Eén overlevende is er nog van de gruwelijke
experimenten die de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog uitvoerden op
zigeunerbaby’s. Rita Winterstein-Prigmore heet ze. Haar verhaal werd door de
Oost-Vlaamse auteur Koenraad De Wolf opgetekend in het boek ‘Blauwe ogen’. Ze
ziet het op haar 71ste als haar missie om overal te gaan vertellen waartoe
rassenhaat kan leiden. “Hoe is het toch mogelijk dat een intelligent volk
dat Bach, Händel en Beethoven heeft voortgebracht, kon luisteren naar een
idioot als Hitler?”

De experimenten van
Mengele

Dat er zes miljoen joden gestorven zijn in de
uitroeiingskampen van de nazi’s is alom bekend. Dat er ook een half miljoen
zigeuners werden gedood op plekken als Auschwitz is dat veel minder. Zigeuners
werden door het Hitlerregime als Untermenschen behandeld en wie ongezond of te
mager was of andere afwijkingen vertoonde ten opzichte van wat de nazi’s als de
norm beschouwden, moest het doorgaans met zijn leven bekopen.

In 1942 vaardigden de nazi’s een maatregel uit waardoor
zigeuners verplicht werden om zich te laten steriliseren. De 21-jarige Theresia
Winterstein, half Sinti-zigeunerin, half Duits, had net onder dwang het
document ondertekend waarin ze zich inschreef voor die ingreep, toen ze zwanger
raakte van een tweeling. Normaal zouden de nazi’s haar tot abortus hebben
gedwongen, maar een tweeling was voor hen interessant om onder het mom van de
wetenschap experimenten op uit te voeren.

Professor Werner Heyde voerde die plichtsgetrouw uit in het
ziekenhuis van Würzburg, in Beieren, de woonplaats van de Wintersteins. Heyde
stond onder direct bevel van de beruchte Josef Mengele, die van Hitler de vrije
hand had gekregen om te experimenteren op kinderen en patiënten en daardoor de
bijnaam ‘Engel des Doods’ toebedeeld kreeg. ‘Studie van de erfelijkheidsleer’
heette dat programma omfloerst. Het was de bedoeling om van in de ogen van de
Duitsers ondergeschikte rassen perfecte Ariërs te maken: blond en met blauwe
ogen. Zij moesten daarnaast het sterftecijfer op het front compenseren.

Hoewel alle officiële documenten aan het eind van de oorlog
werden vernietigd, wordt verondersteld dat er in heel Duitsland op drieduizend
zigeunertweelingen experimenten werden uitgevoerd. Als er dan al een kind bij
hoge uitzondering deze waanzin overleefde, stierf het niet zo lang na de oorlog
aan de gevolgen van deze praktijken. Op één na.

Rita en Rolanda

Op 3 maart 1943 beviel Theresia Winterstein van twee
meisjes: Rita en Rolanda. Vier weken later werden haar haar kinderen afgenomen.
Rolanda stierf kort daarna, als gevolg van het inspuiten van methyleenblauw om
haar ogen Arisch blauw proberen te maken. Rita overleefde die ingreep
ternauwernood. Op een dag kon Theresia Rita even onder het waakzaam oog van de
dokters buitensmokkelen om haar snel te laten dopen in een nabij gelegen kapel
die ironisch genoeg Sint-Ritakapel heette.

Boven het linkeroog van Rita werd om een nu nog altijd
onverklaarde reden een gat geboord, waardoor ze haar hele leven lang last heeft
gehad van haar gezondheid. Migraine, hoofdpijn, astma, bronchitis. Ze kon pas
op haar achtste naar school gaan en moest al op haar veertiende weer stoppen.

“Van mijn eerste levensjaren herinner ik me helemaal
niets meer”, zegt Rita Winterstein 71 jaar later in de Antwerpse gebouwen
van de Sint-Egidiusgemeenschap, waarvoor ze vrijwilligerswerk doet. “Mijn
vroegste herinnering is dat ik op mijn vijfde altijd ziek was. Ik viel de hele
tijd flauw. Als mijn grootouders en mijn moeder aan het praten waren, klonk dat
altijd heel ver weg. Pas toen ik tien was ontdekte een dokter dat ik een
litteken achter mijn oog had, maar hij wist niet van waar dat kwam. Mijn moeder
wilde er niet op ingaan en ik stelde me verder geen vragen. Iedereen in mijn
familie ging ervan uit dat ik niet ouder dan zestien of zo zou worden.”

