The Great vs. the Small Communicator

7 november 2012. Zowat alle waarnemers waren het erover eens
dat Barack Obama zijn ‘four more years’ heeft ingeleid met een toespraak die
even krachtig, misschien wel krachtiger, was dan zijn ‘Yes, we can’ van vier
jaar geleden. Zet de klank af en je ziet een warme persoonlijkheid, die veel en
breed lacht, en die zijn publiek recht in de ogen kijkt. Zet de klank op en je
wordt meegezogen in het enthousiasme, ook al besef je tegelijkertijd dat een
groot deel van zijn speech dode letter zal blijven. Zo gaat dat nu eenmaal in
de politiek. Maar dat warme deken dat Obama over ons heen legde op die koude
novemberochtend zal ons altijd bijblijven. Deze man is en blijft een geboren
communicator.

14 oktober 2012. De ene overwinningsspeech was duidelijk de
andere niet. Herbekijk de overwinningstoespraak die Bart De Wever 23 dagen eerder gaf in de
Antwerpse Zuiderkroon. Zonder klank zie je, in plaats van een warme
persoonlijkheid, een verkrampte, verzuurde en pissige man, die – als je niet
beter zou weten – net een politieke draai om de oren heeft gekregen en die
nauwelijks opkijkt van het papiertje waarop hij inderhaast zijn tekst heeft
gekrabbeld. Daar viel weinig ‘Happiness’ te bespeuren. ‘Zet die klank af!’ is
echter geen optie. Mét geluid wordt de verkramping en verzuring alleen maar
versterkt.

Including vs.
excluding

De boodschap van Obama was “including”: alle Amerikanen
moeten weer worden verenigd, na een smerige verkiezingscampagne en na de
verbale oorlog tussen hem en zijn concurrent Mitt Romney. De boodschap van De
Wever was “excluding”: ze was bestemd voor zijn partij- en geestesgenoten, en
er werd van de live tv-uitzending geprofiteerd om dat de tegenstanders onder de
neus te wrijven. Daarom dat BDW zo boos was dat ‘die ploat’ bleef draaien: zo
getormenteerd en gefocust was hij, de eeuwige underdog, de
verkiezingsoverwinnaar die niet au sérieux werd genomen door de traditionele
partijen, dat hij zo snel mogelijk zijn zielenroerselen wilde uitspuwen.

Je kunt de verschillen tussen beide toespraken perfect
illustreren aan de hand van een WordCloud. Kopieer de tekst van Obama’s
Engelstalige speech, open www.wordle.net,
klik op “Create” en plak de tekst vervolgens in het centrale tekstvak. (Ik nam
de originele, onvertaalde tekst, omdat je anders verkeerde inhoudelijke
accenten gaat leggen.) Doe hetzelfde met de tekst van de zegevierende De Wever.

Wat valt op: de opvallendste woorden in Obama’s toespraak
waren “America”, “country”, “we”, “forward”, “best”, “future”, “work” en
“together”. Stuk voor stuk woorden die voor alle Amerikanen gelden. Bij De
Wever werd dat “vrienden”, “Vlamingen”, “stad”, “onze”, “vandaag”, “grootste”,
“partij” en “samen”. Zoek de zeven verschillen!

Het centrale, meest gebruikte woord bij Obama was “America”,
het land waar het om draait, terwijl “Antwerpen” bij De Wever veel minder aan
bod kwam. Bij de kernwoorden zijn alleen “together” en “samen”
gemeenschappelijk.

Obama nodigde uit om samen te zitten en vooruit te kijken,
naar de gemeenschappelijke toekomst voor de VERENIGDE Staten (‘The best is yet
to come!’). De Wever vierde een privé-feestje met zijn politieke vrienden en
sympathisanten (‘Antwerpen is van iedereen, maar vanavond toch vooral van
ons!’), dat dan nog werd gevolgd door een uitermate gênante mars op het
stadhuis.

