Voor het eerst sinds 1997 kon Antwerp thuis nog eens winnen van Club Brugge, meteen de eerste seizoensnederlaag voor Club. De geplaagde trainer Bölöni koos voor bloed, zweet en tranen-voetbal, mét resultaat. Dat vinden de fans op de Bosuil best oké.
Antwerp-voorzitter/eigenaar/mecenas/stadionverbouwer Paul Gheysens had het in een weekendinterview nog zo benadrukt: het moest maar eens gedaan zijn met het smijten van bekertjes en Bengaals vuur op de tribune. ‘Zijn’ fans hadden het niet gelezen (of trokken er zich niets van aan, dat kan ook): na 41 minuten en 13 seconden werd Antwerp-Club Brugge voor een tiental minuten stilgelegd omdat rood-witte supporters scheids- en lijnrechter hadden bekogeld met volle drankbekers en plastic flesjes. Aanleiding was een onterecht gefloten overtreding van De Laet en een gele kaart erbovenop voor een protesterende Bolat, nadat eerder al Haroun op geel was getrakteerd na een ingebeelde fout.
Overigens zat Paul Gheysens niet naast zijn Brugse alter ego, Bart Verhaeghe, op de eretribune. De topmannen van Ghelamco en Uplace zijn allesbehalve vrienden, sinds Gheysens in Gent een stadion mocht bouwen – wat Club vooralsnog niet kan en mag in Brugge -, Antwerp overnam en een strategisch gelegen lapje grond bezit op de plek waar Brugge hoopt te bouwen. Verhaeghe ging op zijn beurt dwarsliggen toen Gheysens een nieuw nationaal voetbalstadion wilde bouwen in Grimbergen. Haantjesgedrag. Tussen hen in nam dan maar Luciano D’Onofrio plaats, als buffer.
Voetbal is oorlog, geen poëzie
Geen Mbaye Diagne in de Brugse kern. De Senegalees heeft het helemaal verkorven na zijn strafschopmisser in Parijs, een combinatie van egoïsme, burgerlijke ongehoorzaamheid en overdreven zelfvertrouwen. Dat de huurovereenkomst met Diagne niet per direct verbroken werd, is onbegrijpelijk: nu blijft de spits een vervelend en onbetrouwbaar sujet in een spelerskern die vooral rust kan gebruiken. Evenmin op de bank, Jelle Vossen. Die heeft duidelijk geen toekomst meer in Brugge.
Of Laszló Bölöni nog een toekomst heeft als trainer van Antwerp was een andere vraag die veelvuldig werd gesteld de voorbije dagen. De Roemeen schijnt een bijzonder vermoeiende man te zijn. Laat zijn spelers los buiten het stadion, maar op training en tijdens de match is hij héél aanwezig. Het is geen toeval dat hij zelden langer dan twee seizoenen op één plek blijft. De resultaten waren dan wel meer dan oké de voorbije twee seizoenen, toch kreeg de trainer veel kritiek voor de manier waarop hij zijn team liet voetballen. Voor Bölöni is voetbal oorlog, geen poëzie.
De komst van creatieve, aanvallende spelers moest voor de kentering zorgen, maar daardoor verdween de defensieve stabiliteit. Vooraf getipt als outsider in het titeldebat moest Antwerp de voorbije weken vooral harken om bij de eerste zes te staan. Tegen de ongeslagen leider, die nog geen puntje liet liggen buitenshuis, koos Bölöni dan ook niet zo verwonderlijk voor zijn vertrouwde vechtvoetbal, met Refaelov en Mirallas op de bank. Geen plaats voor balkunstenaars als er moet gebikkeld worden.
Philippe Clement liet Siebe Schrijvers nog eens aan een wedstrijd starten. Wat Club inboet aan snelheid en beweging zonder Diatta en Dennis, maakt de Limburger goed door creativiteit en inventiviteit. En door te scoren. Al miste hij in de tweede helft nog wel een opgelegde kans. Bij de rust was het gevoel dat Club alles onder controle had.
Enfant Zérible
Voelde scheidsrechter Van Driessche tijdens de rust dat hij iets goed te maken had voor het thuispubliek? Was dit een zoveelste bewijs dat thuisploegen bij duels in het strafschopgebied eerder een penalty zullen krijgen dan de bezoekers? Of ging de referee gewoon de mist in? Wat er ook van zij, Dieumerci Mbokani mocht vijf minuten na de pauze de zelf afgedwongen, vederlichte elfmeter omzetten.
Club Brugge was de kluts kwijt. Lamkel Zé liep op de linkerflank zijn opponent Kossounou voorbij als ging het om een paaltje op training. Bij zijn derde raid duwde hij de bal voor doel, waarna die in de kluts via doelman Mignolet tegen de touwen verdween. De Kameroener vierde dat op zijn eigengereide manier, een frats die hem alweer op een gele kaart kwam te staan. Geweldige voetballer, gekke jongen: enfant Zérible.
Voor het eerst sinds de openingsspeeldag stond Club op achterstand. Toen werd dat ruimschoots goedgemaakt in Beveren, op de Bosuil versierde het wel kansen, maar de afwerking viel tegen. De 2-1 redt voorlopig het vel van Bölöni en rechtvaardigde ook zijn tactische aanpak: weg met de frivoliteiten, het publiek wil bloed, zweet en tranen, en kreeg die ook. Negen gele kaarten, waarvan zes voor thuisspelers, dat vinden ze niet erg in Deurne-Noord. Benieuwd hoe Club deze tik zal verwerken. De interlandbreak komt als geroepen.