Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

De speeltijd is voorbij

Politiek Posted on di, februari 05, 2013 13:42:01

Zaterdagochtend op de voorpagina van De Standaard, de rest
van die dag op radio, televisie en alle sites. Zondag in De zevende dag, radio, televisie en alle sites. Maandag in Terzake, radio, televisie en alle sites.
Er zijn nog zekerheden in het leven van de Vlaming: als Bart De Wever iets
controversieels zegt, dan wordt dat uitgesponnen tot er op het eind een heel
ander verhaal is ontstaan. Het is zoals het doorvertellen van een mop; als dat
voor de tiende keer gebeurt, dan is het verhaal intussen véél straffer
geworden, maar is de grap zelf flink uitgedund en niet meer om te lachen.

De “loketjanet”, want daar heb ik het uiteraard
over, is een eigen leven gaan leiden. De wens van De Wever dat het stadspersoneel zich zo
neutraal mogelijk moet kleden en gedragen (zaterdagochtend) werd
een quasi pertinente vaststelling dat deze man en zijn partij wel homofoob en
onverdraagzaam moeten zijn (maandag). Een interessant en eigenlijk zelfs fundamenteel
debat over neutraliteit en respect voor alle individuele meningen van alle individuele
“klanten” van de stad, ontaardde in een straatgevecht en een
lynchpartij, voorlopig gelukkig nog virtueel. We dribbelen in Vlaanderen van
het ene non-issue naar het andere non-issue: een buitenstaander zou nog durven
denken dat dit land een gigantische kloosterorde is geworden, met al die
“nonnen”.

Maar we zijn nu op een punt beland dat er dringend keuzes
moeten worden gemaakt, anders loopt het écht uit de hand. Bart De Wever/N-VA
moeten zich volop gaan gedragen als een beleidspartij; niet alleen staan ze in
de peilingen mijlenver voor op eender welke andere Vlaamse partij, ze zitten
ook in de Vlaamse bestuurscoalitie en in menig college van burgemeester en
schepenen, de grootste stad van Vlaanderen voorop.

De andere partijen moeten de N-VA en haar kiezerspubliek
leren aanvaarden. Als de kiezer heeft gesproken, moet je naar hem (m/v)
luisteren, of je het nu graag hoort of niet. Neem nu Antwerpen: als linkse
jongen betreur ik ook dat ’t stad in
handen is gevallen van een rechts-conservatieve coalitie. Als democraat kan ik
alleen maar beamen dat het verkiezingsresultaat deze ploeg en dit
bestuursakkoord legitimeert. Jammer van die zes “verloren” jaren,
maar zo werkt dat nu eenmaal in een democratie.

Dwangneurotische
provocateur

Een “fantoomprovocateur”, zo noemt Yves Desmet,
hoofdredacteur van De Morgen, de nieuwe Antwerpse burgemeester. Omdat hij
dingen zou zien die er niet zijn en die vervolgens buiten alle proporties
opblaast. Desmet verwijst dan niet alleen naar het recente
“loketjanet”-incident, maar ook naar de verboden betoging van een
paar weken geleden, die al dan niet gepland was, en waarvoor de politie BDW had
gewaarschuwd om ze ernstig te nemen en te verbieden. Het is niet duidelijk of
dit werkelijk een “fantoom”-betoging was, dan wel een reële
bedreiging.

Ik zou BDW eerder een “dwangneurotische
provocateur” willen noemen, of een “dwangprovocateur”. Hij voelt
nu eenmaal die onstuitbare drang om geregeld vanuit zijn maatschappijvisie
andersdenken te kietelen, te koeionneren of soms ronduit te schofferen. Het is
een spel dat bij zijn politieke strategie hoort: de tegenstander uit zijn tent
lokken. Moeilijk is dat niet, want die tegenstander heeft hele lange tenen en
stormt met het nodige gedaas uit zijn veilig gewaande omgeving. Dat soort
discussies heeft ie graag en wint ie met gemak, de voorzitter/burgemeester.
Maar toch maakt hij ook opvallende fouten met die immer provocerende
betoogtrant en dat gaat hem nog eens zuur opbreken. Een bloemlezing.

Hij had kunnen zeggen dat mensen die zich niet houden aan
afspraken en democratisch opgestelde spelregels, zich moeten aanpassen. Hij zei
dat ’t stad niet van iedereen is.

Hij had kunnen zeggen dat hij er als burgemeester zou voor
zorgen dat alle Antwerpenaren zich thuis zouden blijven voelen. Hij zei dat ’t stad nu “vooral van ons”
is. Ons: de N-VA.

Hij had kunnen zeggen dat hij de idee om Herman De Coninck
te eren door een straat of plein naar hem te noemen, zou overwegen, maar dat
het De Coninckplein uiteraard niet van naam kon veranderen. Hij zei dat dit het
stomste voorstel was dat hij al had gehoord van de culturele elite en dat dat wat wil
zeggen.

Hij had kunnen zeggen dat hij, net als de koning, een hekel
heeft aan populisme. Hij zei dat Albert II maar beter kon zwijgen.

Hij had een nieuwe stadsslogan kunnen lanceren, om zo een
nieuw elan te bezorgen aan Antwerpen anno 2013. Hij schafte gewoon de oude
slogan af en bevestigde daarmee het beeld van een verzuurde man die inderdaad vindt
dat ’t stad niet van iedereen is.

Hij had een veel “neutraler” voorbeeld kunnen geven om de
neutraliteit achter de loketten te benadrukken. Hij gebruikte het regenboog
t-shirt van de holebi-beweging.

Hij had kunnen zeggen dat hij de haatmails er ver over vond,
maar dat hij niettemin burgemeester van alle Antwerpenaren wil zijn en dat hij
niet rancuneus is. Hij verwees naar Pim Fortuyn, Adolf Hitler en het
“cordon sanitaire”.

Zo intelligent Bart De Wever is als tactisch politicus (of
politiek tacticus), zo onberedeneerd communiceert hij vaak. Dan gedraagt hij zich als een
ongeleid projectiel. Is er niemand in zijn omgeving die hem kan temperen op zulke momenten? Als
communicatieman zou ik hem durven voorstellen om nu een maand of vijf te
zwijgen en zijn schepenen aan het woord te laten, om vlak voor het zomerreces
een paar strategische interviews te geven (ATV, Gazet van Antwerpen, Knack)
over een half jaar beleid in A.

