Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Marc, Vincent, Michael, Karel, Wouter, Patrick, Philippe… et les autres

Sport Posted on za, januari 18, 2020 13:02:23

Alvorens u teleurgesteld weg klikt omdat het weer eens over voetbal gaat — die sjoemelende, overbetaalde, seksistische en maatschappijvreemde sujetten, weet u wel! —, een poging om u bij de les te houden. Heeft u al ooit gehoord van de film Vincent, François, Paul… et les autres? Het is een nogal donkere Franse prent van cineast Claude Sautet uit 1974, met in de hoofdrollen het kransje Yves Montand, Michel Piccoli, Serge Reggiani en Gérard Depardieu, die laatste een jong, aanstormend, slank talent van vijfentwintig. De plot draait rond een stel goed boerende heren die in het gezelschap van hun echtgenotes weekends doorbrengen in een plattelandsvilla, waarbij de vrouwen in de koetjes-en-kalfjeskamer worden gedropt en de heren de serieuze dingen des levens bespreken. Hun eigen problemen, bijvoorbeeld, en dat blijken er nogal wat te zijn. Een praatfilm, quoi, de kunst van het converseren moet je die Fransen niet leren. Maar ook een film die poogt dwars door de schone schijn heen te prikken, daar waar de echte tranches de vie te vinden zijn.

(Ziet u wel, zo interessant kan voetbal zijn. Als in een film. Doet u een poging om verder te lezen?)

Vincent etcetera bezorgde me de inspiratie voor de titel boven dit stukje, maar het scenario lijkt — mits wat fantasie — op wat er zich heden ten dage in Anderlecht afspeelt. Niet de gemeente, de voetbalclub. Afgelopen week werd er daar alweer een paleisrevolutie aangekondigd. Eigenaar-voorzitter Marc Coucke heeft de club nauwelijks twee jaar in handen. In die tijd heeft hij oude getrouwen geschoffeerd, bij het groot huisvuil gezet, beschuldigd van malversaties waardoor er nu aanhoudend lijken uit kasten vallen, hervormingen doorgevoerd en die hervormingen vervolgens weer hervormd. Dat kan, als je de enige baas bent. In dictaturen kan het snel gaan. Daarom niet goed, wel snel. Een paar maanden geleden werd speler-manager Vincent Kompany al officieus gedegradeerd door het in huis halen van Frank Vercauteren als hoofdtrainer. Nu is het de beurt aan Michael Verschueren om zonder dat het in zoveel woorden wordt gezegd een toontje lager te zingen. Hij is geen lid meer van de raad van bestuur en moet rapporteren aan de nieuwe CEO. Demotie is zeer zichtbaar, ook al probeer je het te ontkennen of minimaliseren.

Die CEO heet Karel Van Eetvelt en heeft een verleden bij Unizo en een voorlopig heden bij Febelfin. Man van de actie en de parler vrai. Hij zal gevoed worden door extern adviseur — tevens deeltijds spelersmakelaar en mediamogol — Wouter Vandenhaute. In de raad van bestuur zetelen wielermanager Patrick Lefevere en burgemeester Philippe Close. Die eerste heeft ervaring met het managen van teams, de tweede zou weleens van pas kunnen komen als er moet gelobbyd worden voor een nieuw stadion.

(U bent nog altijd mee, ook al houdt u niet van voetbal? Misschien zegt u wel: wat heeft dit met voetbal te maken? Inderdaad, dat is dé vraag. Zelfs de allerlaatste believers van ‘Trust the process’ beginnen zich dat ongetwijfeld af te vragen.)

Een bedrijf dat om de zes maanden grondig hervormt, is een bedrijf dat slecht draait. Laten we daar, enigszins kort door de bocht maar toch niet ver van de unieke waarheid verwijderd, van uitgaan. Hervormen doe je niet voor je plezier. (Sommige managers zullen dit tegenspreken, psycho- en sociopaten kom je nu eenmaal in alle milieus tegen, ook in deftige cercles.) Wat bij Anderlecht gebeurd is de voorbije dagen en weken, kom je wel vaker tegen in bedrijven in moeilijkheden: ‘we’ weten het niet meer. Huur een handvol consultants in, die zullen ons helpen. (Kost zakken vol geld zonder enige garantie.) Zet wat mensen aan de deur. (Ervaring en competentie weg.) Probeer de perceptie te keren. (Lukt nooit, zeker niet in een gemediatiseerde omgeving als het voetbal.)

Dit is een schoolvoorbeeld van hoe het eraan toe gaat in een ‘old boys network’. Ons kent ons. Marc kent Patrick van hun gezamenlijke tijd in het wielrennen en Wouter als ambitieuze ideeënman in diezelfde sport, mét toegang tot sommige media, Wouter is bevriend met Patrick en gaat geregeld fietsen met Karel, Karel draagt om de veertien dagen een paars-witte sjaal, en Philippe, ja, die kent ook veel mensen. Kennen ze iets van voetbal? Nog belangrijker: kennen ze iets van het runnen van een voetbalclub?

Een stevig verleden in de voetbalwereld en basiskennis van boekhouding, management en langetermijnplanning strekken tot aanbeveling, wil je kans maken dat je club succes heeft. Elk voetbalmilieu verdient zijn Cruijff. Slimme mensen met een hart voor de club, goeie ideeën, connecties en een sportieve visie. Niet dat dat een garantie is, overigens. Herinner u Club Brugge van vijftien jaar geleden: voormalig bondsvoorzitter D’Hooghe haalde Jan Ceulemans, Franky Van der Elst en Marc Degryse in huis, drie Brugse iconen. Het kon niet meer misgaan. Het ging grondig mis. Herinner u, iets minder lang geleden, dat Club gewezen Jan Breydelsterren aanstelde als liniecoaches en verantwoordelijken voor de scouting in hun geboortelanden. Een flop, laten we het zo samenvatten.

Voetbalkennis en clubliefde samenbrengen klinkt goed op papier, maar is geen garantie op succes. Toch is het veel meer aangewezen dan die kennis proberen te halen in het wielermilieu. Het zijn onze populairste sporten, iedereen heeft er een mening over en wie voor de ene is, is tegen de andere, maar daar houdt de gelijkenis op. Wielrennen is een individuele sport die beoefend wordt in ploegen. Voetbal is een teamsport met individuele uitschieters. Voetbal krijgt nog meer media-aandacht. Voetbal is nog veel meer een western: de goeden rijden op de witte paarden, de slechten op de zwarte, er is nauwelijks een tussenweg. Voetbal is nog meer emotie dan koers.

Het profvoetbal zou een nuchtere, zakelijke aanpak kunnen gebruiken. Wat Marc Coucke nu al zeven jaar doet, is het tegenovergestelde. In Oostende diende hij financiële doping toe en zette hij na de match de polonaise in, in Anderlecht mag hij dat niet meer (Financial Fair Play, nietwaar, en die polonaise past niet bij de Brusselse grandeur). Wat stel je nog voor in dat wereldje, als je niet eens meer mag valsspelen? Dus poogt Coucke dat te camoufleren door geregeld de organisatie door elkaar te schudden, waardoor het Peterprincipe helemaal opspeelt. De enige die dat niet inziet, is de man die zichzelf bevorderd heeft tot het niveau waarop zijn onbekwaamheid zichtbaar wordt.

Zo is die goeiige Karel Van Eetvelt nu al voor de tweede opeenvolgende week aanwezig op deze blog. Eerst met een nieuwe politieke beweging, nu met een andere beweging. Tiens, waren ze bij paars-wit niet dringend op zoek naar een beweeglijke, vlot scorende spits?



