Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Fan van Canvas!

Radio en Televisie Posted on vr, mei 31, 2013 12:58:25

De zin die een door een goedkoop reclamebureau bedachte
slogan had kunnen zijn flitste door mijn hoofd terwijl ik naar het eerste deel
van de overigens excellente tweedelige documentaire over The Eagles zat te
kijken: ‘Wat is Canvas toch een fijne zender!’

Nu is het tweede tv-net van de Vlaamse openbare omroep
altijd al mijn favoriete verblijfplaats op televisie geweest (naast BBC2 en
Sporting Telenet), daar niet van. Maar waar het Canvas in het verleden
mankeerde aan een bindmiddel tussen al die fijne programma’s – een rechtlijnig
uitzendschema, met name – heeft het huidige netmanagement dit gevonden.
Eureka!, zal iemand geroepen hebben op de negende verdieping van dat
spuuglelijke en verouderde gebouw aan de Reyerslaan. Of, beter nog, als we ’t toch
over een bindmiddel hebben: Maïzena!

Vroeger keek je naar Canvas voor een aantal uitstekende
programma’s, vandaag kijk je naar Canvas voor Canvas, dat simpelweg uitstekende
programma’s uitzendt. Dat is een wezenlijk verschil. Vroeger (en denk dan niet
in termen van dertig of veertig jaar, maar een jaar of vijf terug in de tijd) was
Canvas die zender die overmatig gefascineerd leek door de historisch uiteraard
belangrijke figuur Adolf Hitler, vandaag is Canvas de zender die de betere
historische documentaires programmeert, óók over Hitler. Vroeger moest je met
behulp van een tv-gids, al dan niet ouderwets op papier gedrukt, je een weg
proberen te banen in de veelheid aan programma’s op Canvas, vandaag kan je
risicoloos een hele avond kijken en je dat geen moment beklagen. Vroeger was je
een meerwaardezoeker, omdat je een Canvas-profiel had volgens mensen die
moeilijke studies hadden gedaan en die zomaar durfden bepalen wie je was en
waar je van hield, vandaag hoef je niet langer te zoeken naar die meerwaarde omdat
je je de hele tijd thuis voelt op die ene zender die je netjes op nummertje
twee hebt gezet, zoals het hoort.

Een slimme programmering maakt van een losse verzameling
tv-programma’s een (h)echte zender. Nu weet je dat maandag een beetje een mannelijk
profiel heeft (van mij mag die hele Top
Gear
, terloops gezegd, in een baan om de aarde geschoten worden, maar dat
zal wel aan mij liggen; auto’s zijn voor mij niet meer dan hulpmiddelen om je
snel en behoorlijk veilig van A naar B te verplaatsen!). Op dinsdag, woensdag
en donderdag komen de liefhebbers van de betere documentaires aan hun trekken. Panorama heeft opnieuw een eigen smoel
gekregen, dat is mooi en zeer verdiend voor dit iconische reportagemagazine.

Vrijdag- en zaterdagavond zijn fictie-avonden, terwijl de liefhebbers van comedy en de betere muziek-docu
zondagavond hun gading vinden. De eerste drie dagen van de week wordt de avond
afgerond met de betere buitenlandse serie, op vrijdag en zaterdag staat er
onveranderlijk een topfilm op het menu. Zondag is er de enige schandvlek, in de
vorm van de ‘Uitzendingen door Derden’, of hoe heten die ondingen tegenwoordig?
En de weekavonden worden op gang getrokken door Login en Terzake,
programma’s met een wisselende kwaliteit, maar dat heeft met onderwerpen en
studiogasten te maken, niet met het concept op zich, en hoe dan ook zijn ze
onmisbaar.

Als sportliefhebber stuur ik niet onmiddellijk een boze
brief naar de mediaminister om aan te klagen dat al dat belastinggeld gaat naar
een bende onnozelaars die zwaar gedopeerd doortrappen op een fiets of idioten
die zich veel te veel laten betalen om een balletje af te pakken en vervolgens
zo ver mogelijk weg te trappen. Sport hoort bij onze cultuur, het wordt tijd
dat ook niet-sportliefhebbers dat accepteren. Het mag alleen nog wat ruimer
bekeken worden, maar dat heeft dan weer met het gebrek aan sportcultuur te
maken bij de mensen die wél van sport houden. En dus blijven we hangen bij
folklore en snel rond-de-kerktoren fietsen.

Wanneer ik de aangekondigde zomerprogrammering bekijk dan zal
het Springsteeniaanse spreekwoord ’57 channels and nothin’ on’ de komende maanden
ten huize-Van Laeken niet gebruikt worden. Een reeks over Koning Boudewijn,
meer muziekmoois in Headliners, Tom
Barman met zijn Shot on Location, een
historische serie over maatschappelijke veranderingen in Vlaanderen, Michiel
Vos die ons meetroont naar zijn My
America
, de briljante reeks The
Newsroom
van Aaron Sorkin (de bedenker en scenarioschrijver van The West Wing) die eerder al te zien was
op PRIME, en nog veel meer. En niet te vergeten: sport. Véél sport.

Neen, deze jongen is tevreden met wat hem voorgeschoteld
wordt op nummertje twee van zijn televisietoestel. ‘Fan van Canvas!’ Misschien
moet ik toch maar mijn rekeningnummer bezorgen voor een alweer briljante
reclameslogan.



De coulissen van de Wetstraat

Radio en Televisie Posted on vr, april 26, 2013 12:13:40

Politiek op topniveau, daar vind je meer intriges dan in het
verzamelde werk van William Shakespeare, meer kontdraaierij dan in de Moulin Rouge,
meer ego’s dan in het Antwerpse voetbal en meer gedesillusioneerden dan bij de
supporters van Antwerpse voetbalclubs. Tot een jaar of dertig geleden
wisten we dat niet. Kranten werden nog gemaakt door de bonzen van de drie ’traditionele’
partijen en dus werd ons de achterkamertjesretoriek onthouden.

Hugo De Ridder heeft daar verandering in gebracht. Met zijn
boeken De keien van de Wetstraat
(1982), Geen winnaars in de Wetstraat
(1986), Sire, geef mij 100 dagen
(1989) en Omtrent Wilfried Martens (1991)
opende hij de ogen van de in politiek geïnteresseerde Vlaming. Plots stonden
alle netjes verborgen gehouden politieke geheimen op papier. De Vlaming lustte
er wel pap van. Maar vooral: de hoofdrolspelers wisten eindelijk hoe de vork
werkelijk aan de steel zat, met als gevolg: geknakte ego’s, gekrakeel,
politieke vriendschappen die politieke vetes werden en omgekeerd. Het Leven
Zoals Het Is, quoi. In de Wetstraat
dan toch.

