(Deze bijdrage verscheen dinsdag 12 november onder de noemer ‘De bankzitter’ in De Standaard. Diezelfde dag nog werd Felice Mazzu ontslagen als trainer van KRC Genk. De slotparagraaf werd wegens plaatsgebrek niet afgedrukt in de krant.)

Club Brugge leed op de Bosuil de eerste nederlaag van het seizoen. Antwerptrainer Laszló Bölöni mag nog even blijven zitten. In Genk wacht Felice Mazzu wellicht een ander lot, na de pijnlijke thuisnederlaag tegen Gent. De landskampioen is op de sukkel. Doorgaans wordt de trainer dan geslachtofferd.

Mazzu-time. Met die term werd de voorbije seizoenen aangegeven dat Sporting Charleroi, toenmalige club van Felice Mazzu, op de valreep had gescoord. Vandaag betekent ‘Mazzu-time’: tijd om op te stappen. Begin vorige week nog eiste voorzitter Croonen ‘een reactie’ na de vijfde seizoensnederlaag. Die kwam er gedeeltelijk op Liverpool, waar KRC Genk na een nipte nederlaag toch met een goed gevoel Limburgwaarts keerde. De uitgestippelde tactiek, een soepele 3-5-2, oogstte bijval.

De bevestiging moest er zondag in de vooravond komen tegen AA Gent, dat zelf donderdag voor het eerst dit seizoen een uitzege boekte, tegen het sterke Duitse Wolfsburg dan nog. Minder dan 72 uur na die stunt koos Jess Thorup voor nagenoeg hetzelfde elftal. Alleen de vleugelbacks werden gewisseld: Castro-Montes en Mohammadi vervingen Lustig en Asare. De geschorste Odjidja werd noodgedwongen vervangen door Bezus. Bij Genk kwam ten opzichte van de bemoedigende prestatie op Anfield alleen Onuachu in het team voor Ito. Never a change a losing team, als de eer hooggehouden werd.

Twee vroege doelpunten, eentje in iedere helft, bezegelden het Genkse lot. Depoitre en David duwden Mazzu nog wat dichter naar de uitgang. Zes nederlagen op veertien wedstrijden: de patiënt is ernstig ziek zonder uitzicht op genezing en dan schrijven voetbaldokters meestal een trainersontslag voor. ‘Dit is Genk onwaardig’, zei technisch directeur De Condé achteraf. ‘We moeten deze week de koppen samen steken en kijken wat het beste is voor de club.’ Vandaag is voorzitter Croonen terug van een buitenlandse trip. Straks weet Felice Mazzu hoe laat het is. Mazzu-time.

Falend transferbeleid

Hoe is het zo ver kunnen komen? Om te beginnen is het vanzelfsprekend ondankbaar om een succescoach af te moeten lossen. Philippe Clement slaagde er vorig jaar in Genk naar boven te stuwen met flitsend voetbal. Na het behalen van de titel koos hij voor de vlucht vooruit: Club Brugge. Genk moest op zoek naar een trainer die het goed moest doen in de competitie én in de Champions League. Minstens één zege moest dat opleveren op het kampioenenbal, iets waar Genk bij drie vorige gelegenheden niet in was geslaagd. Bernd Storck, die het uitzonderlijk goed had gedaan bij Moeskroen, Ivan Leko, één keer kampioen en één keer tweede met Club, en Felice Mazzu, zes meer dan behoorlijke seizoenen in Charleroi, werden genoemd. Het werd Mazzu, een trainer die bekend staat voor een tactische benadering die vertrekt vanuit defensieve stabiliteit.

De penningmeester lachte deze zomer zijn tanden bloot in de Luminus Arena. 20 miljoen euro voor Trossard, 13,7 miljoen voor Malinovski, 8 miljoen voor Aidoo. In totaal kwam er zo’n 47 miljoen binnen van uitgaande transfers, en dan was er nog de 9 miljoen die Toronto in maart neertelde voor Pozuelo, plus de vele miljoenen uit de Champions League-pot. Daartegenover stond iets meer dan 33 miljoen aan inkomende transfers.

Ga er als nieuwe trainer maar aan staan: een tot held uitgeroepen voorganger opvolgen met een verzwakte kern. De jonkies Hagi, Nygren, Cuesta en Odey moeten nog groeien, Hrosovsky haalt niet het hoge niveau van Malinovski en is een beetje dubbelop met Berge, die tegen alle verwachtingen in niet vertrok, Onuachu wordt voorlopig afgeremd door Samatta, nog zo’n verrassende blijver, en Theo Bongonda, zo schreven we vorige week al, is een momentenvoetballer. In Waregem waren dat er heel wat, in Genk tot nog toe bijzonder weinig.

Als trainer hang je af van de spelers die de club je aanreikt. Voorzitters en technisch directeurs stappen zelden op vanwege een falend transferbeleid. In de top 10 van transferuitgaven in de 31 jaar dat de Genkse fusieclub bestaat, prijken zes spelers die in 2019 kwamen. Dan zou je toch meer individuele kwaliteit mogen verwachten op het veld.

Trainerskerkhof

Felice Mazzu is natuurlijk niet zonder schuld. Hij wilde een succesvol team ‘zijn’ voetbal laten spelen: de vleugelbacks werden opgesloten in een tactisch stramien, terwijl net zij vorig seizoen voortdurend voor aanvallende impulsen zorgden. Met de 4-3-3 van Clement was Genk gevaarlijk via de flanken en met infiltrerende middenvelders. Je kunt als trainer koppig vasthouden aan je eigen accenten, maar dan moeten die wel direct resultaat opleveren. Daarna begon Mazzu te weifelen en probeerde hij verschillende tactische concepten uit. Genk werd een elftal zonder gezicht en zonder vastigheid. Het peterprincipe bestaat in alle bedrijfssectoren, óók in het voetbal. Jammer voor deze gentleman, een zeldzaam verschijnsel in het topvoetbal.

Maar er is meer aan de hand in Genk. Voor de vierde keer al loopt het mis na het behalen van de landstitel. Na de titel in 1999 vertrok Aimé Anthuenis naar Anderlecht. Zijn opvolger, Jos Heyligen, hield het vol tot de winterstop. Sef Vergoossen bleef nog bijna twee volle seizoenen na de titel in 2002, ook al vielen de resultaten wat tegen. Na het vertrek van Frank Vercauteren, kampioenenmaker 2010/2011, kwam Mario Been. Die loodste Genk naar een verdienstelijke derde plaats, maar moest in zijn derde jaar verdwijnen. Op het Genkse trainerskerkhof liggen ook nog Johan Boskamp, René Vandereycken, Hein Vanhaezebrouck en Peter Maes, toch geen beginnelingen. Alleen Anthuenis hield het er meer dan drie seizoenen vol en stapte zelf op. Stof tot nadenken.

Als de voorspelbare beslissing weldra gecommuniceerd wordt, moeten ze zich in Genk toch eens bezinnen over de clubcultuur. Vinden ze het oké dat een landstitel een gevolg is van een combinatie van toeval, tijdelijke hoogconjunctuur en minder goed presterende opponenten, of willen ze elk seizoen bovenin meedraaien? Dit zei Peter Croonen daar eind juli over in een voorbeschouwing op het seizoen: ‘Je kan de traditionele inkomstenbronnen – ticket- en abonnementenverkoop, sponsoring, merchandising, tv-gelden – slechts geleidelijk verhogen, dus moeten wij proberen ons te plaatsen voor Europees voetbal en geregeld spelers verkopen.’ (DS 25 juli)

Arme Felice Mazzu en arme opvolger binnenkort.