(Deze bijdrage verscheen afgelopen weekend als opiniestuk op de site van deredactie.be)
De teller van het aantal ontslagen trainers in de
Jupiler Pro League staat sinds vorige woensdag op tien. Nog even en de heren kunnen
zelf gaan voetballen. Het recentste slachtoffer van een ontevreden clubbestuur
heet Mircea Rednic. De Roemeen werd woensdag, net op zijn 52ste verjaardag,
wandelen gestuurd bij KAA Gent. We weten niet of daar koffie, taart en een uit
alle kelen weerklinkend ‘Hip hip hoera! bij hoorde. We weten wel dat het altijd
opnieuw de trainer is die wordt geofferd op het altaar van de slechte
prestaties en nooit de verantwoordelijken voor het transferbeleid.

A Well Respected Man, zouden The Kinks over hem kunnen zingen.
Vijftien jaar al is Ivan De Witte voorzitter van KAA Gent. Vier jaar lang was
hij in die periode ook voorzitter van de Profliga, die de Belgische
professionele voetbalclubs verzamelt. Maar De Witte is in de eerste plaats
bekend als oprichter van De Witte & Morel en hij is momenteel nog altijd afgevaardigd
bestuurder van Hudson. Bedrijven die gespecialiseerd zijn in het recruteren van
topmanagers. Meneer De Witte is met andere woorden een ‘headhunter’. In schoon
Vlaams: een koppenjager. Al wordt dat in de context van het voetbal veeleer
‘koppensneller’.

In zijn eerste vijf jaar als voorzitter zag De Witte vier
trainers en een interimcoach komen en gaan, daarna waren er acht stabiele jaren
waarin de trainer telkens het seizoen mocht uitdoen. Gent verdiende respect:
het had een schuldenput gedempt en het deed het goed op het veld. Maar zoals u
weet van dat spreekwoord volgen na de zeven vette jaren, zeven minder
florissante.

Sinds de zomer van 2012 heeft het sportieve beleid bij de
Buffalo’s meer weg van een flauwe deurenkomedie in de opvoering van een slecht
voorbereid amateurgezelschap, dan van een professioneel voetbalbedrijf.
Iedereen is jaloers op KAA Gent omwille van dat prachtige nieuwe stadion, de
Ghelamco Arena, maar de prestaties op die groene mat, ach, daar wordt wat meewarig
over gedaan. En terecht. Gent wil graag bij de G-5 horen, naast Anderlecht, Club
Brugge, Standard en KRC Genk, maar de realiteit is dat het al voor het tweede
jaar op rij play-off 1 heeft gerateerd.

Mayonaise

‘De chemie tussen trainer en spelers was weg’, was de
verklaring van De Witte waarom hij voor de zesde keer in minder dan twee jaar
tijd een trainer bij het groot huisvuil zette. Zeg iets vaags dat wel goed
klinkt en het wordt vlot opgepikt door media en achterban.

‘De mayonaise pakte niet meer’, is nog zo’n halfslachtige
poging tot verklaring die je wel eens vaker hoort in de bestuurskamer of in de
gang naar de kleedkamers. En geschifte mayonaise, daar kan je maar beter van
scheiden, dat weet zelfs Wout Bru. Maar ligt dat altijd aan de trainer?

In Engeland doorgaans wel, want daar heet de trainer manager
en is hij bij de meeste clubs de eindverantwoordelijke voor het transferbeleid.
De voorzitter legt het budget vast, de manager koopt spelers aan en laat er
anderen vertrekken. Als het niet draait, mag je gerust stellen dat de manager
zijn job onvoldoende goed gedaan heeft. De relatie club-manager is er in
principe één van onbepaalde duur, clubs denken er op middellange termijn.

In de meeste andere voetballanden worden de transfers gedaan
door het bestuur als collectief, of door de eigengereide voorzitter, of door
een technisch directeur. Clubs gaan ervan uit dat trainers passanten zijn, je
mag het dus niet aan hen overlaten om transfers te doen. Hooguit mogen ze hun
mening geven, waar de plaatselijke Michel Verschueren vervolgens al dan niet
rekening mee houdt. In de Belgische praktijk is dat meer ‘niet’ dan ‘al’
trouwens. Clubs denken bij ons op de korte termijn.

Engels model

Als acht van de zestien eersteklasseclubs dit seizoen al
meer dan één trainer hebben versleten (Oud-Heverlee Leuven en KAA Gent zitten
zelfs aan drie), dan komt dat omdat het bestuur haar werk niet goed gedaan
heeft. Punt aan de lijn. Als dat in de gewone bedrijfswereld zou gebeuren, dan
vliegt de hoogste in rang aan de deur. Vraag dat maar aan Ivan De Witte, want
dan mag zijn bedrijf op zoek naar een dure vervanger.

Niet in ons voetbal. Hier blijven de verantwoordelijken voor
het wanbeleid zitten en wordt de uitvoerder wandelen gestuurd. Dat is de
omgekeerde wereld. Ofwel moet je dan de trainer een manager maken naar Engels
model, zodat hij écht verantwoordelijk mag worden genoemd voor de prestaties op
het veld, ofwel moet je de verantwoordelijken voor de transfers een C4 onder de
neus schuiven.

Geen van beide zal gebeuren. Het is ondenkbaar dat het
bestuur van een voetbalclub macht uit handen zou geven aan iemand die ze als
een buitenstaander met een interimopdracht beschouwen en het is al even
ondenkbaar dat dat bestuur zichzelf een spiegel zou voorhouden. Een selfie, dat
wil nog wel lukken, maar zelfkritiek, ho maar!

Conservatief

Alvorens u medelijden met Mircea Rednic zou krijgen: de man
zal heus niet met lege handen vertrokken zijn. Een deuk in zijn ego, dat wel,
maar een geldinzameling is niet direct noodzakelijk. Toch is hij een
slachtoffer, het zoveelste al. Van een bedrijfstak die er maar niet in slaagt
om die laatste rechte lijn naar de professionalisering af te leggen.

Oerconservatief, zo kan je het beleid bij de meeste
voetbalclubs nog het best samenvatten. En zo kom ik terug uit bij A Well
Respected Man
, een tekst die Ray Davies zo op het lijf van eender welke
Belgische voetbalvoorzitter had kunnen schrijven. ‘He’s a well respected man
about town / Doing the best things so conservatively’.