94.500 dollarmiljonairs zou ons land tellen, zo heeft het
Franse consultancybureau Capgemini berekend. Dat zijn er 11.900 meer dan in
2012. ’t Is crisis, maar de rijken stellen het goed, dankuwel. De Europese
Centrale Bank schat het aantal dollarmiljonairs nog een pak hoger in, zo las ik gisteren in De Standaard: 287.000.
Dat scheelt een fameuze slok op de borrel, want afgaande op de eerste
berekening tellen we 0,9% dollarmiljonairs, volgens de tweede 2,6%.

De dollar is momenteel overigens 0,7373 euro waard. Je moet
dus ‘maar’ 737.300 euro bezitten om tot dit selecte kransje te behoren, dat is
ocharme tweeëneenhalve keer meer dan wat onze premier achter het lijntje
‘bruto salaris’ terugvindt op het einde van het jaar. Sukkelaars zijn het, die
dollarmiljonairs! Ze verdienen onze steun in plaats van onze hoon! Gedenk hen
in al uw gebeden!

Capgemini berekende ook welk percentage van de rijken in de
samenleving ‘belang hecht aan’ filantropie. Of ze wel eens een goed doel
steunen, met andere woorden. Een beetje een vage omschrijving, maar alla, laten we er toch even naar kijken.
Blijkt dat gemiddeld 60,5% van de dollarmiljonairs op deze planeet iets doet of
wil doen voor de minderbegoeden. Het hoogste percentage vind je terug in India
(90,5%), gevolgd door China (89,4%) en Indonesië (89,2%). Opvallend: de Top 5
wordt gevormd door Aziatische landen, in de Top 10 slechts één min of meer
Europees land (Rusland op 8, 71,8%) en één Afrikaans (Zuid-Afrika, 68,1%). Het
eerste EU-land volgt op elf: Italië, 66%. Ha, dat rijke Europese continent.

En België, vraagt u zich ongetwijfeld af? 31,4 procent van
onze dollarmiljonairs hecht blijkbaar belang aan filantropie. Drie op tien,
laten we zeggen. De helft van ’s werelds gemiddelde. Het beeld van de Belgische
rijke als egoïstisch, wereldvreemd en mensenschuw doemt op. Tiens, precies het beeld dat ik voordien
al had, maar dat kan uiteraard aan mij liggen.

Merk iets op over die krenterigheid en je krijgt dadelijk
tegenkantingen: ze hebben hun geld toch zelf verdiend? (o ja?), ben jij een
communist misschien? (neen!), waar bemoei je je mee? (ik ben een kritische
waarnemer, dat is mijn recht!), ooit al eens in India geweest, manneke? (neen,
maar ik vertrouw internationale onderzoeken van gerenommeerde instellingen),
besef dan toch, oen, dat onze rijken al genoeg afdragen aan de belastingen, al
eens gehoord van 55% overheidsbeslag, sukkel? (euh, zeker van dat ze netjes hun
belastingen en sociale bijdragen betalen?).

Over dat laatste: het zijn natuurlijk de superrijken die
zich de allerbeste boekhouders kunnen veroorloven, die alle in- en uitgangen
van ons belastingstelsel kennen en die de fiscale spitstechnologie tot in de
kleinste details beheersen. Geen probleem mee (ik vraag ook aan mijn
boekhouder om er het maximale uit te halen binnen de wettelijke mogelijkheden),
al vraag ik me af zich dat beperkt tot het exploreren van legale mogelijkheden.
Neen, eigenlijk vraag ik me dat niet af: ik geloof dat namelijk niet. Net in
die rijkste categorieën vind je de flagrantste vormen van belastingontduiking
terug. Fraude, ja, meneer Crombez, dat is de juiste term! Het kan ook niet
anders: wie geen geld heeft, kan het ook niet uit de klauwen van de fiscus
trekken. Dus moet iemand anders daar schuldig aan zijn. Ja, toch?

Ach, ik gun rijke mensen hun rijkdom wel. Ik ben niet
jaloers, al zou ik af en toe ook wel rijk willen zijn. Ik zou veel doneren aan
ontwikkelingshulp (rechtstreeks aan NGO’s, zodat het niet aan de handen van
corrupte bestuurders blijft kleven), cultuur en research. Denk ik. Altijd
voorzichtig blijven en met twee woorden spreken. Ik zou er (denk ik!) niets op
tegen hebben dat de winst op mijn vermogen belast zou worden, zoals sommige
partijen – allen ter linkerzijde van het politieke spectrum te bewonderen –
voorstellen.

Wat ik vreemd vind: zij die de hoge vermogens verdedigen en
afschermen tegen aanvallen van fiscus, herverdelers en linkse
wereldverbeteraars, zijn ook diegenen die stevig pleiten voor het in de tijd
beperken van uitkeringen. Alsof je de slogan ‘Laat de banken de crisis betalen’
omkeert tot ‘Laat de armen opdraaien voor hun eigen miserie’ en zo van het
ene in het andere simplisme vervalt. De superrijken verdedigen en de superarmen
aanvallen, dat is voor mij de omgekeerde wereld. Ik ken daar maar één geschikt
woord voor: asociaal.

Zij die vinden dat onze samenleving wat Amerikaanser zou
mogen zijn, zonder al die sociale vangnetten en hangmatten, met wat meer
sympathie voor de economische aanpak van Reagan en de Bushes, vergeten vaak dat
die egoïstische en kortzichtige visie op rijkdom, zoals ze die in de Verenigde
Staten kennen, nog altijd inhoudt dat van superrijken toch een flinke wederdienst
verwacht wordt. Vandaar dat je in Amerikaanse musea zalen vindt die genoemd zijn
naar een rijke mecenas die de instelling een paar Picasso’s en een handvol Van
Goghs, die toch maar in de kelder vochtig stonden te worden, heeft geschonken
en in ruil met vochtige ogen ‘The Mr. and Mrs. Huppeldepup’s Room’ boven de ingang van ‘zijn’
zaal mag lezen. Vandaar dat Bill Gates, George Soros, Warren Buffett en
consoorten gretig doneren en toch nauwelijks het gevoel zullen hebben dat hun
Mount Moneymore kleiner is geworden. Vandaar dat schone schijn in een op een
zorgvuldig gecultiveerde fata morgana gebouwde samenleving, ‘The American
Dream’ weet u wel, zo ontzettend belangrijk is. Achter het laagje glanzend
vernis duik je al snel op dingen die je liever niet ziet. Maar goed, de rijken
doen er tenminste toch iets terug voor de rest van de maatschappij.

Wat doen de rijken bij ons? Weinig of niets, tenzij iemand
mij met feiten van het tegendeel kan overtuigen. Hun vermogens vermenigvuldigen
tot duizelingwekkende bedragen die zelfs hun achterkleinkinderen met een breed
gat in hun hand nooit opgesoupeerd krijgen, dat doen ze. Nogmaals, op zich moet
dat kunnen, op voorwaarde dat dat vermogen helemaal legaal werd opgebouwd. En
toch… Als we het Amerikaanse systeem van sociale zekerheid en cultuurdonaties
bij ons zouden toepassen, zouden alle musea en bij uitbreiding alle andere
cultuurhuizen hun deuren mogen sluiten. De bedelaars in het portaal zouden
niemand nog zien passeren en langzaam wegrotten.

Wakker zullen ze er niet van liggen, onze 100.000 tot
300.000 dollarmiljonairs. Hooguit laten ze een symbolische traan om hun geacteerde
bekommernis om het algemeen welzijn te illustreren. Om Liberace te
parafraseren: ‘They cried all the way to UBS!’