Zandman Sweeck floreert op strand van Sint-Anneke

Sport Posted on wo, januari 15, 2020 14:58:17

(Deze bijdrage verscheen in lichtjes geredigeerde vorm in De Standaard van maandag 13 januari als ‘De bankzitter’).

Laurens Sweeck is de nieuwe Belgische kampioen veldrijden. Dankzij een slimme ploegtactiek raakte hij voorop en kon hij zijn voorsprong stelselmatig uitbouwen. Eli Iserbyt en uittredend kampioen Toon Aerts eindigden op de ereplaatsen. Bij de vrouwen behaalde Sanne Cant haar elfde titel op een rij.

Een WK zonder Mathieu van der Poel, zo werd het Belgisch kampioenschap veldrijden bij de elite vooraf genoemd. Dat heeft alles te maken met de manier waarop Van der Poel deze sporttak domineert, maar ook met de sterkte in de breedte van de Belgische crosswereld. Binnenkort staan er weer een stuk of vijf landgenoten in de top 10 van het WK. Een accuratere omschrijving ware nochtans geweest: een WK zonder winnaar. Want wie zal er over drie weken de Kempense Nederlander kunnen verslaan?

Het mooie van het ontbreken van veelvraat Van der Poel – 20 op 21 crossen gewonnen, waaronder het Nederlands kampioenschap van gisteren – is dat de koers onvoorspelbaar wordt. Het ging tussen een kransje favorieten. Bij de sterkst vertegenwoordigde ploeg, Pauwels Sauzen-Bingoal, was er recent een akkefietje, omdat hun renners vooral voor zichzelf reden en bijgevolg ook tégen elkaar. Deze keer pakte de mayonaise wel bij Pauwels. Aan het eind van de tweede ronde reden ze prompt met drie op kop. Laurens Sweeck demarreerde, Michael Vanthourenhout en Eli Iserbyt lieten het gat vallen, het BK zat er dan al op. Sweeck bouwde maximaal een kleine minuut voorsprong op, daar bleef na de laatste (feest)ronde met de nodige high fives net iets meer dan dertig seconden van over op ploegmaat Iserbyt en Toon Aerts.

Dat het toch geen vervelend kampioenschap werd, was te danken aan de vele positiewisselingen achter Sweeck. Op de ereplaatsen zag je voortdurend andere renners naar voor schuiven. Voor elke morzel grond werd gestreden. Ook de alweer puike beeldvoering van Sporza maakte dat het nooit een vervelend spektakel werd.

Vierklapper

Geen eerste tricolore bekroning bij de elite dus voor Eli Iserbyt, tweevoudig wereldkampioen bij de beloften. Geen nieuwe titel voor uittredend kampioen Toon Aerts, ondanks een vliegende start. Aerts ondervond de voorbije weken hinder van pijnlijke ribben na een val in de cross van Namen, al namen zijn tegenstanders die fysieke problemen met een korrel zout. Geen unieke dubbelslag weg-veld in één jaar voor Tim Merlier. En evenmin een onverwachte zege op halve kracht voor Wout Van Aert, die nog maar een handvol koersen in de benen heeft en die op één stevige tussenspurt na aangewezen was op aanklampen. Dat is geen schande. Van Aert moet er over zeven weken staan, als het klassieke wegseizoen begint met Omloop Het Nieuwsblad. Zaterdag 29 februari zal in zijn agenda met rood omcirkeld zijn.

Op de erelijst van Laurens Sweeck staan nu titels bij de nieuwelingen, de junioren, de beloften (twee keer) en de elite. Een nooit geziene vierklapper voor iemand die allesbehalve een veelwinnaar is. Het BK was nog maar zijn veertiende profzege in zeven seizoenen, waarin hij twee keer brons behaalde op een EK en twee keer zilver en één keer brons op een BK. Dit was zonder enige twijfel de mooiste overwinning uit de carrière van de zesentwintigjarige Brabander. In Antwerpen vond hij heel wat elementen terug van zijn lievelingsparcours, Koksijde. Sweeck is een zandmannetje. Die floreren op het strand.

Waar was het veld?

Als je aan veldrijden denkt, komt niet onmiddellijk de stad Antwerpen voor ogen, zelfs niet Linkeroever met zijn vele open vlakten. Nochtans biedt het ‘strand van Sint-Anneke’ alle ingrediënten die je nodig hebt voor een selectieve cross: zand, scherpe hellingen, verraderlijk schuin aflopende wegeltjes, natuurlijke hindernissen à volonté. Toch vonden de organisatoren het nodig om daar enkele tijdelijke bruggen aan toe te voegen en een ponton op de Schelde. Daardoor kreeg dit kampioenschap iets kunstmatigs. Jammer.

Jammer ook dat Daniele Pontoni niet meer meerijdt, het had de commentatoren tot enkele spitsvondige woordspelingen tijdens de passages op de ponton kunnen verleiden. Daar stonden geen toeschouwers. Alleen de gelukkigen die waren uitgenodigd op de aangemeerde boot kregen de renners van dichtbij te zien. U weet hoe dat gaat: driegangenlunch met exquise gerechten, rijkelijk vloeiende wijnen en op het eind nog even een uurtje naar de koers kijken. Het ontlokte gewezen Belgisch kampioen Klaas Vantornhout in de Sporza-studio de bedenking dat Antwerpen dan wel een streng bewaakte lage-emissiezone mag zijn geworden, maar een CO2 uitstotende vip-boot wordt er vlotjes getolereerd. Rake opmerking.

De parcoursbouwer opteerde voor een lange, uitgestrekte ronde. Dat maakte dat het publiek niet rijen dik stond en verspreid werd over het parcours, wat ten koste ging van de sfeer, maar waardoor er minder animositeit was onder de supportersclans. Ook in het veldrijden heb elk voordeel z’n nadeel. Door de regen waren er zaterdag nog wat slippertjes. Zondag bleef het droog en zaten de favorieten stevig op hun fiets, op een zeldzame schuiver na. Dat maakte dat de winnaar de beste in koers was, hij hoefde niet te profiteren van andermans tegenslag. Maar wat je aldoor miste was de link met ‘het veld’. Dat je op de achtergrond de havenindustrie zag, versterkte dit nog. Volgend jaar wacht in Meulebeke een natuurlijkere omgeving.

Elf op rij

Het beeld van Sweeck die wenend over de streep reed, wijzend naar de hemel waar zijn onlangs overleden grootvader Alfons – zelf een voormalige profrenner – zich zou moeten bevinden, was pakkend. Nog mooier was de van trots glimmende Sven Nys die zijn zeventienjarige zoon Thibau kampioen bij de junioren had zien worden, precies een kwarteeuw na papa.

De Brabançonne klonk dit weekend ook nog voor Toon Vandebosch (mannen beloften), Aaron Dockx (jongens nieuwelingen), Marthe Truyen (vrouwen beloften), Julie De Wilde (meisjes junioren) en Xaydée van Sinaey (meisjes nieuwelingen). Bij de vrouwen stond Sanne Cant al voor de elfde keer op een rij op het hoogste schavotje. Da’s straf, maar het zegt nog meer over de tegenstand, die er nauwelijks is. Cant moet nog dertig worden, vijftien opeenvolgende titels is een realistisch vooruitzicht voor haar. Zij is de Belgische troefkaart op het WK in het Zwitserse Dübendorf, waar ze ook al voor de vierde keer na elkaar wereldkampioene hoopt te worden.