Nochtans kon Obama meteen een regeringsploeg samenstellen,
zonder lange formatieronde, terwijl De Wever op dat ogenblik nog altijd máár
kandidaat-burgemeester was.

Dat Obama een bevlogen spreker is, bleek ten overvloede met
de wervende en wervelende toespraak waarmee hij zijn tweede ambtstermijn
inzette. Bij De Wever blijft het stigmatiseren centraal staan: van links, van
de culturo’s, van de PS, van de Walen, van de Koning, van België. Vraag is of het bij BDW
geen bewuste keuze is om te bruuskeren en zich terug te trekken
op zijn wingewest, Vlaanderen.

Preken voor eigen
parochie

Hoeft het dan te verwonderen dat de andere Antwerpse
partijen aanvankelijk niet veel zin hadden om mee te stappen in dat
triomfalistische verhaal van de N-VA? Het woordje “samenwerking” dook bij De
Wever pas in de laatste paragraaf op, waardoor het bijna verloren ging in het
feestgedruis. Barack Obama heeft zijn afspraak met de geschiedenis (alweer)
niet gemist. Bij Bart De Wever kon je wel volop van een gemiste kans spreken.
Tenzij… hij de zaken alweer op scherp wilde zetten.

Met goeie, positieve communicatie kun je veel bereiken. Met
middelmatige communicatie blijf je in een grijze zone hangen. Met slechte of
agressieve communicatie maak je veel kapot. Vraag het maar aan de ex-trainer
die als een dief in de nacht opstapte bij zijn vorige werkgever, waarmee hij –
ondanks het aanwezige toptalent – niets had gepresteerd, maar die toch zei dat
hij de doelstellingen voor 90 procent bereikt had (en die na vijf maanden
alweer op zoek mocht naar werk). Dat maak je nooit meer goed. Dan kun je veel beter
zwijgen.

Minister van Financiën Steven Vanackere verwoordde dit de
dag na de koninklijke kerstboodschap mooi op zijn Facebook-pagina: ‘Er wordt te
veel gepraat, en niet genoeg gezwegen. Het mediacircus (vreemd genoeg vooral de
dolgedraaide geschreven pers, die geen dag kan beginnen zonder een relletje)
verdraagt niet meer dat politici zwijgen. Nochtans is dat – als ze ondertussen
proberen resultaten te boeken – heel vaak aan te moedigen.’

Onze politici maken de fout dat ze vooral communiceren met
de achterban: hun kiezers. Het is makkelijk preken voor de eigen parochie. Alleen
zijn er tegenwoordig zoveel vlottende kiezers, dat dit een zinloze bezigheid is
geworden. De Wever beseft dat als geen ander: zijn communicatie is welbewust,
provocatie is zijn strategische keuze. Op korte termijn levert hem dat
electorale schouderklopjes op, op langere termijn is die tactiek onhoudbaar. Het
is de tactiek van de verschroeide aarde. Het is de tactiek van mensen en
partijen die alleen maar met zichzelf bezig zijn. Het is de tactiek van
winnaars die niet kunnen omgaan met het begrip ‘winnen’, omdat ze diep in hun
hart liever langs de zijlijn blijven staan om de anderen uit te lachen. U kent
dat spreekwoord van de beste stuurlui en de wal.

En zo krijg je in Vlaanderen een winnaar die zodanig
arrogant is dat hij al de anderen voortdurend tegen de haren in strijkt, en de
rest die zo gefocust is op die ene kwelduivel, dat ze vergeten om een eigen
verhaal op te bouwen. Bart De Wever wrijft zich in de handen, want hij wint
altijd: ofwel blijft men hem bestoken met verwijten en harde kritiek, en kan
hij zich wentelen in zijn favoriete rol van underdog. Ofwel komen ze op hun
knieën naar hem gekropen om toch maar een klein deel van de koek te krijgen.
Het eerste gebeurt in België, het tweede in Antwerpen.