Bekentenis: ik hou niet van feestdagen. Ik mis
mijn kranten, ik voel me slachtoffer van een stilte die me wordt
opgedrongen door lieden die ooit vanuit hun geloofsovertuiging hebben beslist
dat iederéén, ook de niet-gelovigen, een dag van rust moeten respecteren.
Versta me niet verkeerd: ik wil die tien vrije dagen niet afnemen, wel
integendeel, maar ik zou het veel prettiger vinden mochten mensen individueel
kunnen bepalen wanneer ze die nemen in plaats van dat die opgelegd worden door
de overheid of een geloof waar ze verder niets mee te maken willen hebben.

Voordeel van zo’n verplichte nuldag is dan
weer dat je wat achterstallige weekendlectuur kunt inhalen. Zo kwam ik in De Standaard Weekblad uit bij een fijn
interview met de fijne mens José De Cauwer, de slimste en beste
wielerco-commentator van Vlaanderen en zeer wijde omgeving. Aimabele mens ook,
mocht ik ondervinden in de jaren dat ik hoofdredacteur Sport was op de VRT.
Iemand om te koesteren, als medewerker. Waar je gezellig mee kon doorbomen over
de koers en het leven, dat hem niet altijd even goed gediend had. Daar hoorde
enig gerstenat bij, zo doen levensgenieters dat.

En toch… Toch lag deze fijne mens aan de
basis van een van de moeilijkste beslissingen die ik ooit moest nemen. Laten we
zeggen dat ze in de Top 5 van Moeilijke Beslissingen Privé én Professioneel
staat. Ergens half april 2001, vlak na een Scheldeprijs die hij mee van
commentaar had voorzien, kwam mij ter ore dat de toenmalige bondscoach genoemd
werd in een dopingaffaire rond een amateurwielrenner. Er was sprake van
amfetaminepreparaten in een brievenbus, waar de tamtam uiteraard veel meer van
maakte dan nodig was.

Ik zat wel met een probleem: een
medewerker van de openbare omroep werd genoemd in een affaire waarmee je als omroep
die leeft van belastinggeld niet wil geconfronteerd worden. Ik overlegde met de
algemeen directeur Televisie, mijn rechtstreekse chef, en omdat het voorlopig
om geruchten ging die nog niet in de openbaarheid waren gekomen – er waren nog
geen sociale media of nieuwssites, de traditionele media bepaalden nog het
ritme van de nieuwsdag – besloten we nog even om niets te doen. Dit was een
zaak voor het gerecht, of net niet, dat zou moeten blijken. Als het in de pers
zou komen, bleef er echter niets anders over dan hem te schorsen, concludeerden
we eensluidend, stiekem hopend dat het niet zover zou komen.

’s Zaterdags verslikte ik me in mijn eerste
koffie van de dag. Een krant bracht het hele verhaal, met naam en toenaam, met heel veel
voorwaardelijke wijs, maar goed: dit was het sportnieuws van de dag, alweer een
dopingzaak. De Festina-affaire lag nog maar drie jaar achter ons, het
wielrennen kon geen verdere bezoedeling meer verdragen. Voor alle zekerheid
belde ik toch nog even met mijn baas, maar zij was niet van gedacht veranderd,
net zomin als ik trouwens.

Volgde een pijnlijk telefoontje, waarbij ik
zachtjes bevend het bekende nummer intikte. ‘Het spijt me, maar we zullen je tijdelijk
op non-actief moeten zetten.’ Een zucht, lange stilte, berusting, een droog ‘Oké, dan’.
Michel Wuyts moest die Amstel Gold Race alleen verslaan of werd er alsnog een invaller opgetrommeld, ik weet het begot niet meer. Ik voelde me rotslecht,
omdat ik een fijne mens een droge, vervelende boodschap had moeten brengen. Ik
voelde me professioneel wel oké, omdat ik heel sterk van ‘Do the right thing‘ doordrongen was en dit mij de right thing leek, ook al wist ik dat hij
in een toen al door perceptie gedomineerde samenleving – waarin ‘Je bent
onschuldig tot het tegendeel bewezen wordt’ zomaar onder de mat geveegd wordt –
door de lynchzuchtige meute veroordeeld zou worden.

Een tijdje later mocht José wel co-commentaar
geven bij de commerciële concurrent, terwijl hij door de VRT en de wielerbond
voor onbepaalde tijd geschorst was. Humo
wijdde daar zowaar een pagina aan, waarbij ik op het eind omschreven werd als
‘heiliger dan de paus’. Het klonk als een belediging, maar ik aanvaardde het
als een compliment. In sommige functies moet je harde beslissingen nemen, met
je hersenen, ook al druisen ze in tegen wat je hart wil. Had ik maar geen
hoofdredacteur moeten worden!

Niet zo lang daarna bleek de zaak veel minder
om het lijf te hebben dan oorspronkelijk vanuit gerechtelijke- en mediakringen
geïnsinueerd. De VRT en de wielerbond maakten de tijdelijke schorsing ongedaan,
bondscoach De Cauwer hielp Tom Boonen mee aan de wereldtitel en gaf bij ontelbare
koersen deskundig commentaar. Iedereen blij. Hij zal ook wel binnensmonds
gevloekt hebben op het ogenblik dat mijn opvolgster en de nieuwe
VRT-verantwoordelijken veel toleranter omsprongen met ethiek toen een andere,
in veel ernstigere dopingzaken betrokken ex-coureur later wél vrolijk zijn
zelfstandig bijberoep mocht blijven uitoefenen. Dat zal gestoken hebben. Mij stak het
alleszins. U moet me daarom nog geen heilige noemen en al zeker geen paus.

‘Als was het een spelletje ‘kijken zonder te
knipperen’, zo staart hij me plots indringend aan’, schrijft de interviewer in De Standaard Weekblad. Ik herken dat
gevoel. Een paar jaar later zat ik, als hoofdredacteur van Kanaal 3, de regionale tv-zender die tegenwoordig TV Oost heet,
tegenover José in een baanrestaurant in Waasmunster. We spraken over samenwerken,
maar ik voelde dat er nog wrok zat, ongemak, wantrouwen, en ik begreep hem volkomen,
al hoopte ik dat hij mij ook een beetje begreep intussen. Ik dacht: fijne mens,
wat jammer toch dat die zaak tussen ons is komen te staan.

‘Ik kan heel veel mensen recht in de ogen
kijken’, zegt de man die wielrennen ademt in het interview. ‘Héél veel. Wat niet
iedereen kan zeggen. Maar ik wist wat die zaak zou doen met al wat ik intussen
had opgebouwd.’ Ik proef de verbittering in die woorden en ik heb daar alle
begrip voor. Genoemd worden in een gerechtelijke affaire gooit een mensenleven
overhoop, dat hebben we vorige week nog van minuut tot minuut kunnen volgen. Schuld en onschuld worden
daarbij plots relatieve begrippen: het is de perceptie die telt en die is
ongenadig.

Het spijt me, José, al zou ik vandaag krek
dezelfde beslissing nemen. Een fijne mens blijf je hoe dan ook.