Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Vive la république!

Politiek Posted on do, juli 04, 2013 12:39:09

Mag je in dit land nog een afwijkende mening hebben wanneer
je zelf géén separatist bent? Het is een maar een vraag, hoor, maar ze overviel
me gisteren tijdens de veel te lange uitzending naar aanleiding van de
aankondiging dat Albert II op 21 juli zal abdiceren. Heel wat royalty watchers, zelfverklaarde vertrouwelingen van
het Hof en ministers van vroeger en nu gaven hun mening over de koning die
aftreedt en de prins die koning zal worden.

(Dat er ondertussen in Egypte een staatsgreep aan de gang
was, werd even vergeten. Op het eind van de vier uur Het Journaal meets Terzake werd er nog snel een berichtje
van welgeteld 18 seconden voorgelezen over een live beeld van het volgestroomde
Tahrirplein. Een ‘doorlezer’ heet dat, in vakjargon. Meestal gebruikt voor
nieuws dat slechts een terloopse vermelding waard is, maar dat toch ook weer
niet te veel kostbare tijd in beslag mag nemen.)

Maar goed, ik had het over de talloze deskundigen die royaal
hun uitleg mochten geven in de studio of die ergens in Brussel voor de camera
werden gesleurd. De vox populi mocht uiteraard evenmin ontbreken. Maar na
pakweg drie uur had ik het wel gehad met die heiligverklaring-bij-leven van
Albert en het voortdurende ongenuanceerd benadrukken dat de monarchie-en-de-monarchie-alleen
ons land nog bijeenhoudt. De monarchie als maïzena.

Aan de hekken van het Koninklijk Paleis mocht een reporter
af en toe rechtstreeks tussenkomen, bijvoorbeeld om de koninklijke toespraak
nog even dunnetjes over te doen en te zeggen hoe de koning zich gedroeg tijdens
zijn speech, dingen die we al wisten want the
king’s speech
was op dat ogenblik al drie keer integraal heruitgezonden. Ik
kon hem verdorie foutloos naspelen!

Ook kregen enkele tricolore vlaggenzwaaiers een forum,
hoewel diezelfde reporter net voordien had gezegd dat er op die plek ongeveer even veel
journalisten rondliepen als vorst- en vaderlandslievende
landgenoten, waarmee hij eigenlijk zei: het stelt allemaal niet veel voor, die
steunbetuigingen aan Albert II. Och, het zal wel weer aan mij liggen: ik hoef
die vendelzwaaiers niet, of er nu twee of drie kleuren op hun vlag te zien zijn.

Het was wachten op Gerolf Annemans en Peter De Roover voor
een wanklank op deze vorstelijke avond en laat dat nu net mensen zijn die al
hun hele volwassen leven voor de republiek Vlaanderen pleiten en dus per
definitie tegen de monarchie zijn. (In de krant en op de nieuwssites ontpopte
ook de PVDA zich daarna als anti-monarchistisch, maar die stem kwam in de
marathon-nieuwsuitzending niet aan bod.) Waar waren de sociaal-democratische en
liberale kritische stemmen? Salonrepublikeinen zijn het, stuk voor stuk. Blij
dat ze af en toe zelf op de koffie mogen in Brussel of Laken, en daarom
braafjes benadrukkend dat de koning vandaag al een protocollaire functie heeft
en dat het zo goed is.
Vraag-me-geen-opinie-want-dan-zeg-ik-misschien-zaken-die-niet-goed-zijn-voor-mijn-politieke-carrière!

Kijk, als republikein wens ik te blijven stellen dat de
monarchie onverantwoord is, wegens volstrekt ondemocratisch, ontiegelijk duur en een schrijnend voorbeeld van
het geïnstitutionaliseerde ons-kent-ons-denken van de BVBA Inteelt & Zonen.
Ik kan me voorstellen dat de meerderheid van de Belgen, en dan bedoel ik zelfs
een meerderheid bij elke bevolkingsgroep apart (Vlamingen, Walen, Brusselaars én
Duitstaligen), nog altijd vóór een Koning is, als leider van het land. Ik wil
me daar zelfs bij neerleggen, zo democratisch ben ik uiteraard wel. Maar dat
belet niet dat ik mijn mening wil blijven ventileren en dat men mij, als
republikein, moet respecteren.

En dan wil ik dat partijen als sp.a en OpenVLD openlijk
blijven hameren op het ondemocratische karakter van de monarchie, of dat nu in
de Belgische praktijk protocollair is of niet. Wat ze dus niet doen en al zeker
niet op zo’n ‘hoogdag’ als gisteren. Mag ik dat laf vinden? Mag ik toch even
zeggen dat dit een verregaande vorm van zelfcensuur is? Mag ik dat een
belediging noemen van alle mensen die verder denken dan de
koekjestrommelromantiek van de koningshuizen in de wereld?

***

De Wisselbeker Rudi Kennes voor de domste uitspraak, tweet
of retweet van de dag gaat voor woensdag 3 juli 2013 met eenparigheid van
stemmen naar Kamervoorzitter André Flahaut. In een straatinterview werd de
besnorde PS’er gevraagd of hij niet vreesde voor nieuwe republikeinse kreten
tijdens de eedaflegging, zoals al gebeurde in 1950 (door communistisch
volksvertegenwoordiger Julien Lahaut, die ‘Vive la république’! riep tijdens de
eedaflegging van Boudewijn, al is het nog altijd niet helemaal duidelijk of
Lahaut zelf had geroepen – en hoe dan ook was hij dan zeker niet de enige roeper)
en in 1993 (door libertijn Jean Pierre Van Rossem, die ‘Vive la république
d’Europe!’ en ‘Vive Julien Lahaut’ riep tijdens de eedaflegging van Albert).

Flahaut haalde zijn schouders op en lachte: ‘Waar is nu
meneer Van Rossem? En waar is nu meneer Lahaut?’ Hij trok veelzeggend en een
beetje samenzweerderig een wenkbrauw op, zei ‘Hé?’ (als om retorisch te vragen:
weet u waar ze dan zijn, die zielige ordeverstoorders?) en liep dan uit beeld.

Veel misplaatster kan een uitspraak van een
vertegenwoordiger des volks niet zijn, als je weet dat Julien Lahaut een week
na zijn ‘Vive la république!’ door koningsgezinden werd vermoord. Het duurde naar ‘goede’ Belgische gewoonte nog tot 1972 voor het gerechtelijk onderzoek was afgerond en nog een kwarteeuw
langer om de ware toedracht onthuld te zien.

De ‘Waar is nu meneer Lahaut?’ zou in andere landen tot veel
meer heisa hebben geleid dan bij ons. Flahaut, een naam die wordt geschreven
met de ‘fla’ van ‘flater’, kwam er hier met enkele tientallen verontwaardigde
tweets van af. Ach ja, dit is het land waar een minister van Buitenlandse Zaken
na een compromitterende diplomatieke rel zei dat hij in eender welk ander land
zou opgestapt zijn, maar dat dat in dit ‘apenland’ niet nodig was.

Diezelfde
man, voor wie het nieuws maar zijdelings volgt: Mark Eyskens, pleitte er gisteren voor om nu al af te spreken om na de
verkiezingen van 2014 anti-N-VA-coalities te vormen. Normaal had ie hiermee veel aandacht gegenereerd, maar nu werden zijn provocerende uitspraken bedolven
onder de lawine aan ander nieuws. Dat den
John en Astrid Bryan gaan scheiden, bijvoorbeeld.

Misschien moet ik over de
uitspraak van Eyskens volgende keer maar een stukje schrijven. Boeiend land, toch?



Valpartijen niet uitgesloten

Politiek Posted on di, juli 02, 2013 13:20:33

Het zijn harde tijden voor wie in Vlaanderen
christen-democratisch, liberaal, sociaal-democratisch, groen, communistisch of extreem-rechts denkt. Peiling na peiling wordt duidelijk dat
de N-VA, behoudens grote kemels van haar kopstukken of de ultieme vaststelling
dat de foutenmarge bij de polls geen vier maar twintig procent bedraagt,
volgend jaar zal triomferen tijdens de ‘moeder aller verkiezingen’. En reken
dan maar dat dat zowel in Vlaanderen als federaal en voor Europa zal gebeuren.

