(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Een spandoek met daarop de tekst ‘Red or dead’. Daarnaast
de afbeelding van een beul die het afgehakte hoofd van ‘verrader’ Steven Defour
in de linkerhand houdt. Meer had de voetbalklassieker Standard-Anderlecht
vandaag niet nodig om de sowieso al verhitte sfeer helemaal te doen ontaarden.
‘Schande’, riepen velen. ‘Charlie’, schreeuwden anderen. Dit heeft niets met de
vrijheid van meningsuiting te maken, vindt de auteur van dit stuk.

Flash-back naar vrijdag 18 augustus 2011. Halfweg de tweede helft van de
streekderby tussen Lierse en Beerschot AC vinden de meegereisde paarswitte
supporters er niet beter op dan ‘Kawashima Fukushima’ te roepen richting Eiji
Kawashima, de Japanse doelman van de thuisploeg. Er vliegen ook enkele
bierbekertjes op het terrein, waarop de scheidsrechter het spel stillegt. De
keeper is zeer ontdaan, de kernramp in Fukushima ligt op dat ogenblik pas vijf
maanden en een week achter hem.

Als woordvoerder van de Antwerpse club moet ik
de volgende dagen en weken de imagoschade helpen beperken, want door de
aanwezigheid van Japanse voetbaljournalisten op de tribune is het incident in
een mum tot het Verre Oosten doorgedrongen. Een diplomatiek relletje lijkt in
de maak, premier Leterme wordt zelfs tot de orde geroepen door de Japanse
ambassadeur in ons land.

Beerschot wordt vervolgd voor de ongepaste
spreekkoren, maar uiteindelijk niet veroordeeld. Dat heeft alles te maken met
de onhandige aanpak van het bondsparket en de onredelijke straf die het wil
opleggen: een thuiswedstrijd achter gesloten deuren spelen (financieel verlies
voor de club geschat op 75.000 euro) en een boete van 16.000 euro. De gewiekste
juridische raadgever van Beerschot AC voert aan dat er geen sprake is van
racisme, dat de thuisploeg ten allen tijde moet instaan voor de orde in het
stadion en dat de scheidsrechter in zijn verslag geen gewag heeft gemaakt van
kwetsende spreekkoren, enkel van het smijten van drankbekertjes.

Eerder had Beerschot – bekend om zijn vaak
ludieke, altijd scherpe, soms ook fatsoensgrenzen overschrijdende fans – al
eens een vervolging geriskeerd omdat de supporters ‘Kosovo Kosovo’ riepen naar
de Servische voetballer Milan Jovanovic. Ook toen volgde er vrijspraak in
beroep. Is het racistisch om een blanke voetballer te treiteren met de
onafhankelijkheid van een vroeger onderdeel van het verenigde Joegoslavië?
Gevoelige materie.

Nous
sommes tous Charlie

Flash-forward naar zondag 25 januari 2015. ‘Verrader’ Steven Defour, die afgelopen zomer
door Anderlecht werd overgenomen van FC Porto en die in het verleden voor
aartsvijand Standard had gespeeld, wordt getrakteerd op een tifo met daarop de
tekst ‘Red or dead’, daarnaast de afbeelding van een beul met in de ene hand
een zwaard en in de andere het afgehakte hoofd van een grienende Defour.

Laten we het over één ding eens zijn: dit is
wansmakelijk. Dit is provocatie in de overtreffende trap. Dit is nog een pak
erger dan de tifo’s die in het verleden werden gemaakt door diezelfde Ultra’s
van Standard. Is het ook meer dan dat?

De vraag is: is het strafbaar? Tweeënhalve
week na de terroristische aanslag op de redactielokalen van Charlie Hebdo ligt
de hele discussie gevoeliger dan ooit. Vrijheid van meningsuiting, weet u wel.
Alles moet kunnen: lachen met religie, politici, elke vorm van gezag, noem maar
op. #jesuischarlie. Nous sommes tous Charlie. Zelfs de vreselijkste
wereldleiders, die het uiten van een mening in eigen land met harde hand
bestrijden, stapten mee op in een betoging met meer dan een miljoen deelnemers
in Parijs. Een beetje hypocriet moet kunnen in mediagenieke tijden.