Er is dan wel één probleempje: de man is ook voorzitter van
zijn partij en wordt in die functie veel gevraagd. Misschien moet hij de
voorzittersknoop wel vroeger doorhakken: over enkele weken in plaats van eind
dit jaar. Het zou eerlijker zijn ten opzichte van de Antwerpenaar én de
Vlaming.

(Waar zitten overigens
de coalitiepartners van N-VA in Antwerpen? Buiten wat gemor in de marge hoor je
CD&V en OpenVLD nauwelijks of niet. Houden ze zich gedeisd omdat ze vrezen
dat ze anders niet aan bod zullen komen in het Antwerpse bestuur? Of vrezen ze
dat elk verzet tegen BDW electoraal zal worden afgestraft op 14 mei 2014? Of,
wat ook kan natuurlijk, zijn ze het volkomen eens met wat BDW zegt en doet? In
het eerste geval zijn ze laf, in het tweede naïef, in het derde principeloos.)

Acceptance

Mijn linkse vrienden wil ik voorstellen om kennis te nemen
met het werk van de Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross, die tijdens
haar carrière veel in contact kwam met terminale patiënten. In On Death and Dying, een baanbrekend boek
uit 1969, ontwikkelde ze de theorie dat er vijf fasen van rouwverwerking zijn.
Eerst is er ontkenning (denial), een
afweermechanisme om de waarheid volledig af te wijzen. Daarna volgt woede (anger), omdat men iets onrechtvaardig
vindt. Fase 3 is onderhandelen (bargaining):
je probeert de dood uit te stellen, nieuwe doelen te stellen, de aandacht af te
leiden van het probleem.

De volgende stap is depressie (depression). De patiënt aanvaardt het onvermijdelijke, maar
daardoor voelt hij zich eenzaam en machteloos. Tenslotte is er aanvaarding (acceptance), de vijfde en laatste fase.
Het hoeft overigens niet allemaal zo dramatisch te zijn als de dood. Je kunt
die vijf fasen net zo goed doorlopen wanneer je de lettertjes op deze pagina
niet meer kunt lezen zonder waas voor de ogen. Eerst ontken je dat er wat aan
de hand is, maar uiteindelijk aanvaard je in fase vijf toch dat je een leesbril
zult moeten opzetten.

Ook in onze politiek kun je Kübler-Ross toepassen. De
opeenvolgende aardverschuivingen die de N-VA heeft veroorzaakt, verleidden de
andere partijen aanvankelijk tot ‘ontkenning’: ‘Het kan toch niet waar zijn!
Dit is ongetwijfeld eenmalig!’ Na de gemeenteraadsverkiezingen hebben ze
intussen de fase van de ‘woede’ bereikt. Aanvaarding is nog veraf, eerst moeten
we nog langs onderhandelen en depressie passeren.

Maar dat kan beter snel gebeuren. In Antwerpen kun je geen
zes jaar lang woedend blijven, omdat de kiezer de kaarten nu eenmaal zo geschud
heeft. Hoe sneller de linkse oppositiepartijen accepteren dat er tot eind 2018
een rechts beleid zal worden gevoerd, hoe meer ze zich kunnen focussen op een
harde, kritische, maar ook opbouwende oppositie. The duty of the opposition is to oppose, niet om het licht van de
zon te blijven ontkennen of zich te wentelen in zelfbeklag.

Te vrezen valt dat over anderhalf jaar ook in Vlaanderen
zulk scenario zich zal voordoen. Zonder duidelijk verhaal wordt het
problematisch om de kiezer te overtuigen. In die zin viel het op dat in de
ideologie-reeks van De Standaard, waarin Joël De Ceulaer zeven
partijvoorzitters interviewde, het scherpste ideologische profiel naar voren
kwam in het interview met De Wever. Je kunt dat prettig of minder prettig vinden, maar het is wel zo.

Misschien moeten sp.a, Groen en PVDA+ even leentjebuur
spelen bij de Anonieme Alcoholisten en hun bekende gebed tijdelijk naar zich
toetrekken: ‘Heer, geef mij de kracht om te aanvaarden wat ik niet kan
veranderen / Geef mij de moed om te veranderen wat ik kan veranderen en / Geef
mij de wijsheid om het onderscheid tussen beide te kennen’. Amen.

Facts are sacrified

Hoe dan ook: Antwerpen verdient oneindig veel meer dan dit
oeverloze gekibbel aan de boorden van de Schelde. Er zijn voldoende belangrijke
onderwerpen om de tanden in te zetten: gebrek aan scholen, groeiende
(kans)armoede, tekort aan sociale woningen, drugstrafiek, enzovoort,
enzoverder. Zaken waar je gemakkelijk zes jaar mee voort kunt. De speeltijd is
voorbij.

Tenslotte wens ik mijn vrienden in de journalistiek ook
bezinning, herbronning en heel veel morele sterkte toe. Aan de ene kant worden
ze opgejaagd door commerciële en, al dan niet verdoken, politieke motieven; aan
de andere kant worden ze aangevallen door steeds kritischer wordende
mediaconsumenten, die niet altijd even redelijk zijn in hun commentaren.

Vroeger was ‘Facts are sacred but comment is free’ een
heilig adagium onder journalisten. Vandaag is dat eerder ‘Facts are sacrified
but comment is still free’ geworden. Dat wat gepubliceerd wordt ook 100% waarheidsgetrouw
is, is tegenwoordig ondergeschikt aan snelheid en aplomb. Als we het maar het
snelst hebben en als we het maar goed doen opvallen, zo luidt de redenering.

Door een aantal bizarre uitspraken van rechters (de
veroordeling van Yves Desmet voor een opiniestuk, het uit de rekken verwijderen
van Le Soir Magazine na één klacht, en nog wat van die anomalieën) en de aangekondigde poging van
de Europese Unie om de vrijheid van handelen van journalisten te beteugelen, is
het anderzijds ook zo dat we zijn geëvolueerd van persvrijheid naar het
vogelvrij verklaren van diezelfde pers.

Makkelijk is anders. Maar ja, niemand heeft journalisten
ooit een rozentuin beloofd.



BDW, Hybris & In de gloriA

Politiek Posted on za, januari 12, 2013 10:05:52

Bart De Wever en de N-VA rekenen zich rijk richting “moeder
van alle verkiezingen” in juni 2014. Zelf heeft de Nieuw-Vlaamse Alliantie de
wind in de zeilen en als je daarbovenop de flaters van andersdenkenden telt,
krijg je een situatie waarbij de geel-zwarte loper al volop wordt uitgerold
naar de volgende verkiezingsoverwinning.

