Als de
realiteit de fictie overtreft wat het ongeloofwaardigheidsgehalte betreft, is
het tijd voor bezinning. Als verontwaardiging, toch vaak de zaterdagse
drijfveer als ik een stuk schrijf, omslaat in woede, is het tijd om afstand te
nemen. Een burgemeester die geld voor de daklozenwerking afroomt naar zijn
eigen rekening, het is te gek voor woorden. Een president die zich rechtstreeks
en op het publieke forum inmengt in een gerechtelijk onderzoek, het is ongezien
in een democratische omgeving. Twee voetbalclubs die hengelen naar de diensten
van een spits en die daarvoor meer dan honderd miljoen euro veil hebben, het is
immoreel. Zeker als de ene club de speler een paar jaar geleden verkocht,
vanwege in hun ogen niet goed genoeg, en de manager die de speler toen negatief
beoordeelde, nu aan de slag is bij die andere club. Normvervaging is de norm
geworden. De wereld draait zodanig door dat het wel één vloeiende beweging
lijkt: je ziet de draaibeweging niet eens meer.

Wat ik
wilde zeggen: als de realiteit te gek voor woorden wordt, waarom er dan nog
woorden aan vuil maken? En, in alle eerlijkheid, als je een beetje moe wordt
van je eigen meningenwaterval, is het goed om even achteruit te stappen en naar
die waterval te kijken: misschien vind ik ‘m wel indrukwekkend, mogelijk raak
ik er rap op uitgekeken. Ik heb sowieso al weinig met watervallen. Overroepen
natuurverschijnsel. Maakt veel te veel lawaai ook nog.

Ik bedoel
maar: dit fabriekje is gesloten, vanwege dicht. Toe. Tijdelijk, vermoed ik,
maar definitief kan ook. Hangt van mijn schrijfzin af en hoe de wereld eraan
toe is. De kans bestaat dat ik binnenkort, geconfronteerd met uw opmerking dat
ik er niet was wanneer mijn-uw-de wereld in brand stond, Rossgewijs zal reageren:
‘But, we were on a break!’ Misschien
ook niet. We zien wel. U ziet wel. Tot morgen. Of volgende week. Volgende
maand. Ooit. Nooit.