Vandaag en morgen wordt de voorlaatste speeldag in de
Premier League gespeeld. Tenminste: voor veertien van de twintig ploegen is dat
zo, want halfweg volgende week zijn er nog drie inhaalwedstrijden
geprogrammeerd. Zowel boven- als onderaan is het ongemeen spannend, zo’n beetje
zoals twee jaar geleden, toen Manchester City in de toegevoegde tijd van de
allerlaatste wedstrijd de titel veroverde. Vorig jaar was het dan weer bijzonder saai: Manchester
United was al een paar speeldagen voor het einde zeker dat het de kampioensschaal in de rijkelijk gevulde etalage mocht uitstallen.

Liverpool, Chelsea en Manchester City worden onderling door
slechts drie punten gescheiden. Bovendien heeft City een wedstrijd tegoed én
een veel beter doelsaldo. Als City zijn resterende drie matchen wint, is het
zeker kampioen. Maar dat is nu net zo aardig aan die Engelse competitie:
iedereen kan van iedereen winnen.

Chelsea verloor bijvoorbeeld tegen degradatiekandidaten Aston Villa,
Crystal Palace en Sunderland, maar ging vorige zondag na een demonstratie
anti-voetbal wel de topper winnen op Liverpool. City verloor al vroeg in de
competitie uitwedstrijden tegen zwakkere tegenstanders, onder meer tegen
Cardiff City, momenteel Nummer Laatst in de stand. En Liverpool liet vooral in
uitmatchen tegen topclubs pluimen, met nederlagen bij Chelsea, City en Arsenal.

Het programma van de drie resterende titelkandidaten:
Liverpool moet naar het geredde Crystal Palace en ontvangt dan middenmoter
Newcastle, Chelsea speelt thuis tegen Norwich en uit bij rode lantaarn Cardiff,
twee clubs die een felle strijd om het behoud uitvechten, City moet naar
Everton en speelt dan nog twee keer in het eigen Etihad Stadium tegen
respectievelijk Aston Villa en Hull City.

***

Wie mij een beetje volgt, weet dat ik een verre fan ben van
Tottenham Hotspur, de club die zelden iets wint, al sinds 1961 wacht op een
landstitel, maar meestal wel technisch verzorgd en aanvallend voetbal speelt,
al viel dat dit seizoen dik tegen, met amper 52 gemaakte doelpunten en 49
tegen, wat na 36 speeldagen een mager doelsaldo van +3 oplevert. In het beste
geval wordt Spurs vijfde, in het slechtste geval zevende. De zoveelste
teleurstelling, ondanks meer dan een handvol aankopen ter compensatie van het
vertrek van sterspeler Gareth Bale.

Hoewel in principe neutraal wat de titelpretendenten
betreft, hoop ik dat Liverpool het haalt. Een eerste reden daarvoor is
sportief: Liverpool is, na Manchester United, de succesvolste club uit de
Engelse voetbalgeschiedenis, maar het is nu al vierentwintig jaar geleden dat
de 18de en voorlopig laatste titel werd behaald. Liverpool speelt dynamisch en
aanvallend voetbal, heeft met Luis Suárez een onverbeterlijke matennaaier, maar
ook de topschutter én de beste speler uit de Premier League in zijn rangen, en
er gaat niets boven de sfeer op Anfield, waar voor elke thuiswedstrijd uit
veertigduizend kelen een pakkend You’ll
Never Walk Alone
weerklinkt. Kippenvelmoment voor de ware
voetballiefhebber.

Ook Manchester City probeert vanuit de eigen kracht te
voetballen. Onder de nieuwe trainer, de Chileen Manuel Pellegrini, verliep dat
aanvankelijk met vallen en opstaan, maar sinds de jaarwende hebben Vincent
Kompany en zijn maats het verdedigende compartiment enigszins onder controle,
al blijft de vraag waarom City er, ondanks de vele miljoenen die de sjeik er
jaarlijks in stopt, nog altijd niet in slaagt om centraal in de defensie een evenwaardige partner voor
de Rode Duivel te vinden.

