De indexering van de lonen staat weer ter discussie. Niet voor het eerst, ongetwijfeld ook niet voor het laatst. In tijden dat het minder goed gaat — zijn er andere? — wordt dit langs werkgevers- en neoliberale kant op tafel gelegd, want: onze concurrentiekracht zal dalen en werkgevers zouden weleens geneigd kunnen zijn om hun activiteiten naar het (goedkopere) buitenland over te hevelen. Competitiviteit, meneer.

De schuld voor de start van het debat ligt deze keer bij de Gentse econoom Stijn Baert, die in Humo pleitte voor een indexsprong. Nu ken ik Baert een beetje: aimabele kerel, niet geheel wereldvreemd gezien zijn pleidooi tegen elke vorm van discriminatie op de werkvloer — hij is dan wel supporter van Anderlecht, maar er zijn wel meer slimme mensen die rare voetbalkeuzes maken —, maar duidelijk ook iemand die in de neoliberale economische hoek te situeren valt. Op zich geen bezwaar, laat duizend bloemen bloeien, of zoiets.

Wat ik, als leek, absoluut niet begrijp aan die terugkerende mantra van economen, bedrijven en werkgeversorganisaties, is de zogeheten logica die erachter zit. Ben ik nu dom als ik ervan uitga dat het niet indexeren van de lonen werknemers de facto armer maakt, waardoor hun koopkracht daalt, wat vervolgens ten koste gaat van de economie als geheel? Toch geen kromme redenering? De loonindexering is net bedoeld om de stijgende levenskosten op te vangen. Hoe duurder het leven wordt, hoe meer er nood is aan een lichte aanpassing van de lonen, zodat mensen met net iets meer geld evenveel kunnen kopen. Ze worden niet rijker, hun afdaling in de krochten van de armoede wordt alleen wat afgeremd. Ja, hé?

Iemand schreef dat de lonen maal vier zouden gaan, want dat krijg je dan ook: bewuste desinformatie, of regelrechte domheid, dat kan ook. Tegenstanders van de automatische loonindexering vergeten nogal eens snel waarvoor het mechanisme dient: de lonen op niveau houden. Ja, de gemiddelde werknemer zal dan meer nettoloon ontvangen. Neen, hij zal daar niet meer mee kunnen doen. Hij wordt niet rijker en ook niet armer. Status quo is het beste wat hij eruit kan halen. (En, ja, misschien moet er ook even naar de reële nettolonen worden gekeken en zou het systeem alleen kunnen toegepast worden op mensen die het moeilijker hebben, zeg maar: de lagere middenklasse en daaronder.)

Trouwens, het argument dat bedrijven naar het buitenland zullen verhuizen, klinkt net iets te ‘goedkoop’, vind ik. Eén, als ze willen vertrekken, waren ze dat sowieso al van plan. Dat gebeurt niet van vandaag op morgen. Je kan niet de bestaande, degelijke beschermingsmaatregelen om de koopkracht van ónze werknemers te vrijwaren als excuus gebruiken om die verhuis te voorkomen. Wees gerust, in vele landen zijn de lonen véél aantrekkelijker in werkgevers- en aandeelhoudersogen dan bij ons. De syndicaliseringsgraad zal er ook lager zijn, da’s eveneens meegenomen. Geen gezeur. Kijk naar Amazon in de States, waar een ex-werknemer een vakbond mocht oprichten en de hele uitbuitingssector op z’n achterste poten ging staan. Dat de CEO bij Amazon 6.500 keer meer verdient dan het mediane loon van de ‘gewone’ medewerker is een onwaarschijnlijke anomalie, want natuurlijk is die topbaas — die morgen misschien elders nog een fractie meer kan gaan verdienen en hop, daar gaat-ie – geen 6.500 keer beter of nuttiger of productiever dan de gewone Steve of Stella in het magazijn. Als uw pakje op tijd wordt geleverd heeft dat meer met Steve of Stella te maken, dan met Andy Jassy, zo heet die topman die vorig jaar 213 miljoen dollar opstreek tegenover 32.855 dollar voor Steve of Stella. Ik schreef het hier eerder al: dat gesloten circuit van topmanagers, hier en in het buitenland, houdt vooral zichzelf en de zorgvuldig gecreëerde mythe van hun onmisbaarheid in stand.

Twee, wat ben je met een bedrijf dat producten maakt die door minder mensen kunnen gekocht worden? De man (m/v/x) in de straat betaalt zich alle kleuren van de regenboog aan energie, benzine, eten en nog wat van die fijne, levensnoodzakelijke dingen, neem hem dat beetje extra loon af, en hij kan zich nóg minder permitteren. Weegt dát dan niet op de economie? Is het overigens toeval dat draconische ingrepen zoals het schrappen van de loonindexering steeds opnieuw bedacht worden door lieden die zelf niets te kort komen? Die, met andere woorden, voor hun eigen portemonnee geen noodzaak zien om die nog dikker te maken — dat compenseert hun aandelenportefeuille wel —, maar die even vergeten dat de meeste anderen ruim minder ter beschikking hebben? Ik denk het niet.

Misschien moet ik mezelf eens laten uitnodigen door Stijn Baert op zijn neverending steak-friettocht door Vlaanderen om me wat te laten bijspijkeren in economische logica. In mijn, simpele, logica zullen alleen de aandeelhouders heel kort applaudisseren voor het tijdelijk bevriezen van het systeem van loonindexering, waarna ze een jaar later bij de CEO zullen klagen omdat er minder omzet gedraaid werd. A ja, er moet toch iemand die producten kopen, nietwaar?