Dat is even slikken, maar het is nu eenmaal eigen aan een
democratie dat de kiezer het laatste woord krijgt en dat je in het geval van
stemplicht, zoals bij ons, rekening moet houden met een aantal foert-stemmen
die flink meetellen als de optelsom wordt gemaakt. Maar net omdat de N-VA
ontegensprekelijk een democratische partij is, die niet direct van plan lijkt
om de democratische grondbeginselen met voeten te treden (wat helemaal
anders was tijdens de gloriejaren van dat ander nationalistisch blok), zijn
de reacties tegen die partij dikwijls onredelijk, soms zelfs onzindelijk, vaak
ook behoorlijk dom. Frustratie doet iets met een mens, helaas zelden iets
positiefs.

***

Zo stuurde ene @jcoboa, een uitgeweken Brusselaar die,
afgaande op zijn Twitterbio’tje, ergens aan de grens met de provincie Limburg is
gaan wonen, gisteravond tijdens Terzake
een tweet met de tekst: ‘De nva zal de oudjes wel vergassen. Ze hebben kennis
van die techniek.’ Ach ja, een smakeloze opmerking van iemand die zich stoer
acht in al zijn laffe anonimiteit, maar die met zestig volgers nauwelijks
impact zou hebben gehad, ware het niet dat zijn perverse zinnetjes werden
geretweet door Rudi Kennes, stafmedewerker van de ABVV, bekend vakbondsgezicht
ten tijde van de sluiting van Opel-Antwerpen, gemeenteraadslid voor de sp.a in Willebroek.

Retweeten betekent dat je het ofwel helemaal eens bent met
een stelling, ofwel dat je vindt dat een interessante mening ruimer verspreid
moet worden. Zo geschiedde. Plots was een kreet van niks een Twitterrelletje
geworden. Kennes trok zijn tweet snel weer in, maar die was intussen een eigen
leven gaan leiden. Dat hij zich nu, een half etmaal later, uitgebreid
verontschuldigt en zegt dat hij zulke uitspraken nooit zelf zou doen, doet niet
eens meer ter zake. De N-VA heeft weer wat stemmen gewonnen. Als je mij zou
zeggen dat Kennes stiekem op de payroll
van de N-VA staat, ik zou het nog geloven ook!

Even onbegrijpelijk was de recente reactie van links en de culturele
wereld tegen de besparingsplannen van de N-VA in de stad Antwerpen. Versta me
niet verkeerd: zoals ik de ideale samenleving voor mezelf heb uitgetekend, vind ik dat de verkeerde keuzes worden gemaakt, maar het zijn
wel de keuzes waar de N-VA voor staat en die perfect passen in het
rechts-liberale, Vlaams-nationalistische discours van die partij. Je mag een
partij bekritiseren om haar programma, maar je mag ze niet verwijten dat ze,
eens aan de macht, dat programma probeert uit te voeren. Dat zou al te gek
zijn.

Neen, het probleem in Antwerpen is niet de N-VA – die
tenslotte dank zij de kiezer de grootste partij is geworden in de Scheldestad
-, maar de twee andere coalitiepartners, CD&V en OpenVLD, die geen enkel
weerwerk bieden in dit sociale- en culturele afbraakverhaal. De OpenVLD, de
kleinste partij in de Antwerpse gemeenteraad, hoopt in de coalitie toch nog
iets te kunnen verwezenlijken (in de oppositie zouden de liberalen verzuipen en
niet aan bod komen). De CD&V is, zoals bekend, een machtspartij. Dat je dan
op iets meer dan een half jaar tijd evolueert van progressieve Stadslijst naar
conservatief beleid, zal Marc Van Peel & co filet d’anvers wezen. Het moedige midden? Vergeet het!

***

De N-VA kan alleen met zinvolle argumenten bestreden worden
en, vooral, met een goed onderbouwd partijprogramma. Jarenlang hebben de
traditionele partijen nagelaten om duidelijke keuzes te maken. In hun ijver om
zo weinig mogelijk kiezers tegen de borst te stuiten, hebben ze een deel van
hun bestaand clientèle weggejaagd naar partijen met een duidelijker profiel en
kozen ze zelf voor het uitzichtloze status quo.

Het succes van de N-VA heeft hen nu
eindelijk wakker geschud. De sp.a wordt weer wat socialistischer, de OpenVLD
kleurt opnieuw wat donkerder blauw. Ook Groen, Vlaams Belang en PVDA meten zich
een stoerder profiel aan. De CD&V, daarentegen, wil vooral ‘moedig’ in het
midden van het bed blijven liggen, voortdurend naar links en rechts glurend, om
te zien wie ze best kan opvrijen. Ook dat past bij het traditionele beeld van
die partij: de macht is voor de CD&V een doel op zich, niet wat je
uiteindelijk met die macht allemaal kunt realiseren.

Die recente koerswijziging bij de meeste partijen, met het
oog op het zichzelf aanmeten van een herkenbare smoel, valt toe te juichen. Vraag is echter
of het niet hopeloos te laat is. De voorsprong van de N-VA is gigantisch. In
Tour-termen gesproken: de N-VA is al ter hoogte van de onder de aankomstboog vastgelopen
bus, terwijl de anderen nog in de chicane op drie kilometer van de streep
zitten. En om die beeldspraak nog even aan te houden: in het gewring met de
ellebogen om toch maar enigszins in de buurt van de N-VA te blijven, zijn
massale valpartijen niet uitgesloten.



Euthanasiewet verdient een serene en rationele benadering

Politiek Posted on di, juni 25, 2013 12:57:19

‘Euthanasie wordt “dood op bestelling” – al dan
niet onder impuls van dominerende maatschappelijke opvattingen en
financieel-economische factoren’. Dat schrijft advocaat Fernand Keuleneer
vandaag in een opiniestuk op deredactie.be. We zitten in de discussie over de
uitbreiding van de euthanasiewet van 2002 in de fase van het irrationele en de
overdrijving, twee geliefkoosde wapens van wie geen zinvolle argumenten meer
vindt en dan maar overschakelt naar de grove middelen. Klinkt het niet, dan
botst het maar.

Om de auteur van dat stuk even te situeren: Fernand Keuleneer
was de advocaat van kardinaal Danneels ten tijde van Operatie Kelk, was
plaatsvervangend lid van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie
van 2002 tot 2012, ijvert al jaren voor de inperking van de bestaande
euthanasiewet (in die hoedanigheid was hij o.m. een gewaardeerd spreker op een
studiedag van Opus Dei) en was mede-oprichter van het conservatieve maandblad Nucleus, dat werd uitgegeven van 1990
tot januari 2010. De lijst medewerkers van Nucleus
door de jaren heen leest – met uitzondering van Guy Verhofstadt en Paul De
Grauwe – als een Who’s who? van
ethisch-conservatief Vlaanderen.

***

Wat Keuleneer schrijft, is ook wat CD&V en Vlaams Belang
denken en zeggen. Het zijn de enige Vlaamse partijen die tégen het uitbreiden van de euthanasiewet
zijn. In het voorstel van sociaal-democraten en liberalen dat op tafel ligt,
wordt voorzien dat ook wilsbekwame minderjarigen fysiek en psychisch lijden
kunnen inroepen (nu ligt de leeftijdsgrens op 18 jaar), dat de wilsverklaring,
waarin mensen aangeven dat ze euthanasie willen wanneer ze in een onomkeerbare
coma belanden, onbeperkt geldig blijft, tenzij ze zelf een einddatum vastleggen
(nu moet die wilsverklaring om de vijf jaar hernieuwd worden), dat artsen
binnen de zeven dagen moeten beslissen of ze willen ingaan op het
euthanasieverzoek (nu heeft de arts enkel informatieplicht) en dat alleen
artsen nog gewetensbezwaren mogen inroepen (nu mogen ook zorginstellingen dat
doen, waardoor euthanasie in de meeste katholieke ziekenhuizen onbespreekbaar
blijft, ook al zou een patiënt dat wensen).

