‘We mogen dromen van het WK,’ zei aanvoerder Vincent Kompany
in het ene kranteninterview. ‘We hebben geen wereldelftal,’ zei hij in het
andere. Het eerste wil ik niet tegenspreken: iemands dromen neem je niet af.
Het tweede klinkt me al te bescheiden in de oren.

De Rode Duivels staan weliswaar ‘maar’ negentiende op de
FIFA-ranking, maar met de huidige spelerskern moet Top 10 makkelijk haalbaar
zijn. Meer nog: deze generatie moet in staat zijn tenminste de kwartfinales te
halen volgend jaar in Brazilië. Maar eerst moeten ze er geraken, natuurlijk.

Ik verklaar mij nader aan de hand van een ploegportret en
een vergelijking met de actuele Top 5 van de FIFA (Spanje, Duitsland,
Argentinië, Engeland, Italië), aangevuld met onze noorder- en zuiderburen. Als
je die spelerskernen tegen elkaar afzet, dan merk je dat er bij de grote landen
individueel heel wat betere spelers rondlopen, maar dat er veel minder
evenwicht is in het team.

Doelman

Thibaut Courtois. (Back-up:
Simon Mignolet)

De Limburger is nog altijd maar twintig. Hij is eigendom van
Chelsea, maar staat al twee jaar als huurling in de basis bij Atletico Madrid.
Daar doet hij het uitstekend. Er is nog groeimarge, maar déze Courtois zou nu
al een aanwinst zijn bij zowat alle Europese topclubs en bij Chelsea leunt hij
heel dicht tegen het niveau van de tot nog toe ongenaakbare Petr Cech aan.

Betere keepers: Iker Casillas, Manuel Neuer, waarschijnlijk
ook nog de oude Gianluigi Buffon. Maar Courtois zit zeker op hetzelfde niveau
als Joe Hart en Hugo Lloris, en hij is beter dan Maarten Stekelenburg en Sergio
Romero. Mignolet is een uitstekende back-up.

Conclusie: we zitten dicht tegen de wereldtop aan.

Verdediging

Toby Alderweireld – Vincent Kompany – Thomas Vermaelen – Jan
Vertonghen. (Back-ups: Guillaume Gillet, Nicolas
Lombaerts, Jelle Van Damme, in de toekomst allicht Laurens De Bock. U vergeeft
het me dat ik Daniël ‘Guust Flater’ Van Buyten bewust negeer)

Net als de meeste landen worstelt België met een probleem
van vleugelbacks. Spanje heeft Jordi Alba op links, maar op rechts staat de
stuntelige voetballer Alvaro Arbeloa. Een goeie verdediger, maar niet het type
mee oprukkende, technische sterke voetballer met een goeie voorzet die perfect zou
passen binnen het Spaanse stramien.

Duitsland heeft enkel Phillip Lahm, die zowel op rechts als
op links uit de voeten kan. Argentinië heeft Pablo Zabaleta en Cristian Ansaldi,
maar dat zijn geen absolute toppers. Engeland heeft die wel: Glen Johnson op
rechts, Ashley Cole of Leighton Baines op links. Al heeft Johnson iets te veel downs vertoond in zijn voetballoopbaan. Italië wisselt ook voortdurend
met zijn flankverdedigers. Bij Nederland is Gregory van der Wiel, ondanks de hoge verwachtingen bij zijn doorbraak, niet doorgegroeid tot de wereldtop en op
links blijft het sukkelen voor Oranje. Frankrijk heeft Patrice Evra op links,
maar rechtsback Bacary Sagna is nu al op de weg terug.

Ons centrale duo, Kompany-Vermaelen, kan zich zonder meer
meten met eender welk ander duo ter wereld. Misschien vormen Sergio Ramos en Gerard
Piqué een nog sterker tweetal (met Puyol als fantastisch alternatief), maar de ooit oninneembare
burcht Ferdinand-Terry vertoont steeds meer zwakke plekken. En Nederland is
centraal achterin een gatenkaas, met de trage en statische mannen Heitinga en
Mathijsen. Ook Frankrijk zoekt al jaren naar de juiste formule achterin. Andere
wereldtoppers zijn Mats Hummels en Giorgio Chiellini, maar die hebben geen
partner naast zich die hetzelfde niveau haalt.

Conclusie: centraal zijn we wereldtop, op de flanken blijft
het behelpen, maar dat geldt voor de meeste landen. Ons grootste probleem zal
nog het gebrek aan volwaardige invallers worden. Zeker op een intens toernooi
als een wereldbeker, met wedstrijden om de drie-vier dagen, is dat geen
overbodige luxe.

