“Wie àlles wil weten over iets, zal niets
weten over alles.” – (mm)

***

“58
worden is niets, 58 zijn is heel erg,” zei niemand ooit. Dus ga ik niet
verder zeuren over ouder, grijzer en — ach, bij wijze van petieterige
compensatie — wijzer worden. 27 januari is al dertig jaar die dag van het jaar
dat mijn geboortedag samenvalt met de sterfdag van Marc Mijlemans. Journalist.
Stylist. Professioneel mijmeraar. Humorist.
Lees Mijl op Zeven: Nagelaten Werk en
proef van die unieke stijl.

(mm), zo
leerden we ‘m kennen. Hij schreef onvergetelijke dingen als “Acteur zijn
is worden wat men wilde worden, om zo een ander te kunnen zijn”, “Een
cursus naaien: kunnen ook gaten in de ziel als sokken worden gestopt?” of
“Het moet vreselijk zijn om door je vader begrepen te worden”. Daar konden
wij, twintigers van toen, oudere jongeren van nu, een hele week op kauwen, tot
er weer een nieuwe Humo in de winkel
lag. Het waren die zinnetjes die het troosteloze leven in de jaren 80 de moeite
waard maakten. Balsem voor de ziel.

Toen stierf
zijn vrouw, nauwelijks 25, aan een hersenbloeding. En niet al te langzaam en
des te zekerder ging van dan af ook (mm) dood. Week na week een beetje meer.
Tot hij op 27 januari 1987, anderhalf jaar na de dood van zijn geliefde C.,
door verdriet en een vieze kanker overmand werd. “Ik dood de tijd: het is
hij of ik,” schreef hij. Het is (mm) geworden. De tijd wint altijd, of je
nu 58 of voor altijd 28 bent. “28 zijn is niets, geen 29 worden is heel
erg,” dachten we dertig jaar geleden, toen we het trieste nieuws vernamen.

***

“De mens is een duister, doodlopend
straatje waarin, tegen muren aangeplakt, vele gangsters schuilen.” – (mm)

***

De week
begon met een Vlaams model dat de interseksualiteit bezong en eindigde met
verhalen van seksueel misbruik. Met de (mm) van machtsmisbruik. Daar dook de in
deze materie onvermijdelijke Roger Vangheluwe weer op. “Ik ken u
niet,” las hij voor van een spiekbriefje, toen hij geconfronteerd werd met
iemand die zei dat hij een van de slachtoffers was van monseigneur. “Een fabulant,” zo noemde de advocaat van het
Brugse monster de man. Kan zijn: jezelf in een slachtofferrol fantaseren is
niet ondenkbaar. Het vermoeden van onschuld bestaat ook in zaken van seksueel
misbruik. Zij het dat het bij Vangheluwe het vermoeden van een druppeltje
onschuld in een diepe, gitzwarte oceaan van schuld is. Machtswellustelingen die
wit prediken en zwart doen, die puur voor hun eigen lustbeleving jonge
onwetenden uitpikken en hen tot zwijgen dwingen, die achteraf spreken van
“Ach, dat was zo een relatietje“,
als ging het om de eerste onhandige tongkus van twee pubers, verdienen de hel
op aarde. Punt.

De advocaat
van de duivel maakte de tongen los met zijn ‘fabulant’. Onbekende tongen die
anoniem of open en bloot getuigden. Maar ook bekende tongen: Chris Dusauchoit
en Valerie Van Peel, die erover schreven of praatten. Die het hadden over
blijvende littekens. Die het ontkennen van het misbruik haast even erg vonden
als het bepotelen-en-nog-wat-meer zelf. Die benadrukten dat daders moeten
toegeven wat ze gedaan hebben om het slachtoffer te helpen met dat litteken te kunnen
leven.

’t Is een
bekend fenomeen: slachtoffers voelen zich dader. Je hoort dat bij
verkrachtingen en seksueel misbruik van jongeren, maar ook bij racisme en
seksisme. Slachtoffers schamen zich, zijn bang voor represailles, vragen zich
af: is het niet mijn eigen schuld geweest? Wat heb ik verkeerd gedaan? En ze zwijgen. Heel lang. Voor altijd, soms. Of
ze stappen eruit, omdat ze niet met die zwarte vlek kunnen leven. Lees vandaag
het verhaal van Benjamien in De Morgen en
huiver.

En de
daders, zij doen voort. Op zoek naar een nieuw slachtoffer, liefst zo
onschuldig en gewillig mogelijk. Nu de tongen zijn losgekomen, is het te hopen
dat vele slachtoffers zich luid laten horen en dat ze zich kunnen optrekken aan
getuigenissen van lotgenoten. De media moeten hen een megafoon aanreiken en er
niet van wakker liggen dat steeds hetzelfde wordt gefluisterd, gezegd of
geschreeuwd. Herhaling móet soms, is goed. We kunnen niet genoeg blijven
herhalen dat de samenleving moet worden afgeschermd van zieke geesten.

***

“Vermijd een houten kop in een bos met
spechten!” – (mm)