Als regeringspartij probeert de CD&V, samen met de
Franstalige CDH, obstructie te plegen en de partners in de federale regering op
het hart te drukken dat een wisselmeerderheid de regering-Di Rupo I geen goed zou doen.
Vanuit de oppositie is Vlaams Belang de enige partij die mee stapt in de
christelijke denkrichting: Groen en N-VA zijn bereid om stemmen te leveren voor
een wisselmeerderheid.

En dus worden alle registers open getrokken. Het
register-Keuleneer heeft het bijvoorbeeld over ‘zelfmoord’,
‘dood-op-verzoeklobby’, ‘levensplicht’ en ‘verplichting tot euthanasie’. Het
klinkt allemaal gewichtig, maar het slaat in wezen nergens op. Toch neemt een aantal christen-democratische politici dit discours klakkeloos over. Dit is niet de
taal van rationele vertegenwoordigers van de wetgevende macht, maar van
emotionele religieuze fanatici. Dit is het bewijs dat Kerk en Staat voor
sommigen de facto niet gescheiden
zijn. Dit toont aan dat Rome voor een aantal verkozenen des volks meer invloed
heeft dan Brussel. Op zich hoeft dat niet eens een probleem te zijn, maar zeg
het dan gewoon. En hou op met deze chantage-praktijken!

***

Euthanasie komt van eu
thanatos
, wat zoveel betekent als ‘goede dood’. Het is een recht, geen
plicht. Het gaat uit van een persoonlijke overtuiging, het wordt niet opgelegd.
Zelf ben ik al van 1994 lid van de vzw Recht op Waardig Sterven, lang vóór de
euthanasiewet, een principiële en persoonlijke keuze die ik maakte op mijn
vijfendertigste. Negentien jaar later ben ik nog altijd kerngezond, maar ik
koester mijn wilsverklaring, waarin ik voor mezelf de zekerheid heb ingebouwd
dat er een uitgang is, wanneer ik fysiek en/of psychisch niet meer in staat ben
een waardig leven te leiden.

Ik vind dat een comfortabele situatie. Maar ik heb ook
respect voor wie, vanuit een religieuze of filosofische overtuiging, vindt dat
de mens géén zelfbeschikkingsrecht heeft en dat ondraaglijk lijden bij het
leven hoort. Ik begrijp dat niet, maar wie ben ik om die mensen terecht te
wijzen? Het is hún leven: als ik geloof in zelfbeschikkingsrecht, dan moet ik
consequent zijn en andersdenkenden voor zichzelf laten uitmaken welke grote
levenskeuzes ze maken. Alleen: omgekeerd geldt dat respect niet, of toch
alleszins veel te weinig.

***

De hele discussie rond euthanasie – en bij uitbreiding
andere ethische kwesties – is uitzichtloos, omdat de twee uiterste standpunten
onmogelijk kunnen verzoend worden: het recht op zelfbeschikking en de plicht om
te leven zullen altijd diametraal tegenover elkaar blijven staan. Daarom zou
het goed én democratisch verantwoord zijn dat politici vanaf nu het principe
aanvaarden dat wetsvoorstellen over ethische kwesties sowieso behandeld en
gestemd worden, of dat nu meerderheid-versus-oppositie gebeurt, zoals
gebruikelijk, of met een wisselmeerderheid. Als ze dat niet doen, zal één
strekking altijd de democratische werking kunnen blokkeren.

Ik hoop dat de indieners van de huidige wetsvoorstellen om
de euthanasiewet uit te breiden zich voor één keer niet laten leiden door het
per se overeind willen houden van een meerderheid, valse argumenten en platte
chantage. Net zoals abortus, euthanasie en homohuwelijk voordien werden
gelegaliseerd (het eerste met een wisselmeerderheid tegen de wil van de CVP in, de twee andere tijdens de paars-groene regering-Verhofstadt I), verdient deze aangepaste euthanasiewet een serene en rationele behandeling,
waarbij onze volksvertegenwoordigers voor ogen moeten houden dat een
meerderheid van de bevolking nu eenmaal heeft gekozen voor partijen en politici die deze
ethische kwesties verdedigen, en niet voor een ’toevallige’
meerderheid waarin ook twee partijen zitten die hun minderheidsstandpunt willen
opdringen.

Misschien moeten CD&V en CDH zich maar Boudewijn-gewijs
voor één dag ’tijdelijk in de
onmogelijkheid om te regeren’ verklaren, om hun achterban en allerlei katholieke
drukkingsgroepen te sussen. Ondertussen kan de democratie dan zegevieren.



Rest In Peace, Iron Lady

Politiek Posted on di, april 09, 2013 13:23:19

De jaren ’80 van de twintigste eeuw, beste lezer, vormden
niet het vrolijkste tijdsgewricht uit de geschiedenis van de mensheid. Zeker
niet als je je links en progressief en vrijdenkend en nog meer van dat soort
adjectieven noemde. De wereld werd geregeerd door Ronald Reagan en Margaret
Thatcher, die de as Verenigde Staten-Verenigd Koninkrijk bestuurden, het Verenigde
Neoliberalisme zeg maar.

Daartegenover stonden de communistische vijanden uit het
oosten, de Sovjet-Unie en China, ook geen toffe jongens waarmee je wel eens een schuimende pils had willen drinken, gezellig keuvelend aan de toog van de Witzli Poetzli.
Duitsland was toen nog hopeloos verdeeld, tussen een Sovjet-trouwe DDR en een
vanaf 1982 ook al door een conservatieve kanselier geleide Duitse
Bondsrepubliek. Neen, voor mensen wiens hart links klopte, was alle hoop
gevestigd op François Mitterrand, die in 1981 tot president van Frankrijk werd
verkozen en met het nodige aplomb het Elysée inpalmde.

Et alors? Die dingen gebeuren nu eenmaal. In landen die hun
leiders democratisch verkiezen moet je je neerleggen bij het resultaat van de
stembusgang. Om het met Winston Churchill te zeggen: ‘It has been said that
democracy is the worst form of government except all the others that have been
tried.’ Democratie is de slechtste staatsvorm, op alle anderen na die ooit
geprobeerd werden. Daarmee moest je het stellen als twintiger, zonder werk,
zonder vooruitzicht op werk, zonder licht aan het eind van een lange tunnel.

***

Margareth Thatcher, née
Roberts, is dood. Ze is 87 geworden. Ik mocht het mens niet. Ze heeft, samen
met cowboy Ronald in Washington, mijn dromen afgepakt en mijn illusies
versplinterd. Ze heeft van de wereld een koudere plek gemaakt, waar de kleine
man onder de duim wordt gehouden door het grootkapitaal, veel meer dan dat voor
haar het geval was. Ze had haar eigen politieke toekomst vastgeklonken aan die
van de acteur-president in het Witte Huis, die genadeloos uitpakte met zijn reaganomics, een op hol geslagen
interpretatie van de neo-liberale ideeën van de economen Friedrich von Hayek en
Milton Friedman. De overheid was De Vijand, zei de overheid zelf. En het klonk
geloofwaardig in vele goedgelovige oren.

Ze was de dochter van een kruidenier, die later burgemeester
zou worden. Maar in tegenstelling tot haar vader gebruikte ze geen kruideniersweegschaaltje
om haar politieke ideeën te realiseren. Ze pleurde de hele zooi meteen op
tafel. Eerst mocht ze als minister van Onderwijs en Wetenschap even van de
macht proeven, begin jaren zeventig. Ze schafte prompt de gratis melk op school
af. Daarna veroverde ze de harten van haar partijgenoten, die haar in 1975
verkozen tot leider van de Conservatieve Partij, de Tories, ten koste van toenmalig voorzitter Edward Heath. En vier
jaar later ontving ze de sleutels van Downing Street 10 uit handen van aftredend
sociaal-democratisch premier Jim Callaghan. Ironisch genoeg werd Callaghan ten
val gebracht door de sociale onrust in de zogeheten ‘Winter of discontent’ van
1978-79. Ironisch, omdat de stakers van toen nothing yet hadden gezien, want Thatcher werd een veel hardere noot
om kraken.

