‘Ik flits mee’, zo heet de campagne die de federale politie
gisteren gelanceerd heeft. Tot 10 april kan al wie dat wil ingaan op het
verzoek van commissaris-generaal Catherine De Bolle om op de website
ikflitsmee.be aan te geven op welke plekken er controles zouden mogen of moeten
gebeuren. Een aantal van die plaatsen zullen mee worden opgenomen in de 24 uur
lange ‘flitsmarathon’ die ergens in de week van 14 tot en met 18 april
georganiseerd zal worden. Meer dan 30.000 suggesties stroomden op één dag
binnen. Hoera, succes…

***

Verkeersveiligheid is een belangrijk item. Er wordt nog
altijd te onveilig gereden en dan bedoel ik zowel te snel als te bruusk als te
onoplettend. Onaangepast rijgedrag is eerder regel dan uitzondering in dit land.
Allemaal waar en terechte aandachtspunten voor de overheid. Flitsen is dan ook
maar één van de manieren om ons verkeer veiliger proberen te maken. Permanente
sensibilisering is een andere.

Maar ik huiver voor die ‘Ik flits mee’, die wat mij betreft in
dezelfde lijn ligt van de bede van een Antwerpse procureur die een paar maanden
geleden vroeg om onbekende nummerplaten in de straat onmiddellijk te signaleren
of de toenemende trend om juridische actie te voeren tegen volksfeesten,
muziekfestivals of allerlei kleine overlast, waarover ik het afgelopen vrijdag
al had.

Niet alleen is het NIMBY-syndroom steeds hardnekkiger
aanwezig in een samenleving die in het stemhokje al een aantal verkiezingen na
elkaar een duidelijk ‘law and order’-signaal uitstuurt, nu worden we ook een voltijdse
verklikkersmaatschappij. Want het staat als een verkeerspaal boven water dat heel wat mensen die ‘Ik flits mee’-site zullen ge- en misbruiken om hun arrogante
buurman met die opzichtige terreinwagen, die jonge kerel aan het eind van de
straat in zijn cabriolet of die motard die elke ochtend met veel lawaai de
straat terroriseert, een loer te draaien.

Dit soort campagnes geven aan dat de overheid het zelf ook
niet meer weet en dat de politie dan maar grijpt naar het aloude middel van meneer
en mevrouw De Klikspaan, een familie waar je liever niet mee geconfronteerd
wordt. ‘Ik flits mee’ versta ik als: wij, de federale politie en bij
uitbreiding de hele overheid, doen eigenlijk onze job niet goed genoeg en dus
laten we de burger maar bepalen waar er gevaarlijke situaties bestaan (die eigenlijk al lang hadden moeten aangepakt geweest zijn).
Dat is de omgekeerde wereld.

***

Ik geloof heel sterk in de zelfredzaamheid van een
samenleving, binnen strikte contouren, zoals wetten en reglementen. Ik vind ook dat burgers de plicht hebben om échte wantoestanden
(aanrandingen, vechtpartijen, diefstallen, verdachte handelingen) onmiddellijk
te signaleren; niet aan één of andere burgerwacht, niet op één of andere
tijdelijke website, maar rechtstreeks aan de politie, het hele jaar door. Ik
hoop dat ik mag rekenen op een medeburger wanneer ik (of iemand die ik graag
zie) word aangevallen. Ik stoor mij aan het feit dat brokkenmakers in het
verkeer, en dan zeker de recidivisten, te zacht worden aangepakt: sneller en
langer inhouden van het rijbewijs, verplichte gemeenschapsdienst voor wie door
eigen schuld een ongeval met slachtoffers heeft veroorzaakt, een strengere
aanpak van het rijexamen, meer opvolging voor wie al een rijbewijs heeft,
bijscholingen, ik ben daar allemaal honderd procent voor. Maar ik zit absoluut
niet te wachten op heksenjachten en verdachtmakingen.

***

We schuiven steeds meer op in de richting van samenlevingen
die we destijds openlijk verafschuwden of waarvan we tenminste geacht werden dat te doen. Ik
denk aan de DDR van de Stasi, waar burgers elkaar verlinkten uit zelfbehoud. Of
de Sovjet-Unie van Stalin, waar een ongeziene jacht werd gemaakt op al wie maar
enigszins neigde naar dissidentie. Vergeet ook het China van Mao niet, waar te
weinig volgzame burgers publiek vernederd en niet zelden gelyncht werden. En
wat denkt u van het Duitsland van Hitler, waar de Jodenjacht tot de normale opdrachten
van het eigen volk behoorden.

Verklikken was typisch voor die verfoeide dictaturen. En het
is dat nog altijd. Wees gerust: ongehoorzame Noord-Koreanen worden door hun
buren aangegeven bij de politie of het leger. Ook in andere dictatoriale
regimes is verklikken één van de geijkte methodes om de bevolking onder de
knoet te houden en vervelende elementen te liquideren.

Overdrijf ik? Zou kunnen. Maar staat u me toch toe deze zorg
met u te delen. Want voor we het goed en wel beseffen zitten we wel degelijk in
een samenleving waarin verklikken de norm is en alles vanuit de eigen navel
wordt gestuurd. Een kruimeldief wordt hier strenger aangepakt dan een
miljardenfraudeur. Ik pleit er niet voor om die kruimeldief níet te vervolgen,
maar wel om die ’twee maten, twee gewichten’ eruit te krijgen. Nu worden er al
te makkelijk succesjes geboekt en blijven de grote uitdagingen onaangeroerd.

Zo is het makkelijk zat om verkeerscontroles uit te voeren
op minder drukke momenten van de dag, bij heldere weersomstandigheden, zodat de
pakkans optimaal wordt, terwijl de kunst er net in bestaat om op de gevaarlijke
verkeerspunten tijdens de spits aanwezig te zijn. Niet iedereen die tachtig
rijdt waar zeventig mag is een gevaar op de weg. Niet iedereen die Zone 30
respecteert is daarentegen ook voldoende alert voor dat kind dat onverwacht de straat
oversteekt.

Altijd weer wordt de kwantitatieve kaart getrokken. Dat is
het veruit eenvoudigst. Het echte probleem in ons verkeer is echter
kwalitatief. We rijden niet goed genoeg (dat wil zeggen: ik rij uiteraard prima, maar u
niet…). En ik weet, wie slecht rijdt en dat ook nog eens te snel doet, is een
groter gevaar op de weg, dan wie dat traag doet. Toch is het te simplistisch om
alleen maar getalletjes als uitgangspunt te nemen.

***

Is het dat soort samenleving dat we willen? Eentje waarin
niemand nog ongestoord op straat kan wandelen of rijden uit vrees voor een
idiote GAS-boete of een buurman die burgerzin verwart met afgunst, hatelijkheid
en complete verzuring? Misschien moet de overheid maar weer eens investeren in
haar kerntaken en niet voortdurend een beroep doen op de burger om haar rol
gratis en voor niets over te nemen. Van die overheid mag je een objectieve aanpak
verwachten, van die burger niet.

Ik flits dus niet mee.