Ik hou van voetbal. Ik hou van het WK Voetbal. Ik hou van
het hele ritueel dat hoort bij het voetbal kijken op tv, inclusief
spanningsopbouw en cooling down. Maar
ik ben nog een pak meer gehecht aan veel belangrijkere aardse zaken als
wereldvrede, sociale gelijkheid, solidariteit en wederzijdse verdraagzaamheid.
En dus ben ik gechoqueerd als ik lees dat er alweer een arbeider gestorven is
op een werf in Brazilië, waar vanaf half juni tweeëndertig landen voor de
hoogste voetbaleer zullen strijden.

Het is de zevende al. De man overleed bij werken aan het
Novo Estádio do Corinthians in São Paulo, waar eerder al een deel van het dak
instortte. Donderdag twaalf juni, dag van de openingswedstrijd, komt verraderlijk dichtbij, dus is het nu alle
hens aan dek. Wees gerust, het stadion zal naar de buitenkant helemaal af zijn.
State of the art. Koste wat kost. Of:
ten koste van alles, zo u wil.

Dat laatste mag u letterlijk nemen. Zo’n internationaal
sporttoernooi is een manier om prestige en respect te verwerven, vraag dat maar
aan de Russische president Poetin die onlangs nog een duur privé-feestje mocht organiseren in Sotsji.
De regel: het mag wat kosten. De gevolgen: het gaat altijd ten koste van
sociale en economische ontwikkeling van het organiserende land en, vooral, zijn
bevolking.

In Zuid-Afrika werden de havelozen vier jaar geleden
tijdelijk opgesloten in hun townships,
om de buitenlandse gasten de indruk te geven dat alles peis en vree was in het
land van Mandela. In Brazilië gebeurt nu krek hetzelfde. De favela’s worden
opgekuist, gure elementen worden opgepakt en zes weken lang verbannen naar
steden waar geen WK-wedstrijden gepland zijn. Het moet een volksfeest worden,
maar dat volk is het voornaamste slachtoffer, alleen beseft het dat niet in
alle gekte die bij zo’n evenement hoort.

In Qatar zijn ze al volop bezig met het bouwen van stadions
voor het WK over acht jaar. Voetballen in de woestijn, letterlijk, want alles
moet er nog gebeuren. Goedkope buitenlandse werkkrachten worden er geïmporteerd
en sneuvelen er bij bosjes. Meer dan honderd doden op stadionwerven, inmiddels.
In Rusland, waar het WK in 2018 zal plaatsvinden, zal het niet anders zijn op
het vlak van uitbuiting.

Ik blijf bij mijn pleidooi om grote sporttoernooien
afwisselend te laten doorgaan op twee continenten. Voor het WK Voetbal kunnen
dat Europa en Zuid-Amerika zijn (liefst in landen die geen grote voetbalnaties
zijn, zodat er geen opvallend thuisvoordeel is), voor de Olympische Spelen Azië
en Noord-Amerika, eventueel ook Australië. Het ‘arme’ Afrika heeft andere prioriteiten dan peperdure
sportfestiviteiten opzetten. De stadions zouden moeten gebouwd worden door de
FIFA of het IOC, met een financiële bijdrage van alle lokale sportbonden, niet alleen door het organiserende land.

Als ik lees over menselijke drama’s omwille van alles
verblindend prestige, hou ik heel even niet meer van voetbal. Er zijn
belangrijkere dingen in het leven. Als nu ook de internationale sportbobo’s dat
even zouden willen beseffen.