De Sovjets gaven haar de bijnaam ‘Iron Lady’, een geuzennaam
die ze koesterde. Drie jaar na de verfrissende passage van de punk stond er een
dame met een verschrikkelijk permanent aan het hoofd van het verpauperde en zich steeds minder United voelende Koninkrijk. Het kan
verkeren, zo wist een Nederlandse zeventiende-eeuwse dichter. En het verkeerde
drastisch. Het verkeerde zodanig dat alles verkeerd liep.

The lady’s not for
turning
,’ zei de lady, die weigerde bochtenwerk te doen op een bijzonder
bochtig circuit. Ze ging rechtdoor. En ze botste. Op het IRA, dat Noord-Ierland
uit de klauwen van Groot-Brittannië wilde trekken. Op de Argentijnse junta, die
in een zotte bui dacht dat ze in een handomdraai de Falklands kon heroveren. Op
de mijnwerkers, die vochten voor hun job. Op Europa, dat haar haar geld niet
wilde teruggeven. Op de vijanden uit het oosten, die haar vriend Ronald het
leven zuur maakten. Op alle andersdenkenden, die ze met een aan religieuze
waanzin grenzende vastberadenheid bestreed omdat ze haar Thatcherisme niet beleden.

Dat fanatisme werd ook haar einde, een einde dat heel sterk
leek op haar begin, zij het dat ze dit keer aan de verliezende kant van het
complot stond. Partijgenoten lieten haar in de steek omwille van haar onwrikbare
anti-Europese houding. Ze hield de eer aan zichzelf, de kleurloze John Major
mocht het overnemen.

En dus schrijft wie ethisch-sociaal-economisch rechts
draagt, nu hagiografietjes van 140 of meer tekens, en schrijven haar
tegenstanders hoe slecht ze wel is geweest. ‘Van de doden niets dan goeds,’
geldt niet voor publieke figuren, en zo hoort het ook. Tussen het respect (dat
er moet zijn) en het historisch overzicht (dat zo objectief mogelijk moet
geschreven worden) mogen er gerust harde kritische noten staan. Ze was van
ijzer, ze deed er zelf ook aan mee. Al was de barones op het eind heel frêle,
na de dood van haar echtgenoot Denis in 2003 en de verwoestende ziekte van
Alzheimer die haar laatste jaren in een waas deden verlopen. Kijk naar het
wonderlijke The Iron Lady, met een
schitterende Meryl Streep, en u weet wat ik bedoel.

***

Wat moeten we denken van Margaret Thatcher-Roberts? Is ze
een Grote Leider geweest? Ongetwijfeld. Je hoeft het niet met haar eens te zijn
om in te zien dat ze het aanschijn van haar land en van een flink deel van het
Europese continent heeft veranderd. Ze was een feministe tegen wil en dank, een
‘manwijf’ volgens sommigen, die ervoor zorgde dat vrouwelijke politieke leiders
plots niet meer behoorden tot een utopisch gedachtengoed van naïeve gelijkheidsidealisten.

Ze nam ook moedige beslissingen. Neen, ik heb het niet over
de Falklands, het oorlogje-van-niks om een eilandje-van-niks dat haar geen
electorale windeieren heeft gelegd. Zoals Bert Wagendorp vandaag in een opiniestuk
in De Morgen schrijft: zonder de
Falklands zouden we Margaret Thatcher herdenken als ‘British Prime Minister 1979-1983‘, zonder veel tralala. Dank zij
die zinloos lijkende oorlog kon ze zich profileren als een daadkrachtig en
betrouwbaar staatshoofd, ook al stellen de Falklands even weinig voor als
Grenada, het kleine Caraïbische eiland dat Reagan in 1983 binnenviel om zijn
herverkiezingscampagne in te luiden. Tja, ietwat stoer doen helpt om stemmen te
ronselen.

Neen, ik heb het ook niet over haar harde aanpak van de
Noord-Ierse kwestie, die op termijn alleen maar voor meer problemen heeft
gezorgd. Bobby Sands had niet moeten sterven, als Thatcher toen had gekozen
voor de dialoog, die trouwens later wel resultaat heeft opgeleverd. Maar zij
zocht de confrontatie. De hongerstakers mochten wat haar betreft creperen. En
ze deden dat ook.

Neen, ik heb het evenmin over haar looks, die dixit OpenVLD-voorzitster Gwendolyn Rutten zeer bijdetijds
waren. I kid you not! Rutten in De Morgen: ‘Ze was heel modern voor haar
tijd. Haar kapsel, haar stem, haar mantelpakjes, haar dubbele parelketting: zij
wist, jarenlang voor de andere politici, hoe bepalend een imago kon zijn voor
een politicus.’ Margaret Thatcher ‘modern’ noemen komt zowat op hetzelfde neer als
het kapsel van koningin Fabiola als ronduit revolutionair bestempelen.

Neen, ik heb het niet over haar zestiende plaats in de
tv-verkiezing van ‘Greatest Britons’ uit 2002, een lijst waarin ze de tweede
politicus werd (Winston Churchill eindigde op de eerste plaats), eerste
politicá. Tony Blair staat pas op zevenenzestig. Ze liet dan wel een verdeeld
land achter, zoals de Engelse kranten opvallend eensgezind opmerken in hun
obits, maar onpopulair was ze allesbehalve.

Neen, als ik het heb over ‘moedige beslissingen’ bedoel ik
het inzicht om oude, vermolmde industriën zoals de mijnbouw te sluiten. Het had
anders gekund, anders gemoeten zelfs, zonder die tot verbittering en haat
leidende machtsstrijd met de vakbonden, maar ze had wel gelijk: er was geen
toekomst voor de mijnen. Soms moet een politicus tegen de publieke opinie in
durven gaan. Ook bij ons bleven de mijnen veel te lang open en werd er veel te
lang gewacht om met reconversie te beginnen. Een attitude die ons ook nu nog
parten speelt, kijk maar naar de zinloze achterhoedegevechten rond de
automobielindustrie (Ford Genk) en de staalnijverheid (Arcelor Mittal). Het is
de plicht van de overheid om vooruit te denken, niet om het status quo te
verdedigen. Die verdienste mag Thatcher gerust op haar conto schrijven.

***

Haar sterke punten: ze was koppig, vastberaden, had een
duidelijk plan, je kon haar lezen als een open boek.

Haar zwakke punten: ze was koppig, vastberaden, had een
duidelijk plan, je kon haar lezen als een open boek.

Koppigheid deed haar met oogkleppen door het leven stappen.
Vastberadenheid leidde tot beslissingen die, achteraf bekeken, een negatieve
impact op ons leven hebben tot op de dag van vandaag. Dat duidelijke plan was
wel heel kortzichtig. En haar openheid en herkenbaarheid maakten haar tot een makkelijk
voorwerp van kritiek en spot, van politieke vrienden en vijanden tot Spitting Image.

Dat we nu in een diepe economische crisis zitten, hebben we
te danken aan ‘Grote Leiders’ als Reagan en Thatcher, die van het vrije
marktdenken een heuse religie hebben gemaakt, waarvan de ‘aartsbisschoppen’ en ‘imams’
jarenlang ‘Totale Vrijheid-Blijheid’ mochten prediken, met de gekende gevolgen:
de ontploffing van de markt in 2008 en de huidige economische recessie. Thank you for that, Maggie, but no thanks!

Al dient eerlijkheidshalve gezegd dat de deregulering helemaal ontspoord is
door beslissingen die werden genomen in de ambtsperiode van Bill Clinton. Dat
is ook wat Ken Livingstone, leider van de Greater London Council in de periode
1981-1986, gisteravond zei in een hommage-aflevering van Newsnight op BBC2. ‘Thatcher heeft er mee schuld aan dat we nu met deze
crisis zitten, maar ik wou dat Clinton en Blair haar moed hadden gehad om de
zaken om te draaien toen zij aan de macht waren.’

