U mag het gerust weten: ik heb mijn exemplaar van De Morgen
vandaag drie keer geïrriteerd opzij gelegd en uiteindelijk heb ik het bij mijn
vierde poging definitief opgegeven en de krant in de papierbak gekieperd. Alle
respect voor Marleen Temmerman en Meryame Kitir, veel sympathie voor de
geportretteerde vrouwen, maar ik miste mijn dagblad vandaag. ‘Dagblad’: blad
met nieuws van de vorige dag. Het nieuws was ondergeschikt gemaakt aan het
gegeven dat het 8 maart is, Internationale Vrouwendag.

Ter gelegenheid van Vrouwendag besliste de redactie van De
Morgen om de krant voor één dag in handen te geven van externe vrouwelijke
hoofdredacteuren. Goedbedoeld, ongetwijfeld, maar als je De Morgen vandaag voor
nieuws en duiding bij de gebeurtenissen van gisteren wilde openslaan, dan kwam
je bedrogen uit of je moest in elk geval lang zoeken. En wat ik mij dan, met
mijn lichtjes slechte karakter, afvraag: als De Morgen alleen op 8 maart
uitpakt met een ‘vrouwenkrant’, is het dan de andere 302 verschijningsdagen
(ja, ik heb het uitgerekend!) een ‘mannenkrant’? Want zo klinkt het natuurlijk wel,
net dóór dit initiatief.

***

Wat de geste van De Morgen vooral aantoont is dat onze
samenleving nog altijd niet kan omgaan met gender-gelijkheid. Omdat vrouwen – een eeuw na de suffragettes en en een halve eeuw na de Dolle Mina’s – nog altijd
niet écht gelijk worden behandeld, zoeken mensen die het goed menen naar een
manier om deze ongelijkheid te compenseren. ’t Is een beetje als een
scheidsrechter die een club in moeilijkheden wil helpen door hen een onterechte
strafschop te geven, omdat ze in de vorige wedstrijden systematisch benadeeld
werden. Wat lost dit op? Nada, niente, niks. Je probeert de ene verkeerde
beslissing uit te wissen door een andere te nemen, maar het gemeenschappelijke hieraan is dat
je fout bezig bent.

Morgen is De Morgen dus weer die alledaagse mannenkrant, vol
mannennieuws uit de grote boze Mannenwereld. Ah ja, ze zeggen het toch zelf!?
En dan kan alles weer zijn gewone gangetje gaan, versta: vrouwen ergens tussen
haard en bureau in, mannen aan de macht, een samenleving die wordt gerund door
ambitieuze mannetjesdieren. James Brown zingt er de soundtrack bij.

Ik heb begrip voor quota om benadeelde bevolkingsgroepen
(vrouwen, allochtonen, ouderen, gehandicapten) een zetje te geven, omdat dit
blijkbaar in onze op emancipatorisch vlak nog altijd oerconservatieve en zelfs vrij
reactionaire maatschappij noodzakelijk is om die groepen uit de verdrukking te
halen. Maar eigenlijk is het een verschrikkelijk zwaktebod en een belediging
van de capaciteiten van die verschillende categorieën medemensen. Als je alleen
dank zij dit soort draconische maatregelen een beperkte vorm van gelijkheid
krijgt, dan sta je achter. Ik zou zelfs meer durven zeggen: dan ben je als
samenleving achterlijk.

***

Ik beken: ik lach hartelijk om sommige
domme-blondjes-moppen, ik vertel zelf aangebrande grappen over vrouwen, ik hou
mij ver van political correctness. Omdat
het in wezen even star, betweterig en reactionair is als de maatschappij die
het een spiegel wil voorhouden.

Begrip voor elkaar begint voor mij bij een
groot (zelf)relativeringsvermogen en het inschatten van andere mensen op hun werkelijke
kwaliteiten en niet op hun borsten, billen en andere uiterlijke kenmerken. Maar
enige vorm van recalcitrantie is mij niet vreemd: daar hoort treiteren en uit
de tent lokken bij (maar niet pesten!). Enige spanning tussen de seksen vormt
een extra pigment in het leven, want ‘all
work and no play makes Jack a dull boy
‘.

Ik heb gewerkt voor uitstekende vrouwelijke bazen en voor
irritante en onbekwame vrouwelijke bazen. Ik heb gewerkt voor uitstekende
mannelijke bazen en voor irritante en onbekwame mannelijke bazen. Wat van
belang is: de bekwaamheid van de baas, niet zijn of haar sekse. Als we dat als
vertrekpunt zouden kunnen nemen, dan zijn die hulpmiddelen als quota en vrouwenkranten
overbodig. Helaas, pindakaas, Oma’s aan
de top
was een K3-song die werd opgebouwd rond een denkbeeldig scenario,
van ‘Moeders aan de top’ is er evenmin ooit sprake geweest en ‘Vrouwen aan de
top’ lijkt ook nog niet voor morgen, al wentelen sommige heren zich dan in de
zelfgenoegzame repliek dat er nu toch een vrouw aan het hoofd van de federale
politie staat. Moh, zèh!

We hebben nog een lange weg te gaan, beste mensen (m/v). En
op die weg zullen we vele T-kruispunten en splitsingen tegen komen, waar we
resoluut telkens het juiste pad zullen moeten proberen te kiezen. Zolang we echter de jaarlijkse
pinksterprocessie in een kleine Luxemburgse stad blijven nabootsen, weerklinkt
aan de einder die langharige ex-Beatle met zijn ziekenfondsbrilletje, die het
heeft over de vrouw als neger van de wereld.

***

Wat ik wel grappig vond in De Morgen van vandaag: de anders
nogal breedsprakerige Yves Desmet moest zijn editoriaal beperken tot één
kolommetje, ocharme. Het deed me een beetje denken aan een jongetje dat in de
hoek van de klas moet gaan staan, maar dat toch nog even zijn tong uitsteekt.
Achter de rug van de juffrouw, dat spreekt voor zich.

Goed, en krijg ik nu morgen mijn krant terug?