Kevin De Bruyne Belgisch boegbeeld in de Premier League

Sport Posted on wo, januari 01, 2020 11:23:03

(Deze bijdrage verscheen maandag 30 december als ‘De bankzitter’ in De Standaard.)

Geen winterstop in de Premier League, tussen kerst en nieuwjaar staan daar 3 wedstrijden op het programma. Ook voor de twaalf Belgen. Kevin De Bruyne was gisteren weer beslissend met een assist en een goal voor Man. City. Ook Leandro Trossard tekende voor een assist.

Voetbal tussen de kerstkalkoen en het beschonken brallen van ‘Auld Lang Syne’ is een hardnekkige traditie in Engeland. De tribunes zitten vol, de sfeer is nog uitgelatener dan anders, de beleving uniek. Maar het betekent ook dat er drie keer moet gevoetbald worden op minder dan een week tijd. Waanzin, roepen vooral buitenlandse coaches al jaren in koor. Recent nog was er felle kritiek van de managers van de eerste drie in de stand: Jürgen Klopp (Liverpool), Brendan Rodgers (Leicester) en Pep Guardiola (Manchester City). Ook José Mourinho (Tottenham) vindt het maar niets. De keuze is: roteren of ernstige blessures riskeren.

Maakt het afschaffen van oudejaarsvoetbal geen schijn van een kans (te populair, te traditioneel), dan kan de genadeloze kritiek op het functioneren van de videoreferee misschien op korte termijn wel voor verandering zorgen. De VAR maakte pas deze zomer zijn entree in de Premier League, dat kan je bezwaarlijk een traditie noemen. De voorbije weken werden er doelpunten afgekeurd omdat een speler — we verzinnen het niet — een oksel, schouderpunt of schoentip buitenspel stond. Hoe zat dat weer met die ‘clear and obvious error’? Gary Lineker, ex-voetballer en presentator van ‘Match of the Day’, tweette zaterdag: ‘Als de VAR een trainer was, zou hij al weken geleden ontslagen zijn.’

De Twaalf

Na het vertrek van Eden Hazard is Kevin De Bruyne het Belgische boegbeeld in de Premier League, waar twaalf landgenoten actief zijn. Laat u niet misleiden door zijn veertiende plaats bij de verkiezing van de beste voetballer ter wereld: De Bruyne is top 5 waard. Toen hij vrijdagavond zeer tegen zijn zin vroegtijdig vervangen werd, stortte zijn tot tien manschappen gereduceerde team helemaal in. Statistieken liegen zelden: De Bruyne scoort en laat scoren, respectievelijk zeven en veertien keer. Drie seizoenen geleden was hij betrokken bij 27 doelpunten, een persoonlijk record dat op sneuvelen staat. Ook gisteren tegen Sheffield United stuurde De Bruyne eerst Agüero op weg naar een doelpunt, waarna hij zelf de beslissende treffer binnentrapte: 2-0. Man van de Match, alweer.

Leander Dendoncker maakte vrijdag nog een strafschopovertreding tegen City, zondag mocht hij in de vooravond het ongenaakbare Liverpool een uurtje partij geven. De ex-Anderlechtspeler begon in 2018 aarzelend aan zijn avontuur in de troosteloze Midlands, maar dit seizoen is hij onbetwistbaar basisspeler bij Wolverhampton Wanderers. Dendoncker zorgt er voor evenwicht op het door Portugezen gedomineerde middenveld. Zijn polyvalentie moet hem normaal een EK-selectie opleveren.

Een andere voormalige paars-witte coryfee doet het eveneens prima. Youri Tielemans kreeg zaterdag dan wel rust, hij stond bij alle andere wedstrijden van Leicester aan de aftrap. Goed voor drie goals en drie assists, al is het wel van 9 november geleden dat hij nog eens een voet in een doelpunt van The Foxes had. Minder prominent aanwezig ginds: Dennis Praet. De Gouden Schoen 2014 moet tevreden zijn met invalbeurten en de occasionele start. De verrassende landskampioen van 2016 staat tweede, op ruime afstand wel van Liverpool.

Trossard: vijfde assist

Toby Alderweireld ondertekende onlangs een nieuw contract bij Tottenham Hotspur, wat hem naar verluidt een veelvoud van zijn vorige salaris oplevert. Zijn nieuwe coach, José Mourinho, heeft een voorliefde voor gerijpte voetballers. Dat was ooit een nadeel voor jonge talenten De Bruyne en Lukaku, maar voor de straks 31-jarige Alderweireld is het een meevaller. 1710 van de mogelijke 1800 minuten stond de centrale verdediger dit seizoen al op het veld, het meeste van alle Belgen. Tegen rode lantaarn Norwich werd Jan Vertonghen aan de rust geslachtofferd. Onder Mourinho is hij opnieuw linksback geworden, niet zijn favoriete positie. Alderweireld lag dan weer aan de basis van een knullige tegengoal: hij trapte de bal ongelukkig tegen een ploegmaat aan en zo hobbelde die over de doellijn. De Spurs moesten tevreden zijn met een mager gelijkspel.

Wie niet meer op het lijstje van de bondscoach lijkt te staan, is Christian Kabasele. Die weet (uiteraard) Alderweireld, Kompany, Vertonghen en Vermaelen voor zich, maar ook Boyata en Denayer. Bij degradatiekandidaat Watford is hij een vaste waarde in de wankele defensie. Watford won met 3-0 van Aston Villa, nog zo’n elftal dat op een degradatieplek geparkeerd staat. Björn Engels werd er de voorbije wedstrijden gepasseerd. Op tweede kerstdag, Boxing Day, zat hij nog op de bank, zaterdag in de tribune. Geen goed teken nu de weken van de waarheid eraan komen.

Dan deed Leandro Trossard het beter dit weekend. Geen vaste waarde bij aanvang van het seizoen, maar de voorbije weken steeds vaker opdravend voor Brighton. Zaterdag leverde de ex-Genkenaar zijn vijfde assist af. Hij scoorde ook al twee keer.

Spitsen die niet spelen

Een drietal Belgen zou beter snel andere oorden opzoeken, willen ze in aanmerking komen om in juni een EK te mogen spelen. Christian Benteke, momenteel out met een spierblessure, deed nog maar 486 minuten mee bij Crystal Palace. Amper vier keer kwam hij aan de aftrap. Dat de spits nog niet wist te scoren speelt uiteraard in zijn nadeel.

Wel fit, maar aan de bank gekluisterd, zelfs in deze drukke dagen na Kerstmis: Michy Batshuayi, dat andere alternatief voor Romelu Lukaku. Zeventien minuten bedroeg zijn langste bijdrage voor Chelsea. In totaal stond hij 118 minuten op het veld, goed voor een doelpunt en twee assists. Zelfs al draaide het gisteren op Arsenal voor geen meter, toch zocht Frank Lampard andere oplossingen voor het slabakkende aanvalsspel. Het loonde nog ook: Chelsea won op de valreep met 1-2.

Ook Divock Origi is aan bezinning toe. Hij krijgt dan wel af en toe een waarderend schouderklopje van Klopp, de realiteit is dat hij nog maar drie keer aan een wedstrijd mocht beginnen. Gisteren mocht ie vier minuten voor tijd opdraven. Dat krijg je met het wondertrio Salah-Firmino-Mané voor je. Is de status van supersub bij een superclub voldoende voor een binnenkort vijfentwintigjarige?