Meteen een laatste, belangrijke, verwezenlijking uit het
Thatcher-era, als je het tenminste zou bekijken vanuit conservatief oogpunt. Ze
heeft de politieke wereld naar rechts doen opschuiven. Als iemand als
Livingstone eind jaren negentig uit Labour is gestapt, waarna hij de bijnaam
‘Rooie Ken’ kreeg en in 2000 als onafhankelijke kandidaat de eerste
rechtstreeks verkozen burgemeester van de Britse hoofdstad werd, dan komt dat
omdat er plots wel heel veel ruimte lag op de linkerflank. Hetzelfde geldt voor
andere sociaal-democratische partijen in West-Europa. Ze hebben de ruk naar
rechts van de Thatcherianen gevolgd en zo zichzelf bijna overbodig gemaakt,
want wie had er nu behoefte aan nóg een partij in het centrum van het
politieke spectrum?

***

Rest In Peace, Margaret Thatcher. Je verdient het niet om
beschimpt te worden en dat ze bij wijze van spreken rijen dik staan aan te
schuiven om op je graf te pissen. Maar je verdient het ook niet om met een
heldenstatus begraven te worden en in de geschiedenisboeken voor eeuwig en een
dag als een Grote Leider beschouwd te worden. Daarvoor was je te veel het
liefje van één procent van je volk, de grootkapitalisten, bankiers, economen en
rechtse hardliners, en te weinig een leider die hield van die andere
negenennegentig procent. Om die reden mocht ik je niet.



Le nouveau sp.a: meer S, minder A

Politiek Posted on do, maart 28, 2013 12:50:08

Socialistische Partij Anders. Daar staat die afkorting sp.a
voor, mocht u dat inmiddels vergeten zijn. Met als ondertitel: Sociaal
Progressief Alternatief. Het puntje tussen de ‘p’ en de ‘a’ staat er om geen
verwarring te zaaien met de gemeente en de bronwaterfabrikant Spa. (En dan
zeker niet met Spa Blauw!) Ja, reclamejongens denken aan alles en toenmalig
voorzitter Patrick Janssens had nu eenmaal een geschiedenis in het wereldje van
vlotte boys & girls die ons met z’n allen producten proberen op te solferen die
we niet echt nodig hebben, toen hij in 2001 vond dat SP te oubollig begon te
klinken.

Eigenlijk was die sp.a ook bedoeld om vooral niet te veel
Spa Rood te zijn. De Socialistische Partij, die al een jaar of veertig geleden
ophield met socialistisch zijn en dan maar koos voor het hol en ongevaarlijk
klinkende sociaal-democratisch, wilde zich meer in het midden van het bed
positioneren. Na tien jaar samen met de CVP geregeerd te hebben in de roomsrode
regeringen-Martens en Dehaene, was de partij nu de begeerde bruid geworden van de VLD,
het blauwe fabriekje van de bevlogen Guy Verhofstadt, die eindelijk de kans zag
om wraak te nemen op de partij die da joenk eind jaren tachtig op niet al te
katholieke wijze uit de regering had gesjareld. En, hopla, daar was paars
(eerst nog aangevuld met groen, vanaf 2003 zonder).

Janssens trok zich terug op zijn persoonlijke wingewest
Antwerpen, maar daar was opper-Teletubbie Steve Stevaert al, die voor een paar
jaar God in het volkshuis was, en die het socialisme vooral gezellig wilde maken.
Weer was het de bedoeling om zo weinig mogelijk mensen tegen het hoofd te
stoten, waardoor sp.a zich in het midden van het bed nog iets dichter aan schurkte
tegen de partner van het moment, zonder te merken dat de politieke matras in
het midden flink begon door te zakken.

Stevaert verdween en de zoektocht naar een nieuw elan begon.
sp.a bleef wel mee regeringen bevolken, omdat ze intussen zodanig onschuldig
was geworden dat niemand nog vreesde voor teveel ‘rode’ invloed én omdat de
grote Waalse broer PS incontournable
was en we in dit land nu eenmaal gebonden zijn aan symmetrische regeringen. Wat
sp.a echter niet doorhad, was dat de populariteit van de partij en haar
politiek personeel steeds verder afkalfde. De verkiezingen van 2010 waren al
een wake-up call, maar pas na de
gemeenteraadsverkiezingen van oktober vorig jaar maakte de wekker een irritant
rinkelend geluid. Hoog tijd om wakker te worden, als het al niet te laat was!

***
Voorzitter Bruno Tobback maakte direct na zijn aanstelling een weifelende
indruk. Ook hij begon met te benadrukken dat de sp.a zeker niemand kwaad wilde
doen. Maar de kiezer volgde niet en de militanten waren de vijftig tinten grijs
intussen meer dan beu. En dus verandert Tobback nu het geweer van schouders,
kondigt hij zonder pardon een ‘vadermoord’ aan (wat dat verder ook moge
betekenen) en wil hij de beginselverklaring drastisch bij schroeven. Versta:
opnieuw linkser en progressiever worden.

In juni moeten de leden van de sp.a de gewijzigde koers nog goedkeuren, maar het
vertrouwen is groot dat dat probleemloos zal geschieden. De sp.a van zoon
Tobback wil de fiscaliteit hervormen (meerwaardebelasting op aandelen, bijdrage
op vermogenswinst, multinationals moeten belastingen betalen), kwaliteitsvolle
jobs creëren aan menswaardige lonen (niet de Duitse oplossing met microlonen,
waardoor er wel meer mensen aan het werk zijn, maar de armoede niet
vermindert), groepsaankopen stimuleren en de oprichting van coöperaties
ondersteunen, de banken strenger controleren (onder meer door de bonussen te
beknotten) en diversiteit aanmoedigen.

Dat laatste leverde al onmiddellijk een mediatieke discussie
op, omdat dit een fameuze bocht was na het hoofddoekenverbod dat Patrick Janssens een paar
jaar geleden invoerde in Antwerpen. De sp.a van Tobback vindt nu dat
hoofddoeken achter de loketten wél moeten kunnen. Het is nu wachten op een
opiniestuk van Etienne Vermeersch om argumenten tegen deze versoepeling te
lezen; zelf vind ik dat ambtenaren in openbare functies er zo neutraal mogelijk
moeten uitzien. En ik blijf de verplichte hoofddoek onveranderlijk zien als onderdrukking van de islamitische vrouw.

Maar laten we die hoofddoek even terzijde leggen. Het gegeven
alleen al dat de sp.a een stuk back to
basics
gaat, is een belangrijk feit. Uiteraard maakt de partij hier een
haarspeldbocht en vanzelfsprekend wordt deze koerswijziging ook ingegeven door
plat opportunisme, om te vermijden dat Groen en PVDA+ nog meer kiezers wegplukken op de linkerflank. Toch vind ik het een goede zaak dat een grijze partij
nu wat meer kleur krijgt.

In het Vlaamse politieke landschap werden een half jaar
geleden immers díe partijen beloond, die een duidelijk profiel hadden: N-VA, Groen en
PVDA+. De anderen, niet toevallig de ’traditionele’ partijen, nestelden zich in
de loop van de jaren te veel in het centrum, waardoor dat overbevolkt geraakte,
en de kiezer zich abrupt van hen af wentelde. (Ik maak even abstractie van
Vlaams Belang en LDD, die duidelijk over hun hoogtepunt heen zijn.)

Als de sp.a terug linkser en progressiever wordt, ja, zeg
maar: ‘socialistischer’, dan is dat sowieso goed voor het hele politieke
landschap. Los van partijpolitieke voorkeuren, moet je duidelijke programma’s
en standpunten toejuichen. Ons land heeft nood aan acht felgekleurde tinten,
zodat de verschillen genoeg opvallen.

***

Zullen de kiezers die de sp.a de jongste decennia de rug
toekeerden in 2014 terugkeren? Zal le
nouveau
sp.a wervend genoeg zijn om nieuwe, jonge kiezers te verleiden om
het bolletje boven de lijst van Tobback & co rood in te kleuren? Dat is nog
maar de vraag, want zo simpel is het nu ook weer niet. Zoals de politieke
commentatoren Yves Desmet en Bart Brinckman het vandaag al opmerkten in
respectievelijk De Morgen en De Standaard is er in dit tijdsgewricht
ook nood aan politieke zwaargewichten; mannen en vrouwen met charisma, die een
moeilijke boodschap in een oneliner
kunnen verpakken en in een tweede zin hun politieke tegenstander neer meppen. Die heeft sp.a vooralsnog niet en de vraag is of ze die op veertien maanden tijd zullen vinden.

