Neen, natuurlijk ben ik Charlie niet, ik ben
Frank.

De reden waarom ik wel mee op de ‘Je suis
Charlie’-kar sprong, was niet omdat ik Charlie
Hebdo
zo geweldig vind (ik heb het weekblad in al die jaren misschien drie
keer in handen genomen, zag wel her en der eens een cartoon verschijnen en vond die al
bij al vaak niet eens grappig of zelfs nodeloos provocerend, maar hé, dat hoort bij
de vrijheid van meningsuiting), maar omdat ik wilde benadrukken dat de
persvrijheid voor mij veel heiliger is dan welke heilige schrift ook. Het is
afschuwelijk dat twaalf mensen het leven lieten bij die raid van de broers
Kouachi, het zou nog afschuwelijker zijn mocht die terreurdaad tot zelfcensuur
en het inperken van de vrije meningsuiting leiden. Je suis Charlie.

In alle
tumult werden er de voorbije dagen nog andere dingen geroepen, zoals ‘Je suis Kouachi’ (door zij
die sympathiseerden met de daders) of ‘Je suis Ahmed’ (door zij die wilden
benadrukken dat een van de gedode agenten een moslim was). Dat eerste is
uitermate verwerpelijk. Dat tweede begrijp ik wel, maar is tegelijk ook bijzonder
vreemd. Ahmed Merabet was daar om zijn beroep uit te oefenen. Voor mij was hij
in de eerste plaats mens, in de tweede politieagent, pas in de derde moslim.
Zou het een verschil gemaakt hebben mocht daar een andere agent gefusilleerd
zijn geweest? Waarom leggen de mensen die met een vurig betoog willen beklemtonen dat het niet
de schuld van de islam is er net de nadruk op dat Ahmed moslim was? Als de
religieuze achtergrond er niet toe doet, geldt dat a fortiori toch ook voor
iemand die daar gewoon zijn beroep uitoefende en de afschuwelijke pech had op
het verkeerde moment op de verkeerde plek te staan?
Je
ne comprends pas.

Toen ik gisteren die beelden zag van de
regeringsleiders, netjes gescheiden van het gepeupel (je weet maar nooit dat
iemand in een bui van vrije mening een woordje van kritiek zou roepen naar een
van de schurken vooraan), voelde ik me nog minder Charlie. Dat zo’n hartverwarmende
betoging van bijna twee miljoen mensen werd misbruikt door enkele handenvol misdadige
opportunisten – een Britse journalist somde gisteren in zeer accurate tweets op
wat achttien aanwezigen op de eerste rijen op hun kerfstok hadden qua beperking
van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting – zet wat mij betreft een
serieuze domper op de ingetogen manifestatie. Ils ne sont pas Charlie. (Behalve dan onze premier, die is als
Charlie geboren.)

Recuperatie en opportunisme zijn van alle
tijden. Dat mag niet dat goede gevoel wegnemen van het aanschouwen van miljoenen mensen die kordaat en toch ingetogen ‘Tot hier en niet verder!’ uitstraalden, als was het een echo van een toespraak op een of andere nieuwjaarsreceptie van een politieke partij.

‘In welke
wereld leven wij?’ ‘Zet maar eens kinderen op deze wereld, wat hebben we hen te
bieden?’ ‘Dit is oorlog’. Kreten van wanhoop, frustratie en woede wisselden
elkaar de voorbije dagen af. Goed dat de sociale media nog niet bestonden op
9/11. De paniek zou voelbaar geweest zijn. Ga met deze mensen naar de oorlog!
Kijk eens even achterom naar, pakweg, de voorbije honderdvijftig jaar en je
vindt geen enkel decennium waarin er geen oorlogen of oorlogsdreiging,
terroristisch geweld of criminaliteit waren. Als de voorouders van die
angsthazen consequent zouden geweest zijn, zou er van een overbevolkte aarde
geen sprake zijn.

Het is de schuld van de islam. Het is niet de schuld van de islam, maar de
daders beroepen zich wel op Allah, de profeet en de heilige schrift om hun
ziekelijke expressie te verantwoorden, dus is er onvermijdelijk een link met
religie
.

Het is de schuld van de maatschappij. Het is niet de schuld van de maatschappij,
maar onze moderne maatschappij zou wel wat meer een samen-leving mogen worden.

Het is de schuld van al diegenen die
minderheden achteruitstellen. Het is niet
de schuld van kortzichtige politici en racisten, maar achteruitstelling,
racisme en verwaarlozing zijn wel degelijk manifest en latent aanwezig en dus wordt
het nu dringend tijd dat daar iets aan gedaan wordt, niet alleen om
broeihaarden van fanatisme in de kiem te smoren, maar omdat het onze verdomde
plicht is. Niets, NIETS!, verantwoordt echter het gebruik van excessief geweld.

Het is de schuld van de wapenhandelaars. Het is niet de schuld van de
wapenhandelaars, hoe cynisch hun business ook is. Vooralsnog zijn het nog
altijd mensen die op de knop duwen of de trekker overhalen. Dat mag overheden
niet beletten om de wapenhandel nog veel strenger aan te pakken
.

Het is de schuld van de vrije meningsuiting. Het is niet de schuld van de vrije
meningsuiting, die overigens niet onbeperkt is. Er is de grondwet, die
beperkingen oplegt. Er zijn andere wetten (bijvoorbeeld de racismewet), die
grenzen stellen aan het recht om anderen te beledigen. Dat is goed, je mag niet
eender wat tegen eender wie roepen. Niet elke scheldtirade of persoonlijke
belediging is een mening. Vaak gaat het om platte leugens, beledigingen aan het adres van de échte vrije meningsuiting.

Het is de schuld van ons allemaal. Nous sommes Charlie.