***

Ivan De Vadder is al bijna twintig jaar een bevoorrechte
getuige in die Wetstraat en de omringende politieke avenues. Sinds het
verdwijnen van Siegfried Bracke – de socialistische Valère Descherp van weleer
die zich opeens geroepen voelde om achter een Vlaamse vlag te gaan aanlopen
(iedereen heeft het recht van mening te veranderen of zich te vergissen, al
moet de geschiedenis nog uitwijzen wat dan wel zijn grootste vergissing zal geweest
zijn) – is De Vadder de onbetwiste Nummer 1 als politieke commentator van de
VRT. Als zondagse hobby presenteert hij ook nog De Zevende Dag. En nu heeft hij dus drie beklijvende hoofdstukken
uit onze vaderlandse politiek van de jongste tien jaar uitgespit in De coulissen van de Wetstraat.

De komende woensdagen gaat het over de dreigende breuk van
het kartel CD&V/N-VA omwille van de aangekondigde intrede van Jean-Marie
Dedecker bij de N-VA in 2006 en de voorzitterswissel bij sp.a na de verloren
federale verkiezingen van 2007. Maar eerst nam De Vadder ons mee naar het jaar
2004. De regering-Verhofstadt II leek toen stevig in het zadel te zitten. Na
het eerste paarse experiment (aangevuld met de groenen), voelden liberalen en
sociaal-democraten zich oppermachtig genoeg om voortaan met twee politieke families te
regeren. Eén van de moeilijkste dossiers op de regeringstafel was het
migrantenstemrecht. sp.a en PS waren voor, VLD en MR waren verdeeld.

Het was ontroerend om de bevlogen tussenkomst van wijlen
Willy De Clercq, toen al 76, op het VLD-partijcongres van begin februari 2004 opnieuw
te zien. De helemaal rood aangelopen éminence
blanche
stelde een dreigend schisma vast binnen zijn partij en riep op tot
eenheid, ‘want anders kunnen we bij de regionale verkiezingen niet anders dan
verliezen!’. Vanuit het publiek waren er voordien al vlammende tussenkomsten
van Jean-Marie Dedecker en Hugo Coveliers geweest, die de partij maar wat graag
een ruk naar rechts wilden geven.

Vooraan op het podium zaten, een beetje verweesd, premier Guy Verhofstadt,
die – zonder dat zijn partijgenoten dat beseften – beloften had gedaan aan de
sociaal-democraten om het migrantenstemrecht te laten stemmen, en voorzitter
Karel De Gucht, die zoals altijd vanuit een strikte logica redeneerde,
pragmatisme en opportunisme negerend. ‘Een voorbeeldoefening in democratie,’
noemde politiek commentator Yves Desmet van De
Morgen
dat congres. Maar meer dan dat was het ook de start van het
betere koningsdrama. Met als Hollywoodiaans toemaatje de geëmotioneerde reactie
van de anders zo koele Verhofstadt op de wijze woorden van De Clercq, zijn
‘politieke vader’ uit Gent.

De Gucht wilde het door het congres met een kleine meerderheid
goedgekeurde migrantenstemrecht niet zomaar laten passeren en diende zelf een
amendement in, tegen de wil van de rest van de partijtop in. Daardoor stonden Verhofstadt
en De Gucht opeens lijnrecht tegenover mekaar. Twee macho’s in de politiek,
hanen die niet verdroegen dat de ander op hetzelfde erf rondliep. Of zoals Dirk
Sterckx het treffend uitdrukt: twee politieke talenten die je in een partij liever na elkaar zou zien
opduiken dan in hetzelfde tijdsgewricht.

Het was een gevecht dat De Gucht niet kon winnen. En dus
verloor hij en werd hij afgezet als voorzitter. Dat zijn eerste tijdelijke
vervanger… Guy Verhofstadt heette was zelfs in een land waar het surrealisme in
vele geledingen van de samenleving vrij spel heeft, verbazingwekkend. Een
eerste-minister die als een soort bijjob ook nog even zijn partij ging runnen.
Ongezien. Lang duurde die onverkwikkelijke episode niet. Dirk Sterckx werd vervolgens,
tegen zijn zin, aangesteld als interim-voorzitter, daarna kwam de partij uit
bij Vlaams minister-president Bart Somers, die eind dat jaar met een nipte
meerderheid werd verkozen tot nieuwe VLD-voorzitter.

De coulissen… diept
de meest pregnante momenten op uit het VRT-archief, aangevuld met analyse van
De Vadder en interviews met de protagonisten. Op één na, jammer genoeg, want Guy Verhofstadt wenste niet meer over deze pijnlijke kwestie te praten. Het is mooi
om zien dat in dat machistische milieu een beheerste politica als Annemie
Neyts, ooit zelf nog het lijdend voorwerp van een voorzitterssaga bij de
liberalen, rustig en met de nodige kwinkslagen het hanengevecht in de juiste context
probeert te plaatsen.

En zo ontspon zich destijds een geweldig politiek drama. Tegen zulke
harde realiteit kan geen enkele fictie opboksen. Dit is Borgen zonder seks, maar ook zonder de soms vergezochte
plotwendingen. ‘Geloofwaardigheid komt te voet en ze verdwijnt in galop,’ zegt
oude krokodil Herman De Croo hierover. Het geruzie kostte de VLD credibiliteit, kiezers
en politiek personeel (niet veel later stapten eerst Coveliers en daarna ook
Dedecker met het nodige gedruis op). ‘Het kan me niet van het lijf geschrobd
worden’ (om een ander decrooïsme te
parafraseren) dat de liberalen toen afscheid hebben genomen van hun rechtervleugel. De verkiezingsresultaten van de afgelopen jaren tonen aan
dat koppigheid (De Gucht) en gekonkelfoes (Verhofstadt) geen goede ingrediënten
zijn om het lang uit te houden in de Melsens- en Wetstraten van dit land.

Kortom: De
coulissen…
is een onmisbare brok politieke geschiedschrijving, die me al
doet uitkijken naar de volgende twee afleveringen. En ach, niet alle
onthullingen zijn even relevant (wat kan mij het schelen dat De Gucht na een
moeilijke dag op kantoor snel een paar whisky’s achterover slaat!), maar je
komt wel haarfijn te weten hoe zo’n diepgaande interne crisis een partij
overhoop haalt en wat de menselijke gevolgen ervan zijn. En je begrijpt des te beter
waarom commentatoren het vaak hebben over ‘het politieke milieu’. Om helemaal mee te zijn wordt het programma afgerond met een analyse van de hele zaak. We wisten al Wie, Wat, Waar en Wanneer, maar in die epiloog komen we ook te weten Waarom. En Hoe.

