‘Heb jij mannen gekend in jouw leven?’ vroeg de immer
guitige Bart Peeters aan zijn gaste, de bevallige presentatrice-zangeres
Yasmine, die, zoals bekend, vooral van vrouwen hield. Ik keek naar een
heruitzending van een aflevering van het prettig gestoorde Canvas-programma Mag ik u kussen?, naar aanleiding van de
vierde verjaardag van de dood van Yasmine (Hilde Rens voor de burgerlijke
stand).

‘Mijn vader en George Michael,’ antwoordde ze gevat. En er
volgde nog een uitleg, maar die heb ik minder gevolgd, omdat ik afgeleid was,
een gevolg van mijn fascinatie voor data. George Michael is namelijk jarig op
25 juni. Hilde Rens stapte uit het leven op 25 juni 2009, de 46ste verjaardag
van de zanger. Toeval, neem ik aan, maar dan wel een heel wrééd toeval. Net zoals
het wel toeval zal zijn dat je op de Wikipedia-pagina van 25 juni maar liefst
négen prominente overledenen terugvindt in het jaar 2009, onder wie ook Farrah
Fawcett en Michael Jackson.

***

Minder toeval kwam er te pas bij de vierde en laatste
aflevering van de uitermate interessante documentaire reeks ‘Naar het hart van
de koning’ over het leven van koning Boudewijn. Het leven van een koning is van
A tot Z georkestreerd. Spontaniteit bestaat niet in die artificiële wereld. En
dus was het ook geen toeval dat Boudewijn zich in de laatste jaren van zijn
leven volop sociaal engageerde en daarmee tegelijk wees op grote tekortkomingen
van de politieke klasse. Boudewijn bij de sukkelaars, slachtoffers van armoede.
Boudewijn bij de migranten, slachtoffers van racisme. Boudewijn bij de hoeren,
slachtoffers van vrouwenhandel. Boudewijn voelde zich thuis bij de slachtoffers
van de samenleving.

Het leverde toen mooie plaatjes op van een warme koning.
Jaren na datum viel mij gisteravond pas op hoe deze acties pasten in een poging
om de koning populair te maken bij de bevolking. Het leek wel een
marketingcampagne. Niet dat ik Boudewijn ervan verdenk dat hij helemaal geen
empathisch vermogen had, daarvoor kende ik de man te weinig om hem te
beoordelen, maar met zijn démarches tussen 1990 en 1993 heeft hij ongetwijfeld
flink bijgedragen tot de massahysterie die er na zijn overlijden op 31 juli 1993
losbarstte, hysterie die blijkbaar besmettelijk was, want een politieke
journalist van de openbare omroep had het toen, geprangd tussen de geduldig aanschuivende rijen Belgen aan het Koninklijk Paleis in Brussel, over ‘een nieuw politiek feit’.
Diezelfde man is twintig jaar later lid van een anti-Belgische en
anti-monarchistische partij en tweette na de uitzending: ‘De wereld is in 20
jaar tijd fors veranderd. Er zijn mensen die al 20 jaar hetzelfde denken &
zeggen. Ik niet dus :-)’. Ach, ja.

Wat niet werd verteld over die flink gemediatiseerde laatste
levensjaren van Boudewijn: door zijn kritische attitude tegenover de politieke
wereld heeft hij mee de anti-politiek gevoed en bijgedragen tot het succes van
een anti-democratische extreem-rechtse partij in Vlaanderen.

Wat ook niet werd verteld: de
macht van de kabinetschef van de koning mag wel eens onderzocht worden, want
mij lijkt die ongebreideld en da’s democratisch onverantwoord. Jacques Van
Ypersele de Strihou, 76, maar vandaag nog altijd de enige rechterhand van
koning Albert II, zit al dertig jaar op die post. Hij heeft het land drie
decennia de facto mee bestuurd,
terwijl de man nooit verkozen is geweest, nooit verantwoording heeft moeten
afleggen bij de kiezer, nooit rekening moest houden met democratische geplogenheden.
Dat is een zeer ongezonde situatie en dat mag wel eens gezegd én onderzocht én
aangepakt worden.

Maar goed, het ging hier dus over Boudewijn, de trieste,
kinderloze koning. Op wijlen grondwetsspecialist Robert Senelle na, die
uitpakte met de geestige oneliner ‘Laat het uit, de katholieken hebben al
genoeg heiligen!’, waren de andere geïnterviewden het er over eens: deze koning
was niet minder dan een heilige. En hij had ook een ‘geheim’, zo lieten
kardinalen Danneels en Suenens cryptisch verstaan tijdens de uitvaartplechtigheid. Daarmee
moesten we het stellen, zoals dat wel vaker gaat in katholieke kringen: je moet
het maar geloven! Hey Lord, don’t ask me
questions
, zoals Graham Parker destijds al sarcastisch opmerkte.

***

Boudewijn, een heilige? Dit was de man die nauwelijks drie
jaar voor zijn dood weigerde de abortuswet te ondertekenen, omdat het indruiste
tegen zijn geweten. Waarna een hele poppenkast werd opgezet om hem ’tijdelijk
onbekwaam tot regeren’ te verklaren. Terwijl de koning met die geste eigenlijk
ongeveer hetzelfde deed als een Dilbeekse sportschepen afgelopen weekend: hij
liet zijn broek afzakken tegenover de democratie. Hij weigerde de scheiding van
Kerk en Staat te aanvaarden. Hij liet, kortom, weten dat hij de mening van de
meerderheid van zijn bevolking niet respecteerde. Een heilige?

Dit was ook de man die, geïnspireerd door zijn entourage,
lang mede-verantwoordelijk was voor de onderdrukking van het Congolese/Zaïrese
volk. Eerst door hen als kolonisator te behandelen (zoals hem dat door zijn
voorvaderen geleerd was), daarna door veel te snel en zonder overleg met de Belgische regering de onafhankelijkheid aan te kondigen, tenslotte door decennialang de scrupuleloze dictator Mobutu de hand
boven het hoofd te houden. Pas in de laatste jaren van zijn leven zou hij
Mobutu desavoueren, wat die laatste dan weer niet begreep. (Een beetje zoals Saddam Hoessein, de grote vriend van de Amerikanen tijdens de oorlog tussen Iran en Irak (1980-1988), niet begreep waarom zijn vrienden het niet apprecieerden dat hij Koeweit binnenviel.)

Gedurende heel zijn regeerperiode, 42 jaar lang, liet Boudewijn niet na om
zijn katholieke overtuiging te laten doorwegen in zijn keuzes van ministers,
formateurs en informateurs. Via zijn kabinetschef woog deze koning zwaar op
regeringen en regeerprogramma’s. Zijn rol was veel meer dan ceremonieel, zijn
invloed immens, zijn morele gezag desondanks onaangetast.

Boudewijn was geen heilige. Hij had zijn menselijke kanten,
ongetwijfeld, maar hij gebruikte én misbruikte zijn macht waar en wanneer het
hem uitkwam. In de eerste plaats voor God. In de tweede voor Vaderland.