Maar dat gebrek aan populaire speerpunten was hoe dan ook
een probleem geweest, of sp.a zich nu centraler of linkser zou gepositioneerd
hebben. Ze heeft nu eenmaal geen Bart De Wever of Kris Peeters in huis. Dus moet ze het
van gedegenheid en een kristalheldere boodschap hebben.

Net op een moment dat
de N-VA haar uiterste best doet om zo vaag mogelijk over te komen in het
confederalisme-debat en de CD&V opteert voor het zweverige Innesto-gedoe, is
het verfrissend dat een andere Vlaamse partij net kiest voor een duidelijker
profiel. Als straks ook de OpenVLD zich herbront, kan de verkiezingscampagne toch
nog boeiend worden.



N-VA verliest… geloofwaardigheid

Politiek Posted on ma, maart 25, 2013 12:07:46

‘N-VA boert achteruit’ (demorgen.be). ‘N-VA over hoogtepunt
heen’ (De Morgen). ‘N-VA verliest in
peiling VTM’ (vtm.be). De Morgen en
VTM waren de opdrachtgevers van de recente Ipsos-peiling waarvan de resultaten
zondag bekend werden gemaakt. Dat heeft centen gekost, dus pakken ze er ook
flink mee uit via al hun informatiekanalen. Zin voor nuance is dan niet aan de
orde.

In andere media was de toon rustiger. ‘N-VA verliest pluimen
maar blijft grootste partij’ (hln.be), ‘N-VA blijft grootste maar verliest pluimen’
(gva.be), ‘N-VA blijft grootste maar verliest pluimen’ (nieuwsblad.be), ‘N-VA
lichtjes achteruit, maar blijft grootste’ (standaard.be), ‘N-VA over zijn
hoogtepunt heen, vertrouwen in Di Rupo stijgt’ (knack.be). De reden van deze
terughoudendheid is simpel: als je niet zelf de opdrachtgever bent van zo’n
opiniepeiling, dan probeer je die zoveel mogelijk te minimaliseren.

Zeker wanneer je zelf geregeld uitpakt met een concurrerende
peiling, zoals De Standaard en VRT
doen in samenwerking met TNS Media. O ja, op deredactie.be vond ik van deze
peiling alleen maar terug dat Maggie De Block momenteel de populairste politica is, maar
niets over de resultaten van de partijen. Beetje kleintjes, toch, niet?!

Wat opvalt (buiten het opmerkelijke feit dat de bedenkers
van koppen boven de redactionele bijdragen van weinig originaliteit getuigen)
is dat een peiling – wat sowieso een relatieve momentopname is en geen
vaststaand feit – opnieuw wordt misbruikt om verregaande conclusies te trekken.

Het ‘achteruit boeren’ en over ‘haar hoogtepunt heen zijn’
van de N-VA slaat immers op de vorige peiling, niet op de verkiezingsuitslag
van 2010, niet eens drie jaar geleden. Als we daarmee vergelijken gaat de N-VA
zelfs 5,4% procent vooruit (van 28,2 naar 33,6%). In vergelijking met de peiling
van november zakt de N-VA inderdaad van 36,6 naar 33,6 procent.

Een daling van drie procent wanneer de foutenmarge 3,1%
bedraagt, moet je daar zoveel heisa rond maken? Statistisch gezien kun je geen
enkele conclusie verbinden aan deze peiling, want rekening houdend met de
foutenmarge kan de N-VA zowel status-quo zijn gebleven als zes procent gedaald
zijn. Het resultaat van deze peiling is dus verwaarloosbaar, veel herrie om
niets, hoogstens een kolommetje op pagina 4 van de krant waard.

De verklaring? De één-tegen-allensituatie waar de N-VA zo
over klaagt, maar die ze zelf voortdurend in stand houdt, vertaalt zich ook in
de media, waar Bart De Wever ook hardnekkige believers en nog net iets meer non-believers
heeft. Die laatsten hebben die drie procent ‘verlies’ gretig aangegrepen om te
onderstrepen dat de teruggang ingezet was. Terwijl ze de voorbije dagen voldoende
munitie aangereikt kregen door de N-VA zelf om die partij inhoudelijk op haar
inconsequenties te wijzen. Want als de N-VA al iets verloren heeft de jongste dagen, dan is het geloofwaardigheid.

***

Na de ronkende verklaringen van Geert Bourgeois in De Standaard, amper anderhalve week
geleden, is de schier onoverwinnelijk gewaande Nieuw-Vlaamse Alliantie het
communicatieve spoor bijster. Bourgeois eiste in dat interview ‘volledige
autonomie’ voor Vlaanderen, zoniet zou de N-VA zelfs niet eens beginnen aan federale
onderhandelingen.

De geest was uit de fles. Een hele week lang hebben andere prominente N-VA’ers vruchteloos gepoogd om die geest – eentje in geel en zwart die de
contouren van een leeuw aannam – er terug in te duwen, maar dat is niet gelukt.
Jan Peumans, voorzitter van het Vlaams Parlement, riep in Servië dat dat
Belgische federalisme niet eens zo slecht is, een uitspraak die vrolijk tot bij
ons echode. Ben Weyts, ondervoorzitter van de partij, wilde de gemoederen bedaren
door vooral niemand te bruuskeren, ook de zo verfoeide Walen niet. Bourgeois probeerde het via een beproefde methode: de verdachtmaking van de journalist, die hem misbegrepen zou hebben. En Bart De Wever,
voorzitter-burgemeester-onbetwistbaar kopstuk, rondde het weekje damage control af door te zeggen dat op
de N-VA stemmen niet wil zeggen dat je daarom tégen België bent.

Als je dit allemaal moet geloven, dan is de N-VA op een week
tijd van separatisme geëvolueerd naar een vreemdsoortig belgicisme. Il faut le faire! Terwijl artikel 1 van
de statuten van de Vlaams-nationalistische partij nog altijd ondubbelzinnig een
onafhankelijk Vlaanderen propageert. Alleen… dat is niet wat zowat de helft
van de N-VA-kiezers wil, dus wordt er nu zodanig met de kont gedraaid dat
straks de politieke zedenbrigade nog zal moeten optreden.

Tijdens De Zevende Dag
ging het zondag over het fameuze containerbegrip ‘confederalisme’, maar de N-VA
wenste niet aan dat debat deel te nemen. Nochtans was parlementair jonkie Peter
Dedecker in de buurt, want die werd even later in de uitzending ondervraagd over de ACW-affaire,
waarna Ivan De Vadder hem toch nog een vervelend slotvraagje over het C-woord
voor de voeten wierp. Dedecker hakkelde en struikelde en verwees ten overvloede
naar het partijcongres van februari volgend jaar, waar Everything you always wanted to know about Confederalism but were
afraid to ask
het hoofdthema moet worden.

Merkwaardig toch: de N-VA die weigert te debatteren over
confederalisme, dat is zoals een voetbalploeg die weigert om thuiswedstrijden
te spelen. Maar het is anderzijds ook begrijpelijk: als grootste Vlaamse partij
van het ogenblik, wil de N-VA vooral zo weinig mogelijk (potentiële) kiezers
schofferen. Net door die strategisch ingefluisterde onduidelijkheid, zeg
gerust: lafheid, begint ze steeds meer te lijken op die andere grote volkspartij
van weleer, de CVP. Ook die nam zelden of nooit kristalheldere standpunten in,
uit vrees om een deel van het kiespubliek af te stoten. Wat N-VA nu doet is dus
niet meer of niet minder dan tsjevennationalisme.



Les charmes indiscrets de Geert Bourgeois

Politiek Posted on zo, maart 17, 2013 18:32:02

Dan sta je daar met je mooie voornemens: de anderen elkaar
de kop laten inslaan, af en toe wat olie op het vuur gooien, stelselmatig blijven
stijgen in de peilingen, pas in februari volgend jaar – drie maanden vóór de
verkiezingen – op een congres de autonomie van Vlaanderen als conditio sine qua
non vooropstellen, de verkiezingen vervolgens op één been winnen. Tot er een
minister uit je eigen partij zichzelf in het hoofd en de partij in de voet
schiet.