***

U zocht een minpuntje? U krijgt een minpuntje! Ik vind het
geen goed idee om Ivan De Vadder, die uiteraard een eminente Wetstraatkenner
is, presentaties op de meest diverse locaties te laten doen. Het hoeft natuurlijk
niet zo statisch en streng als Maurice De Wilde destijds; met de ellebogen
leunend op dikke dossiers die voor hem op tafel lagen, ondertussen in
stadhuistaal bindteksten ratelend. Maar dit is het andere uiterste. In een
taxi, op een trap, aan de voordeur van het OpenVLD-hoofdkwartier, recht
tegenover het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vooral het druk gesticuleren
leidt daarbij te veel af. Niet doen, Ivan!

Tenzij de programmamakers er een gimmick van willen maken.
Laat de slinger dan vrolijk de andere kant op slaan. Ik wil zelfs enkele
suggesties doen voor toekomstige opnamen.

* IDV als scheidsrechter van een voetbalwedstrijd, die het
spel stillegt en dan in de camera kijkt en een thema inleidt.

* IDV die het verkeer regelt op de hoek van de Wetstraat en
de Kunstlaan en die met één snerpende fluittoon aangeeft dat iedereen nu even
moet stilstaan omdat hij iets wil zeggen voor de camera.

* IDV die doodgemoedereerd binnenwandelt in een belangrijke
vergadering van een politieke partij (liefst nog met een boze receptioniste die
driftig zwaaiend achter hem aanloopt), alle verbouwereerde aanwezigen tot
stilte maant en dan beheerst zijn introductie doet.

* IDV die bungee-gewijs (met een op zijn valhelm
vastgeschroefde mini-camera voor de neus) van de VRT-toren springt terwijl hij
een – uiteraard vlekkeloos voorgedragen – tekst debiteert.

* IDV die tijdens de Antwerp Ten Miles – BDW zichtbaar
puffend op de achtergrond – een moeilijk onderwerp haarfijn uitlegt, versnelt
en bij het passeren de Vlaamse minister-president even plagerig op de
rechterschouder tikt.

Als ik er goed over nadenk zit er zelfs een nieuwe format
in.



Seks@Canvas

Radio en Televisie Posted on di, april 02, 2013 12:33:24

Seks@Canvas. Een titel
die lekker bekt en die bepaalde verwachtingen oproept, en niet alleen voor de
meerwaardezoeker. Vergis u echter niet: dit is een ernstig programma over een
ernstig onderwerp. Al ontbreekt een relativerende knipoog niet en staat onze
gids, Annick Ruyts, erom bekend dat ze tv-reeksen maakt vanuit een hoge mate
van persoonlijke interesse en betrokkenheid. Een interview. (Een aantal van onderstaande
uitspraken werd afgelopen zaterdag ook gebruikt in mijn Het Laatste
Nieuws-artikel ‘Een standje van zaken’.)

Voor een buitenstaander kan het vreemd lijken dat Canvas nù
met een seksprogramma begint, maar netmanager Mark Coenen speelde al langer met de idee. ‘Toen ik hier begon,
stelde ik vast dat Canvas vooral bezig was met cerebrale onderwerpen. We waren
sterk in les choses du monde, maar
veel minder in les choses de la vie.
Ik wil dat we de volledige mens bekijken en dat we het ook over psychologie,
geloof, seks en relaties hebben. Dingen waar de mensen mee bezig zijn. Vorig
jaar hadden we al Te gek, een reeks
over de psychiatrie. En nu dus Seks@Canvas,
programma’s waarbij we telkens wel onze eigen aanpak respecteren. Het mag geen
voyeuristische televisie worden.’

We kennen Annick
Ruyts
(49) vooral van programma’s waarin reizen en emigreren centraal
stonden: Grenzeloze liefde, We are from Belgium en Tot aan de maan en terug. Eigenlijk gaat
ze in Seks@Canvas op hetzelfde elan
door. Het programma is tegelijk een reis doorheen de tijd, zeg maar: seks in de
jongste vijftig jaar, en een actuele stand van zaken.

‘Seks wordt tegenwoordig altijd geproblematiseerd,’ zegt ze.
‘Ofwel gaat het over de pornoficatie van de maatschappij, ofwel komen we met
zijn allen niet meer aan ons trekken, zo wordt beweerd. Maar is dat wel zo en
ervaart de Vlaming dat ook zo? Omdat ik een tv-maker ben en geen seksuologe,
was het perfect mogelijk om met een open vizier die wereld in te stappen. En we
hebben drie onderwerpen afgebakend. Eerst is er genot: vroeger mocht het niet
van de Kerk en nu leven we in een prestatiecultuur. Kunnen we nog wel genieten?
In de tweede aflevering gaat het over het internet, omdat dat zo’n belangrijke
speler is geworden in het seksgebeuren. En in de slotaflevering gaan we op zoek
naar de taboes die er nog overblijven.’

Geen
ver-van-ons-bedshow

Waarin verschilt jouw
aanpak met die van de bekendste tv-seksuologe, Goedele Liekens?

‘Ik ben Goedele niet. Als je aan Goedele een vraag over seks
stelt, zal ze zelf antwoorden, ze is dan ook seksuologe. Als je aan mij een
vraag stelt, dan ga ik het antwoord zoeken bij experts en bij gewone mensen, en
net die zoektocht maakt het voor mij interessant.’

‘Ieder heeft zijn eigen stijl, zijn eigen aanpak. Ik spreek
mij daar niet over uit. Wij hebben gekozen voor
de documentaire aanpak. Toen ik in mijn omgeving zei dat ik hiermee bezig was,
was de eerste reactie: “O nee, toch weer niet al die speciallekes.” Zo van: “Ik draag latex en ik plas in uw
mond!” (lacht) Dat hebben de
mensen allemaal al gehad. Voor sommigen is dat de realiteit: fijn voor hen.
Maar voor de meesten is het puur sensatie, een ver-van-hun-bedshow.’

‘Ik geef toe dat we lang hebben gezocht naar de juiste toon,
want je zit al snel in het lachwekkende of het belerende. Het is een zoektocht
geworden. Ik vind van alles op het internet, ik kom bij mensen binnen en praat
met hen, en ieder geeft zijn deel van de waarheid.’

Als je in beeld komt
in deze serie, zit je vaak hartelijk te lachen. Is seks zo grappig?

‘Weet je, als je beelden terugvindt van de jaren zeventig
waarop je een presentator ziet met een strikje, met rechts van hem een yucca en
links een volledig naakte vrouw, dan vind ik dat grappig. Dat archief was voor
ons een godsgeschenk. Als je ziet dat al die studiogasten vroeger gewoon zaten
te roken tijdens een programma, dat kan je je nu niet meer voorstellen.’

‘Paula Semer heeft jarenlang baanbrekend werk verricht met
haar maatschappelijke programma’s. Dat was in een periode dat alleen praten
over seks er al voor zorgde dat half België op zijn kop stond. Nadien kon er
veel meer. Ik heb beelden gezien van een naakt achtjarig meisje dat op een
tafel was gezet en dat heel close gefilmd werd. Als je dat vandaag zou doen,
vlieg je in de bak. Dutroux heeft
voor een serieuze mentaliteitswijziging gezorgd.’