Geweldige schok

Rita probeerde een zo normaal mogelijk leven op te bouwen en
trouwde al op jonge leeftijd met een Amerikaanse militair, George II Prigmore.
Ze kreeg kort na elkaar twee kinderen: een zoon, George III, en een dochter,
Sherry. In de Verenigde Staten bouwde ze in de jaren zestig en zeventig een
nieuw leven op en ook haar gezondheid leek lange tijd stabiel te zijn.

Tot ze in 1973 tegen een boom reed, nadat ze achter het
stuur was flauwgevallen. Haar moeder kwam overgevlogen uit Duitsland, en kon
niet anders meer dan huilend opbiechten wat er met haar gebeurd was tijdens de
oorlog, ook al kende ze zelf de details niet van wat de nazi’s hadden
aangericht.

“Dat was een geweldige schok. Ik was teleurgesteld en
boos. Maar ik begreep mijn moeder wel: ze dacht dat ik niet lang zou leven en
wilde me die ellende besparen. Sinds dat moment ben ik de Duitsers beginnen
haten. Niet daarvoor, neen. Ik had met hen gespeeld op school, ik had Duitse
vriendjes, ik vond dat normaal. Van het ene op het andere moment waren ze de
slechteriken voor mij.”

Rita kon het haar moeder vergeven dat ze zo lang had
gezwegen. Haar man, een Amerikaanse militair, wilde dat niet. Het was het begin
van het einde van hun huwelijk.

Herrenras in stand
houden

Het zou nog tot 1988 duren, 43 jaar na het einde van de
Tweede Wereldoorlog, alvorens Rita en haar moeder tegemoetkomingen kregen van
de Duitse staat. “Duitsland wilde niet erkennen dat zoveel zigeuners
slachtoffer waren van de nazi’s”, vertelt ze. “En de rechtspraak was
in handen van rechters die nog onder de nazi’s hadden gediend. Dat verklaart
alles. Veel hooggeplaatste functionarissen uit het nazitijdperk bleven gewoon
zitten op hun hoge posten. Ook dokters die experimenten op kinderen hadden
gedaan, ja.”

Ze weet nu ook waartoe die experimenten van toen dienden.
Die pasten in wat de nazi’s een ‘studie van de erfelijkheidsleer’ noemden.
Onder leiding van dokter Josef Mengele moesten er kinderen worden geproduceerd
die eruit zagen als model-Ariërs: blond met blauwe ogen. “Het Herrenras moest in stand gehouden
worden. Dus werd er methyleenblauw ingespoten.”

“Als ik vandaag Duitse jongeren in de trein bezig hoor
met hun racistische opmerkingen over Turken, Arabieren, joden en zigeuners, dan
krimp ik in elkaar. Hoe is het toch mogelijk dat een intelligent volk dat Bach,
Händel en Beethoven heeft voortgebracht, kon luisteren naar een idioot als
Hitler, die er met zijn onnozele snor zelf een beetje uitzag als een zigeuner,
en hem zodanig blind volgen in zijn rassenhaat dat ze zelf hun medemensen
vermoordden of verraadden? En waarom bestaat die haat ook nu nog? Ik begrijp
dat niet. Daar kan ik me zo kwaad om maken: waarom laat Merkel toe dat er
neonazi’s actief zijn in Duitsland?”

“Ik ben er trots op Sinti te zijn”, zegt ze. “Weet
je, een zebra geeft ook zijn strepen niet af. Ik ben wie ik ben, zelfs al zou
dat betekenen dat ik ooit in een concentratiekamp zou belanden. Ze hebben ons
gepest, opgejaagd en weggevoerd, maar ze hebben ons niet kunnen uitroeien.”