Het overkwam de zegezekere N-VA afgelopen weekend na het De Standaard-interview met Vlaams
minister van – even ademhalen – Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur,
Inburgering, Toerisme, Onroerend Erfgoed en Vlaamse Rand, tevens
viceminister-president, Geert Bourgeois. De Izegemnaar liet optekenen dat de N-VA
in 2014 alleen zal onderhandelen op federaal niveau als de autonomie van beide
landsdelen op de agenda staat. En, o ja, Vlaanderen zal Brussel niet afgeven.

Het schept in elk geval duidelijkheid. In de statuten van de
N-VA is een onafhankelijk Vlaanderen in artikel 1 gebeiteld, maar in haar
communicatie draaide de partij nogal vaak rond de pot. Kwestie van niet te veel
potentiële kiezers tegen het hoofd te stoten, want uit een recente enquête
bleek nog dat zowat de helft van de N-VA-kiezers geen separatisme wil.

Wat ik me afvraag: was dat interview vooraf doorgesproken
met de partijtop van de N-VA, versta: met de enige die werkelijk iets te zeggen
heeft in die partij, lees: Bart De Wever? Indien ja, dan is De Wever een minder
slimme strateeg dan we allemaal dachten. Indien neen, kan ik me voorstellen dat
BDW zich zaterdagochtend tijdens het lezen van zijn krant lelijk in zijn koffie
verslikt heeft.

Geert Burgerlijk – laten we dat pleidooi voor Vlaamse
autonomie maar meteen doortrekken naar het creëren van Vlaams klinkende
familienamen! – heeft iets heel doms gedaan. Op een moment dat zijn partij in
de peilingen volop profiteerde van een ACW-bonus, omdat het de kat de bel(fius)
had aangebonden waarna allerlei onwelriekende walmen uit de restanten van de katholieke
zuil naar boven kwamen, heeft hij die gunstige gang van zaken in één klap, met
een paar slecht gemikte woorden, gekelderd.

De doorsnee, slecht geïnformeerde, N-VA-kiezer wil immers geen
afstand nemen van België, maar hij zet zich wel af tegen het Belgique à papa van PS & co. Dat is
iets helemaal anders. De helft van je kiezers moet je paaien met allerlei
doordacht klinkende economische theorieën en vage rechtse beloften, niet met
een autonomiekreet, want daar zitten ze niet op te wachten. En zelf, op je
tweeënzestigste, laten uitschijnen dat je nog de ambitie hebt om
minister-president te worden, is een uitspraak waar zelfs de meest verzuurde
Vlaming niet van houdt. De Vlaming houdt van hardwerkende politici, niet van
snoevers. Bovendien is het wel heel erg ver vooruitlopen op (mogelijke) feiten. Als Geert Burgerlijk één titel zeker niet zal dragen, volgend jaar, is het die van Vlaams minister-president!

Het zou me niet verbazen dat de N-VA bij de volgende
peilingen weer een aantal procenten zakt. En als ze nog meer van dit soort
flaters opstapelt in de komende vijftien maanden, dan kan ze wellicht wél de grootste
partij van Vlaanderen blijven, maar is er van dat incontournable worden hoegenaamd geen sprake meer.

Sterker nog: de vrijage van BDW aan het adres van de MR mag nu
ook als onbeantwoord geklasseerd worden. De MR wil graag meewerken aan een
scenario waarbij de PS gedemoniseerd wordt, maar kan het zich niet
permitteren om mee te stappen in het discours van een partij die openlijk het
einde van België belijdt, want dat strookt allesbehalve met de visie van de Franstalige
liberalen en hun electorale achterban.

En dus staat N-VA terug bij af. Met name BDW klaagde in
recente interviews over een één-tegen-allen scenario, waarbij de andere partijen
de N-VA proberen te isoleren. Met de uitspraken van Bourgeois gebeurt net het
omgekeerde: de N-VA isoleert zichzelf en moet vanuit een één-tegen-allen
egelstelling de verkiezingscampagne volbrengen. Tactisch allesbehalve slim. De traditionele
partijen – eventueel aangevuld met Groen – weten nu dat een gezamenlijke score
van iets meer dan 50% volstaat om N-VA op álle niveaus uit te sluiten, ook al
wordt die straks met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid opnieuw de
grootste politieke formatie van Vlaanderen.

De Calimero-quotes kunnen alvast achter de hand gehouden
worden. 2014 wordt het jaar van erop en erover óf van erop en eronder voor de
Nieuw-Vlaamse Alliantie. Als er nog veel van hun kopstukken zich in hun
hoogmoed vergalopperen, wordt het toch nog een boeiende en niet zo eenzijdige
rit tot aan de Moeder van Alle Verkiezingen. Dankjewel, meneer Burgerlijk!



A la recherche du trait d’union (epiloog)

Politiek Posted on ma, februari 18, 2013 12:56:23

Et pour les Wallons la même chose?

Herkent u dat moment, waarop iemand u wijst op een
onvolkomenheid in een tekst waarvan je dacht dat die nagenoeg compleet was? Het
overkwam mij gisteren. Een hele week lang heb ik u op deze plek overvallen met
mijn zesdelig essay ‘A la recherche du trait d’union’. Maar die reeks ging
bijna uitsluitend over… Vlaanderen (en dan met name Bart De Wever, Man én Lul
van het Jaar, voorzitter/burgemeester, gezicht van de grootste Vlaamse
politieke formatie N-VA). En hoe zit het dan met Wallonië, was de vraag die ik
voorgeschoteld kreeg.

Ja, hoe zit het dan eigenlijk met Wallonië? Ik schreef het
hier eerder al, in een andere context: België is een land met twee gezichten.
Altijd geweest, maar het wordt alleen maar erger. “Wat verbindt ons
nog?”, de slotkwestie uit mijn betoog van de jongste dagen, geldt a
fortiori voor de relatie tussen Vlamingen en Walen. Sociaal en cultureel zijn
Vlaanderen en Wallonië totaal verschillende werelden geworden. Als je naar
voetbalverslagjes op de RTBf kijkt zal Cercle Brugge – Standard altijd meer
aandacht krijgen dan, pakweg, Zulte Waregem – Lokeren, ook al is die tweede
wedstrijd een topper en de eerste niet. Omgekeerd zal op VTM de samenvatting
van Bergen – Charleroi, toch een derby, minder aandacht krijgen dan AA Gent –
OHL.

Wat nog verontrustender is, is dat onze media zich
al een paar decennia eenzijdig toewerpen op het eigen taalgedeelte. Als het
andere landsgedeelte al voorpagina-nieuws is, dan gaat het bijna uitsluitend
over schandalen. Dood en verderf, dat willen we nog lezen over de anderen. Maar
als er duizend mensen hun job verliezen bij Arcelor Mittal, dan weekt dat
nauwelijks reactie los, terwijl de tweets over Ford Genk na de aankondiging van
de sluiting niet te tellen waren. O ja, de kennis van het Frans gaat er ook
zienderogen op achteruit. (Die van het Nederlands eveneens, trouwens, maar dat heeft
andere oorzaken…)

Onze landsdelen zijn two
worlds apart
geworden (en dan laat ik die appendix van Duitstalig België
nog buiten beschouwing, net zoals onze hoofdstad). Is het dan niet beter om te
scheiden?, is in zulk geval een niet eens zo vreemde vraag. Maar dan bedenk je
dat België altijd al een kunstmatige constructie is geweest en dat het opgeven
van die dubbelzinnige identiteit ons nog meer zal marginaliseren, zowel in
Europa als in de rest van de wereld.