Andere politieke partijen bieden immers geen alternatief, de
intelligentsia roept wat naast de kwestie en het koningshuis geeft ongevraagd
extra munitie aan de separatisten. Mocht ‘In-de-eigen-voet-schieten’ een
Olympisch discipline zijn, dan zouden de Von Saksen-Coburgs het volledige
podium bezetten.

De enigen die de N-VA een halt kunnen toeroepen zijn de
N-VA’ers zelf. BDW zou het slachtoffer kunnen worden van nonchalance (maar daar
is hij de man niet naar), een groot schandaal (maar daar is hij de man niet
naar), het noodlot (de Grote Leider zou een fatale klap kunnen maken tegen een
boom in Paal of een paal in Boom) en… hybris.

hoogmoed komt voor de
vAl

Hybris is niet één van de nieuwe modellen bedrijfswagens die
momenteel geshowd worden op het Autosalon in Brussel. Het is Oudgrieks voor
‘hoogmoed’. En zoals u weet komt die voor de val. Overdreven trots en
grootheidswaanzin zijn niet eens zo ondenkbaar bij BDW en zijn omgeving. Er
waren al wat staaltjes van te zien de jongste maanden.

Vlak vóór de verkiezingen van 14 oktober liet BDW al zeer
hautain verstaan dat de slogan ”t Stad is van iedereen’ wat hem betrof niet
meer zou gelden mocht hij de stembusgang als winnaar afsluiten. Al wie niet
BDW-gezind was, stond meteen op de achterste poten.

Na de eclatante zege richtte BDW het woord bijna uitsluitend
naar zijn medestanders. Hooguit mocht premier Di Rupo horen dat het nu toch wel
de hoogste tijd wordt voor een confederaal model in dit land. De mars op het
stadhuis versterkte het beeld van de arrogante winnaar die vanuit de hoogte
deed naar al wie hem de zege niet gunde. Vergelijkingen met de jaren dertig
staan tegenwoordig in de solden en worden dan ook flink misbruikt, maar in dit geval
mag je gerust zeggen dat Antwerpen 2012 heel eventjes op Nürnberg 1933 leek.
Dit was hoogmoed pur sang.

De manier waarop BDW de Stadslijst vervolgens uiteen speelde
was tactisch briljant, maar getuigde ook van een zelden gezien brutaliteit.
Laat u niet misleiden door die ene persconferentie waarin hij ‘in alle nederigheid’
de toestemming vroeg om met ‘één van de componenten’ van die Stadslijst te
mogen praten. Nederigheid was ver zoek: BDW wist zeer goed dat de gewezen
machtspartij CD&V maar wat regeergeil was en dat voorman Van Peel er zowat
alles voor over had om zijn postje van havenschepen te beschermen.

in de gloriA

Dan was er het incident rond het herdopen van het De
Coninckplein. Natuurlijk had BDW overschot van gelijk dat hij dat een
non-discussie vond, pure provocatie van de culturele elite. Maar zijn reactie
ging ver over de grenzen van het politieke fatsoen. Weet u nog wat hij toen
zei? ‘Eén van de domste dingen die ik in jaren heb gehoord van de Vlaamse
culturele sector, en dat wil wel wat zeggen.’ Meer hybris kun je niet leggen in
zulke kille, donkere woorden.

Ook rond de kerstboodschap van Albert II liet BDW (en met
hem de N-VA) zich van zijn verwaandste zijde kennen. Eerst was de boodschap
niet voor hen bestemd, daarna plots weer wel. Alle registers gingen open. BDW
vergat even dat een niet te veronachtzamen deel van zijn kiezersclientèle vóór
de monarchie en tégen een onafhankelijk Vlaanderen is. In de roes van het
succes vergeet men zulke dingen. Hoogmoed!

En sinds gisteren weten we dat de nieuwe burgemeester van
Antwerpen heeft woord gehouden: ”t Stad is van iedereen’ werd al op de elfde
dag van het jaar afgevoerd. Je zou kunnen zeggen dat het was aangekondigd en
dat het niet meer dan normaal is. Maar je zou net zogoed kunnen zeggen dat het
een onnodige provocatie is, zo vlak na de inauguratie, en dat er echt wel
andere en veel dringender thema’s leven in de grootste stad van Vlaanderen.
Maar in een bui van verwaandheid gaat het gezond verstand soms op de loop. (Ik wil terloops een nieuwe slogan aanreiken
voor Antwerpen: ‘In de gloriA’. Het bekt goed, de ‘A’ blijft behouden, de
inwoners van ’t stad die niet op De Wever hebben gestemd kunnen misschien
opnieuw leren relativeren en de rest van de wereld weet dat het om satire
gaat.)

hArtverscheurende
keuze

BDW staat straks voor een hartverscheurende keuze. Hij heeft
immers aangekondigd dat hij de combinatie partijvoorzitter-burgemeester niet
zal kunnen volhouden. Als hij kiest voor Antwerpen, dan verliest de N-VA een
nationaal boegbeeld. Het politiek personeel van de partij kennende wordt dat
een grote handicap in de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar, want BDW
is N-VA en N-VA is BDW voor de kiezer.

Als hij kiest voor Vlaanderen, dan breekt hij woord. Hij
laat “zijn” Antwerpen achter met een tweederangsburgemeester die het
nog meer dan vijf jaar moet waarmaken en bij de kiezer zal hij het beeld
scheppen dat hij een ‘politieker’ is als alle anderen. Versta: onbetrouwbaar en
opportunistisch.

Voor het eerst zal Bart De Wever worden geconfronteerd met
zichzelf. Wat wil hij? Wat kan hij? Weegt de mogelijkheid van een onafhankelijk
Vlaanderen (hét doel van de partij, lees er artikel 1 van de N-VA-statuten op
na) zwaarder door dan het besturen van die symboolstad aan de Schelde?

Als hij ook bij die keuze geleid wordt door hoogmoed, dan
weet ik het zo nog niet. De zon brandt genadeloos voor wie er te dichtbij komt.



Een geeuw, een angstschreeuw, Denderleeuw!

Politiek Posted on do, januari 10, 2013 18:07:13

We kenden de gemeente al als knooppunt van het treinverkeer,
van de faliekant afgelopen voetbalavonturen van FCV Dender en van een paar invallen bij een Koerdisch tv-station, maar sinds een paar weken is Denderleeuw
ook een politiek laboratorium geworden. Ondanks bemoeienissen en oekazes van
partijkopstukken van CD&V en Open VLD werd gisteravond tijdens de
gemeenteraad het “cordon sanitaire” de facto doorbroken, omdat Vlaams
Belang voortaan gedoogsteun zal verlenen aan een minderheidscoalitie van CD&V
en N-VA.

