Vanavond worden de terugwedstrijden in de halve finales van de Cofidis Cup gespeeld, zeg maar: de beker van België. Een toernooitje dat flink in waarde gedevalueerd is. Topclubs treden doorgaans aan met een hele of halve B-ploeg, de tribunes blijven grotendeels leeg, vóór het stadium van de halve finales ligt niemand er wakker van. ‘De kortste weg naar Europa’ lijkt weinigen nog te interesseren in het Belgische voetbalmilieu, waar men liever grote omwegen maakt.

KV Oostende en Zulte Waregem staan er na de heenmatchen het beste voor. Oostende ging 1-1 gelijk spelen bij Lokeren en heeft straks aan een nul-nulletje genoeg in een volgepakt Albertpark. Zulte Waregem deed het nog beter door met 0-1 te gaan winnen op het veld van AA Gent. Een West-Vlaamse bekerfinale (laten we Zulte Waregem gerust West-Vlaams noemen, ze spelen immers in Waregem) zit er dus dik in. Dat is overigens geleden van 1996, toen Club en Cercle een stadsderby speelden in Brussel. Andere ‘provinciale’ finales waren Antwerp-KV Mechelen in 1992 en, opnieuw, Club-Cercle in 1986. Om maar te zeggen: het komt zelden voor.

Maar vooral: het kan een finale worden tussen twee clubs die nauwelijks negen maanden geleden nog op een presenteerblaadje-met-gouden-rand werden aangeboden in het op voetbalvlak noodlijdende Antwerpen. Beerschot was sportief gedegradeerd en financieel failliet, Antwerp bleef in tweede klasse hangen. En dus werd er op hoog niveau, tot op het Schoon Verdiep, gepraat over het overkopen van een stamnummer. Eerst dat van Zulte Waregem, daarna dat van KV Oostende, al is het nog altijd niet helemaal duidelijk of de twee dossiers verweven waren. U herinnert zich die onverkwikkelijke historie nog wel. Het Belgisch voetbal ten voeten uit: amateuristisch handjeklap en dan maar doen alsof we grote zakenmannen zijn.

Dat het toen tot die ziekelijke pantomime kwam, hadden we te danken aan twee Patricks: Vanoppen, die Beerschot AC in recordtempo de dieperik in stuurde, en Decuyper, die zich de zonnekoning van de Gaverbeek waande en en passant ook nog een juridisch waardeloos contractje op een bierviltje tekende met de voorzitter van Oostende, dat een paar maanden later onverwacht promoveerde en plots niet meer wilde samenwerken. Tweeëneenhalf jaar hielden Vanoppen en Decuyper het vol in het Belgisch voetbal, of is het omgekeerd? Een verwoestende doortocht was het.

Laten we daarom, in geval van een finale Oostende-Zulte Waregem, de Cofidis Cup omdopen tot Patrick Cup, liefst dan nog uitgewerkt in een kunstwerkje van een klein, onooglijk figuurtje met een grote mond en met stoom dat uit neus en oren komt. En laten we de heren Vanoppen en Decuyper vooraf een oneerronde doen lopen in het Koning Boudewijnstadion, maar niet voordat we alle toeschouwers op de eerste rijen overvloedig pek en veren ter beschikking hebben gesteld.

Voetbal, een veest. Maar laat dat straks de pret niet bederven.