Op bezoek in
Auschwitz

Haar moeder Theresia stierf in 2007, ze werd 85. Twee jaar
geleden bezocht Rita Winterstein voor het eerst Auschwitz. Met tegenzin. In dat
kamp stierven vele familieleden van haar. “Ik wou liever niet gaan, maar
er was een tachtigjarige doodzieke man uit Würzburg die geen familie meer had
om mee te gaan naar die verdoemde plek. Dan ben ik maar meegegaan. Een
verschrikkelijke ervaring! Toen ik al die namen van de slachtoffers las op de
muur en er Winterstein zag tussen staan, stortte ik in. Achteraf ben ik nog
twee keer teruggekeerd. Nu zie ik het als iets dat ik moest doen, een soort
genezingsproces.”

In juli vorig jaar ontving Winterstein de Vredesprijs van de
stad Würzburg, haar geboorteplaats. Eindelijk erkenning, al krijgt ze er haar
leven niet door terug en sukkelt ze ook nu nog constant met haar gezondheid. “Ach,
dat is al zo lang geleden, hoor ik mensen af en toe zeggen. Onbegrijpelijk! Dat
klinkt als al die nazi’s die na de oorlog het verleden probeerden te begraven
en er nog mee weg kwamen ook.”

Een definitieve terugkeer naar de Verenigde Staten, waar
haar kinderen en kleinkinderen wonen, is het laatste grote doel van haar leven.
Maar eerst wil ze overal ter wereld getuigen en jongeren duidelijk maken tot
wat de nazi’s in staat waren. “Ik zie dit als een missie om vrede te
bewerkstelligen. Soms hoor ik racisten roepen: ‘We hebben een nieuwe Hitler
nodig om onze straten op te kuisen!’. Hoe wreed kan een mens zijn? Dat doet
pijn. Zo lang God me de kracht geeft, wil ik overal gaan vertellen wie ik ben
en wat ik heb meegemaakt.”

Rita
Winterstein-Prigmore en Koenraad De Wolf, Blauwe ogen. De laatste overlevende
van de nazi-experimenten getuigt, Uitgeverij Lannoo, 232 blz., 17,99 euro.

***

Auteur Koenraad De Wolf:

“Democratie moet
tegen zichzelf beschermd worden”

Koenraad De Wolf maakte de oorlog niet zelf mee. Hij werd
geboren in 1956, schreef ondertussen al 35 boeken, maar ‘Blauwe ogen’ is pas zijn
eerste roman. “Het is de Sint-Egidiusgemeenschap die me heeft gevraagd om
het levensverhaal van Rita Winterstein te schrijven. Ik ben haar dan gaan
opzoeken in haar armoedig appartementje in Würzburg, dat volstond met
archiefdozen met foto’s van haar familie. Door haar slechte gezondheid kan ze
niet meer in een woonwagen leven, hoewel ze dat eigenlijk liever zou willen. Ik
ben daarna lessen creatief schrijven gaan volgen, omdat ik wist dat een zuiver
historisch werk onvoldoende aandacht zou krijgen. Daarom heb ik me omgeschoold
tot romanschrijver.”

De ondertitel van zijn boek luidt ‘De laatste overlevende
van de nazi-experimenten getuigt’. Hoe zeker is hij dat er geen andere Rita
Wintersteins meer rondlopen? “99,99%. Ik heb uitgebreid opzoekwerk gedaan
en ben nergens op andere Sinti gestuit die als jong kind tijdens de oorlog misbruikt
werden voor nazi-experimenten en die nu nog leven.”

Met zijn website www.holocaustrevisited.com wil De Wolf ook
waarschuwen voor een nieuwe opmars van extreem-rechts. “We moeten met
harde hand respect afdwingen voor de Universele Verklaring voor de Rechten van
de Mens. Als je ziet hoe die zwarte ministers in Frankrijk en Italië recent
werden beledigd, dat is je reinste racisme. En daar wordt dan ook nog eens
vrolijk over gedaan. Dat is de totale apathie: iedereen laat maar betijen. Hallucinant!
De democratie moet tegen zichzelf beschermd worden.”