Bovendien heeft er tot op heden nog niemand een zinnige
oplossing bedacht voor Brussel. De stad ligt als een enclave in het Vlaams
Gewest, is nog altijd hoofdzakelijk Franstalig en wordt de tweede belangrijkste
stad ter wereld genoemd. Waar wereldleiders en diplomaten vroeger spraken over
Washington en Moskou, is dat nu de as Washington-Brussel geworden. Wat doe je met dit
gegeven bij een boedelscheiding? Eenzijdig Brussel claimen is geen optie:
vanwege de taalbarrière voor de Vlamingen en vanwege de ligging van de stad
voor de Walen. En de cruciale positie van de stad voor de Europese Unie, maar
ook voor internationale organisaties zoals de NAVO, maakt dat Brussel net iets
té ingewikkeld is om het in een handomdraai toe te wijzen of op te geven.

PS-staat

Was er in Vlaanderen decennialang sprake van een
“CVP-staat”, met de christen-democratische partij als dominante factor
in alle domeinen van het openbare leven, dan is dat sinds de politieke versnippering van
de jaren negentig en de opkomst van het N-VA de jongste jaren een term uit het
verleden. In Wallonië kan je echter blijven spreken van een “PS-staat”. De
sociaal-democratische partij blijft er incontournable. Meer nog, na
een kortstondig dipje wist de PS bij de federale verkiezingen van 2010 opnieuw
bijna 3 procent stemmenwinst te boeken. De PS telt 26 zetels in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers, op een totaal van 150. De N-VA heeft er één meer, 27.

Samen bezetten de dominante partijen aan elke kant van de
taalgrens momenteel dus één op de drie zetels in de Kamer. Als we de peilingen
mogen geloven zullen dat er op 25 mei 2014 nog een pak meer worden. En dan dreigt de
impasse opnieuw. De vorige regeringsformatie duurde een schandelijke 541 dagen
en het ziet er niet naar uit dat het water tussen Bart De Wever en Elio Di Rupo
sindsdien minder diep is geworden, integendeel. BDW laat geen gelegenheid
passeren om de PS te beschuldigen van zowat alles wat er fout loopt in dit
land, EDR noemt de N-VA een “gevaarlijke partij”. Toch zullen ze
straks met elkaar aan tafel moeten gaan zitten en praten, want de
verkiezingsuitslag zou het wel eens onmogelijk kunnen maken om een regering
zonder één van beide partijen te vormen. Tenzij BDW/N-VA opteren voor de totale
verrottingsstrategie, om daarna triomfantelijk te kunnen zeggen dat België geen
bestaansreden meer heeft. Dat zou niet eens zó verbazingwekkend zijn. Al mag de
N-VA niet vergeten dat ruim de helft van haar kiezers het einddoel van het
separatisme niet genegen is.

Dat de PS zal vooruitgaan, staat in de sterren geschreven.
Voor het eerst sinds de regering-Leburton uit 1973, “onzaliger
gedachtenis”, heeft ons land weer een Franstalige premier. Het zal Di Rupo
en de zijnen ongetwijfeld een kanseliersbonus opleveren. Anderzijds lees je in
diezelfde sterren dat de N-VA boven de dertig procent zal uitkomen. De Wever
wil en zal de vruchten plukken van een ongenadig rechts discours. Benieuwd wie
als informateur mag proberen daar een oplossing voor te bedenken?

Les autres

In tegenstelling tot Vlaanderen – waar je momenteel bijna
een één-tegen-allen-scenario meemaakt (iedereen tegen de N-VA, N-VA tegen
iedereen) – wordt de populairste partij van Wallonië niet op alle mogelijke en
onmogelijke manieren gedwarsboomd. De CDH van Joëlle Milquet (die in Vlaanderen
nogal eenzijdig en voorspelbaar wordt afgebeeld als “Madame Non”)
heeft zich ideologisch vastgeklonken aan de PS en zal dat wellicht ook blijven
doen. En ook Ecolo heeft weinig aversie tegenover Elio Di Rupo.

Extreem-rechts stelt in Wallonië niets voor. Démocratie
Nationale (voorheen: Front National, FN) wist in 2010 niet eens één zetel te
veroveren, in tegenstelling tot de twaalf van Vlaams Belang in het noorden van
het land. De Parti Populaire, een rechtse formatie die werd opgericht door
Mischaël Modrikamen (advocaat die bekendheid verwierf ten tijde van de
Fortisaffaire), wist één zetel te bemachtigen, maar zal volgend jaar allicht
helemaal wegdeemsteren.

Het FDF, dat tot nog toe in kartel met de liberale MR
opkwam, zal in 2014 zelfstandig de kiezer tegemoet treden, nadat het
kartel omwille van ruzies over te volgen communautaire koers uiteenspatte.
Front des Francophones is echter een relatief kleine partij, die dan nog
voornamelijk geïnteresseerd is in Brussel. Niemand zal het FDF missen aan de
federale onderhandelingstafel, waar de club van Olivier Maingain zowel in 2007
als in 2010 eerder een last dan een lust was.

Blijft nog over: de Mouvement Réformateur, MR, van
voorzitter Charles Michel en boegbeeld Didier Reynders, minister van
Buitenlandse Zaken. De Franstalige liberalen dromen er allang van om de PS naar
de kroon te steken. Ten tijde van de paarse regeringen Verhofstadt I en II werd
er zelfs zwaar uitgepakt met de stelling dat de liberale partijen de belangrijkste
groep vormden in het Parlement. Die kortstondige blauwe glorieperiode ligt achter ons:
(Open)VLD werd gedecimeerd en MR ging ook achteruit. De bijna drie procent winst
voor de PS in 2010 ging integraal ten koste van de MR, die zelf ruim drie procent
verloor. Maar toch is de MR voor de N-VA op dit ogenblik de enige mogelijkheid
om Wallonië uit de klauwen van de PS los te rukken.

N-VA + MR?

Béatrice Delvaux, hoofdredactrice van Le Soir, vroeg het
zich onlangs nog af in een intelligent opiniestuk in De Standaard: wat is Didier
Reynders van plan? De vrees van Waalse opiniemakers is met name dat Reynders
een goede relatie met De Wever wil opbouwen, om zo twee vliegen in één klap te
slaan: een centrale plaats aan de onderhandelingstafel bemachtigen én de macht
van de PS verkleinen. Reynders moet zichzelf tezelfdertijd verkopen als een betrouwbare
partner voor de Vlamingen en een alternatief voor Di Rupo & co. Geen
makkelijke evenwichtsoefening, maar nu hij zelf verlost is van luis in de pels
FDF, heeft hij veel meer bewegingsvrijheid.

Het is dan ook best mogelijk dat je dit najaar, wanneer de
verkiezingscampagnes officieel op gang worden geschoten (officieus zijn ze al
een half jaar bezig), een toenadering merkt tussen De Wever en Reynders. BDW
bouwt lustig verder aan een grote rechtse formatie, maar kan België niet zomaar
afschieten (al was het maar omdat niet al zijn kiezers dat willen). Een
centrum-rechtse partner aan Waalse zijde kan hem helpen om ook België een ruk
naar rechts te proberen geven.

Voor Reynders kan De Wever een nuttige compagnon de route worden: een liaison
die weliswaar op termijn dangereuse
is voor België, maar zoals bekend is onze minister van Buitenlandse Zaken een
ijdeltuit, een zeer eigenwijs en opportunistisch man, die in de eerste plaats
voor zichzelf en de korte termijn rijdt. Naar het Waalse kiespubliek kan hij
dit politieke “relatietje” vertalen als de enige manier om het land uit de
impasse te helpen. Er is wel een serieus probleem: Didier Reynders ziet
zichzelf ontzettend graag, maar als hij de PS wil isoleren, moet hij CDH en
Ecolo overtuigen, en die houden nu eenmaal veel meer van Elio Di Rupo dan van
de zonnebankbruine MR-man.

Wat verbindt ons nog? Steeds minder. Behalve realisme en
opportunisme. In het achterhoofd van BDW zal de strategie zich ongetwijfeld al aftekenen:
een Groot-Vlaamse Alliantie in Vlaanderen en een nuttige idioot in Wallonië.
Als het lukt, kun je België nog een ruk naar rechts laten maken. Als het niet
lukt, kun je zeggen dat België geen toekomst meer heeft. Wat heeft hij te verliezen?



« VorigeVolgende »