Genieten versus
presteren

Genot en
prestatiegerichtheid lijken me haaks op elkaar te staan.

‘Tegenwoordig is ‘genot’ geven een prestatie die je moet
verrichten. Ik ben nog voorgelicht met bloederige bevallingsfilmpjes of een
diareeks van SOA’s (Seksueel
Overdraagbare Aandoeningen, FVL)
waar je een week niet goed van was. Over
genot werd niet gepraat. Oudere generaties vertellen me dat het vroeger zo’n
beetje de woestijn was. Ze kregen een boekje met katholieke raadgevingen hoe je
vooral moest wegblijven van de jongens of de meisjes. Toch is er vandaag op dat
vlak niet zóveel veranderd. Op school krijgen jongeren nog altijd het vingertje
en de waarschuwing “Zie dat je ze niet zwanger maakt en dat je geen ziekte
opdoet!”‘

‘De overgrote meerderheid van de jongeren praat nog altijd
niet met zijn ouders over seks. Je kunt wel Hoe het moet-filmpjes downloaden
voor 1 euro, maar daarmee bereik je niet alle jongeren, het is behoorlijk
expliciet en ze lachen er zelf mee. “Het is precies National Geographic,” zei
één van de meisjes die ik heb geïnterviewd. (lacht)

Volgens het recentste
seksonderzoek van Sexpert Vlaanderen doen we het tegenwoordig 1,2 keer per week
met elkaar. Vroeger was dat nog 2 keer. Klopt die statistiek?

‘Mensen zijn heel oneerlijk over hun seksleven. Ze weten wat
het vorige gemiddelde was en ze zullen daar in hun antwoord niet ver van
afwijken, omdat ze denken dat dat sociaal wenselijk is. Zelfs als je ’t zeven
keer per dag doet, vul je dat nog niet in. Het zegt ook veel over hoe graag we ‘normaal’
willen zijn. Als je de boekskes
leest, dan vind je almaar meer tips over hoe je een goede minnaar kunt zijn en
dat soort dingen. Dat zorgt alleen voor nog meer druk. Wat wij willen aangeven
met dit programma is: als jullie het met zijn tweeën, of met meer, OK vinden,
is het dat ook.’

Er wordt gezegd dat
er een nieuwe preutsheid op komst is. Is dat ook jouw bevinding?

‘De pendule slingert altijd van de ene naar de andere kant.
We komen uit een extreem open periode, dat is nu een pak minder. Maar ik weet
niet of we echt preutser aan ’t worden zijn. Ik noem dat liever ‘normaler’. Er
is een drang om niet te veel uit de band te springen en niet te extreem te
zijn.’

Taboes

Zijn er nog taboes in
2013?

‘Daar ben ik wel van geschrokken, ja. De manier van praten
is dan wel veranderd, maar niet alles is zoveel opener. Ik wilde iets doen over
vrouwen met een fuckbuddy, waarmee ze
seks hebben buiten een relatie. Ik ken er zo een aantal, maar er wilde er geen enkele
meewerken. Niemand! Het gezegde ‘A man is
a stud and a woman is a slut
‘ leeft nog altijd.’

‘Ook masturbatie blijft in de taboesfeer hangen. Vroeger was
dat zonde, zaadverspilling. Je werd er blind van, zei men. Nu kan en mag het,
maar zorgt het soms voor spanningen binnen een relatie. Meneer kijkt naar porno
en masturbeert daarbij en mevrouw vindt dat overspel. En dan is er nog seks bij
bejaarden: dat bestáát, maar het blijft een hardnekkig taboe.’

Een belangrijk
gegeven vandaag is het internet. Je hebt er ook een hele aflevering aan gewijd.
Wat waren jouw bevindingen op het WorldWideWeb?

‘Ik ben heel blij dat mijn computer niet verschrikkelijk
besmet is. Ik heb de meest vreemde dingen ingetikt en toch vind je het. Wat
velen denken is dat ze in het midden van de nacht anoniem bezig zijn op het
internet, maar dat klopt niet. De e-cops van de federale politie krijgen hoe
langer hoe meer klachten binnen van mannen die worden afgeperst. Die zitten met
een vrouw te webcammen, geven
zichzelf bloot, tot die vrouw plots uit beeld verdwijnt en ze het bericht
krijgen dat alles werd opgenomen en dat ze zoveel moeten betalen willen ze
vermijden dat al hun Facebook-vrienden een berichtje krijgen met een foto
waarop ze staan te masturberen. Da’s een nieuwe business aan het worden.’

Even terug in de
tijd: de elektrische vibrator was, volgens jouw onderzoek, het vijfde
elektrische huishoudtoestel uit de geschiedenis en kwam er nog vóór de stofzuiger en de wasmachine.
Wat is daar de verklaring voor?

‘Rond 1870 mochten vrouwen vooral borduren, maar hun
seksueel verlangen bleef onvervuld. Als ze daar lastig over werden, noemde men
dat hysterie en werden ze naar de dokter gestuurd. Die deed dan aan manuele
therapie. Eigenlijk was dat masturbatie, alleen mocht het zo niet genoemd
worden. Maar als zo’n dokter een aantal vrouwen na mekaar moest behandelen,
werd dat lastig voor zijn arm. (lacht) En
dan was er een slimmerik die eind negentiende eeuw een elektrisch apparaat
heeft uitgevonden om daaraan te verhelpen. Tot lang in de twintigste eeuw werd
dat toestel in deftige damesbladen aangeprezen als een massagetoestel. Ik
herinner mij nog magazines die ik las bij mijn grootmoeder en waarin je dat
soort massage-apparaten zag. Pas bij de komst van de porno-industrie werd
duidelijk dat die vibrator diende voor seksueel genot.’

Hoe expliciet mochten
de beelden zijn die je toont?

‘Als je het hebt over zeer expliciete beelden uit een
voorlichtingsfilm, dan moet je uiteraard niet het stuk tonen waarin er niets te
zien is. Maar we hebben het allemaal goed gekaderd. We zijn nooit op zoek
gegaan naar porno an sich. Porno
heeft maar één functie: je opwinden. Dit programma heeft als doel om de dingen
te plaatsen. We tonen geen blote tieten om hogere kijkcijfers te halen. We
hebben ook een 16+ label. Het programma wordt dan wel uitgezonden om half tien,
maar we waarschuwen de ouders dat de beelden misschien té expliciet zijn voor
hun kinderen en dat ze die beter begeleid kunnen bekijken.’

Goesting (om te
kijken!)

Wat ontbreekt er nog
aan ons seksleven?