Denderwater was te
diep

Denderleeuw, een dichtbevolkte gemeente met 19.000 inwoners,
werd de voorbije zes jaar geleid door een coalitie van sp.a en CD&V met de
sociaal-democraat Jo Fonck als burgemeester. Maar de mot zat het laatste jaar
in het rood-roomse college en de aanloop naar de verkiezingen verliep bepaald
gênant. sp.a had een voorakkoord gesloten met oppositiepartij Open VLD, terwijl
CD&V zich had vastgeklonken aan gewezen kartelpartner N-VA. Vlaams Belang
was de lachende vijfde die het spektakel met pretoogjes mocht aanschouwen.

De kiezer zorgde op 14 oktober voor een onverkwikkelijk
scenario: sp.a. behaalde 8 van de 25 te verdelen zitjes in de gemeenteraad,
N-VA 7, CD&V 4, Open VLD/Plus 3 en Vlaams Belang eveneens 3. sp.a en Open
VLD kwamen samen aan 11 zetels, net als CD&V en N-VA. Telkens twee te
weinig om een meerderheid te vormen. In zo’n geval dringt een tripartite zich
op.

Het water van de Dender bleek echter veel te diep om tot een
volwassen akkoord te komen – ook al werd er links en rechts een aanbod gedaan
(burgemeester Fonck bood bijvoorbeeld het burgemeesterschap aan CD&V aan,
in ruil voor steun van die partij aan de coalitie sp.a-Open VLD) – en dus werd
het doorbreken van het 21 jaar oude “cordon sanitaire” plots een
realistische optie.

Adieu
“cordon”

Natuurlijk werd het “cordon” al eerder min of meer
doorbroken. Je kan niet beletten dat Vlaams Belang af en toe meestemt met een
voorstel van andere partijen. Er zijn grote verschillen binnen een democratie,
maar er zullen altijd raakpunten blijven. Op zich is dat geen probleem. Een wet die mee goedgekeurd werd door Vlaams Belang, is daarom niet meteen
een slechte wet.

Maar de toestand in Denderleeuw vormt wél een gigantisch
probleem, omdat de zogeheten “gedoogsteun” in principe over een periode
van zes jaar zal lopen. Een volledige legislatuur, kortom, tenzij er in de
komende tijd minstens twee overlopers zijn richting sp.a-Open VLD-kamp of
omgekeerd. En dus krijg je een situatie die ze in Nederland hebben beleefd toen
Geert Wilders van de extreem-rechtse, islamofobe, racistische PVV de regering
Rutte I mogelijk maakte. Gevolg was dat de coalitie niets kon verwezenlijken
zonder Wilders en dat Zijne Geföhndheid op triomfalistische wijze mocht
beslissen wat er al dan niet gebeurde in het gidsland Nederland. Een onhoudbare
samenwerking, zo bleek in de praktijk.

Zonder ultieme oplossing – nu werd ook al de afscheidnemende
Oost-Vlaamse gouverneur André Denys ingeschakeld om een laatste vervelend
klusje vóór zijn pensioen op te knappen – waarbij heel wat water in de wijn
wordt gedaan, zal Denderleeuw mogelijk tot begin 2019 de facto bestuurd worden
door Vlaams Belang. Want VB zal voortaan ‘ja’ zeggen, wanneer de voorstellen
van de coalitie haar aanstaan, en ‘neen’, wanneer dit niet het geval is. Elk
initiatief van N-VA en CD&V zal met een apothekersweegschaaltje worden
afgewogen alvorens het in de arena wordt gegooid. Voorzichtigheid, zo leert de geschiedenis, levert zelden goede politieke besluitvorming op.

De gemeente zal ongetwijfeld een flinke ruk naar rechts
maken, asocialer worden, onvriendelijker tegenover inwijkelingen, vooral als
die een andere huidskleur hebben of een andere taal spreken. En de grote
winnaar zal de grote verliezer van de gemeenteraadsverkiezingen zijn: Vlaams
Belang. Die partij kreeg een flinke klap van de Denderleeuwse kiezer, maar mag nu toch
met de grote jongens aan tafel zitten. Meer nog: VB zit aan de kop van die
tafel. Absurder wordt het niet in ons surrealistisch politiek klimaat.

Weinig media-aandacht

Wat opvalt is dat de Nederlandstalige kwaliteitskranten het
doorbreken van het “cordon sanitaire” vandaag minder belangrijk
vonden dan de discussie over het al dan niet ontwijken van successierechten
door koningin Fabiola. Jarenlang werd het “cordon” vooral in deze
media hardnekkig verdedigd en net op dit moment
suprême
geven de redacties niet thuis. Heel vreemd.

Vinden onze politieke commentatoren Denderleeuw, die kleine
gemeente op de grens van Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, te onbeduidend? Nochtans
zal dáár in de eerste plaats worden afgetoetst hoe ons politieke landschap er
na de federale en Vlaamse verkiezingen van 2014 mogelijk zal uitzien, zeker
wanneer de dreigende onbestuurbaarheid ook op die niveaus een feit wordt.

Overlopers of
opportunisten?

Op de sociale media wordt Denderleeuw wél druk
becommentarieerd. Vaak wordt in één ruk ook het recruteringsbeleid van N-VA
over de hekel gehaald, omdat die partij intussen heel wat ex-Vlaams Belangers
heeft binnengehaald en hen ook nog eens een prominente rol toebedacht. Ook dat
is vreemd, want mensen hebben het recht om van gedacht te veranderen. Ook wie
een verstokte VB’er was, moet zich kunnen “bekeren”. Dat hoort bij
een open democratie.

Ik ben niet naïef: heel wat van die nieuwe N-VA’ers
verlieten hun vorige nest uit puur opportunisme; ze wisten dat de gloriejaren
van het Belang in het verleden liggen. Voor de N-VA was het dan weer een
handige manier om een deel van het kiezerspotentieel van VB naar een ander
Vlaams nest te lokken. Dat is trouwens ook gelukt. Op zich niets op tegen, ook dat hoort
bij onze democratie.

N-VA had echter een duidelijker signaal moeten uitsturen (en
misschien moet de politiek dat in zijn geheel wel doen): overlopen kan en mag,
maar je hebt nu eenmaal een mandaat gekregen van de kiezer omdat je opkwam voor een bepaalde
partij. Dus: als je die partij verlaat, geef je je mandaat af aan een andere
kandidaat van die partij. En je nieuwe partij zet je niet meteen op de lijst
bij de eerstvolgende verkiezingen.

