Toen De Standaard-hoofdredacteur Karel
Verhoeven maandag met een omstandige uitleg bekendmaakte dat Dyab Abou Jahjah niet
langer columns mocht schrijven voor zijn krant, kon ik daar wel begrip voor
opbrengen. De opiniemaker-activist, een bezige bij als het erop aankomt
controverse te veroorzaken, had vorige zondag na de aanslag met een vrachtwagen
op een groep Israëlische soldaten Malcolm X nageaapt en ‘By any means
necessary’ geschreven op Facebook. Met alle noodzakelijke middelen. Op Twitter
werd dat: ‘An attack on occupation SOLDIERS in occupied territory is not
terrorism! It is an act of Resistance. #FreePalestine’. Nu kan je erover
discussiëren of die redenering klopt — was het een daad van verzet of gewoon
terrorisme, is dit wat de Conventie van Genève aanvaardbaar acht? — en heel wat
hele, halve en kwart-deskundigen deden dat dan ook. Ik ga dat hier niet
dunnetjes overdoen.

Dat ik begrip kon opbrengen voor de beslissing van De Standaard komt omdat ik zelf ook
hoofdredacteur ben geweest, een functie waarin je jammer genoeg steeds minder
met inhoud kunt bezig zijn en je steeds meer moet toeleggen op management,
budgetbeheer en vergaderitis, een ongeneeslijke ziekte in die kringen. Tussendoor
moet je brandjes blussen, ego’s sussen en de directie paaien, dat hebben ze
graag. Ik weet dus hoe zo’n beslissingsproces loopt. Op een bepaald moment weet
je: hier is geen uitweg meer, dit kunnen we niet winnen. Dan wordt altijd het
makkelijkste slachtoffer gezocht. Het is niet mooi, ik ben er vies van, maar ik
weet, helaas, hoe het gaat. Moed ruimt dan plaats voor het vage begrip
‘algemeen belang’. En dus moest, in dit geval, Abou Jahjah sneuvelen.

***

Begrip is één ding, ermee akkoord gaan is een ander. Hoe
langer ik erover nadenk — en we zijn intussen vijf dagen na de feiten —, hoe
meer ik tot de conclusie kom dat de beslissing te snel is gekomen. Van een
activist mag je dit soort stellingnamen namelijk verwachten. Zo genuanceerd
Abou Jahjah meestal is, pardon: wás, in zijn columns in de krant, zo ongenuanceerd
klinkt hij op de sociale media. Er is een verschil tussen 140 en, pakweg, 6.000
tekens. Het eerste is gebald roepen, het tweede rustig uitleggen. Waarom heeft De Standaard Abou Jahjah destijds die
wekelijkse columnruimte aangeboden, denkt u? Omdat hij zo filosofisch wordt bij
de pogingen tot hervorming van ons onderwijs? Omdat hij lyrisch kan schrijven
over kunst en cultuur in onze contreien? Omdat hij wat er gebeurt in de coulissen
van onze politiek zo treffend weet te duiden?

Nee, als De Standaard
geïnteresseerd was in de mening van Abou Jahjah, was het omdát hij controverse
veroorzaakt, durft te schrijven wat hij denkt en geen angst heeft voor
tegenkantingen. Heel bizar: de controversiële tweets die hij schreef vóór hij
die column kreeg, hebben de redactie drie jaar geleden overstag doen gaan om
voor hem dat hoekje in de krant te reserveren, terwijl hij nu precies geofferd
wordt op basis van, jawel, een spraakmakende tweet. Het is allemaal heel
dubbel. Anders gezegd: eigen schuld, dikke bult, De Standaard had dit kunnen weten, want het stond in de Palestijnse
sterren geschreven.

Om het in voetbaltermen te zeggen: Dyab Abou Jahjah is een
spits die heel vaak buitenspel loopt en het vertikt om een stapje terug te
zetten. Nog liever wordt hij voor de zoveelste keer afgefloten, zolang hij maar
ten aanval kan trekken. Af en toe scoort hij, daarom staat hij nu eenmaal op
die plek. En dan is de ploeg tevreden. Hij verslikt zich weleens in een
dribbel, geeft de bal niet snel genoeg af, trapt al eens na. Maar als trainer
weet je: dat zijn z’n voordelen, dit zijn z’n nadelen, als je die tegen elkaar
afweegt stel je hem op. Of niet. De
Standaard
besliste om hem op te stellen.

***

Vorige zomer moest CD&V-medewerker Youssef Kobo
opkrassen nadat een aantal sociale media-oprispingen uit het verleden weer
waren beginnen rondzingen, onbezonnen uitlatingen waarvan hij intussen geheel
of gedeeltelijk afstand had genomen. Nu is het Dyab Abou Jahjah die een stukje
monddood wordt gemaakt: hij blijft roepen, maar zijn megafoon werd afgepakt. De
kritiek op beide heren kwam telkens uit dezelfde kringen, kringen die zich rond
de jaarwisseling op een nieuwe prooi hadden gestort: de PVDA. ‘Restafval van de
20ste eeuw’, werd die partij genoemd. Een schande dat Raoul Hedebouw wél
uitgenodigd werd voor De slimste mens ter
wereld
, en Filip Dewinter niet, zo werd getoeterd. Er werd nog net niet
opgeroepen tot een cordon sanitaire rond de extreemlinkse partij. Zéér
staatsgevaarlijk, met maar liefst twee (2) vertegenwoordigers in het federale
parlement, nul (0) in het Vlaamse. Alarmfase 4: de totale rode overrompeling
dreigt!

Kans is reëel dat Peter Mertens niet zal worden uitgenodigd
voor het volgende seizoen van De slimste
mens
, want zo gaat dat dan: redacties beginnen na te denken over al die
negatieve reacties, vragen zich af of ze wel kunnen ingaan tegen de mening van
machtige mannen en vrouwen, en gaan vervolgens over tot een gemakkelijkheidsoplossing:
zelfcensuur. En terwijl die ene partij ervan beschuldigd wordt sympathie te
koesteren voor het regime in Noord-Korea, grijpt de machtigste partij naar
technieken die ze in Pyongyang maar al te goed kennen. Een fluistercampagnetje
hier, een verdachtmakinkje daar, tegenstander monddood maken, hupsakee, weer
een vervelend sujet uit de weg geruimd: stilaan ligt Noord-Korea aan de
Schelde.