel maakte men zich geen zorgen, de
bollekes smaakten nog altijd hetzelfde.

***

Er werd een cordon sanitaire gelegd rond die
ene partij, maar ook rond de kiezers van het Blok. Er werd niet gepraat met de
man in de straat, niet geluisterd naar diens soms reële verzuchtingen (zonder
daarom toegevingen te moeten doen aan ranzige, racistische standpunten, maar
men had tenminste de moeite moeten doen om zich naar de volkse wijken te
begeven), waardoor er bij elke volgende verkiezing weer wat meer ontevreden
mensen in de armen van Dewinter & co belandden. Ach, dachten de ploegbazen
op ’t Schoon Verdiep, als die geen vijftig procent halen, spelen ze toch niet
mee!

Het cordon sanitaire heeft het Vlaams Blok
geïsoleerd, maar het heeft de Antwerpse sp.a ook in slaap gewiegd. Toen er dan
een politicus opstond die wel de taal van het volk sprak en die heel wat malcontenten kon overtuigen om de overstap te wagen van extreem-rechts naar salonfähig rechts,
was het einde nabij. Open je ogen voor het Vlaams Blok ze sluit, was een
bekende slogan in de strijd tegen extreem-rechts. De mensen die destijds
luidkeels die zin meebrulden, hielden intussen hun eigen ogen gesloten,
onwillig als ze waren om de realiteit te aanschouwen.

En na dat jarenlange negeren van de
traditionele biefstukkensocialisten, die van grootvader op vader op zoon rood
stemden omdat dat nu eenmaal in de familie zat, tot het ogenblik aanbrak dat ze
bruusk naar rechts maneuvreerden omdat ze die directe taal veel beter
verstonden, volgt nu het onbegrijpelijk signaal dat ook de stadsgenoten met een
andere origine maar elders moeten aankloppen. De sp.a heeft in Antwerpen eerst
de oude Belgen verstoten en nu worden de nieuwe Belgen weggejaagd.

Het getuigt van bijzonder weinig empathisch
vermogen en tactisch inzicht. Tenzij er iemand de Gennez, Van Brempten en De
Conincks heeft ingefluisterd dat ze door het van hun erf jagen van de
Kherbaches van deze wereld kiezers kunnen terugwinnen van Vlaams Belang en
N-VA? Als dat al zo zou zijn, verliezen ze er minstens evenveel aan Groen en
PVDA+. Op die partijbureaus zullen de juichkreten gisteren niet ontbroken
hebben. ’t Stad is al een paar jaar
niet meer van iedereen en het is tegenwoordig nog veel minder van de sossen.

***

De Antwerpse sp.a heeft dringend een kloon van
Daniël Termont nodig. Of een nieuwe Stevaert (als Patrick Janssens een
Limburgse voetbalclub mag leiden, dan kan er bij wijze van wintertransfer ook
een Limburger afzakken naar A!). Iemand van het volk of iemand die dat volk
tenminste aanvoelt of iemand die kan doen alsof hij een van hen is. Anders zal
deze existentiële crisis uitmonden in het verder bestaan als marginale partij
en dat terwijl ook andere partijen in de grootste stad van Vlaanderen niet goed
meer weten van welk hout pijlen te maken. Onder dit gesternte kan Bart De Wever
bij leven en welzijn uitkijken naar een zeer lange bestuursperiode. Ik gok op:
tot eind 2030.