Even mijn standpunt illustreren met een praktisch voorbeeld:
Karim Van Overmeire mocht gerust overlopen van VB naar N-VA, maar hij zou volgens
mij pas in 2014 op een lijst hebben mogen staan. En hij zou momenteel dus ook
geen schepen kunnen zijn in Aalst.

Wees gerust, alle opportunisten zouden er meteen van tussen vallen. Van wie wel nog overloopt, mag je dan veronderstellen dat hij of zij
oprecht van mening is veranderd. Strengere spelregels zouden het politieke spel
correcter laten verlopen.



Bart Apart & Elio Belgio

Politiek Posted on ma, januari 07, 2013 16:50:32

Net wat dit land nodig had: terwijl Elio Di Rupo en Bart De
Wever virtueel vechtend over de vloer rollen, wint Noémie Happart de Miss
België-verkiezing. Happart! Uit Luik! Wie bedenkt het?!

Voeren

De naam Happart doet uiteraard een belletje rinkelen. Niet
dat de 19-jarige blonde schone Noémie familie is van de infame José, of zijn
iets minder rumoerige tweelingbroer Jean-Marie, maar in deze tijden wordt wel
vaker met het verleden vergeleken. We gaan dit keer niet terug naar de
populistische jaren dertig, maar naar de communautair geladen jaren
tachtig van de vorige eeuw.

In het nietige Voeren – zes deelgemeenten die samen een
gemeente van zo’n vierduizend zielen vormen – mag de Franstalige José Happart
na de gemeenteraadsverkiezingen van 1982 de burgemeesterssjerp omgorden. Niets
bijzonder, zou je denken, want Voeren ligt integraal in de provincie Luik, ware
het niet dat de gemeente na een typisch Belgische koehandel in 1962 werd
toegewezen aan de provincie Limburg. Komen en Moeskroen maakten toen trouwens de
omgekeerde beweging en transfereerden van West-Vlaanderen naar Henegouwen.

Voeren Vlaams, maar de voornaamste talen die men er sprak waren
het lokale dialect en… Frans. En dus was deze plek met zijn oppervlakte van
82 vierkante kilometer een kwarteeuw geleden geregeld een hoofdthema in de
nieuwsuitzendingen op radio en televisie. De inwoners wilden weer aansluiten
bij Luik, allerlei flamingantische bewegingen à la Vlaamse Militanten Orde
(VMO), Taal Aktie Komitee (TAK), Were Di en Voorpost protesteerden heftig tegen
dit voornemen. Ook politici van de Volksunie en het toen nog prille (en
onbeduidende) Vlaams Blok liepen er in de kijker. Gevolg: luid geroep aan beide
kanten, schermutselingen, een enkeling die met een jachtgeweer in de lucht
schoot. Een latente spanning in een enclave van twee keer niks.

Tot die Nederlandsonkundige voorman van een partij die zich
dan nog eens Retour à Liège durfde noemen er de macht greep. En vervolgens de
taalwet en allerlei afspraken aan zijn laars lapte en van Voeren de facto
opnieuw Fourons maakte. Tot grote razernij van intussen zowat alle Vlaamse
politici. Zo werd Voeren een speelbal tussen de Vlaamse en de Waalse politici;
een splijtzwam die de communautaire spanning op scherp zette. In 1987 viel de
regering Martens VI, bestaande uit christen-democraten en liberalen, over de
kwestie-Voeren.

Maar eigenlijk was Voeren ook een handig excuus om dringende
en/of impopulaire maatregelen niet te nemen.

Lose-lose-situatie

Vandaag leven we opnieuw in communautair moeilijke tijden.
Net als in de jaren tachtig zitten we in een diepe economische crisis. Net als
toen stijgt het aantal werklozen, wordt de bevolking armer en heerst er
onzekerheid bij de mensen. Net als toen is er nood aan sterke leiders, met een
duidelijke visie; leiders die al hun energie steken in de essentie, niet in
zaken waar de gemiddelde Belg op korte termijn weinig of niets aan heeft. Net
als toen gebeurt dat niet. (Toegegeven: een groot verschil met de jaren tachtig is wel dat de anti-Belgische verzuchtingen veel minder omfloerst klinken en veel meer weerklank krijgen.)

Bart De Wever, voorzitter van de grootste partij van
Vlaanderen, burgemeester van de grootste stad van Vlaanderen, bereidt zich al een
tijdje voor op de ‘moeder van alle verkiezingen’, daarbij geruggesteund
door de media die de man keer op keer een forum aanbieden (zelfs als hij niet
aanwezig is, is hij aanwezig, zoals zondagmiddag in De Zevende Dag toen het plots ging over diens uitdaging om het in
de Antwerp Ten Miles op te nemen tegen minister-president Peeters).

De Wever acht zichzelf onklopbaar. Als de andere partijen
hem voorzetten blijven geven, die hij vervolgens maar moet binnen koppen, zou
dat nog zomaar waar kunnen zijn ook. Na de kerstboodschap van de koning –
waarin Albert II waarschuwde voor populisme zoals in de jaren dertig – nam nu
de premier het woord, daarbij alweer een unieke kans missend om te zwijgen. ‘N-VA is
een gevaarlijke partij voor België,’ zei Elio Di Rupo. Daarin heeft ie niet
eens ongelijk: de N-VA is veel krachtiger en machtiger dan de Volksunie ooit geweest
is en het Vlaams Blok ooit dreigde te zijn. Alleen hybris lijkt De Wever
momenteel te bedreigen. En dus is de splitsing van dit land niet eens zo’n onrealistische gedachte meer. En krijg je een situatie met twee tegenpolen: in het noorden heerst Bart Apart, in het zuiden Elio Belgio.

De separatistische drijfveer van N-VA is bekend. Het
einddoel is een onafhankelijk Vlaanderen, al dan niet via de tussenfase van het
confederalisme. Daar moet niemand flauw over doen. En je moet er ook niet flauw
over doen dat dit niet de mening is van àlle N-VA-kiezers. Alleen valt er in dit
land – met zijn tegennatuurlijke stemplicht – nog altijd geen rechte lijn te
trekken tussen de intenties van een politieke partij en die van haar kiezers.

