Ik heb even moeten opzoeken waar de politiek-ideologische opdeling links-rechts vandaan komt. Alweer blijkt dit, zoals heel veel dingen, zijn oorsprong te hebben in die verdomde Franse Revolutie en moet je het heel letterlijk opvatten. In de Franse Staten-Generaal zaten de voorstanders van het behoud van de bestaande machtsverhoudingen — conservatieven, reactionairen, klerikalen, edellieden — rechts van de voorzitter, seculiere liberalen die de traditionele orde wilden doorbreken links. Zo eenvoudig is het soms. Links-rechts. Het had net zo goed omgekeerd kunnen zijn en dan stonden we daar met onze terminologie.

Ik had toen dus links gezeten, en nu nog altijd. Maar ‘links’ gaat voor mij veel verder dan de simpele progressief-conservatief breuklijn. Niet alles is even eenduidig. Ik wil dat de natuur zo integraal mogelijk beschermd wordt, op dat vlak ben ik dus conservatief. Ik wil dat de mens zoveel mogelijk zelfbeschikkingsrecht heeft, op dat vlak ben ik dan weer progressief.

De termen links en rechts zijn in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw een tijdje in onbruik geraakt. Ze werden onmiddellijk als verdacht beschouwd. Waarom dat precies gebeurd is, weet ik niet, het gebeurde gewoon. Opeens kreeg je te horen dat links-rechts een onzinnige splitsing van de geesten was. Iedereen is een beetje links en een beetje rechts, dat was de teneur. Met Reagan in het Witte Huis en Thatcher in Downing Street 10 was het trouwens niet zo moeilijk: iedereen met een beetje redelijkheid in zijn botten stond links van die twee hardvochtige regimes, ja toch?

Sinds een jaar of tien noem ik mezelf weer veel nadrukkelijker links. Niet extreemlinks, voor alle duidelijkheid en om te vermijden dat er goed menende mensen meteen medische hulp voor mij inroepen. Ook in de jaren 80 — mijn twenties — heb ik nooit gedweept met communisme en aanverwanten. Er was nochtans keuze zat in het kleine Vlaanderen: de KP (de stalinisten), de PVDA (ex-Amada, de maoïsten) en de SAP (later RAL, de trotskisten). En maar ruziemaken met elkaar, want natuurlijk vonden de militanten de onderlinge verschillen veel relevanter dan de kloof die er was met rechts(er)e partijen. Het leek wel een confrontatie tussen The People’s Front of Judea en de Judean People’s Front in Monty Python’s Life of Brian, maar dan in het echt en niet om te lachen.

***

Links-zijn heeft voor mij vooral te maken met maatschappelijke keuzes die je maakt. Dat brengt me in de eerste plaats toch weer bij die verduivelde Franse Revolutie.

Vrijheid. Iedere mens geniet een zo groot mogelijke mate van vrijheid, die eindigt waar de vrijheid van een ander begint (en die uiteraard ook ingeperkt wordt door de Grondwet en wetten en decreten van een land). Ga je voorbij die grens, dan ben je egoïstisch. Steken heel veel mensen die onzichtbare maar toch zeer aanwezige grens over, dan gaat het om collectief egoïsme, wat altijd ten koste van anderen gaat, meestal minderheden waarvan de meerderheid vindt dat die ondergeschikt zijn aan de macht van het getal. Zelfbeschikkingsrecht zou normaal moeten zijn. Dat wij, die zo vaak (en zo terecht) klagen en zeuren over onze politici, liberale wetten als de abortuswet, de euthanasiewet en het homohuwelijk kennen, is een zegen die we mogen koesteren. In andere landen bestaan die logische vrijheden niet, of worden ze acuut bedreigd. Dat kan ook hier gebeuren, met de foute lieden aan de macht. Niets is voor altijd verworven.

Gelijkheid. Iedere mens zou gelijke rechten moeten hebben. Klinkt logisch, gebeurt niet. Laten we het vooral blijven herhalen.

Broederlijkheid. Iedere mens moet zo goed mogelijk proberen overeen te komen met zijn medemensen en wordt geacht anderen te steunen en te helpen wanneer dat nodig is. In ruil hebben wij recht op andermans steun.

Gelijkwaardigheid. We zijn allemaal evenwaardig. Huidskleur, afkomst, religieuze voor- of afkeur, ideologische keuzes van de voorouders zouden daarbij geen rol mogen spelen. Onderscheid is goed, maar niet wanneer we dit als maatstaf voor achteruitstelling hanteren. Genderdiversiteit is een realiteit en verder geen argument om mensen kwalitatief te beoordelen. Deal with it!

Solidariteit. Wie het moeilijk heeft, verdient aandacht, mededogen en bijstand (waar dat nodig blijkt en zonder paternalistisch te worden). Als ex-kolonisator moet België niet alleen ontwikkelingshulp blijven bieden, het moet ook herstelbetalingen doen, gestolen kunst teruggeven en de ex-kolonies als volwaardige partners zien (niet als ondergeschikte naties).

Mededogen. Een vergeten deugd, zowaar. Iedereen moet mee, in óns tempo, volgens ónze waarden en normen (wat die verder ook mogen zijn), met als hoogst bereikbare doel ónze levensstandaard. Er wordt niet achterom gekeken. Wie niet volgt, valt af. De harde wet van een wereld waar economie boven ecologie en humanisme staat. Niet míjn wereld.