Het ‘Obama-moment’ van Remco Evenepoel

Sport Posted on wo, december 25, 2019 23:08:12

(Deze bijdrage verscheen afgelopen maandag in licht geredigeerde vorm als ‘De bankzitter’ in De Standaard.)

Nina Derwael Sportvrouw, de Red Lions Sportploeg, Shane McLeod Sportcoach van het Jaar. Verdedigbare en logische keuzes. Kan dat ook gezegd worden van de Sportman van 2019, de 19-jarige Remco Evenepoel? Vaststelling: alweer komen teamsporters en atleten in minder populaire disciplines er bekaaid af.

Nina Derwael. Emma Meesseman. Nafi Thiam. Een tiercé waarmee te leven valt. Het was hoe dan ook een hartverscheurende keuze tussen vrouwen die wereldtop zijn en dit jaar uitzonderlijk goed presteerden. Derwael won goud op de brug met ongelijke leggers op het WK Turnen, Meesseman werd uitgeroepen tot Most Valuable Player in de belangrijkste basketbalcompetitie ter wereld, de WNBA, en Thiam greep net naast de wereldtitel in de tienkamp, discipline die ze al een poos domineert en waarvoor ze al drie keer de trofee Sportvrouw van het Jaar mocht ontvangen. Derwael zit sinds zaterdagavond aan twee stuks.

Uiteindelijk won Derwael met onverwacht groot verschil: 1.077 punten tegenover 907 voor Meesseman. Van de 267 stemgerechtigden die hun biljet instuurden – beroepsjournalisten en voormalige winnaars van de trofee die niet meer actief zijn – zetten er 127, bijna de helft, Derwael op 1, tegenover 103 voor Meesseman. Thiam volgde op ruime afstand.

Basketballiefhebbers vroegen zich achteraf af wat Meesseman dan wel moet doen om bekroond te worden? Tja, bevestigen en hopen dat er geen andere vrouw een gouden medaille in een belangrijke olympische sport behaalt, lijkt het juiste antwoord. Al legt hun kritiek wel een pijnlijke zenuw bloot. Teamsporters hebben het ontzettend moeilijk om een individuele trofee te winnen. Ann Wauters, voorgangster van Emma Meesseman, won nooit, ook al domineerde ze jarenlang haar sport en verdiende ze de bekroning meerdere keren. Onder de 45 sportvrouwen van het jaar vind je alleen maar individuele atleten, met tennis (16 winnaressen) en judo (11) als grootste slokoppen. Ingrid Berghmans en Kim Clijsters hebben elk acht trofeeën op hun schouw staan.

Teamsporters benadeeld

Vincent Vanasch won dit jaar de Europese titel met de Red Lions, de Euro Hockey League – zeg maar: de Champions League in het hockey – met Waterloo Ducks en werd al voor de derde keer op rij verkozen tot beste hockeydoelman van de wereld. Eind 2018 werd hij ook wereldkampioen, een prestatie waarmee toen alleen rekening werd gehouden in het referendum van Sportploeg van het Jaar – de Red Lions wonnen na een extra stemronde – en niet individueel. Logisch dat hij nu Sportman van het Jaar werd, toch?

Neen dus, want Vanasch is een teamsporter. Die winnen ook bij de mannen zelden. Om precies te zijn, drie keer op drieënvijftig edities. Thibaut Courtois in 2014, een WK-jaar voor de Rode Duivels. Kevin De Bruyne in 2015. En Eden Hazard vorig jaar, een derde plaats op een WK Voetbal viel toen niet te negeren. Wat ons naadloos bij een tweede pijnpunt brengt: onder de stemgerechtigden bevindt zich een meerderheid van voetbal- en wielerjournalisten, die niet zelden een ‘Eigen volk eerst’-reflex vertonen. Ze kijken eerst wie er in ‘hun’ sport in aanmerking komt.

Die nogal kortzichtige attitude verklaart dat de top 3 dit jaar exclusief uit wielrenners bestond: Remco Evenepoel, Victor Campenaerts, Wout Van Aert. In die volgorde. Leuk voer voor eindredacteuren en koppenmakers, want beide hoofdwinnaars zijn negentien, dat staat mooi in een titel boven een artikel. Evenepoel won dit jaar de Ronde van België en, op indrukwekkende wijze, de Clásica San Sebastián, werd Europees kampioen tijdrijden en vicewereldkampioen in diezelfde discipline. Prachtig voor een jonkie.

Populistische keuze

Maar was het voldoende om Sportman van het Jaar te worden? Het werelduurrecord van Victor Campenaerts was als prestatie veel unieker. En waarom eindigde Philippe Gilbert pas als zesde in het referendum, ondanks een overwinning in Parijs-Roubaix en twee ritzeges in de Vuelta, met 54 punten minder dan Wout Van Aert, in 2019 zegevierend op het BK tijdrijden, winnaar van een Touretappe en twee ritzeges plus het puntenklassement in de Dauphiné. Liefst 84 mensen die zich sportkenner mogen noemen, verkozen Evenepoel boven Vanasch of Campenaerts. Mag ik dat een populistische keuze noemen? Of mag je dit, euvel nummer drie bij dit soort referenda, als een communautaire reflex bekijken? Vanasch wordt vooral als Franstalige beschouwd door Nederlandstalige sportjournalisten, terwijl Campenaerts veel minder stemmen zal behaald hebben over de taalgrens. Evenepoel vormde dan het perfecte compromis.

Begrijp me niet verkeerd, wat Remco Evenepoel op deze prille leeftijd doet, is bijzonder knap. Als hij de hoge verwachtingen waarmaakt, wint hij de trofee nog een keer of zes, eentje meer dan Eddy Merckx, en spreken we over twintig jaar over ‘de nieuwe Evenepoel’ als er zich een beloftevolle renner aandient. We wensen het hem toe, maar deze bekroning komt te vroeg. Het doet denken aan Barack Obama, die na acht maanden in het Witte Huis al de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Ook dat was voorbarig.

Ons kent ons

Rolstoeltennisser Joachim Gérard werd Paralympiër van het Jaar. Altijd een mooi moment dat onderbelichte sporters heel even onder de spots mogen plaatsnemen. Dat Shane McLeod Coach van het Jaar werd en de Red Lions Sportploeg van het Jaar is niet meer dan logisch. Maar waarom de Rode Duivels derde werden, na hun voorspelbare kwalificatie in een poule met alleen maar Kleine Duimpjes, vóór de Belgische jumpingploeg die goud behaalde op een EK, is alweer een raadsel. Alhoewel: er zijn nu eenmaal meer voetbalreporters dan volgers van de paardensport.

Dat verklaart ook de verkiezing van Anderlechtspeler en kersverse Rode Duivel Yari Verschaeren tot Belofte van het Jaar, ook al is hij ‘maar’ een teamsporter. Het blijft wel voetbal. Veldrijder Thibau Nys, zoon van, eindigde als tweede. Opnieuw: frisse kopjes, vaak te zien op tv, ons kent ons in persmiddens. Nys werd Europees kampioen veldrijden bij de junioren. Laten we wel wezen: in een regionale sport. Gewichthefster Nina Sterckx, ook Europees juniorenkampioene, werd half genegeerd en eindigde derde. Helemaal vergeten werden atleten Thomas Carmoy en Paulien Couckuyt, die Europees jongerenkampioen werden, respectievelijk in het hoogspringen en op de 400 meter horden.

Sportjournalisten zijn ook maar supporters.