‘We zijn veel te veel bezig met te voldoen aan die norm van
1,2 keer seks per week. Er moet veel meer rust zijn in ons seksleven. We laten
ons te veel beïnvloeden door de boekskes.
Hoe vaak je het doet en hoe je het doet, gaat niemand wat aan. Zolang je je er
maar goed bij voelt. Ach ja, een beetje relativeren helpt, zoals bij alles in
het leven.’

Om mensen niet op het
verkeerde been te zetten: Seks@Canvas
is niet het soort programma waar je ‘goesting’ van krijgt?

‘Goesting om te blijven kijken hoop ik toch wel! (lacht) Maar het is niet de bedoeling
van de reeks dat je met een broek vol goesting zit, neen.’

De eerste aflevering
van Seks@Canvas wordt op woensdag 3 april om 21u35 uitgezonden op, hoe kan het
anders, Canvas.



De Ronde

Radio en Televisie Posted on za, maart 30, 2013 12:38:04

Vele tienduizenden wielerliefhebbers zullen zondag naar jaarlijkse gewoonte langs de kant van de weg staan om de renners aan te moedigen. Op de Koppenberg
en de Oude Kwaremont en aan de aankomst in Oudenaarde zullen de toeschouwers
vele rijen dik dringen om toch maar een glimp op te vangen van voorbijrazende
coureurs.

Enkele honderden zullen er weer een sport van maken om op
verschillende plekken op te duiken voor een blitzpassage, met de wagen tussen
de velden laverend van dorp naar dorp als waren ze deelnemers aan één of andere
rally.

Ik begrijp die mensen niet. ’t Is te zeggen: ik begrijp hen
wel, ze willen de renners van zeer dichtbij aanschouwen en, als het even kan,
zelfs even aanraken. Maar ik vólg hen niet. Je kan de koers – eender welke
koers! – nergens beter volgen dan op je tv. Uiteindelijk is het dat ook wat de
commentatoren doen: urenlang naar een monitor staren, her en der informatie
sprokkelend bij ploegleiders en officials, en daar dan zinnige dingen over
proberen te zeggen. In tegenstelling tot een voetbalcommentator, die in het
stadion ook kan zien wat er buiten het beeldkader gebeurt en daar in het beste
geval duiding bij geeft, is de wielerman aangewezen op de beelden die de
regieploeg hem voorschotelt.

Toen ik hoofdredacteur was, eerst bij de VRT-sportredactie,
daarna bij Kanaal 3 (nu: TV Oost), werd ik wel eens uitgenodigd in de VIP-tent vlakbij de aankomstplaats,
voor een luxueuze lunch, een beetje netwerking en het bekijken van de aankomst
in een tijdelijke tribune aan de streep. Ik beken: ik deed dat zeer ongaarne.

Ik haat dat opgefokt sfeertje in zo’n veel te warme tent,
waar rijke industriëlen, plaatselijke notabelen (liefst uit te spreken zoals
Wim Sonneveld dat deed, met klemtoon op
de ‘e’) en gewezen-wielrenners-die-het-ook-na-hun-carrière-gemaakt-hebben onmiddellijk na het aperitief al hun benevelde en door donkerblauwe of
bruine sympathieën ingegeven vooroordelen spuien, vol walging voor de gewone
man, die inmiddels zijn felbevochten plaatsje heeft proberen te bemachtigen
langs het parcours. Aan hun zijde onveranderlijk geblondeerde dellen met een IQ
van hooguit twee cijfers, die podiumrijp zouden zijn op het WK Zinledige
Conversaties Voeren, categorie Geblondeerde Gezelschapsdames.

Zo’n VIP-tent is een uitgelezen plek voor
territoriumdriftige alfamannetjes die tegen elkaar opbieden in luidruchtige vunzigheid
en ondertussen peperdure sigaren paffen. Er worden veel te veel decibels geproduceerd, de
kinderen die ze tegen de wil van de organisator van het VIP-gebeuren toch hebben meegebracht (‘Maar
onze Frederik is nen brave, hoor!’) lopen intussen gillend rond, de nepkaviaar
en de zalmrolletjes zien er al even afgeleefd uit als dat ze smaken (even
afgeleefd als hun eega’s, trouwens). En de eenzame échte wielerliefhebber, die er
niet zit met de bedoeling om zaken te doen of uit te pakken met hoe goed hij
zijn zaakjes wel voor mekaar heeft, iemand als ik dus, probeert intussen naar
de veel te kleine schermen te turen om toch maar iets van het koersverloop op
te vangen.

Ik ontsnapte meestal vlak na het dessert (zo’n
opportunistische zoetebek ben ik dan ook weer wel!), niet om al richting VIP-tribune
te stappen, maar om de koers te volgen in een rustige container waar het
VRT-personeel net zijn boterhammen had genuttigd. Daar voelde ik me op mijn
gemak, Michel en José op volume 10, genietend van mijn Ronde van Vlaanderen, in de onvolprezen regie van Philippe
Lombaerts.

En natuurlijk heeft de commercie de Ronde sinds een paar
jaar in een wurggreep en is het een veredeld criterium geworden, waarbij sommige hellingen, driewerf helaas, meerdere keren worden beklommen. Het aantal
VIP-tenten is de jongste jaren alleen maar toegenomen, deze oorden van vertier waar de protégés
van het grootkapitaal zich onaantastbaar wanen en waar een eenmalige fiscale
amnestiemaatregel meteen ’s lands begroting zou kunnen rechttrekken (’t is maar
een idee, Elio!).

Natuurlijk is het weghalen van Muur en Bosberg verraad aan de
ware ziel van deze koers. Natuurlijk is dit niet langer ‘Vlaanderens Mooiste’.
Maar het blijft, even natuurlijk, wel een verdomd interessant criterium.

U weet dus waar u mij zondagnamiddag kunt vinden: languit op
de zetel, flesje water en misschien ook wel iets alcoholisch bij de hand, beseffend dat er een vieruurtje wacht in de
koelkast, hopend op een typische flandrienkoers. Zalig Pasen!



Mia heeft het licht gezien

Radio en Televisie Posted on wo, maart 20, 2013 14:37:15

Het leek de redactie wel een fijn idee: een discussie voeren
over de vraag of een onderwerp de voorbije week niet al te vaak aan bod was gekomen in de media. Waardoor dat onderwerp uiteraard sowieso wéér eens aan bod
kwam. Ik hou van Terzake, vind het
doorgaans een interessant, zeer informatief en evenwichtig programma, maar de
non-discussie over de al dan niet overkill
aan berichtgeving over de nieuwe paus tussen Mia Doornaert, gewezen journaliste,
en Sylvain Peeters, voorzitter van deMens.nu, de Unie van Vrijzinnige Verenigingen,
was echt wel zonde van de zendtijd.