Sociale herverdeling. Op papier was in de communistische landen iedereen gelijk, in de praktijk was er een elite die zichzelf ruim bediende ten koste van de man (m/v/x) in de straat. Net als het kapitalisme is het communisme een verderfelijke ideologie gebleken, die heeft geleid tot uitwassen zoals onderdrukking, onverdraagzaamheid en maatschappelijke uitsluiting. Ik ben er heus geen voorstander van dat we allemaal evenveel moeten verdienen, er mag gerust een onderscheid zijn, liefst op basis van reële meritocratie. Maar dat mag niet betekenen dat een ceo 20 tot 100 keer meer verdient dan de laagste in rang in zijn bedrijf. Het is niet meer dan logisch dat mensen die hun centen vooral verdienen op een niet-productieve manier (aandeelhouders, bijvoorbeeld, of mensen die een flinke erfenis in de schoot geworpen kregen) meer afdragen aan de samenleving. Ook dat is solidariteit. Elke vorm van kapitaalvlucht is verschrikkelijk asociaal en daarom laakbaar, ook al past het zogezegd binnen de toegelaten achterpoortjesregels. Er is een verschil tussen belastingoptimalisering en belastingontduiking.

Eerlijk werk voor een eerlijk loon. Ik erger me bij elke autorit aan die bumperklevende bestelwagens die zich haastig naar een volgende klant begeven, maar ik bedenk meteen na mijn onderdrukte vloek dat die chauffeurs zich ook maar aanpassen aan hun onmenselijke werkritme. Niet alleen moeten we consuminderen — een hatelijk modewoord dat ik hier toch maar even hanteer —, we moeten bij ons consumeergedrag ook rekening houden met de manier waarop iets tot bij ons geraakt. We zijn zodanig gewend en verwend geraakt door het verderfelijke just in time-principe, dat we niet eens beseffen dat er in de keten tussen grondstof en afgewerkt en afgeleverd product mensen worden uitgebuit, bij ons en in ver afgelegen landen. Bewust consumeren is een must.

Migratie is de natuurlijke gang van zaken. De mens is van nature migrant. Anders zouden we nu allemaal Marokkanen zijn, want de eerste moderne mens, die driehonderdduizend jaar geleden leefde, werd daar in een grot teruggevonden. Eind negentiende, begin twintigste eeuw verhuisden talloze verpauperde Vlamingen naar Wallonië — waar toen, in tegenstelling tot het achtergestelde Vlaanderen, wel nog werk was — of naar andere continenten. Dat was hun plicht tegenover hun gezinsleden en latere nakomelingen. Wat die Vlamingen destijds deden, doen oorlogs- en economische vluchtelingen vandaag: hun vaderland verlaten en veiliger (of leefbaarder) oorden opzoeken. Migratie is normaal. Misschien best wel met goede afspraken, want het moet beheersbaar blijven. Maar een gebrek aan goede afspraken mag geen excuus zijn om mensen in nood niet meer op te vangen. Dat is onze plicht, als medemensen. Wie dan roept dat hij zich in een gemeente waar veel ‘nieuwe Belgen’ wonen, niet thuis voelt, sluit zich de facto aan bij de ‘Eigen volk eerst’-club.

De aarde moet nog een tijdje mee. Heel vreemd dat natuurbescherming in rechtse kringen onbelangrijk wordt geacht. Klimaatverandering wordt ofwel ontkend, ofwel zwaar gerelativeerd, ofwel straal genegeerd. ‘No time to waste’ gaat als slogan al bijna veertig jaar mee. Vergeefs, wat de grote massa betreft. Laat ons een bloem van Louis Neefs en het eerste verslag van de Club van Rome zijn zelfs al vijftig jaar oud. Ecorealisten zijn in werkelijkheid geen haar beter dan lieden die de opwarming van de aarde ontkennen, want het eindresultaat met hen aan de macht zal hetzelfde zijn: milieurampen, milieuvluchtelingen, milieuoorlogen. En een wereld die steeds onleefbaarder wordt. Ecologie is belangrijker dan economie. Dat laatste is enkel een hulpmiddel om de kapitaalstromen te regelen (economen staan op hun achterste poten bij het lezen van de vorige zin, dus herhaal ik hem nog even voor de duidelijkheid en met uitroepteken: ‘Ecologie is belangrijker dan economie!’).

Internationalisme staat boven nationalisme. Het gaat om de macrokosmos, niet de microkosmos. ‘Eigen volk eerst’ is een (extreem)rechtse anomalie, het is een vorm van extreem egoïsme. Vlaanderen is een kunstmatige constructie — net zoals Wallonië dat is — en is bovendien, in mijn ogen, ondergeschikt aan het grotere Europa, hoe moeilijk die samenwerking in de praktijk ook verloopt. De Europese Unie zou ook een politieke en militaire unie moeten worden, niet alleen een economisch gedrocht. Maar dan moeten de onwillige landen er wel uit, anders raak je geen stap vooruit.

***

Dus ja, ik ben uitgesproken links en ik spreek dat met plezier ook uit. Door dat consequent toe te passen (of dat alleszins toch te pogen), maak ik het mezelf niet makkelijk, want waar kan een linkse jongen nog terecht binnen de huidige politieke constellatie wanneer je je noch met een van de extremen, noch met het centrum wil vereenzelvigen?

Dat werkpuntje zal mij niet beletten mijn linkse idealen consequent uit te dragen.