Anderlecht onder Coucke: vereniging zonder winstoogmerk

Sport Posted on wo, december 18, 2019 17:55:29

(Deze bijdrage verscheen maandag 16 december in De Standaard in de wekelijkse rubriek ‘De bankzitter’).

1-1. Een gelijkspel uit bij Standard, dat heeft in moeilijke tijden iets weg van een mentale overwinning. Anderlecht schiet er nochtans weinig mee op en het speelde één helft ronduit dramatisch. Paars-wit moet de komende maanden ook nog eens de geblesseerde Yari Verschaeren missen.

‘Don’t believe the drama’.

Zo stond het er, in de veelbesproken open brief die Royal Sporting Club Anderlecht donderdagochtend via Facebook naar zijn fans stuurde. Geloof niet wat de anderen over ons zeggen, was de achterliggende gedachte. ‘Het plan zit goed in elkaar’, probeerden ondertekenaars Michael, Frank, Vincent, Jo en Marc hun achterban te verzekeren. ‘We werken methodologisch. We kennen de problemen, maar ook de oplossingen.’ Pas over twee seizoenen zal dit jonge Anderlecht weer volop meedoen voor de titel. Dit seizoen volstaat Europees voetbal, in 2021 is een top 4-plaats het objectief. Versta: twee overgangsseizoenen, bovenop het vorige.

Don’t believe the drama? De eerste helft van Anderlecht was royaal dramatisch. Geen enkele doelpoging binnen de palen. Daar zette een enthousiast Standard, met nochtans een Europees duel op dezelfde onbespeelbare akker in de benen, veel meer tegenover. Met één goal van Amallah werd de thuisploeg mager bedeeld, dat was vooral de verdienste van doelman Van Crombrugge.

Na de pauze was Anderlecht meer aanwezig. De gelijkmaker viel letterlijk uit de lucht. Een voorzet van Luckassen dwarrelde over keeper en verdedigers heen op het hoofd van de tot dan toe onzichtbare Roofe. Na de uitsluiting van Dewaele was het pompen of verzuipen. Het onverdiende puntje zal gevierd worden als een overwinning, maar eigenlijk schiet paars-wit er niets mee op. Play-off 1 is acht punten verwijderd, volgende weken wachten Genk, Antwerp en Club Brugge, en door de zware blessure van Yari Verschaeren verliest Anderlecht een van zijn weinige rasvoetballers. Believe the drama!

Geen identiteit

Terug naar die open brief. Voor dit seizoen is prioriteit nummer één ‘RSCA terug in contact brengen met zijn verloren voetbalidentiteit: attractief, technisch en aanvallend voetbal’. Dat zal dan toch op een andere manier moeten gebeuren dan gisteren op Sclessin of de voorbije weken tegen Kortrijk, Oostende en Charleroi. Dit Anderlecht hééft gewoon geen identiteit meer. Op Standard kneep linksback Dewaele bij balbezit steeds weer naar binnen, terwijl rechtsback Luckassen tegen de zijlijn bleef, een zelden geziene asymmetrische opstelling. Alsof Kompany en Vercauteren bij de tactische bespreking elk een flank voor hun rekening mochten nemen, de speler-manager de linkse, de trainer de rechtse.

Nog een prioriteit is ‘jullie op zoveel mogelijk wedstrijdmomenten blij maken en al de basis van onze vernieuwde voetbalidentiteit proberen te tonen’. Zó blij is een deel van de fans dat ze niet alleen mokken, maar ook herrie maken. Bij schermutselingen tussen de clans kreeg een agent een klap op zijn neus en werd een amokmaker gearresteerd. Rond dit traditioneel beladen duel hangt altijd een gespannen sfeer.

Ontevreden fans de wortel van een titel over drie jaar voorschotelen, dat is sportieve capitulatie en daar helpen geen PowerPointpresentatie, fancy Engelse terminologie of de terugkeer van een godenzoon tegen. Dat zou betekenen dat Anderlechtsupporters vijf jaar geduld moeten oefenen tussen de vorige titel in 2017, onder de verguisde trainer René Weiler, en die van 2022, als het zo ver komt. In de naoorlogse geschiedenis is dat nog maar twee keer voorgekomen. Tussen 1995 en 2000 was het eveneens vijf seizoenen tandenknarsen, tussen 1974 en 1981 zelfs zeven jaar. Toen won de club wel twee Europabekers. Straks is het ook vijf jaar geleden dat Dennis Praet als voorlopig laatste Anderlechtspeler de Gouden Schoen ontving.

Current Impact Score

Een ‘strak afgebakend budget’, daar wordt ook een paar keer aan gerefereerd in het epistel van donderdag. Begrijp hieruit dat Anderlecht geen versterking zal kunnen halen. De Europese Financial Fair Playregels laten dat niet toe. Het boekhoudkundig verlies komt allicht boven de 25 miljoen euro uit. Niet verwonderlijk met zevenendertig voetballers op de loonlijst. De transferwaarde van overbodige spelers als Trebel, Didillon, Makarenko, Chipciu, Saief, Bakkali, Thelin en Musona neemt week na week af. En dan moet je nog hopen dat Kums en Sanneh na hun verhuurperiode volgende zomer een definitieve overnemer vinden. Anderlecht telt maar liefst vier keepers: de vierde, Frank Boeckx, was in het vorige kampioenenjaar nog titularis.

Het zou iets te makkelijk zijn om de schuld te schuiven in de schoenen van Vincent Kompany en zijn ‘Trust the process’. De neergang werd ingezet na de overname door Marc Coucke, volgende vrijdag precies twee jaar geleden. Coucke bracht zijn Oostendse rechterhand Luc Devroe mee, die spelers haalde op het niveau van de kustploeg, niet op dat van de recordkampioen. Het ligt ook niet aan de jeugd, want die jonkies worden ook maar voor de leeuwen geworpen bij gebrek aan beter.

Alle heil wordt nu verwacht van intensieve scouting via de ‘Current Impact Score’, waarbij potentiële versterkingen op tientallen aspecten beoordeeld worden op een puntentotaal van 200. Klinkt goed op papier, maar is bijzonder naïef. Spelers die meer dan 120 op 200 halen, zullen financieel niet haalbaar zijn voor Anderlecht. Zo simpel is dat.

Balthasar Boma

‘Jullie club is in goede handen’, vermeldt de open brief op het eind. ‘We timmeren samen aan de weg met gelijkgestemden die wéten wat winnen is.’ Dan moet je wel een goed functionerend kortetermijngeheugen hebben, want de laatste competitiezege van Anderlecht dateert van 8 november. Als daar niet snel verandering in komt, bij voorkeur volgende week zondag tegen KRC Genk, dreigt een volksopstand. Misnoegde fans paai je niet met managementjargon.

Marc Coucke wil ongetwijfeld in de voetsporen van illustere voorgangers als Theo Verbeeck, Albert Roosens, Constant en Roger Vanden Stock treden, de stadionnaam kon niet snel genoeg gewijzigd worden (weg met de vorige dynastie!), alle banden met het roemrijke verleden moesten worden doorgeknipt. In werkelijkheid bevindt zijn beleid zich eerder op het niveau van dat van Balthasar Boma. RSC De Niet-Kampioenen. Onder Coucke is het instituut een instelling geworden. Vereniging zonder winstoogmerk.



Meer big business dan sport

Sport Posted on zo, december 15, 2019 19:17:38

(Deze bijdrage verscheen maandag 9 december in De Standaard als ‘De bankzitter’.)