Middenveld

Axel Witsel – Moussa Dembele – Marouane Fellaini. (Back-ups: Steven Defour, Radja Nainggolan,
Kevin De Bruyne, Timmy Simons)

Een ijzersterk trio, zij het dat die drie spelers min of
meer hetzelfde type zijn. Een echte ‘spelmaker’ ontbreekt, tenzij Kevin De Bruyne
een rijtje zou terugzakken.

Tegen Spanje kunnen we onmogelijk op (Busquets-Xavi-Iniesta
of Fabregas), ook Duitsland is sterker (Khedira-Schweinsteiger-Özil, met Toni
Kroos achter de hand), maar de andere toppers kunnen we aan. Italië heeft
vanzelfsprekend Andrea Pirlo en Daniele De Rossi, maar de eerste is intussen stokoud
en de tweede zeer blessuregevoelig. Nederland heeft Wesley Sneijder en
eventueel Rafael van der Vaart, maar die laten steeds meer van hun pluimen. Ook
kuitenbijters Nigel de Jong en Mark van Bommel hebben hun beste dagen gehad.
Bij Frankrijk rekent men erop dat Yann M’Vila en Yohan Cabaye blijven
doorgroeien.

Argentinië? Ik zie enkel Esteban Cambiasso en Javier
Mascherano als wereldtop, maar dat zijn twee brekers, geen opbouwers. En
Engeland heeft weliswaar Frank Lampard en Steven Gerrard, maar die zitten in de
laatste rechte lijn van hun carrière. Jack Wilshere is wel op weg om een hele
grote te worden.

Conclusie: nog veel groeimarge met drie jonge getalenteerde
spelers, niet al te veel wisselspelers die hetzelfde niveau halen en wellicht is er ook nood aan een échte verdedigende middenvelder. Dat bleek ook uit bij
Servië en Macedonië, waar we bij momenten overspoeld werden, ook al omdat de
vleugelbacks te snel mee oprukten.

Aanval

Kevin De Bruyne – Eden Hazard – Christian Benteke. (Back-ups: Dries Mertens, Nacer Chadli,
Kevin Mirallas, Romelu Lukaku, Jelle Vossen)

Hazard is stilaan wereldtop, voor de rest veel spelers die
er dicht bij aanleunen. Bovendien ook onderling inwisselbare spelers, wat de
bondscoach voor positieve selectieproblemen stelt en de spelers onderling
scherp houdt. Als De Bruyne als spelmaker naar het middenveld verhuist, kunnen
Mertens, Chadli of Mirallas evenwaardig invallen.

Spanje is ongetwijfeld superieur voorin, met Silva-Iniesta
of Mata-Villa (en nog heel wat alternatieven op de bank). Ook Duitsland heeft
weelde (Müller-Götze-Gomez en stel gerust nog een drietal andere trio’s
samen!). Om over Argentinië nog maar te zwijgen (Messi-Agüero-Higuain-Tevez):
stuk voor stuk sterren op de voetbalvloer.

Maar Italië moet het doen met de onberekenbare voetballers
Balotelli en Cassano, en oude krijger Di Natale. En Engeland heeft Wayne
Rooney, and that’s it. (OK, Walcott, Young
en Lennon zijn goede vleugelspelers, maar ze vertonen te weinig regelmaat.)
Nederland heeft de egoïstische en blessuregevoelige Robben, de internationaal niet altijd even
goed renderende Van Persie en scoremachine Huntelaar. Bij la France steken Franck
Ribéry en Karim Benzema er bovenuit, terwijl Samir Nasri op zijn
vijfentwintigste al over zijn hoogtepunt heen lijkt. En laten we toch ook maar
die ene Cristiano Ronaldo vermelden, die tegenwoordig zowat op zijn eentje
Portugal overeind houdt.

Conclusie: ook hier nog veel groeimarge, zeker in de punt
van de aanval. Maar gelet op de zwakke punten in de verdedigingen van de
concurrentie, kunnen zelfs deze jonge jongens al behoorlijk renderen.

Algemene conclusie

We hebben misschien nog geen wereldelftal, maar de potentie
om er één te worden is er zeer zeker. En vermits al die jonge spelers bij
topclubs spelen en goed omringd worden zou dat wel eens heel snel kunnen gaan.
Op één jaar tijd kan er veel gebeuren in het voetbal. Ik schat dat de Rode
Duivels in 2014 op papier enkel nog moeten onderdoen voor Spanje en Duitsland.
De rest zullen we tegen dan aankunnen, daar moeten we echt durven in geloven!

Rest nog één klein, maar niet onbeduidend detail: de
kwalificatie voor het WK. In theorie zou dat moeten lukken (we zijn minstens
evenwaardig aan Kroatië en de andere landen staan al op een schier
onoverbrugbare achterstand), maar liefst rechtstreeks. Barrageduels spelen is
nooit prettig, zeker niet als je pech hebt in de loting en op Frankrijk of
Portugal zou stuiten, om maar iets te zeggen. Best maar winnen straks tegen
Macedonië.