Wat ik me afvraag: wie zou Poetins Leni Riefenstahl zijn?
Wie zorgt ervoor dat er over een paar maanden een film in de bioscopen draait
om de pracht en glorie van de Olympische Winterspelen in Sotsji te vereeuwigen,
zoals la Riefenstahl dat in 1936 in ‘Olympia’ deed voor het naziregime? Toen ik
de vraag gisteren via Twitter stelde, kreeg ik prompt een foto doorgestuurd van
een bevallige, schaars geklede jongedame die Poetins privé-fotografe bleek te
zijn. Niets menselijks is grote leiders vreemd als het op vrouwelijk schoon
aankomt. Niets onmenselijks is hen vreemd als het om het leiden van hun land
gaat.

Veertig miljard euro kosten deze megalomane Winterspelen.
Dat is even veel als álle voorgaande Winterspelen sámen. Dat is tweeëneenhalf
miljard per dag, want de activiteiten in Sotsji duren amper zestien dagen.
Dat is bijna het dubbele van wat ons land jaarlijks aan gezondheidszorg
uitgeeft. Dat is tien miljard meer dan wat ons land jaarlijks aan pensioenen
uitgeeft. Dat is ongeveer even veel van wat ons land jaarlijks aan ambtenarenlonen
uitgeeft. Maar die werken dan wel – populistische kreten even terzijde schuivend – een héél jaar, meer dan tweehonderd dagen, geen zestien.

Je kan er donder op zeggen dat de Olympische installaties na
23 februari nauwelijks nog gebruikt zullen worden. Zo gaat dat altijd met
Olympische Spelen, of ze nu in de zomer of in de winter plaatsgrijpen. De
noodlijdende Grieken hebben de financiële kater van Athene 2004 nog niet
verwerkt; het komt bovenop hun sowieso al lamentabele economische situatie en
is er zelfs mede oorzaak van. De Chinezen praten niet over dure en slechts
tijdelijk in gebruik genomen prestigegebouwen, maar ook daar zullen heel wat
lege sporttempels staan, bijna zes jaar na Beijing 2008. In Londen proberen ze de Olympische site voor een stuk
te recupereren, toch zullen heel wat installaties ongebruikt blijven. Hetzelfde
geldt voor andere grote sportevenementen: WK’s en EK’s voetbal. Met dien
verstande dat voetbalstadions meestal nog wel gebruikt worden, in tegenstelling
tot sporthallen voor kleinere sporten. Of zo’n Olympische schans in een
afgelegen oord.

Veertig miljard euro. Het zal tsaar Vladimir Poetin niet
deren. Eer en prestige zijn voor hem wat telt nu. Dat er miljoenen Russen in
volstrekt onmenselijke omstandigheden verkommeren zal hem worst wezen. Die
komen straks niet in beeld. Dat de hotels in Sotsji en wijde omgeving een
lachertje zijn met een onbestaande comfortgraad als we de soms hilarische
berichten van sportjournalisten mogen geloven, ach, ook die worden niet
rechtstreeks in beeld gebracht op televisie. Een Sporza-correspondent meldde
eergisteren nog dat de verwarming in de persruimte was uitgevallen, zodat hij
en zijn monteur in de vrieskou een reportage moesten klaarstomen. Veertig
miljard euro en de nutsvoorzieningen blijken niet eens te functioneren!

En dan is er vanzelfsprekend nog die kwestie van de mensenrechten, met name
de Russische wet die openlijke homoseksualiteit verbiedt. ‘Er zijn geen homo’s in
Sotsji,’ orakelde de plaatselijke burgemeester. Laten we ‘m Kopintzandov
noemen. Of Kopintsneeuwov, in deze omstandigheden. Homo’s zijn in Rusland outlaws. De wereld klaagt dat in diverse
toonaarden aan, maar niemand durft echt ingrijpen, want Rusland is een
belangrijke en machtige handelspartner.

De Belgische regering stuurt haar kat naar de openingsceremonie, Nederland gaat wel met
een flinke officiële delegatie, koning en premier op kop. Mark Rutte zal de
homo-vervolging aankaarten bij Poetin, zo wordt vooraf luid getoeterd. Waar
gaat hij dat doen? Tussen de vierde en de vijfde vodka op een officiële
receptie? Of in de vier minuten en tweeënveertig seconden die hem zullen worden
toegemeten voor een gesprek onder vier ogen met de Russische president? De
reacties van regeringsleiders en sportbonzen van overal ter wereld zijn laf en
hypocriet. Dit is het oerchristelijke ‘Doe wel en zie niet om’ in de praktijk.

Een boycot van de Spelen hoefde wat mij betreft niet echt.
Daarmee straf je de atleten, die vier jaar lang naar dit evenement hebben
toegeleefd. Maar Poetin had wel wat straffere taal en passende sancties mogen
verwachten voor zijn beleid dat haaks staat op de Universele Rechten van de
Mens. Nog betere ware het geweest dat de tot op het bot gecorrumpeerde
sportbonden, zoals het IOC of de FIFA in het voetbal, bij de toewijzing van
grote sportevenementen rekening zouden houden met politieke, sociale en
economische factoren, zodat Rusland niet Sotsji had kunnen organiseren, of over
vier jaar het WK voetbal, of Qatar niet zou mogen pronken met het WK 2022 in
een zandbak, een prestigeproject waar nu al vele honderden goedkope
buitenlandse werkkrachten het leven voor hebben gelaten.

Ik pleitte er een tijdje geleden voor om grote toernooien
telkens op dezelfde plaatsen te organiseren, netjes verdeeld over de
continenten, zodat niet elke keer verschrikkelijk grote sommen zouden moeten
worden uitgegeven voor gigantische en slechts tijdelijk nuttige bouwwerken, en
dat geld kan worden gestoken in projecten die noodzakelijk zijn voor de eigen
bevolking. Ik doe dat nu opnieuw. De megalomanie moet een halt worden
toegeroepen. Sport mag niet ten koste gaan van het welzijn van de inwoners van
een land.

Dat zal Poetin niet beletten om vanaf vijf uur deze namiddag
met een grote glimlach plaats te nemen op zijn luxestoel in de eretribune, waar
hij – die andere grote dictator achtenzeventig jaar geleden achterna – tijdens een ongetwijfeld spectaculaire openingsceremonie vol ooh- en aah-momenten zal
gloriëren en blinken van trots en ziekelijke eigenwaan. Putain, Putain, ce
n’est pas vachement bien!