De Britse bokser Anthony Joshua is opnieuw wereldkampioen bij de bonden WBA, IBF, WBO en IBO. Hij versloeg zaterdag titelhouder Andy Ruiz op punten. Joshua hield aan de kamp een kleine 60 miljoen euro over. Het gevecht werd georganiseerd in een tijdelijk sportcomplex in Saoedi-Arabië.

118-110. 118-110. 119-109. De juryleden waren zaterdagavond na twaalf ronden unaniem: de Britse zwaargewicht Anthony Joshua werd uitgeroepen tot winnaar op punten tegen de Mexicaanse Amerikaan Andy Ruiz junior en heroverde zo zijn gordels bij vier verschillende internationale boksbonden. Diezelfde Ruiz had Joshua een half jaar geleden totaal onverwacht geklopt na technisch knock-out, dus drong een re-match zich op. Plaats van gebeuren: Al-Diriyah, een buitenwijk van de Saoedische hoofdstad Riyad. Boksorganisatoren hebben er nooit voor teruggedeinsd om corrupte regimes positieve promotie te bezorgen, denk aan kampen in het verleden op de Filipijnen of in Zaïre.

‘Clash on the Dunes’, zo werd de kamp gedoopt, passend in de traditie van ‘Thrilla in Manilla’ en ‘Rumble in the Jungle’. Vijftienduizend boksgekke Saoedi’s keken toe. Opvallend was het ontbreken van schaars geklede ringmeisjes die de rondes aangaven. Normaal zou je dat als een emancipatorisch gebaar moeten appreciëren, maar we bevonden ons nu eenmaal in Saoedi-Arabië, waar vrouwen de toeschouwers vooral niet tot onkuise gedachten mogen aanzetten.

Ruiz kampte flink met overgewicht: 128 kilogram, droog aan de haak. Hij zag er in de ring meer als een sumoworstelaar dan als een afgetrainde atleet uit, waarmee ik noch de sumoworstelaars wil beledigen, noch aan ‘body-shaming’ wil doen, maar je moet het gezien hebben om het te kunnen geloven. Een freakshow. Al bleef Joshua wel veilig op afstand, hij had zijn lesje geleerd op 1 juni. De punch van Ruiz moest te allen tijde ontweken worden.

De afgetrainde Joshua mag zich nu in een illuster rijtje scharen van zwaargewichtboksers die ooit de wereldtitel heroverden: Muhammad Ali, George Foreman, Lennox Lewis, Anthony Joshua. Goed gezelschap.

Slechte reputatie

Joshua wist zich vooraf al verzekerd van een beurs van 59,4 miljoen euro, de hoogste gage ooit voor een Britse bokser, dubbel zoveel als hij in juni ontving. Ruiz, nochtans de titelhouder, moest het doen met een kleine twaalf miljoen. Nog altijd een leuk bedrag. Na zijn vorige zege had Andrés Ponce Ruiz Jr. vooral feest gevierd: hij kocht een Rolls Royce, een Lamborghini en nog wat onroerend goed. Het zou me niet verbazen mocht hij zich vóór de kamp van eergisteren al verzekerd hebben geweten van een ultiem gevecht met Joshua. Dan zijn die zeven kilo hoogstens vervelend als je in je garderobe grasduint.

Boksen heeft op dat vlak een bijzonder slechte reputatie. Afspraakjes zijn er eerder uitzondering dan regel. Verliezen is soms lucratiever dan winnen, zeker als er al een revanche gepland is. Daar wordt iedereen financieel beter van.

Vroeger was het beter

Waarschuwing: nu volgt een oude-zakken-opmerking die heel sterk neigt naar ‘Vroeger was het beter’. Er was een tijd dat je ’s nachts opstond om Ali te zien boksen tegen Frazier of Foreman. In de jaren zeventig was er elk jaar wel een ‘kamp van de eeuw’ en ook dat was per definitie overdreven. Maar je wist na vijftien of minder rondes wel wie er kampioen van de wereld was. Daar bestond geen enkele twijfel over.

Sinds de explosie van het aantal boksbonden is die zekerheid er niet meer. Anthony Joshua werd zaterdag wereldkampioen namens de World Boxing Association (WBA), de International Boxing Federation (IBF), de World Boxing Organization (WBO) en de International Boxing Organization (IBO). Voor de World Boxing Council (WBC) heet de titelhouder bij de zwaargewichten Deontay Wilder. Die was er zaterdagnacht snel bij om kritiek te leveren op de ontwijkende attitude van Joshua. ‘Hij rende wat rond en zat de hele tijd op de fiets’, zei Wilder. En hij voegde eraan toe: ‘Ik wil de wereld ervan overtuigen dat ik de beste ben. Ik sta niet wat te dansen, ik toon geen affectie in de ring.’

De cijfers geven Wilder (34) gelijk: hij won 42 van zijn 43 profkampen, waarvan 41 op knock-out. Alleen tegen Tyson Fury eindigde de kamp onbeslist. Joshua (30) zit aan 23 zeges, waarvan 21 op knock-out. Hij verloor enkel van Ruiz. Mochten Wilder en Joshua het tegen elkaar opnemen, zou er na die kamp één ‘undisputed’ (onbetwiste) wereldkampioen zijn.

Big business

In een logisch functionerende sporttak zouden Deontay Wilder en Anthony Joshua het nu onder elkaar moeten uitmaken wie werkelijk de beste van de wereld is. Eén kamp, twee boksers, twaalf ronden, op het eind weet je het. Maar zo werkt het profboksen niet. Eerst zal Wilder nog eens tegen Fury in de ring komen en Joshua opnieuw tegen Ruiz. Beschouw het als een soort halve finales. Pas daarna, wanneer alle betrokkenen – promotors, organisatoren, boksers en hun entourage – zich flink hebben kunnen verrijken, komt zo’n ultieme titelkamp in beeld, waarbij de gages hoger dan ooit zullen zijn.

Boksers zijn geldmachines geworden. Niet dat Ali, Foreman of Tyson armer zijn geworden door hun sport te beoefenen op professioneel niveau, maar het ging tenminste ook nog om sport. Vandaag is ‘Show me the money!’ de voornaamste beweegreden om een kamp te organiseren. De kleur van dat geld speelt geen rol: als er corrupte regimes klaarstaan om het hele circus over te vliegen, wordt dat in dank aanvaard.

Zaterdagavond werd er gevochten in een speciaal voor dit evenement op twee maanden tijd opgetrokken arena. De uit Engeland overgevlogen ring blijft op verzoek van de kroonprins in Saoedi-Arabië: hij heeft ook al laten weten dat de touwen en het canvas niet afgewassen mogen worden. Mohammed bin Salman al-Saoed heet een boksfanaat te zijn. Of misschien houdt hij gewoon van bloedspetters.

Zoals Qatar zich over drie jaar op de kaart zal proberen te zetten als vooraanstaande voetbalnatie via het op corrupte wijze verkregen WK Voetbal, zo heeft nu ook Saoedi-Arabië de kans gegrepen om eens op een andere manier in het nieuws te komen dan na de verdwijning van een lastige journalist of het onderdrukken van vrouwen. De Britse bokspromotor Eddie Hearn heeft even weinig scrupules als zijn illustere Amerikaanse voorganger Don King. Veel meer nog dan sport is boksen een immorele vorm van big business.