Maar het succes van de N-VA is ook een gevolg van de flaters
van haar tegenstanders. Een partij die op dit ogenblik één op drie Vlamingen
verleidt om voor haar te stemmen, mag je niet op haar eigen terrein aanvallen.
Je moet een alternatief uitdokteren, een eigen visie ontwikkelen en die
geloofwaardig verdedigen. Telkens opnieuw over het communautaire beginnen – hoe
correct de analyse ook moge zijn – is contraproductief: het is alsof Anderlecht
zou zeggen dat het liever twee keer op Barcelona zou spelen, dan één keer uit
en één keer thuis. Je wint dat nooit!

Wil dit zeggen dat de anderen geen kritiek mogen hebben op
de N-VA? Natuurlijk niet. Je moet de N-VA blijven wijzen op de contradicties in
haar eigen programma en op het verschil tussen wat zij wil en wat de Vlaamse bevolking wil, maar je moet in de eerste plaats zelf een coherent
verhaal aanbieden. Als het alleen maar blijft bij kritiek op De Wever & co, klinkt die kritiek bijzonder hol. Laat het kritiek geven dan maar over aan de
commentatoren in de media. O juist, die doen dat ook al niet… Da’s inderdaad
een vervelende en dubbelzinnige situatie. Lose-lose
in plaats van win-win. Maar ook hier weer geldt dat de media een alternatieve
visie voor die van de N-VA wel zullen oppikken, ze moet er alleen zijn.

Van een staatsman zou men verwachten dat hij zijn tijd
nuttig zou besteden aan de reële noden van zijn volk. Er zijn er nogal wat. Met
zijn uitlatingen bewijst dat Di Rupo dat hij nog altijd een partijleider is, maar
geen tacticus of strateeg, en al zeker geen staatsman. Jammer. Bij N-VA tellen
ze intussen hun winst uit. Tot spijt van wie het benijdt.



De ‘Person of the Year’ stelt wat teleur

Politiek Posted on vr, december 21, 2012 18:06:46

Verbazingwekkend is het niet, dat Barack Obama voor de
tweede keer verkozen werd tot ‘Person of the Year’ van het Amerikaanse weekblad
Time. Het is al de zevende keer in de 85-jarige geschiedenis van deze
symbolische bekroning dat een pas (her)verkozen president ‘Man of the Year’ of,
sinds 1999, ‘Person of the Year’ wordt. Het overkwam Obama al in 2008, net
zoals George W. Bush in 2000 en 2004 op de cover van Time mocht pronken.

De “persoon van het jaar” is de mens die het
afgelopen jaar het meest is opgevallen, al dan niet in positieve zin. Af en toe
zijn er uitschieters: vorig jaar werd ‘The Protester’ uitgeroepen tot ‘Person
of the Year’, eerder ging de prijs naar ‘The Good Samaritans’ (2005), ‘The
Whistleblowers’ (2002), ‘The Peacemakers’ (1993), de bedreigde aarde (1988) en
de computer (1982). In 1999 werd Albert Einstein uitgeroepen tot ‘Person of the
Century’, naar het schijnt na verhitte redactionele discussies over de vraag of
Adolf Hitler hiervoor in aanmerking kwam.

Barack Obama verdient deze eretitel. Hij probeert oprecht om
de president van alle Amerikanen te zijn. Verkozen worden tot eerste zwarte
president was al onwaarschijnlijk, herverkozen geraken was een minstens even
groot huzarenstuk. En voor de wereld is het goed dat er een beheerste democraat
in het Witte Huis woont en geen door een agressieve achterban opgefokte
republikein. Obama is niet de imperialist die zijn voorgangers wel waren en streeft
globale vrede na.

Toch stelt Obama me ook teleur. De democraten mogen dan wel
geen meerderheid hebben in het Congress, het Amerikaanse Huis van
Volksvertegenwoordigers, waardoor de regering aan handen en voeten gebonden is
en nieuwe wetten slechts bij mondjesmaat en meestal zwaar geamendeerd worden
goedgekeurd, maar normaal probeert een president in zijn tweede ambtstermijn
echt een doctrine uit te werken. Zich een definitieve plaats in de
geschiedenisboeken te verwerven. Hij hoeft zich immers geen zorgen meer te
maken over een eventuele herverkiezing.

Na het drama van Newtown had ik verwacht dat Obama zich
fermer zou opstellen tegen de machtige wapenlobby en ander schorremorrie. Dit
was het uitgelezen moment om een statement te maken en te eisen dat er
hervormingen zouden komen, tegen de wil van de machtige wapenindustrie, de meerderheid
van de republikeinen en een aantal conservatieve democraten in.

Hij klonk weliswaar feller dan bij vorige, vergelijkbare gelegenheden en in
de pers werd zijn speech zelfs vergeleken met de toespraak waarmee Lincoln de
afschaffing van de slavernij aankondigde, maar het bleef al bij al nogal vaag.
‘In de komende weken zal ik alles doen wat binnen mijn macht ligt om mijn
medeburgers, van justitie tot psychische zorg, van ouders tot leerkrachten, aan
te zetten tot het voorkomen van meer tragedies als deze. Want welke andere
keuze hebben we nog? We kunnen gebeurtenissen als deze niet voor
vanzelfsprekend gaan aannemen.’

Verder in zijn best wel emotionele speech zei ie: ‘Geen
enkele wet kan het kwaad elimineren of elke zinloze daad van geweld in onze
samenleving voorkomen. Maar dat mag tegelijkertijd geen excuus zijn om niets te
doen. Ongetwijfeld kunnen we het beter doen dan nu.’

Daarmee moesten we het stellen. Terwijl je op zo’n moment
van iemand met zijn geloofwaardige uitstraling en unieke verbale kracht zou
verwachten, of noem het: hopen, dat hij een aanpassing zou eisen van de Second Amendment en dat de vrije wapenverkoop aan
banden zou worden gelegd. Wat Obama heeft gedaan, is het equivalent van tegen
je kind zeggen dat hij iets nooit meer mag doen, of anders…, zonder die
“of anders” vervolgens klaar en duidelijk te omschrijven. Die vaagheid
en onduidelijkheid maakt het zijn tegenstanders makkelijk om het Vlaamse
spreekwoord ‘Ze dronken nog een glas, ze deden nog een plas en alles bleef
zoals het was’ in de Amerikaanse praktijk om te zetten. Jammer, doodjammer. Een
historische kans gemist.

Niet dat een straffere houding van Obama er onmiddellijk voor gezorgd zou hebben dat de wapenverkoop beter zou worden geregeld; er is nu eenmaal de vervelende meerderheid van die andere partij. Een strengere wetgeving ligt allesbehalve voor de hand. Maar je moet als president en als weldenkend mens durven ingaan tegen deze logica. Het grote publiek verwacht dat hij een moreel kompas voor hen is. Dat kompas wijst vandaag in verschillende windrichtingen.