Net als in de twee gevallen met Beerschot en een
ander voorval met de supporters van Racing Genk die een ‘Les Wallons c’est du
caca’-spandoek toonden aan de Waalse bezoekers uit Bergen, is de vraag opnieuw of
de voetbalbond bij machte is om hier tegen op te treden. ‘Hier bestaat geen
reglement over maar bekijken wat we wel kunnen doen’, tweette Bob Madou, de
zakelijke baas van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, vrij snel na de
feiten. Het wordt dus voer voor juristen.

Vrijheid
van meningsuiting?

Ik hoop dat de voorzitter van Standard, Roland
Duchâtelet, zich op zijn minst openlijk distantieert van zijn Ultra’s en dat
hij er liefst ook tegen optreedt. Die macht heeft hij, als baas van de club.
Als hij naar eigen welbelieven trainers kan ontslaan, spelers mag transfereren
voor een vuistvol euro’s of eisen dat de Belgische competitie wordt hervormd,
dan kan hij ook een signaal sturen naar de harde achterban. De daders
identificeren om een stadionverbod te kunnen opleggen zou aardig meegenomen
zijn, al zal ongetwijfeld de omertà gelden.

Ik hoop dat de Belgische voetbalbond een
clausule in haar eigen reglement vindt om Standard te vervolgen. Dit heeft
namelijk niets meer met vrijheid van meningsuiting te maken. Dit is aanzetten
tot haat en dat is in een vrije, open, maar toch ook door wetten en reglementen
begrensde samenleving strafbaar. Dit heeft ook niets te maken met Charlie Hebdo,
zoals deze namiddag in de verhitte discussies in de sociale media werd
aangegeven: de cartoonisten van dat Franse blad – drie weken geleden nog
obscuur en met een zeer kleine lezersschare, nu plots het chouchou-blad van
lieden die zich voor de rest weinig inspannen om vrije meningsuiting te
verdedigen – provoceerden, balanceerden voortdurend op de dunne scheidslijn
tussen humor en wansmaak, en als dat echt moest dan kon al wie zich beledigd
voelde proberen een beroep te doen op bestaande wetten om hen aan te vechten.
Zo hoort dat in een rechtsstaat. Ik kan me voorstellen dat anderhalf miljard
moslims de Mohammedcartoons allesbehalve kunnen appreciëren, maar in een
seculiere samenleving moet het mogelijk zijn religieuze symbolen op de korrel
te nemen. Dat is een vrijheid die wij hebben verworven.

Het
woord is aan het bondsparket

Vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt.
Het is het bewijs van verregaande beschaving, maar er zijn grenzen, en terecht.
Als ik mijn buurman zonder reden een dief noem, kan die mij vervolgen wegens
laster en eerroof. Als ik mijn andere buurman, die van Marokkaanse origine is,
een ‘makak’ noemen, kan die mij vervolgen wegens racisme. Als ik iets zou
publiceren dat de staatsveiligheid in het gedrang brengt, kan de overheid mij
vervolgen.

Die supporters van Standard zijn helemaal niet
‘Charlie’. Ze verwarren vrijheid van meningsuiting met de waanidee dat ze
zonder pardon haat mogen zaaien. De daders – de makers van de tifo – vervolgen
wordt zeer moeilijk. Er zal dus geen gewoon juridisch staartje aan deze
wansmaak komen. Het zij zo, laten we het dan toch maar houden op een hele brede
interpretatie van de vrije meningsuiting. Maar aangezien Standard de
organiserende club was van deze wedstrijd, moet het perfect mogelijk zijn om de
club voor een sportief rechtsorgaan te vervolgen.

Flash forward
naar wat komen gaat. Een fikse boete en een of
meerdere wedstrijden achter gesloten deuren moeten spelen, zou een gepaste
straf zijn voor een club als Standard, die al eerder flirtte met zulke strenge
en financieel verreikende straffen. Eerder dit seizoen werd ook de wedstrijd
tegen Zulte Waregem al onderbroken omdat er stoeltjes op het terrein werden
gegooid. Supportersgeweld is nooit ver weg op Sclessin.

Voorwaarde voor een serene en toch kordate
uitspraak is dat de rechtsorganen van de voetbalbond zich nu weer niet verslikken
in hun dadendrang en de hele zaak eerst rustig juridisch bestuderen, om dan met
goede en sluitende argumenten naar voor te komen.