De sportieve wraak van het weireldploegsje

Sport Posted on vr, december 06, 2019 14:46:43

(Deze bijdrage verschenen afgelopen maandag, 2 december, in De Standaard als ‘De bankzitter’.)

Zelfs met de wederoptredende Kompany toonde Anderlecht zich een middelmatig elftal tegen een team dat stilaan degradatiezorgen kent: 3-2. Anderlecht-voorzitter Coucke verdween in de rust als een dief in de namiddag. Een beetje symbolisch, zijn roekeloze beleid bracht KV Oostende in financiële nood.

Dat het een beladen duel zou worden, stond in de Oostendse sterren geschreven. Dat had met één controversiële figuur te maken: Marc Coucke. De Messias die Judas werd, zo stond er gisteren op een spandoek te lezen. Coucke stak flink wat centen in KV Oostende en wil dat geld terug. Dat werd hem tijdens het traditionele etentje vooraf met het andere clubbestuur onder de neus gewreven, waarna hij boos opstapte, de eerste helft niet in de eretribune maar voor een tv-scherm in een loge volgde, en daarna wegstoof uit het Albertpark.

Coucke zal dus wel de flater van Van Crombrugge gezien hebben die tot de 1-0 van Akpala leidde, en de 2-0 van Jonckheere na mistasten van Vincent Kompany, terug aan de aftrap na alweer twee maanden blessureleed. ’t Was weer ‘Couckenbak’ in de Versluys Arena en dat wilde de ‘zanger’ van die carnavalhit niet meer meemaken. Hij miste zo een strafschopfarce, de 3-0 van Hjulsager en de treffers van Chadli en Doku die er heel even weer de spanning in brachten.

Vloek van Kompany

De VAR verzuimde een penalty voor hands van Ndenbe ongedaan te maken (de bal botste via zijn rug tegen de arm die achter die rug hing), floot scheidsrechter Laforge terecht terug toen die in de scrimmage na de gemiste strafschop onbegrijpelijk opnieuw naar de stip wees, vond natrappen van Saelemaekers niet meer waard dan een gele kaart en keek ook nog eens de andere kant op toen Chadli in de slotseconden onderuit geschoffeld werd. Alsof de middag nog niet bewogen genoeg was.

Oostende rukt zich na een desastreuze 2 op 30 sinds de interlandbreak begin september weer even los uit de degradatiezone, Anderlecht telt opnieuw zeven punten minder dan de nummer zes in de stand, Zulte Waregem. Om Play-off 1 te halen moet paars-wit liefst vijf concurrenten passeren. Voetballen onder nieuwe-oude trainer Frank Vercauteren had tot nog toe zónder Kompany veel meer weg van het Weiler-tijdperk dan ze in het Astridpark zullen willen toegeven, soms met drie controlerende middenvelders en hyperrealistisch, risicoloos spel. Mét Kompany werden er nogmaals te veel risico’s genomen achterin. Andere pijnlijke vaststelling: mét Kompany in het elftal kon Anderlecht nog niet winnen, noch in de competitie, noch in de voorafgaande oefencampagne. Een bijgelovig iemand zou aan een vloek beginnen te denken.

Dat Anderlecht onder Vercauteren nog niet verloren had vóór gisteren had trouwens meer met het makkelijke programma dan met een sportieve hausse te maken. Misschien ís dit Anderlecht wel gewoon een ordinaire middenmoter? Deze maand wachten nog thuiswedstrijden tegen Charleroi en Genk, en uitwedstrijden bij Standard en Antwerp, na de winterstop komt Club als eerste op bezoek. Mooi vooruitzicht.

Financiële doping

Dat KV Oostende staat het waar het nu staat heeft het in alle opzichten aan Marc Coucke te danken. Na de titel in tweede klasse in 2013 nam de miljardair de club over, waardoor de financiële zorgen even verdwenen en KVO probleemloos kon meedraaien in de Jupiler Pro League. In twee opeenvolgende seizoenen werd Play-off 1 gespeeld, een Europees ticket erbovenop. Ongezien voor een elftal dat normaal hooguit in de onderste regionen zou kunnen meedraaien.

Met de centen van Coucke werden spelers gehaald en salarissen betaald die in normale omstandigheden onhaalbaar zouden geweest zijn voor een club die toen nog voor amper vijfduizend toeschouwers speelde. Financial Fair Play was hem een rotzorg, Coucke diende financiële doping toe om zijn ‘weireldploegsje’ competitief te maken. Tot hij kans zag om als voorzitter in een hogere liga te mogen spelen. Hij nam Royal Sporting Club Anderlecht over, recordkampioen. En hij liet KV Oostende achter met een miljoenenput, geld dat onder meer was gestoken in een nieuwe tribune.

Zo komen we bij de tweede reden waarom Oostende staat waar het staat: de voormalige mecenas eist 6,2 miljoen euro, voor twee jaar achterstallige huur van die tribune en transfergelden die nog niet doorgestort werden. Zonder Coucke aan het roer loopt er drie miljoen euro minder binnen via sponsoring, bevestigde voorzitter Dierckens, en er moet ook nog eens 3,5 miljoen worden betaald aan makelaars. De 7.298 toeschouwers gemiddeld van drie seizoenen geleden zijn er inmiddels weer minder dan vijfduizend geworden. Onleefbaar in het profvoetbal.

Het geval-Oostende is een zoveelste bewijs dat het ongezond is om de toekomst van een professionele voetbalclub in handen te geven van één man. In Duitsland is het onmogelijk om de helft plus een van de aandelen te bezitten, in België is dit zowat de regel. Meestal gaat het dan nog om een of andere verre suikernonkel die een hobbyprojectje heeft gevonden in een land waarvan geweten is dat men het er niet zo nauw neemt met reglementen, dat je er als voetbalbedrijf heel wat sociale en fiscale voordelen geniet en dat je er goedkoop in mensen kunt handelen. CD&V-parlementsleden hebben nu een wetsvoorstel klaar om het loon van buitenlandse spelers op te trekken naar het gemiddelde loon van een eersteklassevoetballer vermenigvuldigd met factor 1,2. In de praktijk zou dat neerkomen op zo’n 400.000 euro, vandaag is dat iets meer dan 80.000. Het kan een begin van een oplossing zijn.

Vechtscheiding

Over twee maanden moet KV Oostende een licentiedossier indienen. Als de Licentiecommissie voor één keer streng beoordeelt, komt die er niet, tenzij er zich een nieuwe, halfgekke mecenas zou aandienen, die geld wil steken in een club die nooit de concurrentie kan aangaan met de andere eersteklassers in de ruime omgeving, Club Brugge op kop.

Dat KV Oostende al voor het zevende opeenvolgende seizoen bij de elite mag vertoeven, is abnormaal. Met dank aan Marc Coucke. Dat de club op financieel apegapen ligt, is een gevolg van een roekeloos beleid, dat volledig steunde op één portefeuille. Met dank, alweer, aan Marc Coucke. Professioneel voetbal op het hoogste niveau is sowieso te hoog gegrepen, maar deze club verdient het niet om door een voorheen overdreven gulle ex gegijzeld te worden in een dure vechtscheiding.



En op het eind wint de Nederlander

Sport Posted on wo, november 27, 2019 10:43:13

(Mijn ‘Bankzitter’ van maandag 25 november in De Standaard.)

Zelfs oponthoud kort na de start kon Mathieu van der Poel niet deren op de wereldbekercross in Koksijde. Nog in de eerste ronde reed hij al op kop, daarna kregen we het gebruikelijke machtsvertoon. Indrukwekkend om zien, deze dominantie, maar stilaan ook de doodsteek voor het veldrijden.