Kort samengevat: Doornaert vond al die aandacht voor het
aanstellen van Jorge Mario Bergoglio, alias Franciscus, tot nieuwe paus
terecht, omdat het een gebeurtenis van eerste orde is. Peeters vond het
daarentegen fel overdreven en refereerde onder meer aan het ongepast
onderbreken van reportages over de herdenkingsplechtigheid voor de slachtoffers van de busramp
in Sierre.

***

Wat ik ervan vind?
Ik ben atheïst. En als ik wel gelovig zou zijn, zou het instituut Kerk mij
gestolen kunnen worden, wegens corrupt tot op het bot, zowel ethisch-moreel als
financieel-economisch. Maar ik besef zeer goed dat de meerderheid van de
wereldbevolking wél gelooft in een denkbeeldig opperwezen en dat de katholieke medemens dweept met Roomse rituelen. Als goede
democraat aanvaard ik dat. Dus vond ik het volslagen normaal dat zowel Het Journaal van de VRT als Het Nieuws van VTM hun reguliere
uitzending onderbraken om de witte rook te tonen en daar vervolgens hun hele
live-uitzending rond te laten draaien.

Wie nog nooit een tv-uitzending heeft gemaakt (de overgrote
meerderheid van de Vlamingen!), weet niet hoe complex televisie maken is. Op de radio kan je dode momenten opvangen door een plaat te
draaien en die te onderbreken wanneer er terug nieuws is. Op televisie kan dat
niet, want je hebt nu eenmaal het beeld. De kijker wil iets zien. En de kijker
wil vooral niets missen. Mochten de nieuwsredacties na het tonen van de witte
rook tot de orde van de dag zijn overgegaan, waardoor ze misschien wel het moment suprême hadden gemist, de
‘Habemus Papam’ op het balkon, dàn zou het
kot pas te klein zijn geweest
.

Ik heb zelf jarenlang op het Huis van Vertrouwen gewerkt,
vele live programma’s méé gemaakt en meegemaakt (in beide betekenissen), en ik
kan u verzekeren dat het thuis allemaal iets eenvoudiger lijkt dan het in
werkelijkheid is. Als je de eindredactie van de Olympische Spelen doet en de
weergave van een bandje blijft hangen omdat een technicus het geheugen van de
opnamemachine is vergeten te wissen, dan weet je wat live-stress is. Been there, done that.

In de dagen nà het bekendmaken van de nieuwe kerkleider vond
ik wel dat er té veel aandacht is gegaan naar Vaticaanstad. Dat Rome niet in
één dag gebouwd is, weten we al langer dan vandaag, maar daarom moesten we nog
niet voor elke stap die de paus zette richting Italiaanse hoofdstad trekken, vind ik. ‘Trop is te veel’, wist een worsten draaiende
staatsman een tijdje geleden al.

Met als absoluut dieptepunt het verslag van de
persbijeenkomst met de paus, vorige zaterdag. Het beeld van journalisten die spontaan recht
veerden en een minutenlange staande ovatie gaven aan Franciscus, deed me kokhalzen. Hoernalisten zijn het, zonder enige
kritische zin of noodzakelijke afstandelijkheid om het eerbare beroep van
journalistiek te vervullen. Stel je voor dat wielerjournalisten dat zouden doen wanneer Lance Armstrong een toespraak voor hen kwam houden! Een mank lopende vergelijking, hoor ik u zeggen? Armstrong heeft jarenlang de boel belazerd door vals te spelen en collega’s, journalisten en wielerliefhebbers voor te liegen. Moet ik verder gaan over de Kerk?

***

Maria Adelheid barones Doornaert, zo lees ik op de voor haar
gemaakte Wikipedia-pagina (waarna ik toch anderhalve minuut in een
ongemakkelijke deuk lig). Geboren in Kortrijk op 31 december 1945. Achtendertig
jaar lang voor De Standaard gewerkt
en omwille van haar journalistieke verdiensten in de adelstand verheven,
wellicht omdat ze jarenlang de Belgische en internationale federatie van
journalisten heeft voorgezeten. Ben ik Franciscus na een week al een beetje
beu, dan geldt dat voor de barones Mia in nog veel grotere mate. Ik weet dat
het tegenwoordig uitermate riskant is, maar na een tv-optreden van barones Mia
is er slechts één passende remedie: Motilium!

Zijn er verkiezingen in de Verenigde Staten? Barones Mia in
de studio. Internationale Vrouwendag? Wie anders dan barones Mia om daar haar
Grote Licht over te laten schijnen. Wordt er een nieuwe paus verkozen? De loge
van barones Mia wordt alvast voorverwarmd. Equal Payday? Het zou me niet
verwonderen mocht haar chauffeur de auto straks voorrijden om haar naar
Brussel, Vilvoorde of Zaventem te rijden.

Wat mij vooral ergert aan ‘het mens’ is haar betweterigheid.
Ze neemt voortdurend absolutistische standpunten aan. De barones twijfelt niet,
ze heeft gelijk. De barones aarzelt niet, ze weet het gewoon. De barones
luistert niet, ze spreekt. En altijd weer op dat typische toontje, een
combinatie van drammen en zeuren. Bovendien heeft er ooit een zonder enige
twijfel aan lager wal geraakte stylist gezegd dat ze zich bij wijze van
statement zo vaak mogelijk in mannenkleren moest hullen, wat ze dan ook
consequent doet.

Als ik haar zie – wat helaas nogal vaak het geval is, omdat
ze als studiogaste de programma’s frequenteert die ik zelf graag volg – schiet
me altijd een flard Gorky-met-ypsilon door het hoofd. ‘Mia heeft het licht
gezien / Ze zegt / Niemand gaat verloren’. Ook gisteren weer. Wat dacht die
papenvreter van een vrijzinnige wel, die Peeters of hoe heet ie?, fulmineren
tegen de Kerk terwijl die net haar hoogdagen beleefde, de schobbejak. Dat
straalde ze uit.

Makers van actualiteitenmagazines zouden zich eens een
paswoord moeten vragen voor de Expertendatabank. Daar vind je honderden
deskundige vrouwen in de meest uiteenlopende domeinen in terug. Het hoeft heus
niet altijd een bekend gezicht te zijn of iemand van adel. (Bedel, mag ook!)

(Overigens vind ik dat Mia Doornaert een veel geschiktere
anker voor Club 41 op Life!TV zijn dan dom blondje Betty. The Kinky Baroness. Niet dat ik zou kijken – dat doe ik nu ook
niet! – maar er bestaat ongetwijfeld een publiek voor, als je weet dat er nu ook
al een SM-studentenclub is aan de Universiteit van Gent.)