Door de weifelende houding van Obama en zijn entourage
dreigt de National Rifle Association, NRA, het momentum nu aan te grijpen om
net het tegenovergestelde te bewerkstelligen. De eerste reactie van de NRA na
de bloederige doortocht van Adam Lanza op de Sandy Hook Elementary School in
Newtown, Connecticut, was: ‘No comment’. Een week na de feiten is er wel een
standpunt bekendgemaakt. Hou u vast: ‘The only thing that stops a bad guy with
a gun is a good guy with a gun.’

Het doel van de wapenlobby is duidelijk: nóg meer wapens
verkopen. Het gevolg zal zijn: nóg meer Newtown-achtige drama’s. Tijd om daar
een welgemeende ‘Yes, we can’ tegenover te zetten en het omgekeerde van wat de
moordindustrie wil in waterdichte wetten proberen te gieten, meneer de
president. Dan mag je wat mij betreft nu al op de shortlist staan voor ‘Person
of the Year’ van 2013.



Schepen van Overbodige Zaken

Politiek Posted on di, december 04, 2012 13:05:04

In de nasleep van de eclatante verkiezingsoverwinning van de
N-VA wil die partij nu op een aantal strategische plekken het accent nog meer
op de Vlaamse zaak leggen door een schepen voor Vlaamse Zaken te installeren.
In het Brasschaat van Jan Jambon en het Aalst van Karim Van Overmeire gebeurde
dat al – weinig commotie in Brasschaat, veel gebakkelei in Aalst (maar dat had
bijna uitsluitend met de partijpolitieke afkomst van Van Overmeire te maken) -,
in Temse was er sprake van, maar werd uiteindelijk beslist om het niet te doen.
In andere door de N-VA gedomineerde steden en gemeenten heeft men het meer
omfloerst aangepakt.

Het is nu wachten op het afronden van de
coalitiebesprekingen in Antwerpen, om te zien of ook daar, in die
“grote” symboolstad, zo’n schepen wordt benoemd die zich specifiek
mag bezig houden met de Vlaamse zaak.

N-VA heeft van de schepen van Vlaamse Zaken een strijdpunt
gemaakt. Officieel heet het dat die schepen meer aandacht moet vestigen op de
Vlaamse feestdag (11 juli), op de inburgering van niet-Vlamingen en op het
instandhouden/verdedigen van het Nederlands tegen de toenemende verfransing. Officieus
gaat het om niet meer of niet minder dan een machtsstrijd in de aanloop naar
het onafhankelijkheidsproces. N-VA pist het terrein af en roept: dit is hier van
ons.

Een schepen van Vlaamse Zaken is een schepen van Overbodige
Zaken. “Vlaamse zaken” (en dus: Vlaanderen) heeft niets met
gemeentepolitiek te maken. Een schepen van Vlaamse Zaken is het equivalent van
een Vlaams minister van Federale Zaken en een federaal minister van Europese
Zaken. Flauwekul, dus, want daar bestaan al postjes voor. “Vlaamse
zaken” worden in de gemeenten al jaren behartigd door de schepenen van Cultuur,
Burgerlijke Stand en Bevolking, om nog maar te zwijgen van de burgemeesters. Op
Vlaams niveau zijn er de minister-president en de minister van Binnenlands
Bestuur (Geert Bourgeois, N-VA!) die in voortdurend contact staan met het
federale niveau. De regering-Di Rupo heeft de premier en de minister van
Buitenlandse Zaken (Didier Reynders) die zich inlaten met de Europese Unie. En
zo hoort het ook.

Een gemeentelijke vertegenwoordiger die zich op lokaal vlak
“Vlaamse zaken” toe-eigent, gaat per definitie zijn boekje te buiten,
omdat het zijn bevoegdheid nooit kán zijn. In Temse heeft de CD&V dat, na
enig nadenken en aarzelen, door en worden de zogeheten “Vlaamse
zaken” nu behandeld door de respectieve schepenen van Cultuur en
Inburgering. In Brasschaat heeft N-VA-kopstuk Jan Jambon wel zijn zin
doorgedrukt.

Het geval-Aalst is nog het pijnlijkst. Een ex-Belanger,
mede-initiatiefnemer en -tekstschrijver van het 70-puntenprogramma, mag daar nu
Vlaanderen verdedigen tegen de verbrusseling, verfransing, ver-weet-ik-veel-waarover-het-nog-allemaal-gaat-ing.
Wie geregeld door Aalsterse straten loopt, op café gaat en winkelt weet dat het
allemaal nogal meevalt met die verfransing. De enige taal die het Nederlands er
acuut in de verdrukking brengt, is het Oilsjters.

Karim Van Overmeire mag nu, namens N-VA, realiseren wat hij
bij Vlaams Blok/Belang nooit heeft mogen doen, omdat er om sanitaire redenen rond
die partij nu eenmaal een cordon was gebouwd. Het is de (Vlaamse) wereld op
zijn kop: nu Vlaams Belang voor het eerst in jaren fors verliest bij
verkiezingen, wordt haar programma gedeeltelijk uitgevoerd door een partij die
wel salonfähig is. (Misschien komt het wel omdat in de tweede zin van de
N-VA-statuten staat dat de ‘Nieuw-Vlaamse Alliantie het algemeen Vlaams belang‘ verdedigt? Sorry, flauw,
natuurlijk is N-VA geen extreem-rechtse, fascistoïde partij en is het bijzonder
contraproductief om haar in het verdomhoekje te proberen duwen. Ik zal het
nooit meer doen!)

‘Mogen we hier dan niet een beetje fier zijn op onze
eigenheid?’ vraagt Ivo Wynants, toekomstig burgemeester van Wijnegem, zich af
op de website van N-VA Aalst (en hij bewijst meteen dat de verfransing wel zeer
ver is doorgedrongen, want “fier” moet in keurig Nederlands uiteraard
“trots” zijn.) Natuurlijk mag je trots zijn op Vlaanderen, meneer
Wynants, maar daarvoor hoeft dit verkrampte circus toch nog niet? Als je
“Vlaamse zaken” beschouwt als normaal voor Vlaanderens steden en
gemeenten, dan moet je dat niet abnormaal maken door er een aparte functie voor
te creëren. Want dat is eigenlijk wat de N-VA doet: de vlucht vooruit nemen,
Vlaanderen hardnekkig verdedigen door voor de aanval kiezen. En meer belang
hechten aan een symbolengevecht dan aan de reële noden van de Vlaamse burgers.