Flashback naar zondag 30 januari 1994. De Nederlander Richard Groenendaal rijdt alleen voorop in de duinen van Koksijde. De wereldtitel is binnen handbereik. Tot uit de achtergrond plots Paul Herygers opdoemt. Als die op de hoogte van Groenendaal komt, legt hij zijn rechterhand treiterend op de schouder van zijn rivaal. Kijk, jongen, hier ben ik. Arrogantie en improvisatie in één beweging, kijkend Vlaanderen heeft er een held bij. Die, ondanks verwoede en ook woedende pogingen van Groenendaal om hem af te schudden, even later wereldkampioen wordt. Dit is wat de Vlaming graag ziet: een landgenoot die een ‘Hollander’ aftroeft mét Hollandse branie. We blijven onveranderlijk underdogs.

Flash forward naar zondag 24 november 2019. De Nederlander Mathieu van der Poel rijdt alleen voorop in de duinen van Koksijde. Geen tegenstander in de buurt, niemand die hem bijhaalt en treitert. De anderen staan niet op de foto, zoals dat in het jargon heet. Meer nog: de fotograaf moet een tijdje wachten voor ze in beeld komen. Nochtans waren de ingrediënten aanwezig om er een iets spannender cross van te maken dan de zes vorige die Van der Poel had gewonnen. Omdat de Nederlander in het wereldbekerklassement niet bovenaan stond – om de eenvoudige reden dat hij nog maar aan een van de vier manches had deelgenomen -, kon hij niet vanaf de voorste rij de tegenstand al in de eerste rechte lijn degraderen tot meerijders. Hij werd dan ook nog eens in de eerste bocht opgehouden door een valpartij voor hem en moest vanuit zowat veertigste positie terugkeren. Maar nog voor het einde van de eerste ronde reed hij op kop. Zo goed is hij. Zo gewoontjes is de rest.

Lucratief

Mathieu van der Poel is de grootste crosser van zijn generatie. Hij presteert zelfs in familiaal lastige tijden optimaal. Vorig weekend won hij na de dood van zijn grootvader, Raymond Poulidor. Dit weekend won hij twee keer na de emotionele begrafenis van de Fransman die de bijnaam Eeuwige Tweede torste, ook al won ie dan 189 wedstrijden. ‘Poupou’ koesterde die bijnaam, ‘Poepoel’ zal eerder bekend raken als Eeuwige Eerste. Hij wint bijna altijd. Vorig seizoen 32 crossen op 33, nu zit hij al aan 7 op 7.

Op de weg is Van der Poel eveneens een fenomeen. Won de Amstel Gold Race na een waanzinnige inhaalrace, was de beste in koers in de Ronde van Vlaanderen, maakt wegwedstrijden in de sprint én solo af. Alleen in het WK zakte hij op het eind door het ijs.

Ook in het mountainbiken is Van der Poel top. Een sport die hij beoefent omdat het een olympische discipline is, in tegenstelling tot veldrijden. Dat hij voorlopig veld én bos én weg blijft combineren, heeft met het lucratieve aspect te maken. Startgeld dat tussen 10.000 en 25.000 euro ligt, plus nog wat prijzengeld, dat laat je niet liggen als 24-jarige. Toch zal hij liever vroeg dan laat moeten beslissen waar zijn toekomst écht ligt. Wellicht op de weg met naar verluidt een VO2-max van 89, een hoger maximaal zuurstofopnamevermogen dan Chris Froome.

Té dominant

Probleem met Mathieu van der Poel is dat hij té dominant is. Als hij pas na twee maanden aan het seizoen begint, wint hij meteen. Waar hij aan de start komt, wint hij. Hij weegt veel zwaarder op zijn sport dan zijn voorgangers, zelfs meer dan Eddy Merckx in diens gloriejaren op de weg, want Merckx had stevige concurrentie. Die heeft Van der Poel niet. Volgers van het veldrijden zeggen dat er nu toeschouwers speciaal naar een veldrit gaan om de Nederlander aan het werk te kunnen zien. Hoe lang nog?

Veldrijden leeft al decennia van rivaliteiten. De broers De Vlaeminck tegen elkaar en tegen Wolfshohl, Longo en Berten Van Damme. Liboton tegen Vermeire en Zweifel, Stamsnijder en Thaler. De Clercq-Vervecken, Nys-Wellens, Nys-Albert, we hadden de duels jarenlang voor het uitkiezen. Daar leefde deze sport van biertenten en hotdogs op. Die spanning is er nu niet. Zelfs als Wout Van Aert terugkeert, zal hij zijn meerdere moeten erkennen, misschien houdt hij het een paar ronden langer vol dan de andere Vlamingen.

Veldrijden is in 2019 meer dan ooit Vlaanderen versus Nederland. In Wallonië en Brussel liggen ze niet wakker van fietsende dames en heren in het veld, in Nederland wordt nauwelijks een cross live uitgezonden. Nochtans een mooie kijksport, één uur volle bak. Heel oneerbiedig zou je veldrijden korfbal-op-twee-wielen kunnen noemen. Op het eind wint een Nederlander.

Uitbreiding wereldbeker

Terug naar 1994. In de top 10 vond je toen zes nationaliteiten. Vier Belgen, twee Nederlanders, een Italiaan, een Tsjech, een Fransman en een Zwitser. Op het eind van hun carrière samen goed voor vijf wereldtitels bij de profs.

Gisteren in Koksijde bestond de top 10 uit drie Nederlanders, een Brit, een Duitser en vijf Belgen. Die Brit, Tom Pidcock, werd eerder dit jaar wereldkampioen bij de beloften, terwijl een landgenoot van hem, Ben Tulett, toen de regenboogtrui bij de junioren mocht aantrekken. Dat lijkt hoopgevend voor de internationalisering van de sport, maar er was ook een andere waarheid op het recentste WK: twaalf van de vijftien medailles gingen naar veldrijders uit de Lage Landen.

Volgend jaar wordt de wereldbeker uitgebreid van negen naar, wellicht, zestien manches, te organiseren in minstens zeven landen. Een plan van Flanders Classics. Nadenken over de toekomst van een sport die qua beleving het niveau van een Vlaamse kermis niet meer overstijgt is nodig, maar waarom dan wedstrijden organiseren voor nagenoeg lege circuits, waar alleen de Vlamingen naar kijken op tv? Publieke belangstelling kun je niet kunstmatig creëren. En als er meer in het buitenland wordt gecrosst, zal dat ten koste gaan van wedstrijden in eigen land. Er zullen er minder zijn of het deelnemersveld zal minder sterk zijn, waardoor sponsors en publiek zullen afhaken, en wedstrijden zullen verdwijnen. Vicieuze cirkel.

In de marge van dit alles wordt de samenwerking tussen sponsor Telenet en de veldritploeg van Sven Nys eind volgend jaar beëindigd. Vreemd genoeg was de communicatie gisteravond tegenstrijdig: volgens Nys heeft zijn Sven Nys Cycling Team die knoop doorgehakt, omdat ze geen exclusief partnership meer willen met een mediabedrijf. Bij Telenet is net het tegenovergestelde te horen: ‘Wij hebben besloten het contract stop te zetten.’

Veldrijden zal de komende jaren ongetwijfeld nog vele tienduizenden Vlamingen blijven beroeren, thuis en langs het circuit, maar als topsport is deze discipline op sterven na dood.



« VorigeVolgende »