Een gezin
dat enkele maanden in het verre buitenland verblijft, verneemt dat hun pas
gekochte en ingerichte huis gekraakt werd door elf Roma en een hond. En dat de
lokale overheid daar niet kan tegen optreden, want kraken is niet verboden.
Inbreken wel — als je op heterdaad betrapt wordt —, als krakers een huis
bezetten niet. Kafka lééft, bijna 93 jaar na zijn ten onrechte aangekondigde
dood. René Magritte is nog altijd actief, bijna vijftig jaar nadat hij begraven
werd. Dit is België, het land van het kafkaiaans surrealisme, een unieke
kunstvorm.

Misschien
ben ik een (té) simpele ziel, maar in mijn dunne woordenboek is kraken van een
bewoond huis inbraak. Strafbaar. Als daklozen een leegstaand pand uitzoeken om
tijdelijk te verblijven, dan kan ik dat nog begrijpen. Nood breekt wet. Plus: huisjesmelkers
en zo. Die huizen bewust laten verkrotten. Maar in dit geval woonden er mensen
in, al maanden. Dus is het te gek voor woorden dat een volledig elftal hier
volgens de wet blijkbaar mag wonen.

De radeloze
eigenares die dit onbegrijpelijke feit aankaartte op Facebook, riep de dag
nadien de politie op om de krakers te beschermen. Zo geschrokken was ze van de
haatreacties op haar post, dat ze vreesde voor het welzijn van diegenen die wat
van haar was, tijdelijk hebben afgepakt. Dat heet menselijkheid.

‘Menselijkheid’.
In mijn woordenboek staat het nog, in dat van sommige rechtse reaguurders
blijkbaar niet meer. Niet alleen in dat van die mensen die beginnen te tieren
op Facebook, maar ook in dat van sommige politici. Neem Annick De Ridder,
passionaria van het zevende knoopsgat voor de N-VA, die had uitgevlooid dat de
bewoonster van het pand PVDA-sympathieën had. Ze illustreerde dat door een meer
dan vijf jaar oude retweet van een opmerking van PVDA-voorzitter Peter Mertens
onder de aandacht te brengen. (Wie dat wil, kan nu eender welke tweet opduiken
van De Ridder, waarin ze hartstochtelijk een standpunt van de Open VLD
verdedigt, de partij waarvan ze tot eind november 2013 deel uitmaakte, maar dit
even terzijde.)

Meer dan
dertig volgers van De Ridder vonden dat opduiken van oude koeien uit modderige
grachten wel grappig, anderen verspreidden de boodschap zelf verder. Een uurtje
later stuurde la De Ridder een overduidelijk gephotoshopte ‘kraak-handleiding’
van een ‘PVDA-advocate’ de wijde wereld in. Gevolg: nog veel meer bijval. Case closed, voor haar en haar
aanhangers: de krakers zijn welkom, want de PVDA zegt dat en die getroffen
mevrouw is duidelijk van de PVDA. Kort samengevat: wie linkse sympathieën heeft
mag gerust het slachtoffer zijn van inbraak en wellicht ook nog wat ander
fraais. Je gelooft niet wat je leest, tegenwoordig. Gemiste kans trouwens, voor
De Ridder, om het nieuwsbericht van het gekraakte pand te vergezellen van de
tekst ‘Yessss!!! Gewonnen!!!’, zoals haar partijgenoot Theo Francken eerder
deze week deed na een uitspraak van het Europees Hof. Medemenselijkheid, het is
uitzonderlijk geworden in sommige kringen.

En zo is
een feit dat wijst op een juridisch manco, waarover iedereen het eens kan zijn,
alsnog aanleiding voor een rondje polarisatie op de kap van mensen die onmiskenbaar
slachtoffers zijn. Of dat nu om een Syrisch gezin (ver van hier, dus niet onze
zorg) gaat, dan wel om mensen van hier (dichtbij, maar ze zijn extreemlinks hé),
maakt niet meer uit: haal boven die verbale kalasjnikovs en schiet maar wat in
het rond.

“De
Vlaamse identiteit verenigt niet, ze verdeelt,” schreef Joël De Ceulaer
gisteren in Zeno, de zaterdagbijlage
van De Morgen. Een betere illustratie
van wat hij neerpende, kun je niet vinden. De Vlaamse identiteit, wat is dat?
Varkensvlees eten, pintelieren, verzuurde reacties plaatsen op sociale media,
de polonaise dansen in een volks café? Ik roep maar wat. Zoals ook diegenen die
zo de nadruk leggen op die identiteit, zomaar wat roepen.

Van
polonaise naar polarisatie. Het is een woordspelletje. Zoals alles vandaag de
dag.