Krijgt Antwerpen straks ook een Schepen van Vlaamse Zaken,
Inburgering en Volkscultuur? Wordt in de grootste stad van Vlaanderen
vendelzwaaien opnieuw uitgeroepen tot officiële volkssport? Komt kneuterigheid
straks in de plaats van verzuring? Binnenkort in een theater vlakbij. Komt dat
zien, komt dat zien.



Kortzichtig, laf en inconsequent

Politiek Posted on za, december 01, 2012 15:13:46

Ruiterlijk je fouten durven toegeven, da’s knap. Sorry
zeggen, als je iets verkeerd hebt gedaan: mooi. Een bocht maken van 180 graden:
moet kunnen. Alleen extreme koppigaards en psychopaten geven nooit hun ongelijk
toe. De regering-Di Rupo doet dat nu wel, door de fel bekritiseerde maatregel
om de roerende voorheffing op auteursrechten van 15 naar 25 procent te laten
stijgen, opnieuw af te voeren.

De discussie laaide hevig op deze week. Kunstenaars werden
onvriendelijk wakker geschud door een laconiek mailtje van auteursrechtenmaatschappij
SABAM. De regering zelf had niet gecommuniceerd, omdat niemand van de
excellenties zich na vele nachtelijke vergaderingen nog herinnerde wat er
precies beslist was. In dit geval: hogere roerende voorheffing op kapitaal (op
zich een zinvolle beslissing), maar veel te rechtlijnig opgelegd, waardoor ook
“armere” bevolkingsgroepen, zoals dus de kunstenaars, getroffen
werden.

Op Twitter volgde de ene zure reactie op de andere. Vooral
vanuit rechtse politiek-economische hoek werd met veel poeha gesteld dat
kunstenaars geen subsidies moeten krijgen, dat ze mee moeten opdraaien voor de
crisis en dat ze voor de rest maar hun eigen boontjes moeten leren doppen.

Niet echt een verbazingwekkend standpunt, want het is al
jaren bon ton om geld dat naar de kunsten gaat als weggegooid geld te
beschouwen. Voor (extreem-)rechts zijn kunstenaars onveranderlijk linkse
potverteerders en wereldverbeteraars, die je maar beter in hun portemonnee kunt
treffen, zodat ze geen levensmiddelen meer hebben om actief te zijn.

Dat de federale regering even overwoog om in haar
besparingsdrift de artistieke wereld te treffen – ook al gebeurde dat blijkbaar
onbewust – getuigt van veel kortzichtigheid. Wil men dan werkelijk dat de
artistieke bijdragen verschralen en zich beperken tot commercieel interessante,
goed verkopen “producten”? In de literatuur zouden zowat alleen Aspe en
Brusselmans overleven; Peter Terrin zou nooit de AKO Literatuurprijs hebben
gewonnen, mocht er pakweg twintig jaar geleden al beslist zijn geweest om niet
meer te subsidiëren of strenger te belasten. Leonard Nolens zou nooit de Prijs
der Nederlandse Letteren hebben ontvangen, mocht deze ultraliberale doctrine
vijftig jaar geleden zijn doorgevoerd. Simpelweg omdat Terrin en Nolens
waarschijnlijk geen auteur zouden zijn geworden. De toekomstige Terrins en
Nolens’ zouden niet meer opstaan.

Moeten we alleen Luc Tuymans nog de kans geven om te blijven
schilderen en de geldkraan dichtdraaien voor al die andere getalenteerde
schilders die wachten op de grote doorbraak? Neen, toch? Een samenleving die
kunst alleen als commercie zit, is een arme samenleving. Een samenleving zonder
cultuur, letterlijk. Een samenleving die nauwelijks van poëzie of essays zou
kunnen genieten, wegens te weinig interesse van het grote publiek. In de Top 10
van non-fictie-boeken zouden er tien kookboeken staan (het scheelt nu al niet
veel!), in die van de fictie alleen maar vijftig tinten van één of andere
seksueel getinte kleur. Zo’n samenleving zou geen beschaving meer zijn.

De kortzichtige fase werd binnen de regering-Di Rupo gevolgd
door een laffe. Er werd eerst niet over gecommuniceerd (al dan niet omdat ze
dus inderdaad niet meer wisten wat ze beslist hadden daar in Brussel), daarna werd
het verhaal straal genegeerd. En na de lafheid was er de inconsequentie.
Donderdag zei minister van Financiën Vanackere dat er geen sprake van was om de
(onbewust genomen?) maatregel terug te schroeven (‘Beslist is beslist!’), een
dag later werd de beslissing onder de mat van de geschiedenis geveegd.

Nogmaals, het is goed dat die onzindelijke maatregel na een
week werd geschrapt, maar de manier waarop ie tot stand kwam, vervolgens werd
“vergeten”, genegeerd, ontkend, bevestigd en geschrapt (het lijkt wel
een songtitel van Ramses Shaffy!) getuigt van weinig politiek zelfvertrouwen.
Kortzichtig, laf en inconsequent: ik ken ten minste één partij die hiervan weer
zal profiteren.



Het Kapotte Kartel, en andere Suske & Wiske-verhalen

Politiek Posted on wo, november 14, 2012 15:42:41

Beeld je even in dat Studio Vandersteen naar aanleiding van
de gemeenteraadsverkiezingen 26 albums zou maken van Suske & Wiske. Dit zijn de (denkbeeldige) titels…

De Arrogante Antwerpenaar (extra dikke uitgave!)

Het Boertig Bedrog

De Cremlin Cowboy

De Draaierige Deejay

De Eerlijke Egotripper (kortverhaal)

De Fanatieke Familie

De Gladde Gluiperd

De Huilende Horendrager

De Irritante Inburgeraar

De Jaloerse Jaknikker

De Kortademige Kazakkendraaier (aka Het Kapotte Kartel)

De Listige Lijstduwer

De Malcontente Marcheerders

De Nederige Narcist

Opstel Over Overwegend Onschuldig Overlopende Onderkruipers
(bredere cover)

De Pruttelende Partijvoorzitter

De Querulante Q

De Rechtse Rakkers

De Scheefschaatsende Schepen

De Toornige Torenpoeper

De Uitgekookte Underdog

De Vlaamsche Vendelzwaaier (17de herdruk!)

De Wanhopige Wonderboy

Het Xenofobische Xeroxapparaat

De Yahooënde Yuppie

Zwartgele Zondag (© B. De Wever)



« VorigeVolgende »