***

Zo tekeer gaan tegen een vrouw op Equal Payday, wat bezielt
me toch? Terwijl ik zeer zeker vind dat vrouwen gelijke kansen en gelijk loon
naar werk moeten krijgen, liever gisteren dan vandaag en liever vandaag dan
morgen. Nu. Heute. Maintenant. It’s Now
or Never
!, om een verdienstelijke zanger te citeren. En zoals u weet:
alleen Elvis blijft bestaan. En barones Mia, dat spreekt voor zich.



Salamander / Met Man en Macht

Radio en Televisie Posted on di, maart 19, 2013 11:10:00

Zondag viel het doek over Salamander, maandagavond namen we afscheid van het dorp Ransegem
uit Met man en macht. Twee
prestigieuze Vlaamse fictiereeksen die veel kijkers bereikten voor
respectievelijk één en VIER en die veel aandacht in de media genereerden. De
teneur was meestal positief. Vooral de acteerprestaties oogstten veel lof. Nochtans waren er heel wat hiaten in de scenario’s.

***

Salamander was volledig opgebouwd rond
een complottheorie; achter de schermen trekt een groep machtige rechtse,
anti-democratische en puissant rijke bankiers en zakenlui aan de touwtjes.
België wordt de facto bestuurd door de lobbygroep Salamander, die tijdens de Tweede
Wereldoorlog is ontstaan.

Nu ben ik zelf niet vies van complottheorieën en wil ik best
geloven dat ons land niet alleen gerund wordt door democratisch verkozen
vertegenwoordigers van het volk, maar in Salamander
reikt het complot wel bijzonder ver. Zó ver, dat de ongeloofwaardigheid niet
alleen om de hoek loert: ze staat gewoon midden op straat. Uiteraard is dit
fictie en mag je in fictie gerust een loopje nemen met de waarheid, maar met
zulk gevoelig onderwerp – in een land dat de Bende van Nijvel heeft gekend – moet
je natuurlijk wel een bepaald realiteitsgehalte overeind houden. Dat gebeurt in
Salamander hoegenaamd niet.

Bovendien ‘geloof’ ik de personages niet. De in de pers zo
geroemde acteerprestaties vond ik in het beste geval matig, in het slechtste
geval ronduit irritant. Filip Peeters teert in zijn carrière al jaren op een
paar goedgemikte ‘Godverdomme’s en op een wat groezelig voorkomen. Jo De Meyere
gebruikt exact dezelfde gelaatsuitdrukkingen en manier van praten als in Heterdaad. In beide gevallen mag je gerust van overacting gewagen.

Dat valt des te meer op met een scenario dat aan alle kanten rammelt als een oude
stootkar. Ik bleef wel kijken naar Salamander
– de spanningselementen zorgden ervoor dat je de ontknoping toch wilde zien –
maar ik zou de reeks niet gemist hebben, mocht ik op zondagavond iets nuttiger
hebben gedaan.

***

Met man en macht
begon heel realistisch. Een kleine gemeente, met zijn op inteelt lijkende
politieke zeden en gewoonten, waar een partijprogramma ondergeschikt is aan
graag gezien worden en op het juiste ogenblik een pint trakteren aan je
kiezers, dat kennen we allemaal wel. In tegenstelling tot Salamander – waar het Grote Complot op de achtergrond loert – telde
in Met man en macht vooral het Kleine
Gebaar. Soms zó klein, dat het tempo van de reeks eronder ging lijden. Dit was
bij momenten wel héél trage televisie.

De cast was ronduit indrukwekkend. Ook hier werd aan
overacting gedaan, maar dan wel soms zo ver over
the top
dat het terug aanvaardbaar werd. Wie Jan Decleir in de
slotaflevering A far l’amore comincia tu
van Raffaella Carra zag imiteren, mét blonde pruik en glitterjurk, heeft zich
weer voor een tijdje verzoend met kitsch en glitter. Het acteursgezelschap van Met man en macht verhield zich tot die
van Salamander, zoals FC Barcelona
zich verhoudt tot Sporting Anderlecht.

En toch… Terwijl je de vorige zeven afleveringen
voortdurend het gevoel kreeg dat dit wel eens kon gebaseerd zijn op een
waargebeurd verhaal of op waarheidsgetrouwe elementen, werd dat realiteitsgevoel in het slotkwartier volledig
verknald. In de tv-studio van de regionale zender stonden de dochter van de
overleden burgemeester – lijsttrekster voor het kartel N-VA/CD&V – en haar
schoonbroer – lijsttrekker voor Gemeentebelangen (een nieuwe partij bestaande
uit sp.a en OpenVLD) – tegenover mekaar. Dat ze kortstondig minnaars waren
geweest, tot daaraan toe: in de liefde en zeker in de seks telt politieke kleur
zelden mee. Maar dat ze dat ook nog eens live op televisie uitsmeerden én uitvochten
is een plotwending die heel erg op lijkt op gebrek aan inspiratie van de
scenarioschrijvers, Tom Van Dyck en Tom Lenaerts.

Alsof ze plots beseften: oei,
we zitten in de laatste aflevering, we hebben nog dringend een ontknoping nodig
en we hebben nog maar een kwartiertje om die in uit te smeren. En dus werd alle
realisme van de vorige zeveneneenhalf uur overboord gegooid en kreeg je een
even abrupt als van de pot gerukt einde. Op Twitter zagen sommigen er zelfs een
cliffhanger in voor een tweede reeks,
maar van Woestijnvis weet je ondertussen: dit wás het. Er komt geen vervolg.

***

Salamander zal ik
snel vergeten zijn. Van Met man en macht
koester ik een aantal prachtige scènes. Maar dat slotakkoord zorgt ervoor dat
ik het geen memorabele tv-serie zal vinden. Dat is verdomd jammer.



Van Belga Sport naar Reyers Sport

Radio en Televisie Posted on do, maart 07, 2013 12:22:31

Met de vijftigste en laatste aflevering is gisteravond het
doek gevallen over de onvolprezen sportdocu-reeks Belga Sport. ‘Eenzaam in Yvoir’ had het in de bekende, warme maar
toch onthullende, stijl over het wereldkampioenschap wielrennen van 1975 dat
Roger De Vlaeminck in eigen land had kunnen en misschien wel moeten winnen.
Productiehuis Woestijnvis trekt de stekker uit het stopcontact, het is mooi
geweest.

Inderdaad, het is mooi geweest. Belga Sport was van het beste wat we, internationaal, te zien
kregen in het onderschatte genre van de sportdocumentaire. Nochtans was het
concept poepsimpel: kies een beklijvend moment uit de sportgeschiedenis, duik
in het archief de mooiste en interessantste beelden op, zoek de nog levende
protagonisten van weleer op, stel de juiste vragen maar laat hen vooral zelf aan
het woord en monteer dit op de juiste muziek tot een mooi geheel. Zó eenvoudig,
dat je je afvraagt waarom het niet vaker gebeurt, en niet alleen in dit genre
trouwens.