Chelsea voetbalt op zijn Mourinho’s. Afwachtend, loerend op
de counter, wel dominant en bijwijlen oogstrelend tegen de lager geklasseerde
ploegen, ultradefensief op bezoek bij Liverpool, Arsenal en Man. United (alleen
op City imponeerden de ‘Blues’ door hoge druk te zetten en bij balbezit heel
wat spelers voor de bal te houden; helaas was dat de uitzondering op de
catenacccio-regel). Chelsea-fans koesteren de resultaten, de meeste neutrale
waarnemers spuwen het spelsysteem uit.

***

De tweede reden waarom ik Liverpool meer dan de anderen de
titel gun is het financiële aspect. De club is in het bezit van een rijke
Amerikaan, maar blijft wel herkenbaar als een Engels elftal. Er lopen in de kern
nog heel wat bij de club of in Groot-Brittannië opgeleide spelers rond, meer dan bij de titelconcurrenten in elk geval. De salarissen zijn er ongetwijfeld riant, maar niet
exuberant. En de eigenaar stopt niet elk seizoen vele miljoenen toe om de
schulden weg te werken of peperdure transfers te realiseren.

Dat is anders bij Chelsea en Man. City, waar een Rus en een
Arabier de plak zwaaien. Het opleiden van spelers wordt daar als tijdverlies
beschouwd, men probeert er de betere spelers van overal ter wereld weg te
plukken, in ruil voor hoge transfersommen en ziekelijk hoge salarissen. Dat ze
daardoor jaarlijks tientallen miljoenen euro verlies maken, who cares? Al is er nu toch een beetje
druk vanwege de door de UEFA opgelegde Financial Fair Play-regels.

***

Liverpool is een club die altijd groot is geweest in
Engeland, ook al was het dan de jongste kwarteeuw in de schaduw van de
aartsrivaal uit het rode deel van Manchester. Chelsea en Manchester City zijn
altijd middenmoters geweest, in het beste geval dan nog. Het zijn clubs met een
bescheiden traditie, die in de vorige eeuw geregeld op en neer wipten tussen de
eerste en de tweede divisie. Clubs met een eerder kleine supportersbasis, die
alleen maar gegroeid is door de huidige successen.

Zoals er iets bestaat als artificiële intelligentie, zo
bestaan er ook kunstmatig grote voetbalclubs: Chelsea, Man. City, PSG en AS
Monaco, om er maar enkele te noemen. Als de puissant rijke eigenaar morgen een
andere hobby vindt, stuiken ze als een soufflé in mekaar. Failliet, geen reden
van bestaan meer, opgebrand, troosteloze supporters achterlatend.

Chelsea was voor de komst van Roman Abramovitsj welgeteld
één keer kampioen geworden (1955). In 1971 en 1998 won het de Europabeker voor Bekerwinnaars, inmiddels afgeschaft en opgegaan in de Europa League. Sinds de roebels van de Rus in het rond
worden gestrooid, kwamen er drie titels en een Champions League bij.

Man. City was voor de komst van sjeik Mansour bin Zayed Al
Nahyan twee keer kampioen (1937 en 1968) en won in 1970 de Europabeker voor
Bekerwinnaars. That’s all, folks.

Liverpool was voor de komst van John Henry 18 keer kampioen,
won vijf keer de Europabeker voor Landskampioenen/Champions League en drie keer
de UEFA Cup (nu: Europa League).

***

Het zou goed zijn voor de toekomst van het voetbal dat er,
net als vorig seizoen met United, een échte traditieclub kampioen van Engeland
wordt. Al was het maar om die You’ll
Never Walk Alone
en die hondstrouwe fans te bekronen. YNWA (niet te verwarren met YMCA!). “Walk on,
walk on / With hope in your heart / And you’ll never walk alone”. Bestaat er
een mooiere voetbalhymne?