De reden hiervoor is eveneens doodeenvoudig: dit is
onderzoeksjournalistiek. Er kruipt veel tijd in, er wordt met veel mensen aan
gewerkt, het resultaat is in een uurtje opgesoupeerd. Dan is het goedkoper om
recyclage-programma’s te maken, waar je bovendien veel meer zendtijd mee kunt
vullen. Tel uit je winst. Een ander alternatief is om herhalingen van
herhalingen van herhalingen heruit te zenden, tot in het oneindige. FC ‘Allo ‘Allo!.

De budgetten reiken niet tot in de hemel, dat moeten we
aanvaarden. Het budget van de Vlaamse openbare omroep is niet, zoals de
tegenstanders van de VRT te pas en vooral te onpas opwerpen, gigantisch.
Integendeel zelfs, als je dit percentagegewijs (totaalbudget gedeeld door het
aantal inwoners) bekijkt en afzet tegen de dotaties die de andere openbare
omroepen binnen de Europese Unie ontvangen, komt de VRT er zelfs nogal bekaaid vanaf.

***

Belga Sport
verdient alle accolades die er de jongste dagen door collega-journalisten,
mediawatchers en kijkers rondgezwierd werden. Woestijnvis heeft alweer een
prachtige tv-reeks afgeleverd. Maar het is volkomen fout te veronderstellen dat
alléén Woestijnvis dit huzarenstukje had kunnen presteren. Aan de Reyerslaan
lopen zeer getalenteerde en gedreven reportagemakers rond, die dit soort
televisie perfect in de vingers hebben. Dat is trouwens in een niet zo ver
verleden veelvuldig bewezen.

Ik heb zelf vier jaar als hoofdredacteur rondgelopen op de
sportredactie Televisie en in die tijd werden er ronduit prachtige docu’s
gemaakt over Eddy Merckx, Paul Van Himst en Jean-Marie Pfaff, en dan vergeet ik
er nog een aantal. Programma’s die stuk voor stuk naast elke documentaire van Belga Sport mogen staan, maar die helaas
minder aandacht hebben gegenereerd. De VRT is altijd al te bescheiden geweest
over haar eigen verwezenlijkingen, Woestijnvis is dat zeer duidelijk niet.

Hopelijk investeert de VRT Televisie/Canvas/sportredactie
opnieuw in het ‘langere’ werk. Het sportarchief is indrukwekkend, de
sportarchivarissen weten perfect wat er terug te vinden is, de
sportjournalisten zijn uitermate vakbekwaam en de sporthistoriek heeft nog
genoeg onvergetelijke momenten opgeleverd voor nog minstens vijftig lange
documentaires. Aan het werk, zou ik zeggen.

En als er dan toch geen budget en/of mensen kunnen worden
vrijgemaakt, vind ik het een overweging waard om Niet Te Wissen vanonder het stof te halen. Ook dat was een
poepsimpele en daarnaast ook nog spotgoedkope format (één presentator, één
gast, praten over archieffragmenten), die garant stond voor vele uren fijne
televisie.

***

O ja, van mij mag Canvas alle tien docu’s uit de preselectie
van Belga Sport opnieuw programmeren, maar
als ik dan toch moet kiezen voor één finale heruitzending ga ik voor
‘Jean-Pierre Monseré, voor altijd wereldkampioen’, die voor het eerst op
antenne kwam op 6 april 2009. Een brok intimistische tranentelevisie die
tegelijk intriest en wreed schoon is.



Wat Als?

Radio en Televisie Posted on di, maart 05, 2013 12:15:52

‘Wat als… loodgieters hardhorig waren?’ Het was
gisteravond één van de sketches in de tweede aflevering van de 2BE-reeks Wat als?. Vervolgens zien we vier mannen
aanbellen aan een huis; drie van hen dragen een gladiatorenpak, eentje loopt in
een typische arbeidersoutfit rond, compleet met marcelleke en tattoo op de rug. Als de vrouw des huizes in het
deurgat staat, kijkt ze verbaasd voor zich uit. Blijkt dat ze drie radiatoren,
een boiler en een thermostaat had besteld, maar dat de hardhorige loodgieter
‘drie gladiatoren, een spoiler en een thermos zaad’ had gehoord. Wat volgt is
een hilarische scène die minder dan twee minuten duurt en die ondergetekende
aan het huilen bracht: van het lachen. Dat overkomt me helaas uiterst zelden.
Al was de keer dáárvoor amper tien minuten voordien, toen een dronken politicus
die net terug kwam van een onderhoud met de koning zijn getatoëerde voorarm
liet zien onder het roepen van ‘Volksgezondheid till I die, motherfuckers!!!’.

Wat als? zit vol
met dit soort korte, puntige (maar soms ook volstrekt pointeloze) grappen:
absurd, origineel, gedurfd. Lachen met Jezus en de katholieke kerk,
bijvoorbeeld. In het nog niet zo verre verleden zijn er parlementaire vragen
gesteld toen dit soort onderwerpen op den
BRT werden behandeld. Bakske vol met stro
van Urbanus lokte iets meer dan dertig jaar geleden nog bijna een
katholieke lynchpartij uit, zo gevoelig lag het destijds allemaal. Maar
blijkbaar zijn we nu met z’n allen volwassener geworden. Of zijn er zóveel
uitspattingen, via traditionele- en sociale media, dat reageren sowieso zinloos
is geworden. Hoe dan ook: dichter bij Monty Python is de Vlaamse televisie
nooit geraakt dan met deze Wat als?.

***

Wat als… deze reeks heel wat bekwame scenarioschrijvers
aanspoort om zelf een tandje bij te steken en de meest onwaarschijnlijke scènes
op papier te durven zetten?

Wat als… tv-zenders zouden beseffen dat een half miljoen
kijkers voor absurde humor, op een minder bekeken zender en op een vrij vroeg
uitzendmoment, betekent dat de Vlaamse kijker wel pap lust van humoristische
plaagstoten, sarcastisch kietelen en absurde vrolijkheid?

Wat als… programma’s voortaan zouden worden gemaakt met
het kruim van de Vlaamse acteerwereld?

Wat als… gedreven productiehuizen wat vaker inhoudelijke carte
blanche zouden krijgen om fijne programma’s in elkaar te mogen steken?

Wat als… op geld beluste productiehuizen zouden leren dat
je met vrij eenvoudige middelen toch een half uur toptelevisie kunt
klaarstomen?

Wat als… die heerlijke muziek die de fragmenten verbindt
om de drie weken zou worden uitgebracht op een verzamel-cd?

Wat als… we in het Echte Leven ook wat meer
relativeringsvermogen aan de dag zouden leggen en onszelf niet zo au sérieux zouden
nemen?

Wat als…

***

Wat als? verdient
een televisiester. Met terugwerkende kracht. Nú!



« VorigeVolgende »